Verrassing!
„Peggy, ben jij dat?" Jennifer stak haar hoofd om de keukendeur toen Peggy en Tansy binnenkwamen.
„Ja, het spijt me dat ik zo laat ben," riep Peggy. „Zullen we nu naar het ziekenhuis gaan?"
„Nee, ik was niet van plan te gaan vandaag." Peggy staarde haar aan. „Niet van plan te gaan? Wat bedoel je? We gaan zeker, anders raakt pap helemaal in de stress. Of gaat het slechter met hem? Dat is het, het gaat slechter met hem en dat probeer je voor me te verbergen. Nou, ik ben geen kind..."
„Peggy!" riep haar moeder uit. „Ga dan maar even mijn jas halen in de woonkamer, als het beslist moet."
„Dat zou ik wel denken." Peggy duwde de deur open van de woonkamer. Daar zat haar vader in een stoel met een plaid over zijn knieën.
„Pap!" riep ze en ze wierp zich in zijn armen. „O jee, het spijt me. Dat was niet de bedoeling. Heb ik je pijn gedaan? Is alles in orde?" Adam bulderde van het lachen. „Pas op, voorzichtig lachen," flapte Peggy eruit. „Peggy, ik breek heus niet. Het gaat veel beter met me. Over een paar weken ben ik weer helemaal de oude."
Peggy wist niet of ze moest lachen of huilen. „O pap, ik ben zo blij dat je weer thuis bent. Ik zal nooit meer iets doen waarmee ik jou dwarszit. Ik ben zo blij dat je niet dood bent gegaan." Haar vader lachte. „Eerlijk gezegd ben ik ook wel blij." „Vanaf nu ben ik de ideale dochter," ging Peggy door. „Alsjeblieft niet," zei haar vader. „Dan zou ik nog een hartaanval krijgen - van pure verveling!"