EERSTE BEDRIJF, VIERDE SCÈNE
OVERGANGSSCÈNE
Nu komen we in een droomwereld waarin de tijd steeds verspringt. Deze scène gaat helemaal over toverkunst.
Beelden wisselen elkaar snel af terwijl we heen en weer flitsen tussen de werelden. Het zijn geen afzonderlijke scènes maar fragmenten, flarden die het onafwendbare voortschrijden van de tijd laten zien.
Om te beginnen zijn we in Zweinstein, in de Grote Zaal, waar iedereen om ALBUS heen cirkelt.
POLLY KALKMAN
Albus Potter.
KAREL JUTTEMIS
Een Potter. In óns jaar.
JAN FREEDERIKS
Hij heeft hetzelfde haar. Hij heeft het haar van zijn vader.
ROOS
En hij is mijn neef. (Ze draaien zich om.) Roos Griffel-Wemel. Aangenaam.
De SORTEERHOED beweegt zich tussen de leerlingen door en die voegen zich snel bij hun verschillende afdelingen.
Het wordt al gauw duidelijk dat hij op ROOS afkomt. Ze wacht gespannen af wat haar te wachten staat.
SORTEERHOED
Ik doe dit werk al eeuwenlang
Ken ieder toverhoofd heel goed
Geen gedachte is voor mij geheim
Ik ben de beroemde Sorteerhoed.
Niemand is te slim of dom voor mij
Ik weet van de hoed en van de rand
Dus zet me op, als je dapper bent
En dan hoor je waar je bent beland...
Roos Griffel-Wemel.
De hoed wordt op het hoofd van ROOS gezet.
GRIFFOENDOR!
De Griffoendors juichen terwijl ROOS bij hen gaat staan.
ROOS
Perkamentus zij dank!
SCORPIUS dringt zich naar voren en neemt de plaats van ROOS in, ondanks de ontstemde blik van de SORTEERHOED.
SORTEERHOED
Scorpius Malfidus.
De hoed wordt op het hoofd van SCORPIUS gezet.
ZWADDERICH!
Dat verwachtte SCORPIUS al. Hij knikt en glimlacht flauwtjes. De andere Zwadderaars juichen terwijl hij zich bij hen voegt.
POLLY KALKMAN
Logisch.
ALBUS loopt snel naar de voorkant van het toneel.
SORTEERHOED
Albus Potter.
De hoed wordt op het hoofd van ALBUS gezet – maar deze keer duurt het langer, alsof de SORTEERHOED zelf ook twijfelt.
ZWADDERICH!
Er valt een stilte.
Een diepe, doodse stilte.
Een stilte die je bijblijft, die diep in je doordringt en die pijn doet.
POLLY KALKMAN
Zwadderich?
KARSTEN BREUKING JR.
Wat krijgen we nou? Een Potter? In Zwadderich?
ALBUS staart onzeker door de zaal.
SCORPIUS (lacht opgetogen en roept)
Vooruit, kom naast mij staan!
ALBUS (totaal in de war)
Ja. Goed.
JAN FREEDERIKS
Eigenlijk heeft hij ook niet écht het haar van zijn vader.
ROOS
Albus? Dit kan helemaal niet, Albus. Zo hoort het niet te gaan!
Plotseling zijn we bij een vliegles met MADAME HOOCH.
MADAME HOOCH
Waar wachten jullie nog op? Vooruit, ga bij een bezem staan, en vlug een beetje.
De leerlingen nemen snel positie in naast hun bezems.
Hou je uitgestoken hand boven je bezem en zeg dan: ‘Omhoog!’
IEDEREEN
OMHOOG!
De bezems van ROOS en JAN zweven hun hand in.
ROOS en JAN
Yes!
MADAME HOOCH
Niet van dat slappe gedoe, daar hou ik niet van. ‘OMHOOG’, dat wil ik horen. ‘OMHOOG’, alsof jullie het menen.
IEDEREEN (behalve ROOS en JAN)
OMHOOG!
Er zweven meer bezems omhoog, ook die van SCORPIUS. Alleen de bezem van ALBUS weigert van de grond te komen.
IEDEREEN (behalve ROOS, JAN en ALBUS)
YES!
ALBUS
Omhoog. OMHOOG. OMHOOG!
Geen beweging. Nog geen millimeter. Hij staart vol ongeloof en wanhoop naar zijn bezem terwijl de andere leerlingen giechelen.
POLLY KALKMAN
Bij Merlijns baard, wat een vernedering! Hij lijkt echt totaal niet op zijn vader, hè?
KAREL JUTTEMIS
Albus Potter, het Zwaktebod van Zwadderich.
MADAME HOOCH
Goed, kinderen. Tijd om te vliegen!
