15

Oom Wally voelde zich zelfs niet een heel klein beetje veiliger toen hij eenmaal samen met de vierling in zijn zomerhuis aan Lake Sassaquassee was. Niet dat het zomaar een zomerhuis was. Wally had een splinternieuw klassiek oud landhuis laten bouwen aan het meer en alle bomen binnen een kilometer omtrek laten omhakken, omdat tante Joan bang was voor wilde dieren en het verrekte een boswande-ling te maken als ze niet kon zien of er beren losliepen. Aan de rand van die open plek was op haar aandrang een extra sterk stalen hek geplaatst, om er helemaal zeker van te zijn dat er geen beren op het terrein zouden komen, die misschien op strooptocht zouden gaan rond het huis of naar binnen zouden stormen door de enorme glazen schuifpui die uitkeek over het zwembad (ze weigerde ook om te zwemmen in het meer, omdat ze gehoord had dat er giftige waterslangen waren), het terras, de barbecuekuil en de rest. De vierling was vooral opgewonden over ‘de rest’, net als Wally. Dat was ook de reden waarom hij zoveel tijd en geld besteedde aan zijn verzameling.

“Dat daar is een Shermantank. Heeft de hele Tweede Wereldoorlog dienstgedaan,” zei hij trots tegen de meiden. “Is op D-Day geland op Omaha Beach, samen met generaal Patton. Ze zeggen dat hij in deze tank naar het slagveld is gereden en vandaar helemaal naar Berlijn. Nou, niet helemaal naar Berlijn, omdat die Montgomery te schijterig was om de stad in te nemen, maar het scheelde niet veel. De beste tank die ze ooit hebben gebouwd. Dat daar is een Huey helikopter met een snelvuurkanon in de deuropening. Ja, daar hebben we flink mee huisgehouden onder die spieetogen in Vietnam. Zo’n dingetje vuurt duizenden schoten per minuut af. En daar staat een houwitser die nog door generaal MacArthur in Korea is gebruikt. Als dat schatje vuurspuwde, wisten onze gele vrienden dat er met Uncle Sam niet te spotten viel. Net als met deze draagbare barbecue.” Hij wees op een vlammen-werper. “Daar hebben we op Okinawa hele rissen Jappen mee geflambeerd alsof ‘t – ”

“Wat mee geflambeerd?” vroeg Emmeline.

“Jappen,” zei oom Wally trots. “Er spuit vuur uit dit mondstuk en als je daar iemand mee raakt, is een steengrill er kinderspel bij. We hebben die smeerlappen echt met honderden tegelijk geroosterd. Kijk, hier staat een napalmbom. Jullie weten vast wel wat napalm is. Geweldig spul. Net een mengsel van frituurolie en drilpudding. Gooi het op een dorp en boem! – alle inboorlingen kunnen aan de satéprikker. En hier staat een raket die ik in Duitsland heb opgepikt, toen we de Koude Oorlog gewonnen hadden. Zet een atoomkop op dit schatje en je vaagt er een stad mee weg die vijf keer zo groot is als Wilma. Dat wisten de Russen ook wel en daardoor hebben we de wereld van het communisme gered. Ze waren wel zo slim om geen nucleaire vernietigingsoorlog te riskeren.”

Het terrein rond het huis was bezaaid met aandenkens aan verschrikkelijke oorlogen, maar het hoogtepunt van Wally’s militaire verzameling was een B-52 bommenwerper. Die stond aan de andere kant van het huis, zodat je hem goed kon zien door de grote ramen, zelfs ‘s-nachts, want dan werd hij door schijnwerpers verlicht: een monsterlijk zwart vliegtuig dat achtenvijftig missies had gevlogen boven Vietnam en Irak, volgens de geschilderde symbolen op de flank. Zoals Wally trots benadrukte, kon hij twintigduizend kilometer vliegen en een H-bom vervoeren die zelfs de grootste stad ter wereld kon uitvlakken.

“Wat betekent ‘uitvlakken’, oom Wally?” vroeg Jose-phine met geveinsde onschuld, maar Wally Immelmann ging zo op in zijn droom van massavernietigingswapens dat hij dat niet merkte.

