48
Barry Duckworth reed laat in de middag terug uit Albany. Hij naderde Promise Falls toen zijn mobiele telefoon overging.
Zijn laatste stop was een Exxon-pompstation ten noorden van de stad geweest, waar degene die met Lyall Kowalski’s Ford Explorer reed – en Duckworth wist bij god niet of dat nu diens vrouw Leanne was geweest of iemand anders – getankt had. Het bonnetje dat in de SUV was gevonden gaf aan dat er cash betaald was voor de benzine, en dat leek te kloppen, omdat Lyall Kowalski tegen Duckworth had gezegd dat de betaalpasjes van de Kowalski’s geblokkeerd waren.
Bij het benzinestation had hij een foto van Leanne laten zien aan de pompbedienden die er de bewuste middag gewerkt hadden, maar niemand herinnerde zich Leanne Kowalski of de Explorer, terwijl ze wel binnen moest zijn geweest om te betalen. Het verbaasde Duckworth niet. Er kwamen hier elke dag honderden klanten, dus was de kans dat iemand zich Leanne zou herinneren klein. Duckworth wist van het bonnetje hoe laat er voor de benzine betaald was, maar de tape van de bewakingscamera leverde voor dat tijdstip geen beelden. De apparatuur was stuk.
Voor de zekerheid liet hij het personeel foto’s zien van Jan Harwood en David Harwood. Ook dat leverde niets op.
Dus stapte hij weer in zijn auto en begon aan de rit naar huis. Onderweg kon hij mooi nadenken.
Vanaf het begin had hij David Harwood in de rol van moordenaar gezien. Je kijkt sowieso altijd eerst naar de echtgenoot. En er waren zo veel dingen in zijn verhaal die niet klopten. Die zogenaamde depressie van zijn vrouw, daar klopte geen hout van. Het kaartje dat nooit gekocht was. En dan de verklaring van Ted, de eigenaar van de winkel in Lake George. En als je het motief wilde weten: de levensverzekering van driehonderdduizend dollar. Precies een appeltje voor de dorst dat een vent die bij een krant werkte – of waar dan ook, vandaag de dag – graag achter de hand zou hebben.
Het leek er bijzonder veel op dat Harwood zijn vrouw meegenomen had naar Lake George en haar daar had vermoord. Tenslotte had niemand haar sinds dat tripje gezien, als je het jongetje, Ethan, tenminste buiten beschouwing liet. Maar Duckworth werd geplaagd door twijfel over zijn theorie sinds de ontdekking van het lijk van Leanne Kowalski. Vanaf het moment dat David Harwood in dat ondiepe graf had gekeken en haar daar had zien liggen. Duckworth had hem nauwlettend in de gaten gehouden om te zien hoe hij reageerde.
Duckworth had niet voorzien wat hij toen zag: oprechte verbazing.
Als David Harwood die vrouw vermoord had en haar daar had begraven, dan was hij ongetwijfeld in staat geweest om net te doen of hij schrok. Hij zou net gedaan hebben of hij er volkomen kapot van was. Hij had er wellicht wat tranen uit geperst, veel mensen konden dat. Allemaal dingen die een ervaren politieman kon verwachten.
Maar waarom had Harwood zo verbaasd gekeken?
Het was een dikke seconde op het gezicht van de man te lezen geweest. Zijn ogen werden groot. Hij keek nog eens of hij het goed zag. Het was onmiskenbaar. Leanne Kowalski’s lichaam was niet het lichaam dat hij verwacht had te zien, waarop hij zich voorbereid had.
Deze gebeurtenis had Barry Duckworth een aantal dingen duidelijk gemaakt. Harwood was niet de moordenaar van Kowalski. En het was ook niet erg waarschijnlijk dat hij zijn vrouw vermoord had.
Als Harwood Jan Harwood gedood had en haar lichaam ergens anders had gedumpt, dan had hij niet zo verrast gekeken. Hij zou geweten hebben dat hij iemand anders dan zijn echtgenote te zien zou krijgen. En als hij Kowalski vermoord had en hij wist dat ze daar zou liggen, dan had hij verbazing kunnen veinzen. Maar meer zou het niet geweest zijn: gespeelde verbazing. Duckworth had iets gezien wat echt was.
