34
De dagen voor mijn vijfenveertigste verjaardag kon Ellen over niets anders praten dan over haar droomexperiment. Ik kan veilig zeggen dat niemand ooit zo heeft uitgekeken naar de dag waarop ik een jaar ouder zou worden. Voor de avond zelf had Ellen een tafeltje gereserveerd bij Louis en Martine in Le Maupassant. Zoals wel vaker buiten het seizoen, waren we bijna de enige klanten. Louis had zich die avond overtroffen: salade de homard bleu, jilet de saint-pierre sur une tranche d'ananas roti, duo de meringues au sorbet citron. We waren sober met de wijn: één fles muscadet voor ons beiden. Ellen nam geen risico's. We zouden binnen een uur gaan slapen en ze wilde niet meteen al wegzinken in een alcoholische roes. Toen Louis ons bij de koffie nog een tien jaar oude calvados offreerde, sloeg ze die beleefd maar vastberaden af, als een vrouw die vast van plan is die nacht haar eerste baby te concipiëren.
Martine wenste me alle geluk van de wereld. Ellen stond op en gaf haar een zoen.
'We stappen eens op,' zei ze. 'We hebben nog een zware nacht voor de boeg.'
'Ah bon? Ton cadeau d'anniuersaire?' Louis grijnsde en knipoogde naar zijn vrouw. Ik liet hem maar in de waan. In de auto gaf Ellen me mijn echte verjaardagsgeschenk: een enveloppe met een tegoedbon met allemaal gouden sterretjes en een onhandig getekende glazen bol. 'Gefeliciteerd. U heeft een blik in de toekomst gewonnen,' stond er op het kaartje, ondertekend: Madame Soleil. Thuis wilde ze meteen naar bed. Het was aandoenlijk om te zien hoe ze begaan was met haar experiment. Ze had een notitieblok op haar nachtkastje klaargelegd en twee rollerbalpennen van Mitsubishi. Ondanks mijn hevige protest zette ze de wekkerradio op twee uur.
'Ik heb er alles over gelezen, Thomas. Een gemiddeld mens droomt het vaakst in zijn remslaap, dat wil zeggen zo'n kwart van de tijd. Er zijn vier a vijf remperiodes in een nacht. Als we op zeker willen spelen, moet ik tijdens zo'n remslaap wakker worden, anders herinner ik me niets meer van mijn droom. Als je wilt, kun je in de gastenkamer slapen. Ik kan ook aan je denken als ik je niet zie.'
'Weet je zeker dat je hiermee door wilt gaan, meisje? Misschien worden we niet verondersteld om over het muurtje van de toekomst te zien. Misschien loopt er aan de andere kant een kwaaie hond rond die je zal bijten.'
'Doe niet zo truttig, Tom. Je kunt het gewoon niet hebben dat vrouwen grote ontdekkingen doen. Als dit lukt, zetten ze mijn naam ook op de Eiffeltoren. Naast die van madame Curie.'
'Madame Curie is een slechtvoorbeeld, liefje. Madame Curie is gestorven aan kanker, omdat ze zich te lang aan radioactieve stoffen had blootgesteld.'
'Je weet wat ik bedoel. Of ben je bang dat ik iets over je te weten zal komen? Heb je geheime plannen misschien?'
Ik deed of ik haar niet had gehoord en haalde een schone pyjama uit de kast.
'Blijf je bij me?'
'Natuurlijk blijf ik bij je. Dit wil ik niet missen. Een rendezvous met de geschiedenis.' Ik pakte mijn boek, schikte een extra kussen in mijn rug en knipte het leeslampje aan. Ellen kwam naast me liggen.
'Ga maar rustig slapen.'
Toen twee uur later de wekker afging, was ik nog altijd wakker. Mijn lief was voorbeeldig ingesluimerd, na tien minuten al, zoals altijd, met haar rug naar me toe en in een bolletje gerold. Ik had een tijdje naar haar ademhaling liggen luisteren, en toen ik zelf dreigde in slaap te vallen, was ik aan Rika beginnen te denken. Wat had Ellen bedoeld met haar opmerking over mijn toekomstplannen? Droomde ze nu, op dit zelfde moment, hoe twee mensen die ze kende en vertrouwde, samen wegvluchtten naar een onbekend land, om nooit meer bij haar terug te komen?
Ja, ik wilde erbij zijn als ze wakker werd. Het was mijn toekomstwaar ze over droomde. Ik wilde de eerste zijn om die te kennen.
Ik liet het irritante snerpgeluid van de wekker zijn gang gaan. Naast mij kwam Ellen met een schok overeind, alsof ze zich op slag herinnerde waar ze mee bezig was. Toen ze me zag, schudde ze teleurgesteld van nee en liet ze zich achterover in de kussens vallen.
'Nee. Niks over jou. Ik zat in de klas en ik was bang dat ik bij het bord geroepen zou worden. Ik had een spreekbeurt over Simone de Beauvoir zullen houden en ik was mijn tekst vergeten.'
'Oké, meisje. Slaap maar lekker door. Volgende sessie?'
Ze knikte en draaide zich om. Ik zette de wekker en ging door met lezen. Om vier uur had Ellen over haar grootmoeder gedroomd, om zes uur loste ze de honger in de wereld op door broodkruimels uit te strooien over de Centraal-Afrikaanse Republiek. Ze zag er afgetobd uit, die derde keer, met zwarte kringen onder haar ogen en een teleurgesteld gezicht. We spraken zo weinig mogelijk en vielen in elkaars armen in slaap. Om halfelf schrokken we wakker door de knallende motor van de jonge Alain van de Peugeot-garage, wat verderop in de straat. We zeiden het niet met zoveel woorden, maar we dachten allebei hetzelfde: tant de bruit pour une omelette. Het experiment dat zo hoopvol was begonnen met de droomagenda van Lavoisier was jammerlijk mislukt.