24
In de enorme hal van het ziekenhuis glitterden de japonnen van de vrouwelijke gasten en flitsten de lampen van de fotografen. John, de Opperbevelhebber van de Bezoekers, glimlachte hartelijk naar zijn aandachtige, dankbare publiek. Zijn woorden galmden door de hal en werden opgepikt door de microfoons van de verslaggevers die rond het podiumstonden. '... een beproefd, veilig en pijnloos vaccin te verstrekken tegen een ziekte waar miljoenen mensen aan lijden ... kanker.'
Er galmde een donderend applaus door de hal. John glimlachte, een nederige, toegewijde glimlach van goede wil en oprechtheid. 'Dank u, dames en heren. Dank u. Dank u.'
Toen het applaus een oorverdovend volume had aangenomen, knikte de Opperbevelhebber de menigte toe en ging hij over de trap aan de zijkant van het podium naar beneden.
'Stop!' schreeuwde een galmende stem. 'Applaus weg!'
Het donderend applaus hield abrupt op.
'Goed.' Diana knikte. 'Waar is Eleanor Dupres? Ze moet zo in beeld.'
'Hier ben ik, Diana.'
De donkerharige vrouw posteerde zich zorgvuldig voor de camera's. 'Klaar?' Eleanor knikte. 'Goed, licht aan. Drie... twee ... een ... nu!'
Eleanor glimlachte innemend in de camera. 'Dames en heren, wat u zojuist hebt gezien was de échte uitzending van de plechtigheid van vanavond. Helaas hebben terroristen het nodig gevonden de edelmoedigheid van de Bezoekers te beantwoorden met haat en minachting door een vervalste uitzending te maken, waarbij materiaal werd gebruikt dat van een aantal plaatselijke TV-stations was gestolen. Michael Donovan, de voormalige journalist, was een van degenen die hiervoor verantwoordelijk waren.'
Eleanors innemende glimlach verflauwde en haar gezicht nam een beheerste maar niettemin bedroefde uitdrukking aan. 'Een van de meest tragische aspecten van dit incident was de moord op Kristine Walsh, woordvoerster van de Bezoekers. De terroristen hebben haar ontvoerd en ze hebben haar voor hun eigen camera's vermoord, waarbij ze de schijn wekten dat de Bezoekers verantwoordelijk waren.'
Ze aarzelde en ging toen met een ernstige stem verder. 'Ik spreek ongetwijfeld namens alle vredelievende mensen op deze planeet, als ik zeg dat de Bezoekers ons veel meer hebben gegeven dan ze ooit van ons hebben gevraagd. En u zult ongetwijfeld allen delen in ons verdriet om de gewetenloze moord op de getalenteerde verslaggeefster Kristine Walsh - genadeloos afgemaakt door de terroristen die we, wil onze planeet ooit weer vrede kennen, tot op de laatste man moeten uitschakelen.' Ze laste een dramatische pauze in. 'Tot u sprak Eleanor Dupres, vanuit het ziekenhuis in Los Angeles. Goedenavond.'
'Stop!'
Eleanor glimlachte aarzelend naar Diana en Steven, die op haar af kwamen. 'Hoe was het?'
'Perfect,' zei Diana hartelijk. 'Voortreffelijk, Eleanor.'
'Nou ja, als jullie maar tevreden zijn,' zei Eleanor, en ze keek naar de groepen Bezoekers die als menselijke gasten waren verkleed. Vanaf de plaats waar zij stond kon ze duidelijk de donkere sporen zien die de Bezoeker-wapens op de muren van de hal hadden achtergelaten. Overal lagen brokstukken, behalve op de plaats waar ze voor de uitzending waren weggehaald. Terwijl Diana de leiding van de opruimingswerkzaamheden nam, keek Eleanor glimlachend naar Steven. 'Denk je dat de televisiekijkers deze uitzending zullen ... accepteren?'
'Wij hebben al veel ervaring met dit soort dingen opgedaan,' zei Steven zonder haar aan te kijken. 'Mensen zijn geneigd om de dingen te geloven die ze willen geloven, en het is toch vast en zeker veel prettiger om ónze versie van de gebeurtenissen te accepteren, denk je ook niet?'
