Een gunst vragen
„Je weet toch dat ik die auditie heb, donderdag?" gooide Andrea eruit, terwijl zij en Jade het pad af liepen. Jade knikte. „Ja. Ben je al zenuwachtig?" „Nee. Ja. O, ik weet niet." Andrea haalde diep adem. „Wil je misschien met me meegaan?" „Ik? Met jou meegaan? Maar school dan?" „Alsjeblieft, Jade. Ik wil het heel graag." Jade was sprakeloos. 'Alsjeblieft' was niet een woord dat Andrea dagelijks gebruikte, en al helemaal niet tegen haar. „Ik kan niet, Andrea, het is..."
Tot Jades verbijstering vulden Andrea's ogen zich met tranen. „Ik haat je! Weet je dat? Ik haat je." Toen draaide Andrea haar de rug toe en rende de weg op.