En plotseling verschijnt HARRY naast ALBUS terwijl er dichte stoomwolken over het toneel rollen. We zijn weer op perron 9 3/4 en de tijd is meedogenloos voortgeschreden. ALBUS is een jaar ouder (net als HARRY, maar dat valt minder op).
ALBUS
Ik zou het alleen prettig vinden als je – als je een klein eindje bij me vandaan zou willen gaan staan, pa.
HARRY (geamuseerd)
Wordt een tweedejaars niet graag samen met zijn vader gezien? Is dat het?
Een LICHTELIJK OPDRINGERIGE TOVENAAR begint om hen heen te draaien.
ALBUS
Nee, het is gewoon – jij bent jij – en ik ben ik en...
HARRY
Het zijn alleen maar mensen die kijken, meer niet. Mensen kijken nou eenmaal. En ze kijken naar mij, niet naar jou.
De LICHTELIJK OPDRINGERIGE TOVENAAR geeft Harry iets om te signeren. Hij zet zijn handtekening.
ALBUS
Naar Harry Potter en zijn teleurstellende zoon.
HARRY
Wat bedoel je daar nou weer mee?
ALBUS
Naar Harry Potter en zijn zoontje de Zwadderaar.
JAMES komt langs, met zijn koffer in zijn hand.
JAMES
Zwadderaar, Zwadderaar en ook nog eens een treuzelaar! Stap nou maar in, de trein gaat zo.
HARRY
Dat is niet aardig van je, James.
JAMES (die al lang is doorgelopen)
Ik zie je wel met kerst, pa.
HARRY kijkt bezorgd naar ALBUS.
HARRY
Al –
ALBUS
Ik heet Albus, geen Al.
HARRY
Word je soms gepest op school? Is dat het? Als je nou eens probeerde wat meer vrienden te maken – zonder Ron en Hermelien zou ik Zweinstein nooit overleefd hebben. Geen schijn van kans.
ALBUS
Maar ik heb geen behoefte aan een Ron of Hermelien. Ik – ik heb een vriend. Scorpius. Ik weet dat je hem niet mag, maar meer vrienden hoef ik niet.
HARRY
Hoor eens, als jij maar gelukkig bent, vind ik het verder prima.
ALBUS
Je hoefde me ook niet uit te zwaaien, pa.
ALBUS pakt zijn hutkoffer en loopt snel weg.
HARRY
Maar ik wilde het zelf...
Maar ALBUS is al verdwenen. DRACO MALFIDUS, gekleed in een onberispelijk gewaad en met een al even onberispelijk blond staartje, duikt op uit de menigte en loopt naar HARRY.
DRACO
Je moet iets voor me doen.
HARRY
Draco.
DRACO
Al die geruchten – over de afkomst van mijn zoon – blijven maar aanhouden. Scorpius wordt er aan één stuk door mee gepest op school. Als het Ministerie nou eens een officiële verklaring uitgaf waarin onomwonden wordt gesteld dat alle Tijdverdrijvers zijn vernietigd tijdens de Slag om het Departement van Mystificatie...
HARRY
Laat het gewoon overwaaien, Draco. Ze worden het heus wel zat.
DRACO
Mijn zoon lijdt eronder en – het gaat de laatste tijd niet zo goed met Astoria – dus heeft hij alle steun nodig die hij maar krijgen kan.
HARRY
Door op roddels te reageren, hou je ze juist in stand. Er wordt al jaren gefluisterd dat Voldemort een kind zou hebben gehad. Scorpius is niet de eerste die daarvan beschuldigd wordt. In jullie eigen belang, maar ook in het onze, moet het Ministerie zich daar verre van houden.
DRACO fronst geërgerd zijn voorhoofd terwijl het tafereel plaatsmaakt voor ROOS en ALBUS, die klaarstaan met hun koffers.
ALBUS
Als de trein eenmaal vertrokken is, hoef je niet meer met me te praten.
ROOS
Weet ik. We moeten de schijn alleen nog ophouden als onze ouders erbij zijn.
SCORPIUS komt aanhollen – vol hoop en met een joekel van een hutkoffer bij zich.
SCORPIUS (hoopvol)
Ha Roos.
ROOS (gedecideerd)
Dag, Albus.
SCORPIUS (nog steeds hoopvol)
Ze begint te smelten.
Plotseling zijn we in de Grote Zaal en staat PROFESSOR ANDERLING vooraan op het toneel, met een brede glimlach op haar gezicht.
PROFESSOR ANDERLING
Dus tot mijn grote genoegen kan ik aankondigen wie het nieuwste lid van Griffoendors Zwerkbalteam wordt: onze – (ze beseft dat ze niet té partijdig moet zijn) jullie fantastische nieuwe Jager – Roos Griffel-Wemel!
Iedereen in de zaal juicht en SCORPIUS klapt enthousiast mee.
