22

In Starfighter Mansion was tante Joan ontwaakt uit haar door pillen en alcohol veroorzaakte slaap en vastbesloten bij Wally op bezoek te gaan. Ze reed naar het ziekenhuis, maar kreeg te horen dat hij op de intensive care lag en geen bezoek mocht ontvangen. Dr. Cohen en de hoofdcardioloog deelden haar het nieuws mee.

“Hij is weliswaar bij kennis, maar zijn toestand is uitermate zorgwekkend. We willen hem laten overplaatsen naar de Hartkliniek in Atlanta,” zei de cardioloog.

“Maar dat is waar ze harttransplantaties doen!” krijste Joan. “Zo slecht kan hij er toch niet aan toe zijn?”

“Nee, het is gewoon dat we hier in Wilma niet de benodigde faciliteiten hebben. In de Hartkliniek kunnen ze veel beter voor hem zorgen.”

“Nou, ik ga met hem mee! Hij krijgt geen harttransplantatie als ik er niet bij ben.”

“Er is geen sprake van een harttransplantatie, mevrouw Immelmann. In Atlanta kunnen ze hem gewoon de beste behandeling geven.”

“Kan me niet schelen!” gilde Joan onlogisch. “Ik blijf tot het einde toe bij hem en jullie houden me niet tegen!”

“Niemand houdt u tegen. Gaat u gerust mee naar Atlanta. Ik sta alleen niet voor de gevolgen in,” zei de cardioloog, die verdere ruzie voorkwam door terug te gaan naar de intensive care.

Terwijl Joan kokend van woede terugreed naar Starfighter Mansion, besloot ze wat als eerste zou doen: tegen Eva en haar rotkinderen zeggen dat ze zo snel mogelijk moesten opdonderen.

“Ik ga met Wally naar Atlanta!” schreeuwde ze. “Jullie gaan terug naar Engeland en ik wil jullie nooit meer zien! Vooruit, pak je koffers!”

Voor deze ene keer was Eva het met haar eens. De hele vakantie was één grote ramp geweest en bovendien maakte ze zich doodongerust om Henry. Ze had hem nooit alleen moeten laten. Hij had zich zonder haar vast vreselijk in de nesten gewerkt. Ze zei dat de meiden hun spullen moesten pakken, maar de vierling had tante Joan horen schreeuwen en stond allang klaar. Het enige probleem was hoe ze naar het vliegveld moesten komen. Eva stelde die vraag aan Joan toen ze de trap afstormde.

“Bel een taxi, stomme trut!” snauwde ze.

“Maar ik heb geen geld,” zei Eva meelijwekkend.

“O God! Nou vooruit, als jullie het huis maar uit zijn!” Ze belde een taxibedrijf en even later waren de Wilts op weg naar het vliegveld. De vierling zweeg. Ze wisten dat ze niets tegen hun moeder moesten zeggen als ze in zo’n humeur was.

In de observatietruck zaten Murphy en Palowski ondertussen met hun handen in het haar. Er was geen spoor van drugs gevonden in het rioolwater uit Star-fighter Mansion. Wally’s hartaanval maakte de zaak een stuk gecompliceerder en ze hadden niets gezien of gehoord dat op enige betrokkenheid bij drugssmokkel wees. Als er al een misdrijf zou plaatsvinden, zou het waarschijnlijk een moord in de familie zijn.

“Laten we Atlanta bellen en zeggen dat ons nijlpaard en haar jongen eraan komen. Dan moeten zij maar beslissen.”

“Akkoord,” beaamde Palowski. Hij was vergeten hoe hij ja moest zeggen.