images

31

DIEF

April 2007

DE TIJD VLIEGT. IK heb Roos twee dagen geleden op het vliegtuig naar Amsterdam gezet. Dikke lieve tranen over haar wangen, een innige omhelzing en… weg is ze. Nairobi schijnt een van de gevaarlijkste steden van Afrika te zijn. Ik moet nog een hotel vinden voor de nacht omdat in het donker reizen nog gevaarlijker is dan het overdag al is. Maar alle hotels die ik probeer zitten vol en de schemering begint in te vallen. De prijs die ik bereid ben te betalen voor een hotelkamer varieert sterk naar gelang de tijd van de dag: overdag vijf euro, tegen de middag tien euro en na zevenen vijfhonderd euro, voor een plek op de bank. Inmiddels is het donker en begin ik me echt onveilig te voelen. In Nairobi is het ’s avonds levensgevaarlijk. Gelukkig vind ik een taxi die mij langs nog een aantal hotels brengt, waarvan er één uiteindelijk een plek heeft. Het is het smerigste hotel dat ik ooit heb gezien en ik ben zelden ergens zo blij mee geweest.

De volgende dag zit ik weer in een busje dat met acht passagiers, twee kippen en een geit uit Nairobi wegscheurt. We komen wonder boven wonder weer heelhuids aan. ’s Avonds valt de stroom uren uit en lig ik bij kaarslicht in bed te lezen. Het bed is te groot en te koud en ik mis Roos intens. Wat moet ik hier in mijn eentje in dit grote donkere huis in Afrika? Nog drie weken en dan vlieg ik ook terug.

‘Noem eens een voorbeeld van een goed gerandomiseerd dubbelblind onderzoek, Marten!’ Dr. Otieno kijkt me de volgende dag stralend en verwachtingsvol aan.

Ik stamel dat ik dat zo één twee drie niet weet.

‘Twee orthopedisch chirurgen die samen een hartfilmpje beoordelen! Ha ha ha!’ Otieno moet keihard lachen en ik ook. Deze man van vijftig ligt gemiddeld drie keer per dag dubbel van het lachen. Ik wil dat ook: een bekwame, maar vrolijke dokter worden.

‘Is deze man door een bus of een vrachtwagen overreden?’ vraag ik Otieno, terwijl ik mijn steriele handschoenen aantrek.

‘Het is een dief,’ antwoordt hij droog.

De man die voor me op de operatietafel ligt, heeft een schedelfractuur, zijn onderarm is gebroken, zijn linker knieschijf is gebroken en we gaan nu zijn rechter onderbeen amputeren. Otieno vertelt me dat dit niet ongewoon is. Door corruptie en schandalen heeft men het vertrouwen in de justitiële macht verloren en nemen mensen het recht in eigen handen. Het komt erop neer dat als iemand ‘dief!’ schreeuwt en genoeg mensen dat geloven en de betreffende persoon te pakken krijgen, ze hem dan lynchen. Otieno weet niet wat onze dief gestolen heeft, maar het kan van alles zijn, van een paar schoenen tot een portemonnee of een auto.

Mijn oren klapperen. ‘En… als hij het nou… niet gedaan heeft?’ stamel ik.

Otieno kijkt me verrast aan en haalt zijn schouders op: ‘Bad luck.’

Barbaars vind ik het en opeens ben ik weer blij met ons troetelsysteem en onze draaideurcriminelen.

Otieno laat mij bij de operatie assisteren en een enkele keer een gedeelte zelf uitvoeren, waarbij hij stap voor stap vertelt wat ik moet doen. Als hij het niet vertrouwt, neemt hij het weer van me over. Door deze man groeit mijn enthousiasme voor de chirurgie en traumatologie dagelijks.

Als ik straks terug ben in Nederland, zal het wennen zijn. Ik heb als het goed is over vier weken mijn buluitreiking en dan wil ik eigenlijk meteen bij de chirurgie aan de slag.

Drie weken later geef ik in mijn riante huis een afscheidsfeest voor iedereen die komen wil, en dat zijn er nogal wat. Samen met Otieno heb ik ergens buiten de stad twee geiten gekocht, die we ondersteboven met hun pootjes aan elkaar in de taxi mee terug hebben genomen. We slachten ze samen en hij laat me een galblaasoperatie op een van de geiten uitvoeren. Ook dit moet ik netjes en voorzichtig doen van hem, anders wordt het niks met me.

Op het feest dans, zing en drink ik de lange Afrikaanse nacht naar een einde. De volgende dag zit ik in het vliegtuig terug naar Nederland. Roos en ik groeien steeds dichter naar elkaar toe en misschien ga ik haar binnenkort wel ten huwelijk vragen. Ik grijns bij de gedachte en zie het steeds duidelijker voor me: ik wil traumachirurg worden en mijn leven delen met Roos.