TWEEDE BEDRIJF, ZESDE SCÈNE
DE RAND VAN HET VERBODEN BOS
SCORPIUS en ALBUS komen een bocht om en zien een opening tussen de bomen.
En door die opening zien ze... een stralend licht.
SCORPIUS
En daar hebben we...
ALBUS
Zweinstein. Ik heb het nog nooit van deze kant gezien.
SCORPIUS
Het doet je nog steeds wat, hè? Die aanblik.
Tussen de bomen door zien we ZWEINSTEIN – een magnifieke collectie gebouwen en torens.
Vanaf het moment dat ik er voor het eerst over hoorde, wilde ik er dolgraag heen. Ik bedoel, pa vond het er maar zo zo, maar toch, de manier waarop hij het beschreef... Vanaf mijn tiende was het eerste wat ik ’s morgens deed gauw in De Ochtendprofeet kijken – ervan overtuigd dat de school getroffen zou zijn door een vreselijke tragedie, ervan overtuigd dat ik niet zou kunnen gaan.
ALBUS
En toen je uiteindelijk wél ging, viel het zwaar tegen.
SCORPIUS
Voor mij niet.
ALBUS kijkt zijn vriend verbijsterd aan.
Het enige wat ik ooit wilde, was naar Zweinstein gaan en dan lekker herrie schoppen met een goeie vriend. Net als Harry Potter. En toen raakte ik bevriend met zijn zoon! Dat kun je toch bijna niet verzinnen?
ALBUS
Maar ik ben totaal anders dan mijn vader.
SCORPIUS
Je bent beter. Je bent mijn beste vriend, Albus. En dit is herrie schoppen in het kwadraat. En dat is natuurlijk fantastisch, uniek, geweldig, alleen moet ik ook zeggen – als ik heel eerlijk ben – dan moet ik ook toegeven dat ik een heel klein beetje – een heel klein beetje bang ben.
ALBUS kijkt SCORPIUS aan en glimlacht.
ALBUS
Jij bent ook míjn beste vriend. En maak je geen zorgen – ik vóél gewoon dat dit allemaal goed komt.
Vanuit de coulissen horen we de stem van RON. Het is duidelijk dat hij dichtbij is.
RON
Albus? Albus?
ALBUS kijkt geschrokken in de richting van het geluid.
ALBUS
Maar we moeten gaan – nu!
ALBUS pakt de Tijdverdrijver aan van SCORPIUS en drukt erop. De Tijdverdrijver trilt eerst en begint dan razendsnel rond te tollen.
Terwijl dat gebeurt, verandert ook het toneel. De jongens kijken toe.
We zien een oogverblindende lichtflits. We horen een oorverdovend geluid.
De tijd staat stil. Maar dan keert hij om, denkt even na en begint terug te lopen. Eerst langzaam...
En dan steeds sneller.