44

 

 

 

 

‘Ik ga niet naar binnen,’ zei Jan. ‘Ik ga dat souterrain niet in.’

Ze zaten in de pick-up op de oprit van het onopvallende huis van Banura in Braintree. Een paar huizen verderop stond een zwarte Audi langs de stoeprand geparkeerd.

‘Hoor eens,’ zei Dwayne. ‘Komt dat doordat ik zonet mijn zelfbeheersing verloor? Is dat het?’

Omdat je je zelfbeheersing verloor? Je hebt me bijna vermoord, dacht Jan.

‘Als het daarom gaat, dan spijt me dat,’ zei hij. Hij zei het zo overdreven dat ze wel wist dat het hem helemaal niet speet. ‘Binnen een paar minuten zijn we miljonairs. Je moet blijven denken aan wat dit ons allemaal gaat opleveren.’

‘Ik hou hier buiten wel de wacht,’ zei ze. ‘Als er problemen zijn, dan toeter ik.’ Dwayne keek haar zo argwanend aan dat Jan eraan toevoegde: ‘Wat? Jij hebt de diamanten, jij krijgt straks het geld. Wat denk je dat ik van plan ben? Ervandoor gaan?’

Dat stelde hem gerust. ‘Oké. Nee, dat zul je wel niet doen.’ Hij leek in gedachten verzonken.

Ze had hierover nagedacht. Het kon haar geen reet schelen wat er met Dwayne zou gebeuren, maar ze moest weten hoe dit af zou lopen. Als er een kansje was, al was het maar een kans van één op een miljoen, dat ze het bij het verkeerde eind had, dat er toch nog geld aan zat te komen voor haar, dan wilde ze dat afwachten.

‘Stel dat Banny Boy die stenen nog een keer wil bekijken,’ vroeg Dwayne. ‘Stel dat hij ze dit keer niet goed genoeg vindt, wat dan?’

‘Ga je me nou opeens geloven?’ vroeg Jan. ‘Geloof je nu opeens wel wat die vrouw zei?’

Dwayne zag er benauwd uit, minder zelfverzekerd. ‘Ik weet het niet.’ Hij schudde zijn hoofd, alsof hij de twijfels van zich af wilde zetten. ‘Nee, het is goed. Alles is in orde. Hij heeft die diamanten bekeken, ze bevielen hem, hij heeft ons geld geboden. Voor mij is dat goed genoeg. Als jij hier in de auto de angsthaas wilt uithangen, dan ga je je gang maar.’

‘Mooi,’ zei Jan, ‘want dat is precies wat ik ga doen.’

Dwayne keek op zijn horloge. Het was vijf minuten voor twee. ‘Dit zal niet lang duren, tenzij hij wil dat ik het geld tel. Hoe lang zal het duren, denk je, om zes miljoen te tellen?’

‘Heel lang.’

‘Ik wil niet dat hij me belazert.’

‘Als hij een zak geld voor je klaar heeft staan, neem hem dan gewoon mee. We gaan ergens heen en we tellen het, en als we tekortkomen, dan gaan we nog wel even bij hem langs.’ Niet dat ze dat maar één moment zelf geloofde. Als ze met een redelijk bedrag wegkwamen van dit huis, dan ging zij echt niet meer terug. Ze wilde die foto’s aan de muur nooit meer zien. Die foto van dat jongetje, waarschijnlijk Banura zelf, die met die afgehakte arm stond te zwaaien. Die herinnerde haar eraan dat ze wellicht meer met hem gemeen had dan ze wilde toegeven.

‘Ja, oké.’ Dwayne pakte de zak met diamanten, deed het portier open, waarbij hij het sleuteltje liet hij in het contact zitten, en wilde uitstappen.

‘Wacht,’ zei Jan. ‘Neem je revolver mee.’

Dwayne keek haar minachtend aan. ‘Je hebt toch gehoord wat hij zei. Hij zei dat we geen wapens mee mochten nemen. Daar was hij heel duidelijk in.’

Jan leunde naar voren en pakte de revolver van onder de bestuurdersstoel. ‘Echt, je moet hem meenemen.’ Ze was niet bezorgd om Dwayne. Maar als het daar beneden in het souterrain mis zou lopen, dan was het het beste dat Dwayne het afhandelde voor iemand naar boven kwam om haar te zoeken. En zij had zelden een vuurwapen in handen gehad. Dwayne wist in elk geval hoe hij moest richten en schieten.