'Natuurlijk,' zei Eleanor. Ze had Diana woedend zien schelden op wat zij Stevens 'onvergeeflijk slappe' beveiliging had genoemd, en ze wist dat dit misschien niet het meest geschikte moment was om de Bezoeker aan te spreken. Maar Steven had het de laatste tijd te druk om bij haar op bezoek te komen. Ze kon beter nu met hem spreken, besloot ze.
'Er is nog iets wat ik je wilde vragen,' zei ze, en ze keek hem met een warme glimlach aan.
'Wat dan?' zei Steven. Hij probeerde zich heel galant voor te doen, maar het lukte hem niet goed.
'Eigenlijk zijn het twee dingen,' zei ze aarzelend. 'Twee gunsten.'
'Je hoeft het maar te vragen, Eleanor,' zei hij, en ditmaal kwam zijn glimlach beter uit de verf.
Eleanor greep in haar handtasje. 'Dit is een foto van mijn kleinzoon. Ik zou hem graag terug willen hebben. Hij wordt... vastgehouden. Ik meen dat hij aan boord van jullie schip boven Los Angeles is.'
Ze gaf hem de foto. Steven nam hem aan, bekeek hem en knikte. 'Dat is geen probleem. Ik zal het regelen.'
'Dank je, Steven.' Eleanor keek hem recht in de ogen. 'En dan heb ik ook het gevoel dat ik een nogal... grote bijdrage heb geleverd aan jullie ... beweging.'
'Als het een kwestie van meer geld is ...'
'Nee, nee, niet het geld.' Ze koos haar woorden met de grootste zorg. 'Ik zou jullie graag in een, laten we zeggen, meer bevredigende positie willen dienen.'
'Je wilt een functie.'
Eleanor schrok even van zijn onomwondenheid. Ze probeerde zich te herstellen en knikte. 'Nou, ja, in zekere zin kun je dat wel zeggen, geloof ik.'
Hij was een en al zakelijkheid. 'Natuurlijk. Zou "Algeheel Woordvoerster" je iets lijken?'
'Kristine Walsh's functie?'
'Ja.'
'Nou, ja. Dat zou ...'
'Goed. Je hebt de baan. Nu moet ik gaan. Er is een beveiligingsactie waar ik op moet toezien.' Hij nam haar hand en maakte een formele buiging. 'Tot ziens, Eleanor.'
'Tot ziens, Steven.'
-
Daniël Bernstein keek naar Steven, die door de kamer liep. Diana's woedende blik in de richting van de beveiligingsofficier was hem niet ontgaan. Hij keek grijnzend naar de aantrekkelijke jonge vrouw in verpleegstersuniform die naast hem stond. 'Diana is pisnijdig op Steven - ik heb John tegen Diana horen zeggen dat als zij niet zo snel op het idee was gekomen om die nieuwe uitzending te maken, hun hele missie in gevaar kon zijn gebracht.'
'John?' zei ze, en ze keek naar hem op met een blik waardoor Daniël zich twintig centimeter langer voelde. 'Je bedoelt toch niet...'
'Ja hoor,' zei hij nonchalant. 'De Opperbevelhebber. Ik heb hem vanmorgen ontmoet. Hij feliciteerde me met de gevangenname van de rebellenleidster.'
'Wat heb je gedaan?' Ze kwam dichter naar hem toe en hing aan zijn lippen.
'Ik was degene die de banden kapotschoot van de ambulance waarmee Juliet Parrish gisteravond probeerde te ontsnappen.'
'Juliet Parrish? Was de leider van de terroristen een vrouw?'
'Ja. Een blondje. Niet mijn type, eigenlijk. Ik heb ze liever ...' Hij keek haar met een brede grijns aan. 'Ik heb ze liever zoals jij, liefste ...'
Ze sloeg haar lange donkere oogharen neer en kreeg een kleur. 'Jeetje, een echte held. Heb jij werkelijk een paar terroristen eigenhandig ingerekend?'
'Ja. Ik moest er ook nog een doden - ze zeggen dat hij hier arts was. Zijn naam was King. Maar ik heb de leidster ongedeerd in handen gekregen.' Hij schudde zijn hoofd. 'Het zou beter voor haar zijn geweest als ze niet in leven was gebleven. Diana was woedend. Juliet Parrish zit diep in de moeilijkheden.'
