In woede ontstoken
„Andrea!" Jade rommelde in de klerenkast en keek haar nichtje woedend aan. „Je hebt m'n laarzen verpest!"
„Hou op." Andrea kreunde en wendde haar gezicht af. „Ik zal ze schoonmaken, maak je niet zo druk."
„Dat doe ik wel," schreeuwde Jade, bijna in tranen. „Wat heb je er in vredesnaam mee gedaan?"
Andrea wierp haar hoofd in haar nek. „Iemand heeft er sinaasappelsap op gemorst." Ze trok de laarzen uit Jades handen. „Ik maak ze echt wel schoon, oké?" Ze greep haar badjas, liep naar de deur en gooide de laarzen op haar bed. „Ik doe het echt, Jade, eerlijk. Ik zweer het."
Toen ze weg was, pakte Jade de laarzen op. Ze zagen er verschrikkelijk uit. Ze rook eraan en deinsde terug.
Er was iets gemorst op de laarzen, maar ze was er niet van overtuigd dat het alleen maar sinaasappelsap was.