Magneet
Hebben Amerikanen zulke grote ijskasten omdat ze maar één keer in de week boodschappen doen? Of doen ze maar één keer in de week boodschappen omdat ze zo’n grote ijskast hebben?
Geen van beide. Amerikanen hebben zo’n enorm ding in hun keuken staan omdat ze anders niet genoeg ruimte hebben voor hun enorme verzameling ijskastmagneetjes. Er zijn op de wereld meer ijskastmagneetjes dan muggen, Senseo-koffieapparaten of parkeermeters, en daarvan bevindt ruim 97 procent zich aan de oppervlakte van Amerikaanse koelvriescombinaties. Nu heb ik me eigenlijk nooit zo ingelaten met die knusse koelkunstnijverheid. Mijn ijskast in Nederland trok letterlijk geen magneetjes aan, omdat hij, overigens geheel buiten mijn schuld, ingebouwd was achter een paneel van puskleurig formica.
Ik bezat dan ook maar één ijskastklever, een kleine replica van het Melkmeisje van Vermeer. Zij hing bij gebrek aan beter rond op de afzuigkap, voorzien van de obligate briefjes ‘tandarts/oom Geert/belastingadviseur bellen!’ of ‘drank/hamka’s/ontbijtkoek kopen!’ Als het aantal briefjes te hoog opliep liet het Melkmeisje los en viel op de grond, wat een mooie aanleiding was om de meest nijpende opdracht eindelijk ten uitvoer te brengen. Een handig, zelfreinigend ecosysteem eigenlijk, waar een eind aan kwam met mijn verhuizing naar Amerika. De ijskast ter plaatse bleek eruit te zien als de zijkant van een huis op het Waalse platteland – dat wil zeggen: gecapitonneerd met zompig kunstleer – maar het Melkmeisje bleef er wel degelijk aan plakken.
De eerste dagen hing ze daar in haar dooie eentje met haar karakteristieke, betekenisvolle blik, die zoveel wil zeggen als: ‘Huh?’ Maar algauw kwamen nieuwe buren kennismaken, en die brachten om onduidelijke redenen ieder een pot jam mee en een ijskastmagneetje. Zo ontving ik onder andere een lachend kunstgebit met oogjes, een fotootje van Richard Nixon en Elvis Presley, bien étonnés de se trouver ensemble, een pluchen mini-Abraham Lincoln uit de serie Magnetic Personalities en het noodtelefoonnummer van de plaatselijke giflijn, voorzien van handige instructies om een kind dat slaappillen of een azalea heeft gegeten per omgaande te doen braken. Voorts een klein Campbell-tomatensoepblikje en een gouden bordje met daarop, vrij vertaald: ‘Ik heb Jezus gevonden. Hij bleek al die tijd onder de bank te liggen!’
Ik verdeelde de magneetjes over de ijskast en gaf ze voor de gezelligheid elk een eigen opdrachtje (‘Nieuwe tandarts zoeken/nieuwe belastingadviseur zoeken/nieuwe drankboer zoeken/substituut zoeken voor ontbijtkoek en hamka’s/oom Geert verhuiskaart sturen’). Toen kwamen mijn kinderen thuis van hun eerste schooldag en zij overhandigden me een enorme stapel papieren, stuk voor stuk voorzien van het urgente opschrift ‘Stick this on your fridge!!!’ Het lunchmenu van de schoolkantine, de aankomsttijden van die lieve gele schoolbussen, de schoolpicknick, schoolbasketbal, het uitwisselingsprogramma met een andere school in Minnesota, een liefdadigheidstaartenbakwedstrijd...
De magneetjes kregen het druk, maar ik ging ervan uit dat deze papierstroom een bijverschijnsel was van de eerste schooldag. Niet dus. De volgende dag brachten mijn kinderen weer zo’n stapel mee, plus, en dat kwam goed van pas, ieder een schattig, zelf gefiguurzaagd ijskastmagneetje. Maar er viel niet tegenop te plakken. Elke keer als ik nu de ijskast opendoe, dondert de hele overladen papierboel op de ranzige keukenvloer.
Gelukkig heeft de plaatselijke middenstand begrip voor dit probleem: dagelijks vallen er ijskastmagneetjes in de bus met daarop gedrukte reclame voor levensverzekeringen, uitvaartbedrijven, tuincentra en bezorgchinezen. Eerst gooide ik die weg. Maar nu niet meer. Ik heb ze nodig.