TWEEDE BEDRIJF, ACHTSTE SCÈNE
ZWEINSTEIN, DE ZIEKENZAAL
ALBUS ligt te slapen in een ziekenhuisbed. Een zorgelijk kijkende HARRY zit naast hem. Boven hen hangt een schilderij van een vriendelijke, bezorgde man. HARRY wrijft in zijn ogen, staat op, loopt door de kamer en rekt zich uit.
Opeens kijkt hij in de ogen van het schilderij, dat kennelijk een beetje schrikt omdat het betrapt is. HARRY lijkt al even verrast.
HARRY
Professor Perkamentus.
PERKAMENTUS
Goedenavond, Harry.
HARRY
Ik heb u gemist. De laatste keren dat ik bij het Schoolhoofd op bezoek was, was uw lijst steeds leeg.
PERKAMENTUS
Ach, ik mag me ook graag in mijn andere portretten verplaatsen. (Hij kijkt naar ALBUS.) Komt het weer goed met hem?
HARRY
Hij slaapt nu al vierentwintig uur, voornamelijk om Madame Plijster de gelegenheid te geven zijn arm opnieuw te zetten. Ze zei dat het heel vreemd was... alsof zijn arm twintig jaar geleden was gebroken en toen ‘in de meest tegengestelde richting’ weer aan elkaar was gegroeid. Maar ze denkt dat het allemaal goed komt.
PERKAMENTUS
Het lijkt me moeilijk om toe te moeten kijken terwijl je kind pijn lijdt.
HARRY kijkt eerst naar PERKAMENTUS en dan naar ALBUS.
HARRY
Ik heb eigenlijk nooit gevraagd hoe u het vond dat ik hem naar u vernoemd heb.
PERKAMENTUS
Eerlijk gezegd leek het me nogal een last voor die arme jongen, Harry.
HARRY
Ik heb uw hulp nodig. En goede raad. Ban zegt dat Albus in gevaar verkeert. Hoe moet ik mijn zoon beschermen?
PERKAMENTUS
Vraag je aan mij, uitgerekend aan mij, hoe je een jongen die in vreselijk gevaar verkeert moet beschermen? We kunnen kinderen niet voor alle gevaar behoeden. Het is onvermijdelijk dat ze pijn zullen voelen. Misschien zelfs wel noodzakelijk.
HARRY
Dus moet ik maar niets doen?
PERKAMENTUS
Nee. Je moet hem leren hoe hij met het leven moet omgaan.
HARRY
Hoe dan? Hij luistert niet naar me.
PERKAMENTUS
Misschien wacht hij op het moment dat je hem eindelijk ziet zoals hij is.
HARRY fronst zijn voorhoofd terwijl hij dat verwerkt.
(tactvol) Het is voor een portret zowel een vloek als een zegen dat hij... dingen hoort. Niet alleen op school, maar ook op het Ministerie...
HARRY
En wat is dat dan voor geroddel over mij en mijn zoon?
PERKAMENTUS
Geen geroddel, maar bezorgdheid. Dat er altijd maar wrijving is tussen jullie. Dat hij lastig is. Dat hij boos op je is. Ik krijg de indruk dat je misschien – verblind wordt door je liefde voor hem.
HARRY
Verblind?
PERKAMENTUS
Je moet proberen hem te zien zoals hij is, Harry. Je moet proberen te achterhalen wat hem zoveel pijn doet.
HARRY
Heb ik hem dan niet gezien zoals hij is? En wat doet mijn zoon pijn? (Hij denkt even na.) Of moet ik zeggen: wíé doet hem pijn?
ALBUS (mompelt in zijn slaap)
Pa...
HARRY
Die donkere wolk... dat is een persoon, hè? Niet zomaar een ding.
PERKAMENTUS
Ach Harry, wat doet mijn mening er nog toe? Ik besta alleen nog uit verf en herinneringen, verf en herinneringen. En ik heb nooit een zoon gehad.
HARRY
Maar ik heb uw raad nodig.
ALBUS
Pa?
HARRY kijkt eerst naar ALBUS en dan weer naar PERKAMENTUS, maar die is nergens meer te bekennen.
HARRY
Waar ben je?
ALBUS
We zijn in – de ziekenzaal?
HARRY richt zijn aandacht weer op ALBUS.
HARRY (enigszins in verwarring)
Ja. En je bent – alles komt goed. Madame Plijster wist eigenlijk niet wat ze moest voorschrijven om je weer op krachten te laten komen, maar ze dacht dat je waarschijnlijk de meeste baat zou hebben bij veel – chocolade. Vind je het erg als ik ook een stukje neem? Ik moet je iets zeggen en ik denk niet dat je het leuk zult vinden.