Dwayne zei: ‘Ontspan een beetje.’ Hij zette zijn voeten op de grond, sloeg het portier dicht en zei door het open raampje: ‘Verzin maar waar we het straks kunnen vieren. Ik ga me helemaal klem zuipen.’

Toen Dwayne langs de linkerkant van het huis liep, ging Jan achter het stuur zitten en legde de revolver op de stoel naast haar.

 

‘Ik wil je wat vragen,’ zei Banura tegen Oscar Fine. ‘Ik weet dat je geen reet om die diamanten geeft, omdat ze geen bal waard zijn, dus neem ik aan... sorry dat ik het zeg... dat dit iets te maken heeft met dat.’

Banura wees naar het uiteinde van Oscar Fines linkerarm.

‘Ja,’ zei hij. ‘Klopt.’

‘Dus dit stel… dit zijn de mensen die jou dat hebben aangedaan.’

‘Een van hen,’ zei hij. ‘De vrouw. Je hebt haar perfect beschreven.’

Banura knikte. ‘Dat moet tering veel pijn hebben gedaan.’

Oscar Fine knikte. Hij vond het geen prettig onderwerp.

‘Ik heb dat veel meegemaakt, waar ik vandaan kom. Daar komt het vaker voor dan hier.’

‘Daar kan ik in komen. Ik heb je foto’s gezien.’

Banura knikte. ‘Ik was elf.’

‘Als je zoiets doet, op je elfde, dat vergeet je denk ik niet meer,’ zei Oscar Fine.

Banura leek in gedachten verzonken. ‘Ja.’ Het was moeilijk om over dit soort dingen te praten met een man wiens hand eraf gehakt was.

Er werd aangebeld. Oscar Fine stelde zich beneden aan de trap verdekt op terwijl Banura naar boven ging om de deur open te maken. Oscar Fine haalde zijn pistool uit de binnenzak van zijn jasje en hield het stevig in zijn rechterhand.

Oscar Fine luisterde terwijl Banura de stang voor de deur wegschoof en de deur opende.

‘Hallo,’ zei Banura.

‘Alles kits?’ zei Dwayne.

‘Armen omhoog, alsjeblieft.’ Dwayne deed wat hem gezegd was en liet Banura hem fouilleren.

‘Je kunt me vertrouwen,’ zei Dwayne. ‘Je zei dat ik geen wapen mee mocht nemen, dus dan doe ik het niet.’

‘Waar is je vriendin?’ vroeg Banura.

‘Die wacht buiten in de pick-up,’ zei hij. ‘Ik ben geen minuut te vroeg, hè? Heb je het geld?’

‘Alles is klaar voor de deal,’ zei Banura. Hij sloot de deur en schoof de stang er weer voor. ‘Ik mag aannemen dat je hetzelfde aantal diamanten meegenomen hebt?’

‘Ja, natuurlijk,’ zei Dwayne lachend. ‘Dat zou nogal lullig zijn, na zo’n mooi bod van jou met de helft van de stenen terugkomen.’

Banura lachte met hem mee terwijl ze de trap af liepen. Toen Dwayne de kamer in kwam keek hij naar rechts en zag een man staan, met zijn linkerarm in zijn zak, zijn rechterarm uitgestrekt terwijl hij het pistool op zijn hoofd richtte.

‘Shit! Wat moet dit verdomme voorstellen?’ zei Dwayne. Tegen Banura zei hij: ‘Oké, je hebt gezegd dat je er een... Hoe noemde je het? ... een collega bij zou halen. Dat vind ik prima, maar jullie hoeven me niet te bedreigen.’

‘Weet je nog wie ik ben?’ vroeg Oscar Fine.

‘Huh? Je bent z’n bankier of z’n bodyguard of zo, neem ik aan. Ik wil geen problemen maken, ik kom alleen maar halen wat me toekomt.’

Banura bleef onder aan de trap staan, zodat Dwayne de weg werd versperd, mocht hij besluiten de benen te nemen.

‘Ik vroeg: weet je nog wie ik ben?’ zei Oscar Fine.

‘Ik heb geen flauw idee,’ zei Dwayne.

De man met het pistool haalde zijn linkerarm uit zijn zak. Dwayne keek naar beneden, misschien in de verwachting nog een wapen te zien, en toen zag hij dat de man een hand miste.

Hij werd lijkbleek. Even later werd het kruis van zijn spijkerbroek donker.

‘Jezus, shit, pis niet op mijn vloer, man,’ zei Banura, hoewel hij wel wist dat er over een paar minuten meer troep zou zijn om zich druk over te maken.