“Dat betekent eerst de schokgolf, dan de vuurbal, dan de straling en hoppa, vijftien, zestien miljoen mensen zijn er geweest. Dat betekent het, schatje. Vroeger hield de luchtmacht deze jongens constant in de lucht, klaar om aan te vallen als de president van de Verenigde Staten op de rode knop drukte. Tegenwoordig hebben we natuurlijk betere wapens, maar in hun tijd waren deze pracht-toestellen heer en meester in de lucht. En over de hele wereld. Nu zijn zulke grote vliegtuigen niet meer nodig. We hebben intercontinentale raketten en stealthbom-menwerpers en kruisraketten en neutronenbommen en nog meer dingen die zo geheim zijn dat niemand ervan weet, maar die in nog geen uur de Atlantische Oceaan kunnen oversteken. En het mooiste zijn natuurlijk de lasers in satellieten in de ruimte, die iedere plek op aarde met de snelheid van het licht kunnen roosteren.”

Toen ze uiteindelijk weer naar binnen gingen, was oom Wally in een opperbest humeur.

“Die meiden van je zijn hartstikke slim,” zei hij tegen Eva, die de rondleiding nogal zenuwachtig vanuit de verte had gevolgd. “Ik heb ze geschiedenisles gegeven, en nu snappen ze waarom wij altijd winnen en niemand op technologiegebied ook maar aan ons kan tippen. Ja toch, meiden?”

“Ja, oom Wally,” zei de vierling eensgezind. Eva keek hen wantrouwig aan. Ze kende die eensgezindheid. Het was een onheilspellend voorteken.

Die avond, terwijl oom Wally naar het honkbal keek en zijn vijfde whisky met ijs inschonk en Eva en tante Joan het over de familie in Engeland hadden, vond Samantha een oude bandrecorder in Wally’s hobbykamer. Het was er een met een band van vier uur en een automatische stop en tegen de tijd dat Wally en zijn vrouw naar hun slaapkamer wankelden, stond hij zachtjes snorrend onder hun kingsize bed. Wally wilde wippen.

“Kom op, schat,” zei hij. “We worden er ook niet jonger op en – ”

“Spreek voor jezelf,” zei tante Joan. Ze was niet in een goed humeur. Eva had verteld dat Maude, de zus van Joan, besloten had om lesbisch te worden en nu samenwoonde met een pas verbouwde transseksueel. Dat waren niet echt de familienieuwtjes waar ze op zat te wachten, net zomin als op Wally’s seksuele attenties. Misschien had lesbisch worden toch zijn voordelen.

“Ik spreek ook voor mezelf,” zei Wally. “Voor wie moet ik anders spreken? Jij hebt verdomme geen prostaat. Daar heb ik die dr. Hellster uit Atlanta in ieder geval nog nooit over gehoord. Hij zegt dat ik actief moet blijven of anders.”

“Actief? Probeer hem nou eerst maar eens omhoog te krijgen. Dat lukt de laatste tijd niet best meer. Weet je zeker dat je je zaakje niet in de badkamer hebt laten liggen, samen met je toupetje? Het is nog gemakkelijker om een zeeslak hard te maken.”

“O ja?” zei Wally. Die vergelijking deed blijkbaar zeer. “Nou, vind je het gek? Als je wilt dat ik hem omhoog krijg, begin dan ‘ns met een beetje voorspel.”

“Voorspel? Denk je dat dat de taak van de vrouw is? Dan heb je mooi de verkeerde uitgekozen. Jij hoort het voorspel te doen, met je tong en zo.”

“Godallemachtig!” zei oom Wally. “Wil je dat ik bij jou mondorgel ga spelen, op jouw leeftijd? Sorry hoor, maar ik heb nooit van diepzeeduiken gehouden. Jezus! Leuk gevoel voor humor heb je.”

“Nou, vraag dan niet of ik je wil pijpen.”

“Dat vroeg ik ook helemaal niet! De laatste keer dat je dat deed, was Nixon volgens mij president.”

“Is het nog maar zo kort geleden?” zei tante Joan. Na nog wat getouwtrek stemde ze erin toe om zich niet meer te verzetten, plat op haar rug te gaan liggen en te doen alsof Wally Arnold Schwarzenegger met een overdosis Viagra was, iets wat niet echt stimulerend werkte.

“Eerst moet ik dat ding zien te vinden,” zei Wally. “Net alsof je op een regenachtige nacht verdwaald bent in het bos, zonder zaklantaarn. Weet je zeker dat je nog wel een poesje hebt? Heeft die chirurg niet alles dichtgenaaid toen hij je baarmoeder weghaalde?”

