10
Mijn eerste reflex was: gelukkig is Ellens dromenboekje veilig in Parijs. Mijn tweede: kun je een vrouw nog een overnachting aanrekenen, als haar man een paar uur in je hotel heeft gelogeerd en er dan met een deel van je inboedel vandoor wil gaan?
En dan die andere vraag: waarom deden ze toch al die moeite, eerst de man en dan zijn vrouw, voor zo'n idiote collectie droomverhalen? Was een handschrift uit de achttiende eeuw dan echt zoveel waard op de manuscriptenmarkt? Rika - ze had haar naam pas gezegd toen ik er nadrukkelijk om had gevraagd - was blijkbaar te naïef of te moe om iets anders dan de waarheid te zeggen. Ze trok de deken op tot onder haar kin, haar benen hoog opgetrokken onder haar rok, zodat ze als een aandoenlijk, kleumend tentje op mijn bank zat. Ze had een zachte stem die niet ver droeg, maar het was stil in de kamer en ze had mijn volledige aandacht.
'Xander had het boekje zien liggen op de kijkdagen in Miromesnil. Hij was te laat om mee te bieden, maar hij heeft het adres van uw vrouw achterhaald. O ja, we wonen hier niet ver uit de buurt. Kent u het bos van Eawy, bij Saint-Hellier? Het is een ellendig huis, vooral nu in de winter, maar als het mooi weer is en de look-zonder-look komt onder de beuken tevoorschijn, woon je er in het aards paradijs. En dan die prachtige wegen tussen de hagen, met melkdistels en kamperfoelie... De fietstochten die je hier kunt maken... Xander is een buitenmens. Hij is kunstschilder. Kunst, natuur, geschiedenis... Hij interesseert zich voor alles.'
Ze zweeg en nipte even aan haar glas. Ze strekte haar handen uit naar de vlammen en verborg ze toen weer onder de deken. Het was gaan motregenen. Ik kon me geen gezelliger plek voorstellen dan hier, in de lage woonkamer van onze oude auberge, met het vuur dat suisde in de open haard. Ik stelde een vraag om haar aan te moedigen. Nu moest alles blijven zoals het was: de regen, het vuur en haar stille, lieve stem.
'Ik dacht dat schilders allemaal in het zuiden gingen wonen?'
'Xander niet. Hij houdt van het licht hier, zegt hij. Het doet hem aan Vlaanderen denken, maar in Normandië is alles zuiverder, ruwer, eerlijker. Hij maakt prachtig werk. Ooit zal hij een heel grote worden, daar ben ik zeker van.'
'Maar voorlopig...'
Weer dat lachje. 'Hij geeft les, aan de academie van Maucomble, aan kinderen, een paar uur per week. En hij schildert zeegezichtjes, de kliffen, de oorlogsstranden, voorde toeristen. Behalve zijn echte werk dan, zijn belangrijke werk. We redden het wel. En hier is het beter dan in België. België is... België is een heel verhaal. Dat moet Xander zelf maar vertellen.'
Het was geen verhaal meteen goede afloop, dat kon ik zien aan de manier waarop Rika de deken nog dichter tegen zich aantrok. Ik drong niet aan.
'En het boekje...?'
Ze zweeg en keek uitdagend in mijn ogen, alsof ze me wilde screenen, alsof de rest van haar betoog zou afhangen van mijn antwoord op haar vraag.
'Gelooft u in de toekomst?'
'Ik... Soms geloof ik dat we allemaal naar de haaien gaan. Maar dat zal iedereen wel eens denken, op een zwak moment?'
'Nee, ik bedoel: dat we kunnen weten wat er zal gebeuren?'
Ineens begreep ik waar ze naartoe wilde. De toekomst... De voorspellende dromen van Lavoisier.
'Xander is bezeten van het begrip Tijd. Hij gelooft niet in de rechdijnige tijd. De tijd is geen lijn, zegt hij. We leven niet van punt A naar punt B.'
'En dus, toen hij op die veiling dat boekje zag...'
'Ja, Xander had meteen begrepen waar het over ging. Hij vond het fantastisch dat er iemand in de achttiende eeuw zijn dromen had opgeschreven. Volgens Xander moet die man een belangrijk artiest zijn geweest. Of een soort van alchemist.'
'Een alchemist is nog niet eens zo gek gegokt.'
In het kort vertelde ik Rika over Lavoisier. Het was mooi om te zien hoe aandachtig ze naar me luisterde. De dansende vlammen van de haard maakten een clair-obscur schilderij van haar gezicht. Ik dacht dat ik het piepje hoorde van mijn gsm, het piepje dat aangaf dat er een sms binnenkwam, maar in de gloed van mijn betoog vergat ik ernaar te kijken.
'Zijn eigen dood... Die man had zijn eigen dood voorspeld?'
'Daar lij kt het op.'
'Xander zal het ongelooflijk boeiend vinden.'
'Waarom heeft hij je precies gestuurd? Moest je het boek opnieuw proberen te stelen?'
'Neenee!' Haar reactie was te heftig om gespeeld te zijn.
'Dat wilde ik niet. Dat wilde ik niet doen. Stelen is een zonde.'
'En waar is Xander nu?'
Ze keek op haar horloge. 'Hij zit op me te wachten in de auto, op het plein. Hij hoopt dat u hem zal vergeven, van die nacht. Hij zal het u allemaal uitleggen, heeft hij me beloofd. Mag ik vragen of hij binnenkomt? Ik ben er zeker van dat u goed met hem zult kunnen opschieten.'