ALBUS kijkt zijn vader aan. Wat zou hij te zeggen kunnen hebben? Hij besluit er niet op te reageren.
ALBUS
Ja, goed. Denk ik.
HARRY pakt een stuk chocola en neemt een grote hap. ALBUS kijkt zijn vader verbaasd aan.
Beter zo?
HARRY
Stukken beter.
Hij biedt de chocolade aan zijn zoon aan. ALBUS neemt ook een stuk en vader en zoon kauwen samen een tijdje.
Hoe voelt je arm nu?
ALBUS buigt zijn arm.
ALBUS
Prima.
HARRY (zachtjes)
Waar was je nou, Albus? Als je ’ns wist wat je ons hebt aangedaan – je moeder was doodongerust...
ALBUS kijkt op. Hij kan niet echt goed liegen.
ALBUS
We wilden eigenlijk niet meer terug naar school. We dachten dat we een nieuwe start konden maken – in de Dreuzelwereld – maar dat viel tegen. We waren al op de terugweg naar Zweinstein toen jullie ons vonden.
HARRY
In het gewaad van Klammfels?
ALBUS
Ja, dat gewaad... daar ging het nou juist om. Scorpius en ik – we hadden er gewoon niet goed over nagedacht.
HARRY
Maar waarom? Waarom ben je weggelopen? Kwam het door mij? Door wat ik gezegd heb?
ALBUS
Ik weet niet. Eigenlijk is het helemaal niet zo leuk op Zweinstein als je er niet bij hoort.
HARRY
En heeft Scorpius je... aangemoedigd om weg te lopen?
ALBUS
Scorpius? Welnee!
HARRY kijkt naar ALBUS en het is alsof hij probeert te zien of er een donker aura rond zijn zoon hangt. Hij denkt diep na.
HARRY
Ik wil dat je geen contact meer hebt met Scorpius Malfidus.
ALBUS
Wat? Met Scorpius?
HARRY
Ik weet niet hoe jullie überhaupt bevriend zijn geraakt, maar dat is nou eenmaal gebeurd. Alleen wil ik nu dat je – dat je –
ALBUS
Mijn beste vriend? Mijn énige vriend?
HARRY
Hij is gevaarlijk.
ALBUS
Scorpius? Gevaarlijk? Heb je hem wel eens ontmoet? Als je werkelijk denkt dat hij de zoon van Voldemort is –
HARRY
Ik weet niet wat hij is, maar wel dat je bij hem uit de buurt moet blijven. Ban zei –
ALBUS
Wie is Ban?
HARRY
Een centaur die diep in de sterren kan kijken. Hij zei dat er een donkere wolk om je heen hangt en dat –
ALBUS
Een donkere wolk?
HARRY
Ik heb goede reden om aan te nemen dat de Duistere Magie weer in opkomst is en daar wil ik je tegen beschermen. Tegen hem. Tegen Scorpius.
ALBUS aarzelt even, maar dan verstrakt zijn gezicht.
ALBUS
En als ik weiger? Om geen contact meer met hem te hebben?
HARRY kijkt naar zijn zoon en denkt vlug na.
HARRY
Er bestaat een kaart. Vroeger werd die gebruikt door leerlingen die verboden dingen wilden doen, maar nu gaan wij hem gebruiken om jou in de gaten te houden – vierentwintig uur per dag. Professor Anderling zal je geen moment uit het oog verliezen. Zodra ze merkt dat jullie bij elkaar zijn, komt zij er meteen tussen. Zodra ze merkt dat je Zweinstein probeert te verlaten, haalt ze je direct terug. Je gaat naar je lessen, die je voortaan niet meer samen met Scorpius zult volgen, en buiten lestijd blijf je in de leerlingenkamer van Griffoendor!
ALBUS
Je kunt me niet dwingen om naar Griffoendor te gaan! Ik zit in Zwadderich!
HARRY
Speel geen spelletjes met me, Albus! Je weet heel goed tot welke afdeling je behoort! Als de professor jou met Scorpius betrapt – dan spreek ik een spreuk over je uit waardoor ik elke beweging die je doet kan zien, met elk gesprek dat je voert kan meeluisteren. En ondertussen laat ik mijn departement een onderzoek instellen naar zijn ware afkomst.
ALBUS (begint te huilen)
Maar pa – je kan niet – dat is gewoon niet...
HARRY
Ik heb heel lang gedacht dat ik tekortschoot als vader omdat je me niet aardig vond. Pas nu besef ik dat je me ook helemaal niet aardig hoeft te vinden. Je hoeft me alleen maar te gehoorzamen, omdat ik inderdaad je vader ben en het ook werkelijk beter weet. Het spijt me, Albus, maar het is niet anders.