'Waar is ze?' Ze keek om zich heen.
'O, ze hebben haar gisteravond naar het Moederschip gebracht.'
'Wat gaan ze met haar doen?'
'Weet ik niet. Als ik Diana was, zou ik haar laten toegeven dat de uitzending van gisteravond vervalst was.'
'Was dat ook zo?'
'Natuurlijk, schatje. Jij bent toch niet zo dom dat je dat allemaal gelooft, hè?'
Ze keek hem verontwaardigd aan. 'Natuurlijk niet. Maar het leek zo écht.'
Het was ook echt, stomme trut, dacht Daniël, en hij keek aandachtig in haar uniform. Een mooi stel heb je daar ...
Ze keek naar de gewapende Bezoekers die zich in een van de zalen verzamelden. 'Wat gebeurt er nu?'
'Beveiliging.' Daniël glimlachte. 'Zeg, zou je me je telefoonnummer willen geven, schatje? Ik zou je vanavond graag uit eten willen nemen.'
'O ja?' Haar gezicht betrok. 'Maar als ik vrij ben, is het al bijna de tijd van de avondklok. Misschien op mijn vrije dag
'Hé,' zei hij grijnzend. 'Maak jij je nou maar geen zorgen over de avondklok. De avondklok is er voor de burgerbevolking - en jij gaat uit met de Plaatsvervangend Bevelhebber van alle Bezoeker-vrienden op de hele wereld!'
'O ja?' Daniël zag de bewondering in haar ogen, ook al probeerde ze zich nonchalant voor te doen. 'Nou, Daniël, als je een afspraakje met me wilt maken, ben ik wel geïnteresseerd. Maar als je denkt aan iets wat meer op het horizontale vlak ligt, moet ik je waarschuwen dat ik niet dat type meisje ben.'
Wedden van wel, liefje? dacht Daniël cynisch, en hij keek haar glimlachend aan.
'Dat weet ik, Margaret,' zei hij met een gekwetste blik in zijn ogen. 'Je gaat me toch niet vertellen dat je een van die mannenhaatsters bent, die denken dat een man maar uit is op één ding?'
'Eh ... nee ...' Ze wierp hem een zijdelingse blik toe en probeerde haar glimlach te verbergen. 'Ik wou dat alleen even duidelijk maken, voordat we met elkaar uitgaan.'
Daniël glimlachte. 'Goed, Margaret. Ik snap het. Vanavond dus?'
'Goed.' Ze capituleerde met een glimlach. 'En noem me maar Maggie. Ik hou niet van Margaret.'
'Natuurlijk, Maggie.'
-
Brad Mclntyre tuurde door zijn verrekijker. De grijsharige man die halverwege de helling zat keek door zijn verrekijker naar het hoofdkwartier van de ondergrondse. 'Moet je eens kijken, Sancho,' zei hij, en hij wees naar de man. 'Hij lijkt me geen Bezoeker, maar ik zou bijna nog liever hebben dat een van hen ons bespioneerde. Die kerel lijkt me puur slecht.'
'Wat vind je dat we met hem moeten doen?' vroeg Sancho. 'Waar denk je dat hij vandaan komt?'
'Ik weet het niet,' zei Brad. 'We kunnen hem niet gewoon weer weg laten wandelen. Denk je dat hij iemand is die zich bij ons wil aansluiten?'
'Op de een of andere manier lijkt hij me geen rekruut,' zei Sancho. 'Hij lijkt wel op een van de ploegbazen die ik had toen ik op het land werkte. Er was een keer een jongen die iets tegen hem terugzei en toen heeft hij de kaak van die jongen gebroken.'
'Nou ... hij is niet gewapend, tenminste niet voor zover ik kan zien.'
Sancho drukte op de knop van zijn walkie-talkie. 'Hier heuvelpatrouille. Hoort u mij?'
'Hier hoofdkwartier. Wij horen je,' zei Calebs stem. 'Begin identificatiecode.'
'Twee-vier-twee-negen, SB.'
'Ga je gang.'
'Er zit een kerel op de helling die de zaak met een verrekijker in de gaten houdt. Het begint hier een beetje druk te worden, vind je niet?'
'We pakken alles zo snel mogelijk in.' Calebs stem nam een meer persoonlijke klank aan. 'Maar ik zal nooit geloven dat ze iets uit Juliet kunnen loskrijgen.'
