Gezinsgeluk
Ik hoor de laatste tijd mensen klagen dat moderne technologie als internet en mobiele telefoons de saamhorigheid van het gezinsleven kapotmaakt. Nou, het tegendeel is waar. ’s Avonds liggen wij met z’n vijven op het kleed voor de haard, die samen met al die oplichtende schermpjes een extra gezellig schijnsel de huiskamer in werpt. De jongste leert zichzelf lezen met behulp van interactieve biggetjes, de oudste chat met haar vriendinnen, en de middelste componeert, met de koptelefoon op, de meest uitzinnige synthesizermelodieën, terwijl vader de internationale pers raadpleegt en moeder zich verdiept in de nieuwste jurk van Michelle Obama. En wie op internet iets leuks tegenkomt, mailt dat onmiddellijk door aan de rest van het gezin. Als dat geen saamhorigheid is!
Bovendien kun je op internet prima in de gaten houden wat je kinderen uitspoken, iets wat in het dagelijks leven nog niet zo eenvoudig is. Je klikt maar op ‘history’ en op het scherm ontrolt zich de complete zoekgeschiedenis van de gebruiker. Zo speurde een vriendin eens naar de geheimen van haar dertienjarige zoon, want ze vreesde dat hij door overmatige consumptie van veel te harde porno zou terugschrikken voor een normaal seksleven. Nou, het viel gelukkig reuze mee: weliswaar had het ventje op Google gezocht naar de trefwoorden ‘Britney Spears Met Haast Geen Kleren Aan’, en vervolgens, na blijkbaar teleurstellende resultaten, op ‘Britney Spears Met Helemáál Geen Kleren Aan’, maar daarna had hij toch de moed opgegeven en zich getroost met Tom & Jerry-filmpjes op YouTube.
Een hele geruststelling, dankzij internet. Ook de mobiele telefoon is een steunpilaar voor het moderne gezin. Zo kan ik gewoon boodschappen gaan doen zonder mijn kinderen mee te nemen. Zodra ik de hoek om ben, belt Boelie mij op, bijvoorbeeld met de klacht dat zijn kleine broertje heel vies heeft zitten poepen en dat zowel hij als zijn zus geen zin heeft om zijn kont af te vegen, dus of ik nu metéén thuis wil komen. En niet vergeten drie donuts mee te brengen: één chocolade, één met roze glazuur en één met gekleurde spikkeltjes. Gezellig toch? En wanneer ik dan thuiskom, tref ik mijn jongste inderdaad op de wc aan, met een iPhone op schoot: hij heeft koude billen gekregen en stookt in afwachting van zijn moeder een virtueel vuurtje, met het veilige en knusse programma CampFire, 0,99 dollar op iTunes.
Nee, ik zou niet weten wat ik zonder mobiele telefonie moest beginnen. Vaak kan ik huisgenoot P. nergens vinden, net als opeens zijn achternicht uit Zutphen op de stoep staat, met wie hij maanden geleden een afspraak had gemaakt omdat ze te zijner tijd ‘toch in de buurt moest zijn’ voor een congres over huisstofmijt, dus dan kon ze mooi een weekje komen bijpraten, nee, natuurlijk lette ze niet op de rommel, maar of ik misschien de katten zolang naar de buren kon doen want daar was ze allergisch voor, en als mijn kinderen nu een paar uurtjes stil konden zijn dan kon zij even gaan liggen, want ze had een vreselijke migraine; dan ging ze daarna lekker het hele huis stofzuigen, tegen haar eczeem, en vanavond zou zíj koken, ben je mal, die koffer vol spitskool uit eigen tuin had ze toch zeker niet voor niets meegenomen? In zo’n geval is een mobiele telefoon ontzettend handig.
Binnen de minuut heb ik P. van zijn nicht op de hoogte gebracht, daar doet het feit dat hij zich op dat moment in Tuba City, Arizona blijkt te bevinden niets aan af, evenmin als zijn belofte dat hij ‘zo snel mogelijk’ terugkomt, over een weekje hóógstens: de op gedempte toon gevoerde ruzie die daarop volgt was zonder mobieltje niet mogelijk geweest, laat staan het bijleggen, een dagje later, met zo’n vrolijke e-card vol dansende en zingende hartjes. Helemaal uit Tuba City! Is dat nou niet om tranen van in je ogen te krijgen?