‘Ik neem aan dat dat betekent dat je weet wie ik ben,’ zei Oscar Fine terwijl hij zijn pistool onder Dwaynes middel richtte.

‘Ja,’ zei Dwayne.

‘Hoe heet je?’

‘Dwayne. Dwayne Osterhaus.’

‘Nou, Dwayne Osterhaus, prettig je eindelijk weer tegen te komen. Hoewel we elkaar toen niet echt in de ogen hebben gekeken, denk ik dat jij de chauffeur was.’

‘Je had ons de code moeten geven,’ zei Dwayne. ‘Dan was het allemaal heel anders gelopen. Dan hadden we dat niet hoeven doen, eh, met die hand.’

‘Het was nogal lastig om jullie een cijfercombinatie door te geven toen je dat pijltje in me geschoten had.’

‘Het spijt me echt, man, eerlijk waar,’ zei Dwayne. ‘En ik weet dat jij buiten westen was, maar je moet weten dat ik niet degene ben die het gedaan heeft, oké?’

‘Ik weet nog wie het gedaan heeft,’ zei Oscar Fine. ‘Waar is ze?’

Dwayne aarzelde.

Oscar Fine zei: ‘Kom, Dwayne, jij weet ook wel waar dit heen gaat. Het is in je eigen belang om een beetje mee te werken. Hier, ik wil je wat laten zien.’ Hij hield zijn linkerarm omhoog. De manchet van zijn overhemd was om de stomp heen gevouwen en Oscar Fine duwde hem omlaag met zijn wijsvinger, die door de trekker van zijn pistool gestoken was.

‘Nee, nee, dat hoeft niet,’ zei Dwayne.

‘Absoluut, ik doe het graag,’ zei Oscar Fine. Hij trok de stof weg en toonde de slordig geheelde stomp.

‘Jezus,’ zei Dwayne.

‘Die kan je niet helpen,’ zei Oscar Fine. Toen hij zeker wist dat Dwaye het goed had kunnen bekijken duwde hij de mouw van zijn overhemd weer over de stomp. Hij vroeg: ‘Ben je links- of rechtshandig?’

De plek op Dwaynes broek werd groter. Oscar Fine herhaalde de vraag.

Dwayne slikte. ‘Rechts.’

‘Dan neem ik je linkerhand. We hoeven het niet moeilijker te maken dan nodig is. En ik ga ervan uit dat Banura hier wel iets heeft waarmee we hem netter kunnen amputeren dan bij mij is gebeurd.’

Zweetdruppels vormden zich op Dwaynes voorhoofd. ‘Dat is toch helemaal niet nodig. Als je me laat gaan, dan vertel ik je alles wat je wilt weten.’

‘Waar is ze?’

‘Ze zit in de pick-up.’

‘Waarom is ze niet met je meegekomen?’

‘Ze is nerveus,’ zei Dwayne.

‘En waarom dan wel?’

‘Ze denkt dat meneer Banura hier ons te veel geld bood. Ze werd achterdochtig. Dus heeft ze een paar diamanten door iemand anders laten bekijken, en die zei dat ze waardeloos waren.’

Oscar Fine knikte. ‘Maar toch ben je hier.’

Dwayne leek op het punt te staan in tranen uit te barsten. ‘Ik heb meneer Banura op z’n woord geloofd.’

‘Dus het is nu “meneer”,’ zei Banura. ‘Geen “Banny Boy” meer.’

‘Hé,’ zei Dwayne met een zenuwachtig lachje. ‘Ik bedoelde het niet respectloos.’

‘Dus zij dacht dat er iets loos was,’ zei Oscar Fine. ‘Vermoedt ze dat ik hier ben?’

‘Nee, dat heeft ze niet gezegd. Ze is gewoon hartstikke zenuwachtig, meer niet.’ Dwayne kikkerde op en veegde de tranen uit zijn ogen. ‘Ik heb een idee. Als je mijn hand er niet afhakt en me laat gaan, dan ga ik terug naar de pick-up, en dan zeg ik dat er een probleempje is. Dat een deel van het geld in vreemde valuta is, in euro’s of Canadese dollars of zo, en dat zij moet helpen tellen. Dan neem ik haar mee hiernaartoe en dan kun je mij laten gaan. Omdat, en dat zweer ik op m’n moeders graf, ik die hand van je er helemaal niet af wilde zagen. Ik had meer iets van: hé, laten we ergens beter gereedschap gaan halen. Wat we bij ons hadden was niet sterk genoeg om die ketting door te zagen. Begrijp je wat ik bedoel? Ik was liever ergens anders heen gereden zodat we de tijd hadden om het goed te doen, zodat jij er heelhuids van af zou komen. Maar zij was helemaal gefixeerd, ze werd helemaal gek, maar jij moet weten dat ik er echt op tegen was.’