'Zeg, hoor eens.' Sancho schudde zijn hoofd. 'Jij praat net alsof je daar zelf bent geweest. Die hagedissen kunnen erg overredend zijn.'
'Ik wil er niet aan denken,' zei Caleb. 'Wat doe je met die kerel? Ga je hem gevangen nemen en hem voor ondervraging hier naar toe brengen?'
'Ja, dat moesten we maar doen,' antwoordde Sancho. 'Zorg je dat het ontvangstcomité klaar staat?'
'Begrepen en sluiten maar.'
Met een zucht zette Sancho zijn walkie-talkie uit. Hij keek naar de gestalte die lager op de helling zat. 'Ik ga eerst,' zei hij tegen Brad. 'Jij kunt me dekken.'
Hij krabbelde overeind, pakte zijn geweer en begon de helling af te dalen. Toen hij dichter bij de onbekende man was, zorgde hij dat hij absoluut geen geluid meer maakte. Even later stond hij recht achter de spion en hield hij zijn geweer op het hoofd van de man gericht. Met een vriendelijke stem zei hij: 'Hé, vriend, zoek je iets?'
De man keek niet eens achterom. Sancho hoorde dat Brad achter hem aan kwam. Toen ging de ex-politieman voor de verrekijker staan, zodat de man niets meer kon zien. De man stak nonchalant zijn hand uit en duwde Brad opzij, alsof hij een zonnebader was en Brad hem in de schaduw zette. Zijn stem bezat de warmte van een vijl die over roestig metaal wordt getrokken. 'Zeg, doe me een lol en zeg tegen die kerel achter me dat hij dat geweer moet weghalen voor ik het in zijn bek douw.'
Brad keek ongelovig op de man neer. 'Jij bent knap brutaal, weet je dat?'
Sancho maakte een gebaar met het geweer. 'Sta maar eens op, amigo, dan gaan we een eindje lopen ...'
Op dat moment voelde Sancho dat er iets kouds en hards tegen zijn linker oor werd gedrukt. Hij verstijfde, en hoorde een stem zeggen: 'Laat dat geweer vallen.'
Sancho liet het geweer voorzichtig zakken en liet het toen op de grond vallen. 'Jij daar,' zei de stem tegen Brad. 'Geef dat pistool eens aan.'
Met overdreven zorgvuldigheid gaf Brad het pistool aan de man die op de grond zat. De man pakte het aan zonder de verrekijker zelfs maar van zijn ogen weg te nemen. 'Moet je toch eens zien, Chris,' zei hij vol minachting. 'Een flessehals aan de voor- en achterkant. Dat is geen kamp, dat is een graftombe. Wat een stelletje idioten. Jezus nog aan toe.' Hij stopte de kijker weer in het foedraal dat aan zijn hals hing, pakte het geweer uit het gras en stond op.
Hij was van gemiddelde lengte, en zijn gelaatstrekken waren benig en onopvallend, afgezien van zijn ogen, die erg helder en lichtblauw waren. Het waren niet-reflecterende ogen, die alles in zich opnamen en niets terugzonden. 'Goed. Breng ons naar jullie leider.'
Caleb en een paar anderen stonden bij de ingang op hen te wachten. Toen ze zagen dat Sancho onder schot werd gehouden, gingen ze langzaam opzij om de vier mannen naar binnen te laten gaan. Toen ze binnen waren, zei de grijsharige man tegen Sancho: 'Hebben jullie een vergaderkamer?'
'Ik vertel jullie niks,' zei Sancho met een doffe stem.
'Chris,' zei de man. De man haalde de veiligheidspal over van het pistool dat tegen Sancho's oor was gedrukt.
'Ik zal het jullie laten zien,' zei Brad vlug. 'Niet dat jullie er iets aan zullen hebben. Jullie zullen wel al gezien hebben dat jullie zwaar in de minderheid zijn.' Hij hield zijn handen omhoog en begon door de gang te lopen. Sancho volgde hem. Achter hem kon hij Caleb, Elias en de anderen horen. Brad bleef in de deuropening van de grote kamer staan. 'Hier.'
