EERSTE BEDRIJF, DERDE SCÈNE
DE ZWEINSTEINEXPRES
ALBUS en ROOS lopen door de trein.
De SNOEPHEKS komt aan met haar karretje.
SNOEPHEKS
Wie wil er iets lekkers van m’n karretje? Pompoentaartjes? Chocokikkers? Ketelkoek?
ROOS (ziet dat ALBUS hebberig naar de Chocokikkers staart)
We moeten bij de les blijven, Al.
ALBUS
Welke les?
ROOS
We moeten kijken met wie we vrienden willen worden. Mijn ouders hebben jouw vader ook ontmoet tijdens hun eerste reis met de Zweinsteinexpres, wist je dat?
ALBUS
Dus we moeten nu al bepalen met wie we de rest van ons leven bevriend willen zijn? Vind je dat niet een beetje eng?
ROOS
Welnee, het is juist spannend. Ik ben een Griffel-Wemel en jij bent een Potter, dus wil iedereen vrienden met ons zijn. We hebben ze voor het uitkiezen.
ALBUS
Maar hoe besluit je zoiets – in welke coupé je moet gaan zitten en zo...
ROOS
We gaan eerst alle coupés langs en pas dan nemen we een besluit.
ALBUS doet een deur open en ziet een eenzame blonde jongen – SCORPIUS – in een verder lege coupé. ALBUS glimlacht en SCORPIUS ook.
ALBUS
Hallo. Is deze coupé...
SCORPIUS
Nee hoor, niet bezet. Ik ben de enige.
ALBUS
Geweldig. Nou, dan komen we er misschien – wel bij zitten. Eventjes. Als dat goed is.
SCORPIUS
Ja, prima. Hoi.
ALBUS
Albus. Al. Ik ben – ik heet Albus...
SCORPIUS
Hallo Scorpius. Ik bedoel, hallo, ik ben Scorpius. En jij bent Albus. Maar ik ben dus Scorpius. En jij bent...
De uitdrukking op het gezicht van ROOS wordt steeds killer.
ROOS
Roos.
SCORPIUS
Hallo, Roos. Wil je ook een Ballonbruisbal?
ROOS
Nee, ik heb net ontbeten.
SCORPIUS
Ik heb ook Chocoloco’s, Peperduiveltjes en Dropslakken. Dat was een idee van mijn moeder – ze zegt altijd (zingt): ‘Zoek je iemand om mee te spelen, begin dan met snoepgoed uit te delen’ (hij beseft dat zingen misschien niet zo’n goed idee was). Slaat waarschijnlijk nergens op.
ALBUS
Ik lust er wel een paar... van mijn moeder mag ik niet snoepen. Waarmee zou jij beginnen?
ROOS geeft ALBUS een klap, zonder dat SCORPIUS het ziet.
SCORPIUS
Simpel. Het Peperduiveltje is voor mij de koning van de snoepzak. Pepermuntjes waar de rook van uit je oren komt.
ALBUS
Fantastisch. Dan neem ik – (ROOS geeft hem opnieuw een klap) Hè, Roos, sla me niet steeds!
ROOS
Ik sla je helemaal niet.
ALBUS
Je slaat me wel en dat doet pijn.
Het gezicht van SCORPIUS betrekt.
SCORPIUS
Het komt door mij. Daarom slaat ze je.
ALBUS
Hè?
SCORPIUS
Hoor eens, ik weet wie jij bent, dus is het misschien maar beter als je weet wie ik ben.
ALBUS
Hoe bedoel je, je weet wie ik ben?
SCORPIUS
Jij bent Albus Potter, zij is Roos Griffel-Wemel en ik ben Scorpius Malfidus. De zoon van Astoria en Draco Malfidus. Onze ouders – nou, die waren niet bepaald boezemvrienden.
ROOS
Dat is nog zacht uitgedrukt. Je vader en moeder zijn Dooddoeners!
SCORPIUS (beledigd)
Pa misschien – maar ma niet.
ROOS weigert hem aan te kijken en SCORPIUS snapt waarom.
Ik weet welk gerucht er rondgaat, maar het zijn allemaal leugens.
ALBUS kijkt van een opgelaten ROOS naar een wanhopige SCORPIUS.
ALBUS
Wat – is dat gerucht dan?
SCORPIUS
Het gerucht is dat mijn ouders geen kinderen konden krijgen. Dat mijn vader en grootvader toch met alle geweld een machtige erfgenaam wilden, zodat het geslacht Malfidus niet zou uitsterven. En dat ze daarom... een Tijdverdrijver hebben gebruikt om mijn moeder terug te sturen.
ALBUS
Terug te sturen? Waarheen?
ROOS
Het gerucht gaat dat hij de zoon van Voldemort is, Albus.
Een vreselijke, pijnlijke stilte.
Waarschijnlijk is dat onzin. Ik bedoel... kijk, hij heeft een neus.
De spanning ebt een klein beetje weg. SCORPIUS lacht, aandoenlijk dankbaar.
SCORPIUS
En dat is sprekend de neus van mijn vader! Ik heb dezelfde neus, hetzelfde haar, dezelfde naam. Niet dat dat nou zo super is, hoor. Ik bedoel, vader-zoonconflicten, ik weet er alles van. Maar al met al ben ik toch liever een Malfidus dan, zeg maar, Voldemort junior.
SCORPIUS en ALBUS kijken elkaar aan. Het lijkt een blik van verstandhouding.
ROOS
Ja, nou, misschien kunnen we beter ergens anders gaan zitten. Kom, Albus.
ALBUS denkt diep na.
ALBUS
Nee (hij ziet ROOS kijken). Nee, ik zit hier goed. Ga jij maar...
ROOS
Ik ga niet op je wachten, Albus.
ALBUS
Dat hoeft ook niet. Maar ik blijf hier.
ROOS kijkt hem nog even aan en loopt dan verder.
ROOS
Nou, prima!
SCORPIUS en ALBUS blijven samen achter en staren elkaar onzeker aan.
SCORPIUS
Bedankt.
ALBUS
Nee, nee, ik ben niet gebleven voor jou – maar voor die snoepjes.
SCORPIUS
Ze is niet op haar mondje gevallen.
ALBUS
Klopt. Sorry hoor.
SCORPIUS
Welnee, dat mag ik juist wel. Hoe word je liever genoemd, Albus of Al?
SCORPIUS grijnst en stopt twee snoepjes tegelijk in zijn mond.
ALBUS (denkt na)
Albus.
SCORPIUS (terwijl er rook uit zijn oren begint te komen)
BEDANKT DAT JE GEBLEVEN BENT VOOR MIJN SNOEPJES, ALBUS!
ALBUS (lachend)
Wauw.