ALBUS
Waarom klap je voor haar? We hebben allebei een bloedhekel aan Zwerkbal en ze speelt nog eens voor een andere afdeling ook.
SCORPIUS
Ze is je nicht, Albus.
ALBUS
Denk je soms dat ze voor mij zou klappen?
SCORPIUS
Ik vind haar geweldig.
De leerlingen draaien weer om ALBUS heen terwijl er plotseling een Toverdrankles begint.
POLLY KALKMAN
Albus Potter. Wat een ramp. Zelfs de portretten kijken gauw de andere kant uit als hij de trap op gaat.
ALBUS buigt zich nors over een toverdrank.
ALBUS
Wat gaat er nu ook alweer in? Hoorn van een Tweehoorn?
KAREL JUTTEMIS
Laten hij en Voldemort junior het maar lekker zelf uitzoeken.
ALBUS
Plus een scheutje salamanderbloed...
De toverdrank ontploft met een daverende knal.
SCORPIUS
Oké, wat is het tegeningrediënt? Wat moeten we veranderen?
ALBUS
Alles.
En opnieuw schrijdt de tijd voort. De ogen van ALBUS worden donkerder en zijn gezicht bleker. Hij is nog steeds een leuke jongen, maar doet zijn best om dat te verbergen.
Plotseling staat hij weer op perron 9 3/4 met zijn vader, die nog steeds zijn best doet om zijn zoon (en zichzelf) ervan te overtuigen dat er niets mis is. Beiden zijn weer een jaar ouder.
HARRY
Je derde jaar. Een belangrijk jaar. Hier heb je het toestemmingsformulier om naar Zweinsveld te mogen gaan.
ALBUS
Ik haat Zweinsveld.
HARRY
Hoe kun je een plek haten waar je nog nooit geweest bent?
ALBUS
Omdat ik gewoon wéét dat het er zal krioelen van de leerlingen.
Albus verfrommelt het formulier.
HARRY
Probeer het nou gewoon – vooruit – dit is je kans om helemaal los te gaan bij Zacharinus zonder dat je moeder het weet en – nee, Albus, heb het lef niet!
ALBUS (richt zijn toverstok)
Incendio!
Het verfrommelde papier vliegt in brand en zweeft weg over het toneel.
HARRY
Hoe stom kan je zijn!
ALBUS
Het ironische is dat ik dacht dat het niet zou werken. Ik kan die spreuk voor geen meter.
HARRY
Al – Albus – ik heb een paar uilen gewisseld met Professor Anderling. Volgens haar trek je jezelf te veel terug – doe je je best niet tijdens de les – ben je nors – ben je –
ALBUS
Wat wil je dan dat ik doe? Moet ik mezelf populair toveren? Een andere afdeling binnenheksen? Of in een betere student transfigureren? Doe maar een spreuk, pa, en verander me in de zoon die je graag zou willen hebben. Dat zou een stuk gemakkelijker zijn voor ons allebei. En nu moet ik gaan. Ik moet de trein halen. Een vriend zoeken.
ALBUS holt naar SCORPIUS, die op zijn hutkoffer zit en geen enkele aandacht lijkt te hebben voor de wereld om zich heen.
(opgetogen) Scorpius!
(bezorgd) Scorpius... voel je je wel goed?
SCORPIUS reageert niet. ALBUS kijkt in de ogen van zijn vriend.
Je moeder? Gaat het slecht met haar?
SCORPIUS
Het kan niet slechter.
ALBUS gaat naast SCORPIUS zitten.
ALBUS
Ik dacht dat je wel een uil zou sturen...
SCORPIUS
Ik wist niet wat ik zeggen moest.
ALBUS
En nu weet ík niet wat ik zeggen moet.
SCORPIUS
Zeg maar niets.
ALBUS
Is er iets...
SCORPIUS
Kom op de begrafenis.
ALBUS
Ja, natuurlijk.
SCORPIUS
En wees mijn goede vriend.
En plotseling staat de SORTEERHOED op het toneel en zijn we terug in de Grote Zaal.
SORTEERHOED
Bang wat jullie horen zullen
Bang welke naam ik ga onthullen?
Zwadderich niet! Griffoendor, nee!
Huffelpuf, help! Ravenklauw o jee!
Wees niet bang, dit is mijn vakgebied,
Ooit zul je erom lachen, maar nu nog niet.
Lily Potter. GRIFFOENDOR!
LILY
Yes!
ALBUS
Geweldig.
SCORPIUS
Dacht je echt dat ze bij ons zou komen? Potters horen niet in Zwadderich thuis.
ALBUS
Deze Potter wel.
Hij probeert op te gaan in de achtergrond, maar de andere leerlingen lachen hem uit. Hij kijkt hen aan.
Ik heb er niet voor gekozen, wisten jullie dat? Ik heb er niet voor gekozen om zijn zoon te zijn.