Aan een van de tafels zat Mike Donovan in een notitieboekje te schrijven. Hij keek op en richtte zijn blik op de grijze man met het geweer. De cameraman kneep zijn oogleden samen. 'Zo, zo. Ik vroeg me al af wanneer jij ergens zou opduiken.'
De twee indringers lieten hun wapens zakken. Sancho draaide zich om naar de man die hem met het pistool had bedreigd. Chris was jong, stevig gebouwd, en hij had het vriendelijke uiterlijk van een wolfshond.
'Hé, Mike,' zei de grijsharige man. 'Dat is lang geleden.'
Donovan wendde zich tot de verzetsstrijders die aarzelend op de gang stonden te wachten. 'Hij blaast het op, ik film het, en de mensen thuis hebben de pest aan hem. We hebben elkaar ontmoet in Laos, El Salvador - noem maar op. Dit is Ham Tyler, expert in geheime operaties, communicaties en slechte relaties. Als de wereld niet verziekt was, zou hij sterven van verdriet.'
Tyler probeerde te glimlachen, maar hij kwam niet verder dan een scheve grijns. 'Dit is mijn compagnon, Chris Faber.' Hij wachtte een ogenblik. 'En jullie zijn ten dode opgeschreven.'
Hij wenkte naar de rest van de verzetsstrijders. 'Kom binnen, mensen. Wij moeten eens praten.'
Caleb, Elias, Robert Maxwell en de anderen kwamen de kamer binnen en schuifelden voorzichtig langs Chris Faber, die de Magnum nog steeds in zijn hand had, al hield hij hem nu op de vloer gericht.
Ham Tyler ging op een van de gehavende oude stoelen zitten en keek met een minachtende glimlach in de kamer om zich heen. Hij schudde zijn hoofd, slaakte een zucht en begon te spreken. 'Mike hier wil jullie laten geloven dat jullie de schurken wel klein zullen krijgen met een beetje spierkracht en met God aan jullie kant. Het enige dat jullie zullen bereiken is jullie eigen dood. Het wordt tijd dat jullie het aan de professionals overlaten.'
Donovan leunde op zijn stoel achterover en begon met dik opgelegd sarcasme te antwoorden. 'Dat klinkt me bekend in de oren. Als de wereld een grafschrift nodig had, zou dat het moeten zijn.'
'Ik ben hier niet gekomen om met je te discussiëren, Donovan,' snauwde Tyler. 'Daar hebben we geen tijd voor. Het enige dat ik jullie kom vertellen is dat wij wereldwijd georganiseerd zijn en dat jullie van nu af zullen doen wat wij zeggen.'
'Verdomme!' riep Brad uit. 'Wie denk je wel dat je bent?'
'Hou je mond!' Ham zond hem een woedende blik toe, en Brad keek woedend terug, maar hield zich in. 'Jullie hebben gisteravond geluk gehad. Het was een mooie stunt. Maar zonder professioneel leiderschap maken ze gehakt van jullie. Wij zijn georganiseerd en wij hebben een plan. En we hebben ook nieuwe munitie waar we die vervloekte hagedissen mee in tweeën kunnen hakken. Jullie kunnen kiezen: onafhankelijk blijven en van de kaart worden geveegd, of je aansluiten bij ons netwerk en helpen die schubbige schoften van de aarde te vagen.'
Ze begonnen allemaal door elkaar te praten. Tyler zat zwijgend te wachten tot Brad erin slaagde het woord te krijgen. 'Ik vind dat we hem eruit moeten schoppen. Jullie hebben Donovan gehoord - die kerel is een oorlogshitser. Hij vindt het prachtig om mensen de dood in te jagen. Hoe weten we dat hij niet met Diana samenwerkt?'
Met de snelheid van een luipaard kwam Tyler uit zijn stoel en greep Brad bij zijn keel vast. Faber bracht zijn pistool in de aanslag, al bleef hij nonchalant tegen de deurpost leunen. 'Schoft!' zei Tyler, en hij drukte zijn gezicht bijna tegen dat van Brad aan. 'Heb niet het lef dat nog een keer te zeggen!'
'Hou op, Ham!' zei Donovan, en toen de man weer op zijn stoel ging zitten, keek hij Brad hoofdschuddend aan. 'Hij is een gek, maar wel een menselijke gek! Geloof me, hij is zo gemeen en slecht dat Diana hem nooit zou kunnen bekeren.'
