Ik sprak alleen jou en Carmen, het meisje aan de andere kant van het portaal. Zij hielp me, of beter gezegd: ze werkte voor me. Ze deed inkopen voor me en bood vaak aan om de boodschappen op hun plaats te zetten. Daar betaalde ik haar niet voor. Ik beschouwde het eerder als een teken dat ze wilde binnenkomen dan dat ze me echt wilde helpen. Haar moeder had een nieuwe minnaar en het ging er ruig aan toe. Niemand wist dat beter dan ik. Geen kreuntje, geen pufje ontging me en elke keer, nu al wekenlang, herinnerde dat me eraan hoe pijnlijk beperkt mijn omgang met het andere geslacht was.

‘Wie is die vrouw die hier steeds is?’

‘Weet ik niet,’ zei ik.

Carmen reageerde geïrriteerd, alsof ze absoluut niet voor de gek gehouden wilde worden.

‘Doe niet zo stom. Is ze je vriendin?’

‘Ze werkt bij het blindeninstituut.’

‘Dan werkt ze wel erg veel.’

‘Ja, dat is wel zo.’

‘Misschien vindt ze je aardig.’

‘Dat betwijfel ik.’

Het meisje zuchtte diep en schamper.

‘Waarom doe je altijd zo negatief?’

‘Zou jij verkering willen hebben met een blinde man?’

‘Dat hangt er maar helemaal van af,’ antwoordde ze luchtig.

‘Ja, en dat moet ík geloven.’

‘Ze is in elk geval erg knap. En aardig. Ze ziet er aardig uit. Die vrouw die hier altijd komt.’

‘O ja? Ziet ze er aardig uit?’

‘Ja, ze ziet er aardig uit.’

Ik dacht eraan hoe ik je voor de ambassade had zien staan, met een betraand gezicht en je blonde haar in pieken. Zag je er aardig uit? Ik wist het niet.

Ineens werd ik nieuwsgierig. Dit meisje was misschien toch niet helemaal hopeloos. Soms leek ze bijna snugger. Ze was in ieder geval opmerkzaam, dat was zeker.

‘Het is heel vriendelijk van je dat je me helpt,’ zei ik om aardig te lijken.

‘Vriendelijk? Je betaalt me er toch voor? En ook al ben je niet zo aardig, ik werk veel liever voor jou dan bij de McDonald’s.’

‘Dat is fijn om te horen.’

Ik probeerde iets te bedenken wat ik haar kon vragen. Een vraag die iets over jou kon vertellen, zonder dat het meisje het meteen doorhad.

‘Zal ik je scheren?’ vroeg ze plotseling.

Om voor de hand liggende redenen had ik mijn baard laten staan. Hij was lang en pluizig geworden. Ik had geen idee of het me stond.

‘Vind je dat mijn baard me niet staat?’

‘Je ziet eruit alsof je van de Taliban bent, of hoe dat ook mag heten.’

‘Ja, dan mag je me wel scheren.’

We gingen naar de badkamer en ik pakte mijn scheerspullen uit het kastje onder de wastafel. Het meisje vertrouwde me giechelend toe dat ze nog nooit iemand had geschoren. Ik besloot het erop te wagen en adviseerde haar om de baard eerst af te knippen. Haar handen waren klein en zacht. Ik betrapte mezelf erop dat ik van de aanraking genoot en om de een of andere reden begonnen mijn tranen te stromen. Carmen had het niet door. Ze knipte tenminste onverdroten verder, maar toen ze klaar was met scheren en ik op minstens drie plekken bloedde, streelde ze me moederlijk over mijn voorhoofd.

Ik wou dat jij het was die me streelde.