veer3.tif

VIERDE BEDRIJF, VIJFTIENDE SCÈNE

EEN MOOIE HEUVEL

HARRY en ALBUS lopen op een prachtige zomerdag een heuvel op. Ze zeggen niets, maar genieten al klimmend van het zonnetje.

HARRY

En, ben je er klaar voor?

ALBUS

Waarvoor?

HARRY

Nou, de examens voor het vierde jaar – en dan krijg je het vijfde jaar – een belangrijk jaar – in mijn vijfde jaar heb ik –

Hij kijkt glimlachend naar ALBUS en praat snel.

Toen heb ik een hoop dingen gedaan. Sommige dingen waren goed, sommige slecht, en veel was vooral verwarrend.

ALBUS

Goed om te weten.

HARRY glimlacht.

Ik heb ze gezien, weet je – eventjes dan. Je vader en moeder. Ze waren – jullie hadden lol samen. Je vader deed een soort trucje met rookringetjes en dan... nou, dan kreeg jij de slappe lach.

HARRY

Ja?

ALBUS

Ik denk dat je ze aardig had gevonden. En ik denk dat Lily en James mij ook aardig zouden hebben gevonden.

HARRY knikt en er valt een enigszins ongemakkelijke stilte. Beiden proberen contact met elkaar te krijgen, maar het wil nog niet echt lukken.

HARRY

Weet je, ik dacht dat ik van hem verlost was – van Voldemort. Ik dacht dat ik van hem verlost was – maar toen ging mijn litteken weer pijn doen en droomde ik van hem en kende ik zelfs opeens weer Sisselspraak – en toen kreeg ik het gevoel dat er helemaal niets veranderd was, dat hij me nooit echt had losgelaten –

ALBUS

En was dat ook zo?

HARRY

Dat deel van mij dat Voldemort was, is lang geleden gestorven, maar het was niet voldoende om alleen maar fysiek van hem af te zijn – ik moest hem ook mentaal uitbannen. En dat – was niet eenvoudig voor een man van veertig.

Hij kijkt ALBUS aan.

Wat ik tegen je gezegd heb – dat was onvergeeflijk. Ik kan ook niet van je verlangen dat je het vergeet, maar ik hoop wel dat we het achter ons kunnen laten.

Ik zal proberen een betere vader voor je te zijn, Albus. Ik zal proberen om – om eerlijk tegen je te zijn en...

ALBUS

Pa, je hoeft niet –

HARRY

Volgens jou was ik nergens bang voor, maar – ik ben juist voor heel veel dingen bang. Ik ben bang voor het donker, wist je dat?

ALBUS

Is Harry Potter bang voor het donker?

HARRY

En ik hou niet van kleine ruimtes en – dit heb ik nog nooit aan ­iemand verteld, maar ik ben eigenlijk ook bang voor – (hij aarzelt even voor hij het zegt) duiven.

ALBUS

Ben je bang voor duiven?

HARRY (trekt een gezicht)

Akelige, vieze beesten. Altijd maar aan het pikken. Doodeng.

ALBUS

Maar duiven doen niks!

HARRY

Weet ik. Maar wat me nog de meeste angst aanjaagt, Albus Seve­rus Potter, is je vader zijn. Want dan heb ik geen valscherm. De meeste mensen hebben in elk geval een vader gehad die ze als voorbeeld kunnen nemen – als goed voorbeeld of slecht voorbeeld. Maar ik heb niets, of bijna niets. En dus moet ik nog steeds heel veel leren, snap je? Maar ik zal mijn uiterste best doen om – een goede vader voor je te zijn.

ALBUS

En ik zal proberen een betere zoon te zijn. Ik weet dat ik niet op James lijk, ik zal nooit zijn zoals jullie twee –

HARRY

James lijkt juist helemaal niet op mij.

ALBUS

Nee?

HARRY

Bij James gaat het allemaal vanzelf. Mijn jeugd was één grote worsteling.

ALBUS

De mijne ook. Wil je daarmee zeggen – dat ik op jou lijk?

HARRY glimlacht naar ALBUS.

HARRY

Eerlijk gezegd lijk je meer op je moeder – moedig, fel, grappig – wat ik allemaal geweldig vind – en dat maakt je dus ook tot een geweldige zoon.

ALBUS

Maar ik heb wel bijna de wereld vernietigd.

HARRY

Delphi zat op een dood spoor, Albus – jij hebt haar alleen maar ontmaskerd en een manier gevonden waarop we haar konden verslaan. Misschien zie je het nu nog niet, maar je hebt ons juist gered.

ALBUS

Maar had ik het allemaal niet beter moeten doen?

HARRY

Denk je dat ik dat mezelf ook niet steeds afvraag?