Tyler knikte en gaf weer zijn scheve imitatie van een glimlach weg. 'Hij heeft gelijk. Luister naar mij. Donovan mag dan de pest aan mij hebben, hij zal jullie vertellen dat ik weet wat ik doe.'
'Wat ik jóu zal vertellen, Tyler, is dit.' Mike liep door de kamer en ging met een ijzige uitdrukking op zijn gezicht bij de andere man staan. 'En laat dit goed tot je doordringen, want anders zal ik het je uitleggen op een manier die veel duidelijker is.' Hij keek hem recht in de ogen. 'Blijf met je handen van ons af. Raak nóóit meer een van ons aan. Deze mensen zijn geen getrainde doders zoals jij en je vriendje daar, maar ze... wij... hebben de Bezoekers meer dwars gezeten dan alle andere groepen. Wij mogen dan geen professionele guerrillero's zijn, wij zijn wel een eenheid, en wij hebben tot nu toe meer kabaal gemaakt dan jullie.'
Tyler knikte nors met zijn hoofd. 'Ja. Dat was een goed staaltje werk dat jullie in het ziekenhuis hebben geleverd.'
'Ze weten dat wij er zijn, man. Waar was jouw zogenaamde netwerk?' vroeg Elias uitdagend.
'Ze weten niet alleen dat jullie er zijn, maar ook waar jullie zijn. Sterker nog, op dit moment bereiden ze een overval op dit kamp voor,' zei Ham, maar het was duidelijk dat hij een beetje terrein had verloren.
Donovan wendde zich tot de anderen. 'Goed. Dus hij is een professionele doder. Maar wat dat organiseren betreft heeft hij gelijk. Wij zaten al te wachten op een kans om met andere verzetsgroepen samen te werken, om ons bij het netwerk aan te sluiten. Als hij ons geeft wat wij willen hebben, vind ik dat we met hem moeten samenwerken.'
'En wat willen jullie dan hebben, Mike?' vroeg Tyler.
Donovan keek hem aan. 'Juliet Parrish, onze leider, is gisteravond bij de overval op het ziekenhuis gevangen genomen. Wij willen haar terug hebben. Wij móeten haar terug hebben.'
Ham knikte. 'Afgesproken. Het netwerk zal al het mogelijke doen om haar vrij te krijgen.'
Hij stak Donovan zijn hand toe, maar die aarzelde. Op de gang klonken snelle voetstappen. Vader Andrew verscheen hijgend in de deuropening. 'Ruby heeft zojuist vanaf haar werk naar de Bernsteins gebeld en Stanley is ons komen waarschuwen! De hagedissen zijn onderweg! We moeten maken dat we hier weg komen!'
'Zei ik het niet?' zei Ham met een kalme stem. 'De details van onze samenwerking nemen we later nog wel eens door. Nu moeten jullie er in de eerste plaats vandoor gaan. Als blijk van goede wil zullen Chris en ik jullie aftocht dekken. Ik heb wel zin in een feestje in dit kamp.'
'Goed! Haal het spul en laad het in de vrachtwagens! Tien minuten, niet langer! Schiet op!' schreeuwde Donovan. De kamer liep leeg.
'Wat voor explosieven hebben jullie?' vroeg Ham.
Donovan dacht een ogenblik na. 'Niet veel. Een paar granaten, een beetje dynamiet. We zijn door onze plasticbommen heen.'
'Slaghoedjes?'
'Ja.'
'Goed, breng ze hier naar toe. Chris en ik hebben buiten nog wat spul liggen ...’
‘Waar is Chris?'
‘Hij is het gaan halen, tegelijk met nog wat zwaardere artillerie.'
'Goed.' Mike was al op weg naar de gang.
Even later kwam hij terug met een houten kist vol explosieven. 'Dit is alles wat we hebben.'
'Goed, Mike, zorg dat je mensen hier weg komen.'
Donovan zette de kist neer, knikte en verdween. Tyler en Faber konden horen dat hij de laboratoriumapparatuur liet wegbrengen. Ham knikte Chris toe. 'Goed, we kunnen de evacuatie aan hem overlaten. Jij brengt de explosieven aan - ik dek je wel.'