Oscar Fine knikte, alsof hij overwoog op het voorstel in te gaan.

‘Dus jij brengt haar naar me toe, en dan laat ik je gaan.’

Dwayne knikte driftig en lachte nerveus. ‘Ja, inderdaad. Ik wil je graag helpen.’

‘Ik heb een paar vragen,’ zei Oscar Fine.

‘Ja, natuurlijk, ga je gang.’

In feite had Oscar Fine een hele waslijst met vragen. Over wat zij tweeën de afgelopen zes jaar hadden gedaan. Over wie Constance Tattinger was geworden. Waar ze gewoond had, en met wie. Dwayne deed zijn best zo goed mogelijk te antwoorden. Hij vertelde Oscar Fine alles wat hij wist.

‘Je bent heel behulpzaam geweest,’ zei Oscar Fine.

‘Ja, ach, dat is wel het minste, gezien…’ Dwayne probeerde nog een lachje. ‘Nou, wat denk je ervan? Zal ik haar maar gaan halen? Zodat ik daarna dan weg kan?’

‘Ik dacht het niet,’ zei Oscar Fine, en hij schoot Dwayne Osterhaus midden in zijn gezicht. ‘Er is geen enkele reden waarom ik niet zelf naar buiten kan gaan om een praatje met haar te maken.’

Kijk Niet Weg
4f4cba1c2a9c62.html
4f4cba1c2a9c64.html
4f4cba1c2a9c65.html
4f4cba1c2a9c66.html
4f4cba1c2a9c67.html
4f4cba1c2a9c68.html
4f4cba1c2a9c69.html
4f4cba1c2a9c610.html
4f4cba1c2a9c611.html
4f4cba1c2a9c612.html
4f4cba1c2a9c613.html
4f4cba1c2a9c614.html
4f4cba1c2a9c615.html
4f4cba1c2a9c616.html
4f4cba1c2a9c617.html
4f4cba1c2a9c618.html
4f4cba1c2a9c619.html
4f4cba1c2a9c620.html
4f4cba1c2a9c621.html
4f4cba1c2a9c622.html
4f4cba1c2a9c623.html
4f4cba1c2a9c624.html
4f4cba1c2a9c625.html
4f4cba1c2a9c626.html
4f4cba1c2a9c627.html
4f4cba1c2a9c628.html
4f4cba1c2a9c629.html
4f4cba1c2a9c630.html
4f4cba1c2a9c631.html
4f4cba1c2a9c632.html
4f4cba1c2a9c633.html
4f4cba1c2a9c634.html
4f4cba1c2a9c635.html
4f4cba1c2a9c636.html
4f4cba1c2a9c637.html
4f4cba1c2a9c638.html
4f4cba1c2a9c639.html
4f4cba1c2a9c640.html
4f4cba1c2a9c641.html
4f4cba1c2a9c642.html
4f4cba1c2a9c643.html
4f4cba1c2a9c644.html
4f4cba1c2a9c645.html
4f4cba1c2a9c646.html
4f4cba1c2a9c647.html
4f4cba1c2a9c648.html
4f4cba1c2a9c649.html
4f4cba1c2a9c650.html
4f4cba1c2a9c651.html
4f4cba1c2a9c652.html
4f4cba1c2a9c653.html
4f4cba1c2a9c654.html
4f4cba1c2a9c655.html
4f4cba1c2a9c656.html
4f4cba1c2a9c657.html
4f4cba1c2a9c658.html
4f4cba1c2a9c659.html
4f4cba1c2a9c660.html
4f4cba1c2a9c661.html
4f4cba1c2a9c662.html
4f4cba1c2a9c663.html
4f4cba1c2a9c664.html
4f4cba1c2a9c665.html
4f4cba1c2a9c666.html
4f4cba1c2a9c667.html
4f4cba1c2a9c668.html
4f4cba1c2a9c669.html
4f4cba1c2a9c670.html
4f4cba1c2a9c671.html
4f4cba1c2a9c672.html
4f4cba1c2a9c673.html
4f4cba1c2a9c674.xhtml