21

Oom Wally had minder geluk. Hij was volledig bij bewustzijn en wenste vurig dat hij dat niet was. Na zijn ontslag uit de intensive care had hij geweigerd om Joan te spreken. Hij voerde nu een uiterst onaangenaam gesprek met dr. Cohen, die hem vertelde dat een man van zijn leeftijd, of welke leeftijd dan ook, het verdiende een hartinfarct te krijgen als hij deed wat Wally met zijn vrouw had gedaan. Het was, zo stelde hij, contra natura.

“Contra wat?” vroeg Wally verbouwereerd. De enige Contra’s van wie hij ooit had gehoord, hadden tegen de Sandinisten gevochten in Nicaragua.

“Tegen de natuur. De sluitspier is bedoeld om fecaliën te laten passeren en niet – ”

“Daar snap ik geen drol van! Wat is een fecaliër?”

“Wat u net zei. Een drol,” zei dr. Cohen. “Zoals ik al zei, de sluitspier – ”

“Ik weet niet eens waar je sluitspier zit.”

“Aars,” zei dr. Cohen dubbelzinnig.

Dat vatte Wally op als een persoonlijke belediging. “Hé, kan het wat minder?” riep hij boos.

Dr. Cohen aarzelde. Wally Immelmann mocht dan misschien een geslaagd zakenman zijn, hij was ook een idioot. Daar stond tegenover dat hij ziek was. Hij wilde niet dat hij ter plekke dood bleef.

“Ik probeer uit te leggen wat de fysieke gevolgen zijn als je…als je iets in iemands anus steekt, in plaats van op de normale manier te werk te gaan.”

Wally staarde hem met open mond aan en kreeg een rare kleur. Hij kon even geen woorden vinden.

Dr. Cohen vervolgde: “U zou uw lieve vrouw niet alleen kunnen besmetten met aids, maar ook – ”

Wally vond de woorden. “Aids?” bulderde hij. “Wat is dat voor gelul? Ik heb geen aids! Ik ben geen flikker!”

“Dat zeg ik niet, en het kan me trouwens ook niet schelen. Dat moet u zelf weten. Ik probeer alleen maar duidelijk te maken dat wat u met uw vrouw doet tot fysiek letsel zou kunnen leiden. Niet kunnen: het leidt ertoe, punt uit. Met een beetje pech moet ze de rest van haar leven met tampons rondlopen.”

“Wie zegt dat ik met haar doe wat u zegt dat ik doe?” vroeg Wally.

Dr. Cohen zuchtte. Hij had nu echt zijn buik vol van Wally Immelmann. “Dat zegt u zelf,” beet hij hem toe. “Iedereen binnen een straal van twintig kilometer weet dat u mevrouw Immelmann uitschold omdat u haar niet van achteren mocht pakken. Er rijden speciale bussen naar Lake Sassaquassee om het te kunnen horen.”

Wally’s ogen puilden uit zijn paars aangelopen hoofd. “Bedoelt u…o mijn God! Hebben ze het geluid nog steeds niet uitgezet? Dat moet, dat moet!”

“Zegt u maar hoe. De politie kan niet in de buurt komen. Ze hebben er al helikopters en de Nationale Garde op afgestuurd…”

Maar Wally Immelmann luisterde niet meer. Hij had zijn tweede hartinfarct gehad. Terwijl hij met spoed naar de intensive care werd teruggebracht, verliet dr. Cohen het ziekenhuis. Hij was een beminnelijk mens en homo’s mochten van hem doen wat ze wilden, maar hij walgde van mannen die hun vrouwen dwongen tot anale seks.

In Starfighter Mansion was de chaos eveneens compleet. Tante Joan lag op bed en had haar slaapkamerdeur op slot gedaan. Ze kwam alleen naar beneden voor haar ontbijt, lunch en avondeten. Zij en Eva praatten niet meer met elkaar en de vierling had oom Wally’s computer overgenomen. Ze stuurden e-mails naar al hun vriendinnen en obscene mailtjes naar iedereen uit oom Wally’s adresboek. Eva wist niets van computers en maakte zich bovendien veel te veel zorgen om Henry. Ze liet de vierling hun gang gaan en zich uitleven op Wally’s apparatuur. Zelf hing ze aan een stuk door aan de telefoon. Ze belde al hun vrienden en bekenden in Engeland, zelfs Mavis Mottram, in een poging erachter te komen waar Henry uithing. Niemand wist het.