'Toen ik bij de wagen was, heb ik contact opgenomen met Sam,' zei Faber, die de granaten systematisch in een kartonnen doos op elkaar stapelde. 'Tien minuten is te lang.'
'Ik zal het aan ze doorgeven.'
Tyler vond Donovan op de gang. Hij keek door het raam naar het vertrek van de grote bestelwagen, waar de takken en camouflagenetten nog op zaten. 'Daar gaat de apparatuur van het lab,' zei hij.
'Chris heeft naar de positie van de hagedissenpatrouille geïnformeerd. Jullie moeten hier meteen weg!'
Donovan wierp de oudere man een gekwelde blik toe. 'Geweldig.' Hij zwaaide met zijn handen om de aandacht te trekken. 'Stilte! Luister naar hem!'
De verzetsstrijders kwamen tot rust. Tyler begon te spreken. 'Jullie hebben nog één vluchtweg, en dat is door het riool. Slechte planning, mensen - maar jullie leren het nog wel. Ga er nu vandoor, en neem alles mee wat jullie dragen kunnen.'
'Jullie hebben hem gehoord! Schiet op!' riep Donovan.
'Hebben we nu al jullie munitie?' vroeg Ham een paar minuten later, toen ze in de deuropening stonden te kijken hoe de mensen zich voor de rioolbuizen verzamelden.
'Degenen die zaklantarens hebben blijven bij de anderen!' riep Donovan voordat hij Tyler antwoord gaf. 'We hebben nog een bazooka. Die staat in de kamer naast de kamer waar we zojuist waren. En ook een kleine raketwerper. Ik geloof dat er nog wel een paar granaten bij zijn.'
'Goed, Mike. Wij regelen het hier wel. Maak dat je weg komt. Je mensen zullen je nodig hebben. Hebben jullie al een schuilplaats?'
'Ja.'
'Een waar Juliet Parrish niets van weet?'
Er kwam weer een gepijnigde blik in Donovans ogen. 'Ja, we hebben hem vanmorgen uitgekozen, want we wilden voor alle zekerheid vertrekken. Maar Juliet heeft niets losgelaten ...'
'Natuurlijk niet. Opschieten, Mike.'
Donovan draaide zich om en rende naar de rioolbuis.
Tyler wendde zich tot Faber. 'Weet je nog wat we bij dat arsenaal in Afghanistan hebben gedaan?'
Faber knikte.
'Zelfde gang van zaken.'
'Ik snap het.'
Een paar minuten later hoorden ze de patrouilleschepen naderen en toen Ham door het raam keek, zag hij de Bezoekers uitzwermen. 'Klaar?' vroeg hij aan Faber, die met een doos granaten in zijn hand de muren van de gang op de eerste verdieping bekeek. Beneden hen hoorden ze snelle voetstappen.
Chris knikte en legde de granaten voorzichtig neer. 'Hier.'
'Neem een paar van de granaten mee voor het geval ze de achteruitgang bewaken, en ga er dan vandoor.'
Faber nam zijn granaten en verdween over de schemerige gang. Tyler stelde de bazooka op en lette erop dat het zware wapen ver genoeg van de granaten vandaan bleef. Hij sleepte een paar matrassen uit de slaapzaal en maakte er een beschermende wand van achter de bazooka, waarna hij achter het wapen ging liggen.
Even later verscheen er een groot aantal Bezoekers in het andere eind van de gang. Tyler mikte zorgvuldig op de granaten en haalde de trekker over, om zich vervolgens meteen achter het scherm van matrassen te werpen. Er volgde een daverende klap op het moment dat de doos met granaten, die onder een belangrijke steunbalk was neergezet, in de lucht vloog. Het hele westelijke deel van het oude gebouw zakte in elkaar, boven op de Bezoekers die zich nog op de begane grond bevonden.
De vlammen van de explosie hadden een paar van de matrassen bereikt, maar Tyler kroop ongedeerd te voorschijn. Hij keek met voldoening naar de resultaten van zijn werk. Overal lagen er rode uniformen tussen het puin en hij zag hier en daar een stukje donkergroene reptielenhuid door het menselijke vlees schemeren.
'Wat zonde,' zei Ham met een tevreden grijns. 'Ze hadden zulke mooie damestasjes van jullie kunnen maken.'