10
Dokter Andrew Samuels vond het verschrikkelijk om zichzelf als een cliché te zien, maar hij kon het gevoel niet van zich afzetten dat hij een levensgroot cliché was. Hij was arts, en hij speelde golf. Agenten eten donuts, postbezorgers schieten elkaar dood en artsen spelen golf.
Hij had een hekel aan golf. Hij had een hekel aan alles wat ermee te maken had. Hij had een hekel aan het geloop, aan het feit dat hij een sunblock op moest doen als het stervensheet was. Hij vond het verschrikkelijk om te wachten op die stomme klootzakken die op de volgende green rondlummelden en de tijd namen terwijl hij klaar was om af te slaan. Hij had een godsgruwelijke hekel aan de ordinaire kleding die je geacht werd te dragen. Maar het meest had hij nog een hekel aan het hele concept, dat er duizenden hectaren land verspild werden opdat mannen en vrouwen achter kleine balletjes aan konden lopen om ze in kleine holletjes in de grond te krijgen. Het was een krankzinnig concept!
Maar ondanks zijn gevoelens voor het spelletje had Samuels een dure set clubs en schoenen met spikes en hij was zelfs lid van de Promise Falls Golf and Country Club, omdat dat in deze stad min of meer van je verwacht werd. Als je de burgemeester of een arts of advocaat of een belangrijk zakenman was, dan werd je lid. Als je in die hoedanigheid geen lid was, dan kon men niet anders dan aannemen dat je onvermijdelijk aan het afzakken was naar de onderste regionen van Promise Falls.
Dus hier was hij, op een schitterende zaterdagmiddag bij de vijftiende hole met de broer van zijn vrouw, Stan Reeves, lid van de gemeenteraad van Promise Falls, eersteklas kletsmeier en een absolute klootzak. Reeves had al maanden gezeurd dat ze samen achttien holes moesten spelen, en Samuels had tot dan toe de boot weten af te houden, maar uiteindelijk had hij geen smoes meer kunnen verzinnen. Geen dagjes de stad uit, geen bruiloften, en helaas ook geen begrafenis waar hij niet onderuit kon.
‘Je wijkt een beetje te veel naar rechts af,’ zei Reeves nadat Samuels zijn bal had geslagen. ‘Kijk maar naar mij.’
Samuels stopte zijn driver terug in zijn tas en deed net of hij keek hoe zijn zwager het deed.
‘Zie je wel dat het midden van mijn lichaam niet beweegt als ik een swing maak? Laat me het eventjes in slow motion voor je demonstreren.’
Nog maar drie holes na deze, dacht Samuels. Hij kon het clubhuis vanaf de plek waar hij stond zien. Hij kon in zijn karretje stappen, de kortste weg nemen tussen de zeventiende en de achttiende fairway door, en binnen vier minuten in dat heerlijk koele restaurant zitten met een ijskoud biertje voor zich. Dat was, dat moest hij toegeven, het enige wat hij wel leuk vond aan golf.
‘Zag je dat?’ zei Reeves. ‘Volmaakte drive. Ik heb geen idee waar jouw bal terecht is gekomen.’
‘Ergens,’ zei Samuels.
‘Dit is het ware genieten, hè?’ zei Reeves. ‘We moeten dit vaker doen.’
‘Ja, het is alweer een tijdje geleden,’ zei Samuels.
‘Het verzet de zinnen. Jij zult als arts je portie stress ook wel krijgen, maar neem van mij aan dat het besturen van een stad een vierentwintiguursklus is.’
Reeves was zo’n zak, Samuels moest onwillekeurig aan oud-burgemeester Finley denken, ook zo’n lul. Wat zou er van hem geworden zijn?
‘Ik snap niet hoe je het volhoudt,’ zei Samuels.
En toen ging zijn mobieltje.
‘Nee toch, je hebt dat ding toch niet aan laten staan?’ mopperde Reeves.
‘Wacht even,’ zei Samuels. Hij tastte dankbaar in zijn zak naar zijn telefoon. Laat het een spoedgeval zijn, dacht hij. Binnen het kwartier kon hij in het ziekenhuis zijn.
‘Ja?’ zei hij.
‘Met dokter Samuels?’
‘Daar spreekt u mee.’
‘U spreekt met Barry Duckworth, rechercheur bij de politie van Promise Falls.’
‘Rechercheur Duckworth. Hoe gaat het?’
Reeves oren spitsten zich bij het woord ‘rechercheur’.
‘Prima. Ik heb begrepen dat u op de golfbaan zit. Ik heb de doktersdienst gebeld en de assistente daar vertelde me dat en heeft me na enig aandringen uw mobiele nummer gegeven.’
‘Geen probleem. Wat is er aan de hand?’
‘Ik zou u graag onder vier ogen spreken. Nu.’
‘Ik ben op de Promise Falls Golf and Country Club, bij de vijftiende hole.’
‘Ik zit al in het clubhuis.’
‘Ik kom eraan.’ Hij stak het mobieltje weer in zijn zak. ‘Je zult het in je eentje moeten afmaken, Stan.’
