35
SCHIERMONNIKOOG
Augustus 2007
SAMEN MET TOBIAS HEB ik twee gouden ringen uitgezocht. Beiden weten we niets van ringen. We zijn bij drie juweliers geweest en elke keer stonden we wat hulpeloos naar de enorme hoeveelheid ringen te staren. Uiteindelijk heeft een vrouwelijke verkoopster ons er twee aangesmeerd die best mooi lijken, duur zijn en volgens haar enig zullen staan bij de blauwe ogen van Roos. Ik heb mijn schouders opgehaald en de knoop maar doorgehakt.
‘Weet je het zeker?’ vraagt Tobias lachend, net voordat ik af wil rekenen. ‘Heel zeker!’ antwoord ik vastberaden.
‘Ellendelingen! Ik moet minder direct zijn naar de cliënt. Ja, want ik mag geen patiënt zeggen! En beter luisteren en mijn gesprekstechnieken verbeteren. Slappe lul!’ Roos zet een diepe zachte stem op en doet klaarblijkelijk een van de psychiaters na: ‘Roos, je moet vaker even herhalen wat de cliënt zojuist gezegd heeft en dan af en toe ook de stilte toestaan: “Dus u heeft dat als heel naar ervaren, mijnheer?”’
Ik moet keihard lachen om haar imitatie.
‘Lamlullen! Dat ga ik dus echt never nooit doen! Die gasten zijn zelf depressief! Vind je het gek dat al die cliënten zo gek zijn als een deur als er iemand met zo’n zoetsappige bek hen de hele tijd zit te herhalen!’ Roos heeft haar beoordeling gehad en een zeven gekregen, terwijl ze zelf vindt dat ze minimaal een acht verdient. Nu is ze kwaad. Ik kan mijn lachen niet houden en Roos kan er even later zelf ook om lachen. ‘Het is in ieder geval voorbij en dit weekend gaan we heerlijk naar Schiermonnikoog!’ zegt ze enthousiast. ‘O, ik moet nog wel even naar de faculteit voor mijn onderzoek. Ik krijg weer een andere begeleider, want die ene is ermee gestopt. Hij heet Joost en ik ga zo even wat dingen met hem doorspreken, oké?’
Ik vind het prima.
Roos komt twee uur later stralend terug. ‘Dit wordt echt een toponderzoek en die vent is een beetje serieus maar wel prima. Het waait trouwens echt knetterhard, moeten we niet even kijken of die boten naar Schiermonnikoog überhaupt wel gaan?’
Volgens het internet varen de boten wel, maar het gaat het hele weekend regenen. De ringen heb ik in de binnenzak van mijn jas. Misschien is dit toch niet het goede moment? Of juist wel? Heeft het juist niet wat om iemand in de kou, de stromende regen en het opwaaiende strandzand ten huwelijk te vragen? Ik twijfel. Misschien kan ik toch maar beter wachten tot een warme zomeravond, en dan voorstellen om te gaan naaktzwemmen in een meertje in de buurt. Dan neem ik een gekoelde fles champagne mee en haal opeens de twee ringen tevoorschijn. Ja, dat klinkt beter.