Uiteindelijk vond hij wat hij zocht, of dat dacht hij tenminste. Tante Joan wist wel beter.

“Vuile smeerlap!” krijste ze. “Jezus, ben je wel goed bij je hoofd? Op mijn leeftijd begin ik niet meer aan anale seks, Wally Immelman! Als je zin hebt om iemand van achteren te pakken, zoek je maar een kerel die dat lekker vindt. Bij mij hoef je er niet mee aan te komen!”

“Van achteren pakken? Dat probeerde ik helemaal niet,” zei Wally oprecht verontwaardigd. “We zijn goddomme al dertig jaar met elkaar getrouwd! Heb ik ooit geprobeerd je van achteren te pakken?”

“Jazeker,” zei tante Joan verbitterd. “Doe maar niet zo onschuldig. Dr. Cohen zegt dat – ”

“Dr. Cohen? Heb je aan dr. Cohen verteld dat ik je van achteren heb gepakt? Dit wil ik niet horen! Ik geloof het gewoon niet!” schreeuwde Wally. “Dus je hebt tegen dr. Cohen gezegd…Christus!”

“Ik hoefde niks te zeggen. Hij heeft ogen in zijn hoofd. Hij kon het zelf zien en hij vond het walgelijk. Hij zegt dat het tegen de wet is en daar heeft hij groot gelijk in.”

Wally had geen zin meer in een wip. Hij zat kaarsrecht overeind in het kingsize bed.

“Tegen de wet? Gelul! Als het tegen de wet is, waarom doen homo’s het dan de hele tijd en zitten we nu met die aidsepidemie opgescheept?”

“Niet die wet. De Wet van God. Volgens dr. Cohen staat het in de bijbel. ‘Gij zult niet – ’”

“De bijbel? Wat weet dr. Cohen van de bijbel? Denkt die stomme jid soms dat de joden de bijbel hebben geschreven? Jezus, wat een mafkees.”

“Wally, schat, wie anders?” zei tante Joan, die het initiatief nam nu Wally niet meer op haar lag en verdwaald was in een moeras van onwetendheid. “Wie heeft de bijbel anders geschreven?”

“Hoe bedoel je, wie anders? Genesis, natuurlijk, en Jozua en Jonas en zo. Dat soort types, die hebben de bijbel geschreven.”

“Je vergeet Mozes,” zei Joan zelfvoldaan. “Zoals in dr. Mozes Cohen. Joden, lieve Wally, joden. De bijbel is geschreven door joden. Wist je dat niet?”

“Jezus!” zei Wally.

“Ja, die ook. Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. Allemaal joden, Wally. Dat durf ik te zweren op de bijbel.”

Wally zakte onderuit in bed. “Ja, dat wist ik natuurlijk ook wel,” zei hij vlug. “Maar dat wil nog niet zeggen dat je dr. Cohen moet wijsmaken dat ik er een gewoonte van maak om jou van achteren te pakken. Ik bedoel, dan ben je echt gek. Klinisch gestoord.”

“Ik heb niets gezegd. Hij zag het zelf toen hij dat baar-moederonderzoek deed en hij vond het walgelijk. Je had eens moeten horen wat hij allemaal zei over mannen die er dat soort praktijken op na houden. Ik moest een bloedtest doen.”

“Ik wil het niet horen!” schreeuwde Wally, maar dat hielp natuurlijk niks. Joan vertelde alles, in geuren en kleuren en tot in de kleinste details, terwijl hij haar constant in de rede viel met dreigende uitspraken over hoe hij het haar betaald zou zetten, bijvoorbeeld door van haar te scheiden. Hij kende een paar juristen die geen spaan van haar heel zouden laten.

“O, wat word ik nou bang!” schreeuwde tante Joan op haar beurt. “Dacht je soms dat ik me niet heb ingedekt? Dr. Cohen heeft me de naam van een eersteklas advocaat gegeven, en ik heb hem al gesproken. Als je ook maar iets probeert uit te halen zul je eens zien wat voor belastende verklaringen ik allemaal heb afgelegd, Wally Immelmann. Je zult versteld staan!”

