8
Eva had het een stuk minder naar haar zin dan Wilt. De beproevingen die ze had moeten doorstaan hielden haar de halve nacht uit haar slaap. Na de uitbundige begroeting op het vliegveld door oom Wally en tante Joan, die dolblij waren geweest om de vierling te zien, waren ze naar de privé-jet met het logo van Immelmann Enterprises gereden. Ze kregen toestemming om op te stijgen en vlogen even later naar het westen, richting Wilma. Het landschap was bezaaid met meren en rivieren en na een tijdje vlogen ze over bossen en heuvels, waar maar heel weinig huizen te zien waren. De vierling keek nieuwsgierig uit de raampjes en speciaal voor hen maakte oom Wally een duik-vlucht en trok hij pas vlak boven de grond weer op, zodat de meisjes een nog beter uitzicht hadden. Eva, die niet graag vloog en nog nooit in zo’n klein toestel had gezeten, voelde zich bang en misselijk, maar de vierling genoot en oom Wally vond het leuk om te laten zien hoe goed hij kon vliegen.
“Deze is helaas niet zo snel als de straaljagers uit mijn luchtmachttijd,” zei hij, “maar wel lekker wendbaar en rap genoeg voor zo’n ouwe knar als ik.”
“Ach kom, schat, je bent nog helemaal niet oud,” zei tante Joan. “En ik vind het niet leuk als je dat zegt. Een mens is zo oud als hij zich voelt en volgens mij voel jij je nog piepjong. Hoe gaat het trouwens met Henry, Eva?”
“O, prima,” zei Eva.
“Henry is zo’n vent,” zei Wally. “Je zou echt heel wat van hem kunnen maken, Evie. Jullie zijn zeker wel trots op jullie pappie, hè meiden? Niet iedereen heeft een vader die professor is.”
Penelope begon met afkraken.
“Pappie heeft geen ambities,” zei ze. “Hij drinkt te veel.”
Wally zei niets, maar het vliegtuig maakte een een kleine duik.
“Ach, iedere man heeft recht op een borrel na een dag hard werken. Dat zeg ik ook zo vaak, hè Joanie?”
De glimlach van tante Joan wees erop dat hij dat inderdaad vaak zei en dat ze het daar niet mee eens was.
“Ik ben wel gestopt met roken,” zei Wally. “Als je die rotzooi blijft gebruiken, lig je zo tussen zes plankjes. Ik voel me honderdtien procent beter sinds ik gestopt ben.”
“Pappie is juist weer begonnen,” zei Samantha. “Hij rookt pijp, omdat iedereen anti-roken is en hij zich door niemand laat vertellen wat hij wel en niet mag doen.”
Het toestel maakte opnieuw een duik.
“Heeft hij dat gezegd? Heeft Henry dat werkelijk gezegd? Dat niemand hem zal vertellen wat hij wel en niet mag doen?” zei Wally met een nerveuze blik op de twee vrouwen achter hem. “Niet te geloven. Terwijl hij nou niet bepaald het toonbeeld van mannelijkheid is.”
“Wally!” zei tante Joan en het was overduidelijk wat ze bedoelde.
“En praten jullie niet zo over pappie!” zei Eva al even gedecideerd tegen de vierling.
“Ik bedoelde er niks mee,” zei Wally. “Mannelijkheid is gewoon een uitdrukking.”
“Ja, en de jouwe is ook niks om over naar huis te schrijven,” zei tante Joan. “Dat soort grappen hou je maar voor je.”
Oom Wally deed er het zwijgen toe, maar na een tijdje zei Josephine plotseling:
“Niet alleen jongens hebben een mannelijkheid. Ik heb iets wat erop lijkt. Het is alleen niet erg groot en heet een – ”
“Kop dicht!” schreeuwde Eva. “Dat willen we niet horen. Versta je me, Josephine? Niemand wil het weten!”
“Maar juffrouw Sprockett zei dat het heel normaal was en dat sommige vrouwen de voorkeur geven aan – ” Een snelle mep van Eva maakte een einde aan Josephines verhandeling over de functie van de clitoris bij intieme relaties tussen vrouwen onderling, maar het was duidelijk dat oom Wally geïnteresseerd was.
“Juffrouw Sprockett, hè? Is dat jullie lerares?”
“Ze geeft biologie en ze is anders dan de meeste vrouwen,” zei Samantha. “Ze heeft een voorkeur voor masturbatie. Volgens haar is dat veiliger dan seks met mannen.”
Deze keer was het effect op Wally of de aërodynamische uitwerking van Eva’s poging om Sammy het zwijgen op te leggen nog veel duidelijker. Het toestel maakte een vreemde zwieper, ook al omdat Samantha zag dat Eva uithaalde en snel wegdook, waardoor ze Wally raakte.
“Shit!” schreeuwde Wally. “Kan iedereen godverdomme even rustig blijven zitten? Of willen jullie dat we neerstorten?”
Zelfs tante Joan schrok. “Ga alsjeblieft zitten, Eva!” riep ze.
Eva plofte met een grimmig gezicht weer in haar stoel. Alles wat ze had willen voorkomen, gebeurde toch. Ze staarde woedend naar Samantha en hoopte vurig dat die tijdelijk met stomheid geslagen zou worden. Het was duidelijk dat ze de vierling eens goed de waarheid moest zeggen. Gedurende de rest van de vlucht heerste er een norse stilte en een uur later landden ze op het kleine vliegveld van Wilma. De enorme, rood met gouden limousine van Immelmann Enterprises stond al te wachten, net als de onopvallende wagen van twee agenten van de Anti Drugs Eenheid. Het duo keek hoe de vierling uitstapte. Achterin de auto zat een plaatselijke politieman.