‘Wat is er aan de hand?’
Samuels stak zijn handen zogenaamd verbijsterd omhoog. ‘Ik vrees dat ik ga meemaken wat jij altijd al meemaakt, dat je dag en nacht beschikbaar moet zijn.’
‘Hé, als jij de golfkar neemt, dan moet ik…’
Maar Samuels reed al weg.
Barry Duckworth stond buiten te wachten bij de golfshop, waar de golfers hun karretjes inleverden. Hij schudde dokter Samuels de hand, die zei: ‘Wilt u iets van me drinken?’
‘Daar heb ik geen tijd voor,’ zei Duckworth. ‘Ik moet u een paar vragen stellen over een patiënte van u.’
Samuels dikke grijze wenkbrauwen schoten even omhoog. ‘Wie?’
‘Jan Harwood.’
‘Wat is er gebeurd?’
‘Ze is verdwenen. Zij en haar echtgenoot David Harwood en hun zoontje gingen vandaag naar het pretpark Five Mountains, en ze is verdwenen.’
‘Lieve god,’ zei Samuels.
‘Er is grondig gezocht op het terrein, hoewel ik dat nog graag een keer zou willen doen.’ Duckworth nam Samuels mee naar een plek in de schaduw van het gebouw, niet alleen vanwege de hitte, maar om een afstand te creëren tussen hen en andere golfers die misschien meeluisterden.
‘Meneer Harwood denkt dat het mogelijk is dat zijn vrouw zelfmoord heeft gepleegd.’
Samuels knikte en schudde toen zijn hoofd. ‘Ach, wat verschrikkelijk is dit. Het is een heel aardige vrouw, moet u weten.’
‘Ongetwijfeld,’ zei Duckworth. ‘Meneer Harwood zei dat ze de afgelopen weken depressief was. Stemmingswisselingen. Ze had het erover dat haar gezin beter af zou zijn zonder haar.’
‘Wanneer zei ze dat?’ vroeg Samuels.
‘Een dag of twee geleden, als ik meneer Harwood goed begrepen heb.’
‘Maar het kan toch nog dat ze gewoon verdwenen is, dat ze geen zelfmoord heeft gepleegd of zo,’ zei de arts. ‘U hebt haar nog niet gevonden.’
‘Correct. Maar daarom is het wel een dringende zaak.’
‘Wat kan ik voor u doen, meneer Duckworth?’
‘Ik wil het beroepsgeheim niet schenden, maar als u enig idee hebt van waar ze naartoe kan zijn, wat ze zou kunnen doen, hoe serieus het dreigement is dat ze zelfmoord wil plegen, dan zou ik het werkelijk zeer waarderen als u me dat vertelt.’
‘Ik geloof niet dat ik u veel verder kan helpen.’
‘Alstublieft, meneer Samuels, ik vraag u niet naar persoonlijke bijzonderheden, alleen iets wat ons kan helpen deze vrouw te vinden voor ze zichzelf iets aandoet.’
‘Meneer Duckworth, als ik iets wist zou ik het u vertellen. Echt. Ik zou me niet verschuilen achter het beroepsgeheim. Ik wil net zo goed als wie dan ook dat u haar gezond en wel vindt.’
‘Heeft ze iets, wat dan ook, gezegd waaruit u kunt afleiden dat ze zich echt van het leven wil beroven of dat het alleen een schreeuw om aandacht is?’
‘Ze heeft niets tegen me gezegd.’
‘Niets? Ook niet over een plek waar ze naartoe wilde gaan om over dingen na te denken?’
‘Ze heeft niets tegen me gezegd omdat ze niet bij me op spreekuur is geweest.’
De politieman knipperde met zijn ogen. ‘Wat zegt u nou?’
‘Ik heb haar… ik denk zo’n acht maanden geleden voor het laatst gezien. Een routineconsult. Maar ze is niet geweest om over haar depressieve of suïcidale gevoelens te praten. Was ze maar wél gekomen.’
‘Maar meneer Harwood zegt dat hij met u over haar gesproken heeft. Dat u tegen hem gezegd had dat hij zijn vrouw ervan moest overtuigen dat ze een afspraak met u moest maken.’
‘Dat klopt. David kwam vorige week. Hij maakte zich ernstige zorgen. En ik zei dat ik met haarzelf moest praten om een diagnose te kunnen stellen en haar eventueel door te verwijzen.’
‘Maar ze is niet gekomen?’
De arts schudde zijn hoofd.
‘Maar meneer Harwood,’ zei Duckworth, ‘heeft tegen me gezegd dat ze bij u is geweest.’
Samuels schudde weer zijn hoofd. ‘Ik hoopte dat ze een afspraak zou maken, maar dat heeft ze niet gedaan. Dit is verschrikkelijk. Ik had haar zelf moeten bellen, maar dan had ze geweten dat haar man bij mij langs was geweest. God, als ik haar gebeld had, dan hadden we misschien nu niet dit gesprek hoeven voeren.’