Wally zei dat hij er versteld van stond dat zijn bloedeigen vrouw hem erbij kon lappen bij zo’n klotedokter en een advocaat. Ze bleven tegen elkaar schreeuwen, tot Wally ten slotte uitgeput achterover plofte en zich afvroeg wat hij moest doen. Eén ding was zeker: hij zou van dokter moeten veranderen, en naar dr. Lesky moeten gaan. Daar had hij helemaal geen zin in, want dr. Lesky was voorstander van abortus. Als ouderling in de Kerk van de Levende God hoorde je geen dokter als dr. Lesky te hebben, maar hij verdomde het om naar die kliniek voor zwarten en zwervers te gaan. Daar kwam je met meer ziektes naar buiten dan je had toen je naar binnen ging. Zelfs de artsen liepen ze op. De baas van Immelmann Enterprises tussen de steuntrekkers? Dat nooit! Wally staarde door het donker en probeerde te bedenken hoe hij het gevaar van dr. Cohen kon bezweren. Als in Wilma bekend zou worden dat hij zijn vrouw van achteren pakte, kon hij het wel schudden.

Ook de apparatuur die de agenten van Narcotica in Star-fighter Mansion hadden geïnstalleerd, zou zijn reputatie geen goed doen.

“In elke kamer zitten twee microfoontjes. Als hij de boel scant en er eentje vindt, hebben we altijd de ander nog achter de hand. Die tweede wordt pas geactiveerd als wij het willen, zodat de scanner hem de eerste keer niet oppikt. Als hij de eerste heeft gevonden, scant hij geen tweede keer. Dat doen ze nooit,” zei de afluisterexpert tijdens de bijeenkomst. “We kunnen zien wanneer we de backups moeten inschakelen door middel van onze videocameraatjes. Zo klein dat een vliegenoog er nog groot bij is. Je kunt ze onmogelijk ontdekken, maar wij zien precies wat er gebeurt en de microfoontjes vangen ieder woord op. Als die kerel in drugs doet, halen wij gegarandeerd het bewijs boven water. Alleen buiten kan hij ongemerkt met iemand praten, en zelfs dan kan hij er niet zeker van zijn dat hij niet afgeluisterd wordt. Er zou een microfoontje achter de knoop van zijn overhemd kunnen zitten, of weet ik waar. Al zijn auto’s zijn ook van microfoontjes voorzien, en als hij in huis is kunnen we horen of hij zich wel goed achter zijn oren wast en of hij besneden is. Ik snap alleen niet waarom we zoveel moeite doen voor deze vent. Ik bedoel, de spullen die we geïnstalleerd hebben gebruiken we normaal gesproken alleen bij top-maffiosi, en dit lijkt me eerlijk gezegd kruimelwerk.”

“Dit zou wel eens een heel grote zaak kunnen worden,” zei Palowski. “Volgens de informatie uit Polen is het spul waar het om draait een gloednieuwe, superzuivere designerdrug uit Rusland. Puur synthetisch en duizend keer zo verslavend als crack. De straatwaarde loopt in de miljarden en het is net zo gemakkelijk te fabriceren als speed, of nog gemakkelijker. Dat verklaart waarom Sol Campito verdwenen is. Als je zo’n monster kwijtraakt, raak je ook je leven kwijt. Ik denk dat Sol al lang onder de groene zoden ligt. Volgens sheriff Stallard wil Immelmann Enterprises in de farmaceutica gaan. Dat gerucht doet tenminste de ronde. Een of ander Duits bedrijf zou geld in Immelmann willen steken en heeft ook zwaar geïnvesteerd in Rusland. Vandaar de belangstelling uit Washington. Volgens mij is dit een poging tot ondermijning van Amerika. Militair gezien stellen de Russen niks meer voor, maar als ze dit land kunnen volplempen met designerdrugs van dit kaliber, hoeven ze ook geen oorlog meer te voeren.”

“Die kerel is echt paranoïde, ik zweer het je. Hij ziet achter iedere boom een Rus,” zei de afluisterexpert na afloop van de bijeenkomst.

Die mening werd gedeeld door sheriff Stallard, toen Baxter vertelde dat Starfighter Mansion van onder tot boven volgehangen was met camera’s en microfoons.

“Bedoel je dat als Wally Immelmann…als zijn vrouw naar de plee gaat, dat allemaal op video wordt vastgelegd? Dat is toch zeker een geintje, hè? Nou, ik hoef niet te zien hoe ze zit te pissen.”

