Ik leg mijn mond tegen het sleutelgat van de badkamerdeur, ik fluister tegen je alsof je altijd daarbinnen hebt gezeten, alsof je een oude geliefde bent, iemand aan wie ik ineens weer moet denken. Ik weet dat je daarbinnen bent en ik herinner me iedere oneffenheid en iedere bijzonderheid van je lichaam. Je zit in mijn lichaam als iets wat niemand me kan afnemen.
Het is te snel gegaan, Berg. Kunnen we samen even stoppen?
Je hebt je in mijn badkamer opgesloten. Wil dat zeggen dat je bij me wilt blijven?
Je kunt nu elk moment de deur van het slot doen. Elk moment.