En dan had je die Explorer nog.
Harwood had tussen de rit met zijn vrouw naar Lake George en het uitstapje naar Five Mountains de volgende dag wellicht de tijd gehad om Leanne Kowalski te vermoorden, maar Duckworth kon met geen mogelijkheid bedenken hoe die Explorer dan onder aan die heuvel in Albany terecht was gekomen. Wanneer had Harwood hem daar kunnen dumpen? Hoe had hij dat in zijn eentje kunnen doen? Zou er niet één iemand nodig zijn geweest om in de Explorer te rijden terwijl een ander in de auto reed waarmee je terug kon gaan naar Promise Falls?
Duckworth zag Harwood steeds minder zitten als moordenaar. Misschien zat er toch iets in de bewering van de journalist dat zijn vrouw een nieuwe naam had aangenomen, van identiteit was verwisseld. Het was hem eerst bijzonder vergezocht voorgekomen, maar nu voelde hij zich toch verplicht het na te trekken. Hij moest de naam weer even opzoeken van die mensen bij wie Harwood in Rochester langs was geweest. Eens horen wat die te vertellen hadden.
Er ontwikkelde zich een nieuw gevoel in wat Natalie Bondurant zo onaangenaam zijn ‘dikke pens’ had genoemd.
En toen ging zijn mobiele telefoon over.
‘Duckworth.’
‘Ja, Barry, met Glen.’
Glen Dougherty. Barry’s chef. Hoofd van politie van Promise Falls.
‘Hé, Glen,’ zei hij.
‘Ik zou je normaal hier niet over bellen, maar ik heb net wat resultaten van het lab doorgekregen en ik vroeg me af of jij die al had.’
‘Ik zit op de weg.’
‘Die verdwijning van Jan Harwood. Die zaak doe jij toch?’
‘Daar ben ik mee bezig, ja.’
‘Je hebt wat haren en bloed laten testen die je in de kofferbak van de auto van haar man hebt gevonden.’
‘Klopt.’
‘De resultaten zijn binnen. Ze matchen allebei met het DNA van de vermiste vrouw, gebaseerd op het DNA-materiaal dat je bij die huiszoeking hebt verkregen.’
‘Oké.’
‘Ik denk dat je nu moet handelen,’ zei zijn chef. ‘Het ziet ernaar uit dat die sukkel haar in zijn kofferbak heeft vervoerd.’
‘Misschien,’ zei Duckworth.
‘Misschien?’
‘Een aantal dingetjes aan deze zaak bevalt me niet,’ zei Duckworth.
‘Volgens mij heb je die klootzak te pakken. Tijd om hem weer naar het bureau te halen en hem het vuur na aan de schenen te leggen. Als je hem deze resultaten vertelt, dan breekt hij.’
‘Ik kan hem wel weer naar het bureau halen, maar ik ben niet zeker van m’n zaak.’
‘Hoor eens, Barry, ik ga jou niet vertellen wat je moet doen. Maar ik wil je wel het volgende zeggen. Ik sta zwaar onder druk over deze zaak. Die verschrikkelijke lui van het pretpark, het toeristenbureau, en de burgemeester. En ook nog die laffe Reeves. God, wat heb ik de pest aan die vent. Waar het op neerkomt, is dat Five Mountains een heleboel geld genereert, niet alleen voor Five Mountains maar voor de hele omgeving. Als mensen beginnen te denken dat daar iemand rondloopt die je kind steelt, dan blijven ze weg. En zo te horen heeft die vent dat hele verhaal over z’n kind dat daar is ontvoerd gewoon uit zijn duim gezogen. Luister je wel?’
‘Absoluut,’ zei Duckworth.
‘Als ik jou was, dan haalde ik hem weer naar het bureau.’
‘Hij heeft Natalie Bondurant ingeschakeld.’
‘Nou, dan laat je haar ook komen. Als ze ziet wat je allemaal aan bewijzen tegen haar cliënt hebt, dan zal ze hem misschien adviseren tot een vergelijk te komen.’
‘Begrepen,’ zei Duckworth. ‘Ik…’
Maar zijn superieur had al opgehangen.
Duckworth kreeg een nieuwe gedachte, en die beviel hem helemaal niet.