“Het is nog erger…”

“Nog erger? Niets kan erger zijn dan Joan…waar hebben ze die klotecamera geplaatst? Ze filmen toch niet van onderen, hè? Gatverdamme. Om te kotsen.”

“Nee, de camera zit ergens in de wand, maar ze kunnen wel inzoomen,” zei Baxter. “Ze gebruiken de allernieuwste snufjes, sheriff.”

“Dat geloof ik graag,” zei de sheriff, die nog steeds geobsedeerd werd door de gedachte aan tante Joan op de wc. “Maar waar willen ze zo graag op inzoomen? Wat zijn die lui voor viezerikken? Ik bedoel, ze overtreden zo’n beetje de hele zedenwetgeving. Wat is daar nou te filmen?”

“Als Wally probeert het spul door de plee te spoelen, willen ze dat op film hebben. O ja, nog zoiets. Ze hebben er ook de Strontploeg bijgehaald.”

“Ja, dat zei je al,” zei de sheriff. “Toepasselijke naam voor die rotzakken. Ik had het zelf niet beter kunnen formuleren.”

“Nee, deze lui zijn anders.”

“Zeg dat wel. Zo anders als maar zijn kan. Een brave burger zoals ik kickt niet op dikke vrouwen die pissen op hun eigen plee. Als je dat leuk vindt, ben je echt gestoord.”

“Nee, de Strontploeg bestaat uit rioleringsexperts. Ze voeren al het spoelwater uit Starfighter Mansion af naar een tankwagen, zodat ze het kunnen analyseren. Die wagen staat achter het scherm van de oude drive-inbios-coop en is gigantisch. Volgens mij is het een tank van minstens zestigduizend liter. Ze hebben daar ook een labora-toriumtruck, vol spullen waarmee ze weken nadat een atleet doping heeft gebruikt, nog sporen in zijn urine kunnen vinden.”

De sheriff staarde hem met open mond aan. Hij werkte al zijn hele leven bij de politie, maar zoiets had hij nog nooit gehoord. “Ze voeren al het spoelwater…? Zeg dat nog eens Baxter, maar nu ietsje langzamer, graag. Ik geloof dat ik het de eerste keer niet goed gehoord heb.”

“Het zit zo,” zei Baxter. “Ze hebben alle leidingen, de waterafvoer en de riolering en zo, aangesloten op een reusachtige pomp en…”

“Shit,” zei de sheriff. “Gebruiken die eikels onze belastingcenten om alle pis uit het huis van Wally Immelmann te testen? Dadelijk hoor ik nog dat er een satelliet in een statutaire baan boven Wilma hangt.” Hij zweeg en keek geschokt omhoog. “Ze zouden de letters op m’n insigne kunnen lezen.”

“Volgens mij is het ‘stationair’, sheriff. Stationaire baan. U zei ‘statutair’.”

Stallard keek zijn hulpsheriff met glazige ogen aan. Hij kreeg steeds meer het gevoel dat hij gek begon te worden. “Stationair kan dat ding niet zijn, Baxter. Wilma draait met ruim vijfduizend kilometer per uur rond, net als de hele aarde. Nou, als er dan een satelliet boven Wilma hangt, en ik hoop dat je me niet in de zeik neemt…o nee, niet in de zeik, geen zeik, daar wil ik niet meer aan denken! Maar goed, dat ding moet hoog boven Wilma hangen om een vaste baan te kunnen aanhouden – ik betwijfel zelf steeds meer of ik m’n eigen vaste baan wel wil aanhouden – en dus nog sneller vliegen dan wij om ons te kunnen bijhouden. Ja toch?” Baxter knikte. “Dat dacht ik al. Dus toen ik ‘statutair’ zei, bedoelde ik ook ‘statutair’. Deze hele operatie moet miljoenen kosten. Dan moet hij statutair zijn goedgekeurd, door Washington. En ik maar denken dat ze daar iets aan het begrotingstekort wilden doen.”

Hij ging terug naar zijn kantoortje, nam een pil in, ging op zijn veldbed liggen en probeerde te doen alsof er niets aan de hand was, maar dat lukte hem niet. Het beeld van Joanie Immelmann op de plee bleef hem achtervolgen.

