42

Hallgrim Schavenius was zevenentachtig jaar. Zijn hoog gesneden grijze pantalon spande over zijn buik, opgehouden door bretels die hij uit gewoonte zo nu en dan optrok. Hij was kaal en had een rond gezicht met hangwangen. Zijn stuurse haaienmond stond altijd verwijtend.

In het midden van de woonkamer stond een omvangrijke zithoek, omgeven door bijzettafeltjes die doorbogen onder het gewicht van siervoorwerpen die ze tijdens hun reizen in het buitenland hadden gekocht. Hij liep langzaam tussen de rococomeubelen door, langs de diepe, versleten fauteuils die indertijd een vermogen hadden gekost. Het goudgele zonlicht viel in een hoek van de kamer, op de boekenkast. Hij keek de tuin in en bedacht dat hij binnenkort een tuinman moest regelen die de bladeren bijeen kon komen harken. De herfstdagen gleden langzaam voorbij. De uren waren net zware stenen. Hij was tot aan zijn pensioen rechter geweest bij de Hoge Raad. Hij wist alles van strafrecht en bewijslast. Er bestond een groot verschil tussen een misdrijf en een vergrijp. Hij liep rusteloos rond door de grote kamer; hij kon zich niet concentreren op de documenten die hij nauwkeurig diende te lezen. Telkens als de prisma’s in de zware kroonluchter een zonnestraal vingen, wierpen ze regenboogkleurige vlekken op de wanden. Dat stoorde hem. De dure vloerkleden en meubels waren langzaam verbleekt geraakt door de zon. In de tuin zag hij de rode kat lopen waar Sonja zo dol op was. Het dier kwam recht op het huis aflopen, keek Hallgrim aan vanachter de terrasdeur en kneep zijn ogen halfdicht, alsof hij ervan genoot daar te staan. De kat mocht niet naar binnen. Hij trok de gordijnen ruw dicht.

Ondanks zijn leeftijd deed hij nog wat klusjes voor het ministerie. Hij was nog niet geschorst, maar had wel een waarschuwing gekregen dat dat zou kunnen gebeuren. Plotseling barstte hij met schokkende schouders in snikken uit. Niemand begreep hem. Hij kreeg van alles de schuld. Lust was een verheven en in wezen zuiver iets. Hij wist zeker dat hij niet gestraft zou worden. Axel, zijn zoon, had hen betrapt. Hallgrim had gezegd dat hij de jongen bij het voorlezen zijn pyjama had uitgetrokken, omdat hij het zo warm had. Maar er was nergens een voorleesboek te bekennen, en zelf was hij ook naakt. Hij zei dat hij altijd naakt sliep. Maar Sonja wist dat hij ’s nachts een zijden pyjama droeg.

Hij was de laatste tijd afgevallen, maar het leek juist alsof hij was gegroeid en nu zo groot was dat iedereen hem kon zien. Hij voelde een woede die hij nooit eerder had gevoeld; hij was woedend op Leo, die hem had verraden. Dat kleine klikspaantje. Hij was niet zo dom geweest om bij de jongen binnen te dringen, dus er waren geen sporen. Daar wist hij alles van af. Eigenlijk was er niets gebeurd, maar toch had zijn zoon aangifte gedaan. Sonja miste haar kleinzoon. Alles zou anders worden, dat had hij beloofd. Aan haar, maar vooral aan zichzelf. Ze waren pas laat grootouders geworden. En nu was alles verpest. Sonja verafgoodde haar zoon en kleinzoon. Maar ze stond toch aan zijn kant. Dat wist Hallgrim zeker. Ze kon ook niet anders. Zo zat hun huwelijk nu eenmaal in elkaar. Ze hadden het er gewoon niet over. Maar zijn vrouw bleek toch veranderd. Soms kwam ze binnen terwijl hij achter zijn bureau zat en bleef dan ineens midden in de woonkamer naar hem staan staren. Het voelde alsof hij tentoongesteld werd, midden in een grote zaal. Sonja bekeek hem van alle kanten. Ook zij dacht erover hem in de steek te laten. Ze kon maar beter uitkijken. Als ze dat deed, zou hij haar zonder pardon uit zijn villa gooien, zesenveertig jaar getrouwd of niet.

*

Marian liep langzaam de trap op naar haar deur. Hier en daar zaten slijtplekken in de lakverf op de treden. Ze stak haar sleutel in het slot. De smalle ruitjes rammelden toen ze de dunne, oude deur op een kier zette. Ze hield de hond tegen. Het propje viel op de grond. Er was niemand binnen geweest.

Ze liep naar binnen, sneed een paar boterhammen, gooide er wat plakjes vlees op uit een pakje in de koelkast en maakte oploskoffie. Ze was weer op het volkstuinencomplex geweest, maar Myrtel Haug hield vol dat ze haar zoon al in geen járen had gezien. Ze loog dat ze barstte. Marian zette haar iPad in de houder op de eettafel en googelde het nieuws terwijl ze at. Op internet stond nu dat het lijk van Gustav Joner ernstige verwondingen vertoonde aan endeldarm en onderlichaam. Dus die informatie was uitgelekt.

*

Op dinsdagochtend stond Tønnesen in de deuropening met een papier in zijn hand. Marian stond op. ‘Welkom terug. Hoe is het met je verkoudheid?’

Birka krabbelde overeind en liep kwispelend op hem af.

‘Prima. Ik krijg altijd een verstopte neus van lange vliegreizen.’ Hij boog voorover en aaide de hond. ‘Ik heb alle monsters bij de landelijke recherche bezorgd, dus nu moeten we even geduld hebben. Er is hier intussen wel het een en ander gebeurd, zeg.’

‘Hoezo? Had je iets speciaals in gedachten?’ Ze ging weer zitten.

‘Nou, de vondst van die gemartelde en vermoorde conciërge, bijvoorbeeld.’

‘O ja, dat. Ja, verschrikkelijk. Cato en co zitten in elk geval niet verlegen om werk.’

Hij ging tegenover haar zitten. ‘Heb je alle rapporten al gelezen? Er zijn ook nog wat nieuwe tips binnengekomen.’

‘Nee, ik ben nog niet klaar met lezen, ik zit tot over mijn oren in het werk,’ loog Marian. ‘En ik geloof niet dat er interessante tips bij zaten. Maar ik moet en zal die bal vinden, ik blijf zoeken. En ik had ook wat andere dingen aan mijn hoofd.’

‘O ja, zoals?’

‘Gewoon, wat privézaken. Heb je Myrtels zus in Rælingen al weten te vinden?’

‘Ik ben ermee bezig. Ik ga er morgen naartoe.’

‘Dan stel ik voor dat we de komende paar dagen elk voor onszelf werken en telefonisch contact houden. Dan zien we elkaar wel weer zodra er iets nieuws boven tafel komt.’

Ik weet waar je woont
cover.xhtml
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
.html