ALBUS (met een hol gevoel in zijn maag, omdat hij weet dat zijn vader het heel anders gedaan zou hebben)

En toen – nadat we haar verslagen hadden – wilde ik haar doden.

HARRY

Je had gezien hoe ze Karsten vermoordde, Albus. Je was woedend en dat is begrijpelijk. Bovendien zou je het toch niet hebben gedaan.

ALBUS

Hoe weet je dat? Misschien is dat wel mijn Zwadderich-kant. Misschien is dat wat de Sorteerhoed in me zag.

HARRY

Ik begrijp niet wat er zich allemaal in je hoofd afspeelt, Albus – trouwens, je bent een tiener, dus dat hoor ik ook helemaal niet te begrijpen – maar je hart begrijp ik wel. Eerst niet – heel lang niet – maar dankzij deze – ‘escapade’ – weet ik nu hoe het daar in elkaar zit. Zwadderich, Griffoendor, wat voor etiketje je er ook opplakt, ik weet – wéét – dat je een goed hart hebt. En dat je hard op weg bent om een kei van een tovenaar te worden, of je dat nu leuk vindt of niet.

ALBUS

O, maar ik ben klaar met toveren. Ik denk dat ik duivenmelker word. Lijkt me geweldig.

HARRY grijnst.

HARRY

De namen die je draagt – die zouden je niet tot last moeten zijn. Albus Perkamentus heeft ook zijn moeilijke momenten gehad en Severus Sneep – nou, daar hoef ik je niks over te vertellen.

ALBUS

Het waren goede mannen.

HARRY

Het waren grote mannen, met reusachtige fouten, maar zal ik je eens wat zeggen – die fouten maakten hen haast nog groter.

ALBUS kijkt om zich heen.

ALBUS

Pa? Wat doen we hier eigenlijk?

HARRY

Ik kom hier vaak.

ALBUS

Maar dit is een begraafplaats...

HARRY

En hier is het graf van Carlo...

ALBUS

Pa?

HARRY

De jongen die vermoord is – Karsten Breuking – hoe goed kende je die?

ALBUS

Niet goed genoeg.

HARRY

Carlo kende ik ook niet goed genoeg. Hij had Zwerkbal kunnen spelen voor zijn land, of een geweldige Schouwer kunnen worden. De hele wereld lag voor hem open en Barend heeft gelijk – hij is ons ontnomen. Dus daarom kom ik hier. Om te zeggen hoe erg ik het vind. Zo vaak ik kan.

ALBUS

Dat is – goed van je.

ALBUS komt naast zijn vader staan, voor het graf van CARLO. HARRY glimlacht naar zijn zoon en kijkt dan omhoog naar de lucht.

HARRY

Volgens mij wordt het een mooie dag.

Hij legt zijn hand op de schouder van zijn zoon en heel geleidelijk lijken ze een klein beetje te versmelten.

ALBUS (glimlachend)

Dat denk ik ook.

EINDE

Harry Potter en het vervloekte kind
cover.html
Section0001.html
Section0002.html
Section0003.html
Section0004.html
Section0005.html
Section0006.html
Section0007.html
Section0008.html
Section0009.html
Section0010.html
Section0011.html
Section0012.html
Section0013.html
Section0014.html
Section0015.html
Section0016.html
Section0017.html
Section0018.html
Section0019.html
Section0020.html
Section0021.html
Section0022.html
Section0023.html
Section0024.html
Section0025.html
Section0026.html
Section0027.html
Section0028.html
Section0029.html
Section0030.html
Section0031.html
Section0032.html
Section0033.html
Section0034.html
Section0035.html
Section0036.html
Section0037.html
Section0038.html
Section0039.html
Section0040.html
Section0041.html
Section0042.html
Section0043.html
Section0044.html
Section0045.html
Section0046.html
Section0047.html
Section0048.html
Section0049.html
Section0050.html
Section0051.html
Section0052.html
Section0053.html
Section0054.html
Section0055.html
Section0056.html
Section0057.html
Section0058.html
Section0059.html
Section0060.html
Section0061.html
Section0062.html
Section0063.html
Section0064.html
Section0065.html
Section0066.html
Section0067.html
Section0068.html
Section0069.html
Section0070.html
Section0071.html
Section0072.html
Section0073.html
Section0074.html
Section0075.html
Section0076.html
Section0077.html
Section0078.html
Section0079.html
Section0080.html
Section0081.html
Section0082.html
Section0083.html
Section0084.html
Section0085.html
Section0086.html
Section0087.html
Section0088.html
Section0089.html
Section0090.html
Section0091.html
Section0092.html
Section0093.html
Section0094.html