VIERDE BEDRIJF, ZESDE SCÈNE
HET HUIS VAN HARRY EN GINNY POTTER, DE KAMER VAN ALBUS
HARRY zit op het bed van ALBUS. GINNY komt binnen.
GINNY
Ik had niet gedacht dat je hier zou zijn.
HARRY
Wees maar niet bang, ik heb niets aangeraakt. Je heiligdom is nog intact. (Hij trekt een gezicht.) Sorry. Verkeerde woordkeuze.
GINNY zegt niets. HARRY kijkt haar aan.
Weet je, ik heb al heel wat erge avonden voor Allerheiligen meegemaakt, maar dit is absoluut de – op één na ergste.
GINNY
Het was verkeerd van me – om jou de schuld te geven. Ik beschuldig jou er altijd van dat je te snel conclusies trekt en nu was ik zelf – Albus werd vermist en ik dacht meteen dat het aan jou lag. Het spijt me echt.
HARRY
Lag het dan niet aan mij?
GINNY
Hij is ontvoerd door een machtige Duistere heks, Harry. Hoe kan dat nou jouw schuld zijn?
HARRY
Ik heb hem weggejaagd. Ik heb hem in haar armen gedreven.
GINNY
Kunnen we alsjeblieft doen alsof de strijd nog niet verloren is?
GINNY knikt en HARRY begint te huilen.
HARRY
Het spijt me, Gin –
GINNY
Luister je niet? Mij spijt het ook.
HARRY
Ik had het eigenlijk niet mogen overleven – het was mijn lot om te sterven – dat dacht zelfs Perkamentus – maar toch overleefde ik het. Ik wist Voldemort te verslaan. Al die mensen – al die mensen – mijn ouders, Fred, de Vijftig Gevallenen – en ik bleef leven. Hoe kan dat? Al die schade – allemaal mijn schuld.
GINNY
Die mensen zijn vermoord door Voldemort.
HARRY
Maar als ik hem nou eerder had tegengehouden? Al dat bloed aan mijn handen. En nu onze zoon –
GINNY
Hij is niet dood, Harry. Hoor je me? Hij is niet dood.
Ze slaat haar armen om HARRY heen. Er volgt een lange stilte die druipt van de pure ellende.
HARRY
De Jongen Die Bleef Leven. Hoeveel mensen moeten er nog sterven voor De Jongen Die Bleef Leven?
HARRY wankelt even op zijn benen, onzeker van zichzelf. Dan ziet hij het dekentje liggen en loopt hij ernaartoe.
Dit dekentje is het enige wat ik nog heb... het enige van die avond voor Allerheiligen. Mijn enige herinnering aan mijn ouders. En hoewel ik –
Hij pakt het dekentje en ziet dan dat er gaten in zitten. Hij staart er vol ontsteltenis naar.
Er zitten gaten in. Die stomme liefdesdrank van Ron heeft er gaten in gebrand, dwars door de stof heen. Moet je zien. Het is geruïneerd. Geruïneerd.
Hij vouwt het dekentje uit en ziet tot zijn verbazing dat er letters in gebrand zijn.
Wat krijgen we nou?
GINNY
Harry, het lijkt wel alsof er – iets op geschreven is –
Op een ander deel van het toneel verschijnen ALBUS en SCORPIUS.
ALBUS
‘Pa...’
SCORPIUS
Wou je beginnen met ‘Pa’?
ALBUS
Dan weet hij dat het van mij is.
SCORPIUS
Hij heet toch Harry? Moeten we dan niet beginnen met ‘Harry’?
ALBUS (gedecideerd)
Nee, we beginnen met ‘Pa’.
HARRY
‘Pa’ . Staat daar ‘Pa’? Erg duidelijk is het niet...
SCORPIUS
‘Pa, HELP.’
GINNY
‘Hup’. Staat daar ‘hup’? En dan... ‘Goede’...
HARRY
‘Pa Hup Goede Eend’? Nee. Dit is... een rare grap.
ALBUS
‘Pa. Help. Goderics Eind.’
GINNY
Geef ’ns aan mij. Ik heb betere ogen dan jij. Ja. ‘Pa, Hup Goede’– en dan geen ‘Eend’ maar ‘End’ of ‘Eind’. En dan een stel cijfers – die zijn duidelijker – ‘3... 1... 1... 0... 8... 1’. Is dat zo’n Dreuzeltelefoonnummer? Of een positie op een landkaart of...
HARRY beseft verschillende zaken tegelijk en kijkt op.
HARRY
Nee. Het is een datum. 31 oktober 1981. De dag waarop mijn ouders stierven.
GINNY kijkt eerst naar HARRY en dan weer naar het dekentje.
GINNY
En er staat geen ‘Hup’, maar ‘Help’.
HARRY
‘Pa. Help. Goderics Eind. 31/10/81.’ Het is een boodschap! Die slimme jongens hebben me een boodschap gestuurd.
HARRY geeft GINNY een enthousiaste zoen.
GINNY
Heeft Albus dit geschreven?
HARRY
En hij heeft me laten weten waar ze zijn en wanneer ze daar zijn. Nu we weten waar ze is, kunnen we het tegen haar opnemen.
Hij geeft haar opnieuw een enthousiaste zoen.
GINNY
We hebben ze nog niet terug.
HARRY
Ik stuur een uil aan Hermelien. Stuur jij er een aan Draco. Zeg dat we elkaar ontmoeten in Goderics Eind en dat ze de Tijdverdrijver moeten meenemen.
GINNY
En het is inderdaad ‘we’, Harry. Waag het niet om terug te gaan zonder mij.
HARRY
Natuurlijk ga je mee. We hebben nu een kans, Ginny, en bij Perkamentus – meer hebben we ook niet nodig. Een kans.