Op het politiebureau in Oston hield Bob Battleby hardnekkig vol dat hij onschuldig was. Hij had zijn eigen huis niet in brand gestoken. Waarom zou hij? Het was een prachtig huis, dat al eeuwen familiebezit was. Hij was er juist heel erg op gesteld geweest. Hij had geen idee hoe die pornoblaadjes en andere spullen in zijn Range Rover waren beland. Misschien had de brandweer ze er wel neergelegd. Het was precies het soort vuiligheid waar brandweerlui van hielden. Hij kende persoonlijk geen brandweerlieden, met dat slag mensen ging hij niet om, maar ze deden nooit iets nuttigs. Ze hadden bijvoorbeeld niet kunnen voorkomen dat zijn huis tot de grond toe afbrandde. Waarschijnlijk hielpen die seksblaadjes hen om te tijd te doden. En die handboeien en zweepjes? Dacht hij werkelijk dat de brandweer die ook gebruikte om de tijd te doden? Nou nee, dat ook weer niet. Eerlijk gezegd leek hem dat meer iets voor de politie.

Die opmerking viel niet bepaald in goede aarde bij de inspecteur die de leiding had over het verhoor, in afwezigheid van de hoofdinspecteur die zijn slaaptekort probeerde weg te werken. Battleby was minder fortuinlijk. De vragen bleven maar komen en hij zou geen oog dichtdoen tot hij ze beantwoord had. Waar was zijn vrouw? Hij had geen vrouw. Stond hij op goede voet met zijn familie? Ze moesten zich godverdomme met hun eigen zaken bemoeien. Maar dat deden ze ook: het was hun zaak om criminelen te arresteren en mensen die hun eigen huis in brand staken, in het bezit waren van kinderporno en een hoofdinspecteur van politie mishandelden, kon je rustig criminelen noemen.

Battleby herhaalde dat hij zijn huis niet in brand had gestoken. Dat kon Ruth Rottecombe bevestigen. Zij was bij hem geweest toen hij de keuken had verlaten. De inspecteur keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Mevrouw Rottecombe had in een officiële verklaring gezegd dat zij hem in haar auto bij de voordeur had opgewacht. Battleby legde een uiterst obscene verklaring af over dat kutwijf van een Rottecombe. Hij wees erop dat het team dat zich met brandstichting bezighield met het onderzoek was begonnen en werd bijgestaan door mensen van de verzekering, die de echte experts waren, zodat ze binnenkort zouden weten wat er werkelijk gebeurd was. Wat de inspecteur graag wilde weten was hoe Battleby er financieel voorstond. Battleby weigerde antwoord te geven. Niet dat dat er iets toe deed: ze zouden gerechtelijke toestemming vragen om zijn bankrekeningen te controleren. Dat was standaardprocedure als er verdenking was van brandstichting en er zo veel verzekeringsgeld op het spel stond. De inspecteur ging er in ieder geval maar vanuit dat Battleby het huis verzekerd had? Battleby nam aan van wel. Hij liet dat soort financiële zaken over aan zijn accountant. Maar de verzekering stond wel op zijn naam? Ja, natuurlijk. Dat moest wel. Het huis was al honderden jaren familiebezit, dus het kon moeilijk op de naam van iemand anders staan. Aha. En nu wat betreft die porno…in haar verklaring had mevrouw Rottecombe gezegd dat hij haar gevraagd had om hem vast te binden en af te ranselen en dat ze dat geweigerd had…Gelul! Die trut vond het juist heerlijk om mensen af te ranselen en te martelen. Als ze ergens van hield, dan was het wel van sm…Hij zweeg. Zelfs in zijn toestand van bijna volslagen uitputting, zag hij aan het gezicht van de inspecteur dat hij precies de verkeerde dingen zei. Hij vroeg of hij zijn advocaat mocht spreken. Natuurlijk. Als hij de naam en het telefoonnummer van zijn advocaat gaf, mocht hij hem bellen. Battleby kon zich het nummer van zijn advocaat niet herinneren. Hij zat ergens in Londen en…Wilde hij misschien een plaatselijke advocaat? Nee, dank je hartelijk. Dat soort idioten had alleen verstand van mestquota’s.

De vragen bleven komen en iedere keer dat Battleby indommelde, werd hij wakker geschud. Hij kreeg sterke koffie en mocht naar de wc, maar toen begonnen de vragen weer. Rond een uur of twaalf ‘s middags nam een andere politieman het over en stelde dezelfde vragen.