“Maar hij kan toch niet zomaar verdwenen zijn? Dat is onmogelijk.”

“Nee, liefje. Ik zei ook niet dat hij verdwenen was,” zei Mavis vol geveinsd medeleven. “Ik zei alleen dat niemand weet waar hij is.”

“Maar dat is hetzelfde als zeggen dat hij verdwenen is,” antwoordde Eva, die een heel klein beetje logica had geleerd van Wilt tijdens hun veelvuldige ruzies. “Je zegt dat niemand weet waar hij is, maar iemand moet het weten. Ik bedoel, misschien is hij op vakantie met de Braintrees. Heb je die al geprobeerd?”

Aan de andere kant van de lijn haalde Mavis diep adem. Ze had altijd al moeite gehad met Eva en was niet van plan om zich zo te laten commanderen.

“Nee,” zei ze. “Nog niet, om de doodeenvoudige reden dat ik niet weet waar ze wonen. Ik weet dus ook niet of ze op vakantie zijn, en al helemaal niet waar ze naartoe zijn.”

“In de zomervakantie huren ze altijd een maand een huisje in Norfolk.”

Deze keer haalde Mavis niet alleen diep adem, maar snoof ze verontwaardigd. “Waarom bel je ze dan zelf niet?” snauwde ze.

“Omdat ik niet weet welk huisje. Ik weet alleen dat het ergens aan de kust is.”

“Ergens aan de kust?” piepte Mavis. “Als je denkt dat ik alle huisjes aan de kust van Norfolk ga afbellen…vergeet het maar. Waarom neem je geen contact op met de politie en de ziekenhuizen? Die hebben al vaker voor je Henry moeten zorgen. Vraag maar naar de Afdeling Vermiste Personen.”

Al met al was het een heel onprettig en bits gesprek, dat eindigde toen Mavis de hoorn op de haak gooide zonder gedag te zeggen. Eva belde opnieuw naar huis, maar kreeg alleen haar eigen stem op het antwoordapparaat. Afgezien van de vierling, die ze er niet mee lastig wilde vallen, kon Eva niemand om raad vragen. Boven hoorde ze tante Joan snurken. Ze had opnieuw een slaappil ingenomen en die doorgespoeld met whisky. Eva ging naar de keuken. Ze kon in ieder geval even praten met Maybelle, de zwarte hulp, en haar vertellen over haar problemen. Zelfs dat luchtte echter niet op. Maybelles ervaringen met mannen waren nog slechter dan die van Eva.

“Mannen zijn allemaal hetzelfde. Zodra je je kont gekeerd hebt, rennen ze als krolse katers achter de meiden aan.”

“Maar zo is Henry helemaal niet. Hij is…nou, hij is anders dan andere mannen. En beslist geen homo, als je dat soms denkt.” Maybelle had haar wenkbrauwen veelbetekenend opgetrokken. “Hij is alleen niet echt in seks geïnteresseerd,” vertrouwde Eva haar toe.

“Dan is hij inderdaad anders. Zo’n man heb ik nog nooit van m’n leven ontmoet. En ik weet zeker dat meneer Immelmann niet zo is. Waarschijnlijk heeft hij daarom last van zijn hart.” Ze keek uit het raam. “Daar heb je die lui weer. Ik snap niet waarom ze de hele tijd rond het huis sluipen. En mevrouw Joanie is haar stem kwijt. Ze komt naar beneden, pakt ijs en chocoladekoekjes, gaat dan weer naar boven en zegt geen stom woord. Ze is waarschijnlijk vreselijk van streek omdat meneer Immelmann er zo slecht aan toe is.”

Aan Lake Sassaquassee heerste een gezegende stilte. Een speciaal team van stokdove veteranen uit de Eerste Golfoorlog had de generator opgeblazen. Zelfs zij hadden een soort maanpakken moeten dragen om bij hun doel in de buurt te komen, maar uiteindelijk waren ze daarin geslaagd. De luidsprekers zwegen en de agenten van Narcotica haalden het hele huis overhoop. Ze vonden niets incriminerends, behalve een stapeltje pornovideo’s die Wally in zijn kluis verstopt had, maar tegen de tijd dat ze weer vertrokken, was het het hele huis in een grote puinhoop veranderd.