“Wat denk je?”
“Zou kunnen. Volgens Sam zaten ze op dezelfde rij, naast Sol Campito. Wie is die dikke vent?”
“Wally Immelmann. Eigenaar van het grootste bedrijf in Wilma.”
“Weten we iets van hem? Heeft hij wel eens in de bak gezeten?”
“Wally? Welnee. Z’n handen zijn zo schoon als maar zijn kan voor een zakenman,” zei de agent. “Gewaardeerd lid van de gemeenschap. Betaalt wat hij betalen moet, stemt Republikeins en is lid van alle plaatselijke verenigingen. Hij steunde Herb Reich toen hij congreslid wilde worden.”
“Dus dat wil zeggen dat hij niks op z’n kerfstok heeft?”
“Ik bedoel niet dat hij zo onschuldig als een lammetje is, alleen dat hij hier een belangrijke figuur is. Ik zie in hem geen drugssmokkelaar.”
“Gewoon een brave burger, dus? Locale inteelt?” zei de andere narcotica-agent, die duidelijk niet uit het Zuiden kwam.
“Volgens mij is er niks op hem aan te merken, maar ik verkeer niet in die kringen. Ik bedoel, dat zijn rijke stinkerds.”
“En hoe loopt z’n bedrijf?”
“Net als alles in Wilma, denk ik. Niet al te best. Vorig jaar hebben ze de hele zaak gereorganiseerd, maar ik hoorde dat hij nu ook andere dingen wil gaan produceren behalve vacuümpompen.”
“Dus hij zou…Shit, moet je die tientonner zien! Doen ze hier niet aan liposuctie?”
“Dat is zijn vrouw,” zei de plaatselijke politieman.
“Verbaast me niks. En dat andere nijlpaard met overgewicht?”
Zijn collega raadpleegde het dossier.
“Eva Wilt, de moeder van het roedel. Komt uit Ipford in Engeland. Moeten we haar natrekken?”
“Ze zaten op dezelfde rij als Sol. Misschien was hij de lokvogel. Ja, bel Atlanta maar, dan mogen zij beslissen.”
Toen de limousine was verdwenen, stapte de plaatselijke agent uit en reed hij naar het bureau van de sheriff.
“Wat moesten die kloothommels?” vroeg de sheriff, die bijna net zo erg de pest had aan Yankees als aan gecommandeerd worden door de FBI. “Ze komen hier godverdomme binnenwandelen alsof zij ‘t voor ‘t zeggen hebben.”
“Je zult dit niet geloven, maar ze denken dat Wally Immelmann een drugsdealer is.”
De sheriff staarde de agent aan. Hij geloofde hem inderdaad niet.
“Wally een drugsdealer? Is dat een geintje? Zijn die lui helemaal van de pot gerukt? Als Wally dat hoorde, zou ie door ‘t dak gaan! Door ‘t dak én door ‘t lint. Dan hebben we hier in Wispoen County onze eigen vulkaan die brandende pek en zwavel uitbraakt. Jezus!” Hij dacht even na. “Wat hebben ze voor bewijs?”
“Die dikke met de vier meiden. Er reageerde een speurhond op ‘t vliegveld én Wally wil uitbreiden in de farmaceutica. “t Klopt allemaal wel.”
“Waarom hebben ze die vrouw dan niet gearresteerd?”
“Geen idee. Waarschijnlijk willen ze eerst weten wie haar contacten zijn. Ze is Engels. Een zekere Eva Wilt.”
De sheriff kreunde.
“Waar kwamen die twee klojo’s vandaan, Herb?” vroeg hij even later.
“Ze zijn gestuurd door Atlanta en – ”
“Ja, dat weet ik ook wel. Ik bedoel, waar komen ze vandaan? Hoe heten ze en waar wonen ze?”
“Ze zeiden niet hoe ze heetten, sheriff. Ze lieten hun legitimatie zien en begonnen meteen bevelen te geven. Dat soort types heeft geen naam. Dat is niet goed voor hun gezondheid, heb ik gehoord. Ze hebben enkel een nummer. Eentje komt uit New Jersey, dat weet ik wel.”
“New Jersey. Waarom sturen ze ons van die Yanks op ons dak? Vertrouwen ze de plaatselijke boertjes niet?”
“Voor geen cent. Ze vroegen of Wally Immelmann locale in teelt was.”
“O ja?” zei de sheriff verbeten. “Goedgemanierd, die eikels uit ‘t noorden. Ze denken dat ze hier over iedereen de baas kunnen spelen.”
“En die ander…volgens mij heette hij Palowski, dat hoorde ik wel. Hij noemde mevrouw Immelmann een tientonner en vroeg of ze hier niet aan liposuctie deden, alsof dat een vies woord was.”
“Dat is ‘t ook,” zei de sheriff. “Nou, goed dan. Als zij zo graag gloeiend op hun kloten willen krijgen van Wally Immelmann, ga ik ze niet tegenhouden. Van nu af aan knappen ze ‘t zelf maar op. Wij zeggen alleen nog maar ja en amen en laten die lamzakken de boel zelf versjteren.”
“Minimale medewerking, sheriff?”
De sheriff leunde achterover in zijn stoel en grijnsde veelbetekenend.
“Laten we zeggen dat ze hun eigen conclusies mogen trekken. Als ze Wally dan te grazen nemen, blijven wij buiten schot. Locale inteelt! Ik denk dat onze locale inteelt ze zo snel weer naar huis trapt dat ze niet eens tijd hebben om ‘t in hun broek te doen!”