16

De beeldhouwer zoog het laatste leven uit zijn nederwiet-joint en stond op. Mikkie onderbrak zijn verhaal even en in die stilte brulde de kunstenaar: ‘Ik ga werken!’ Jos, die gehypnotiseerd naar Mikkie had zitten luisteren

en in gedachten met het zendertje zat te spelen dat deze aan boord had gevonden, rolde bijna van de bank van schrik.

Zonder verder iets te zeggen beende de beeldhouwer terug naar zijn werkplaats. Mikkie dronk de laatste slok uit de wijnfles.

Toenjos zijn evenwicht weer hersteld had, zei hij: ‘Goed, we gingen biefstukken eten, en toen?’

‘Ja, luister nou ‘s even,’ Mikkie boog zich naar hem toe tot hun gezichten vlak bij elkaar waren, ‘kun je je echt helemaal niets herinneren?’

Jos schudde zijn hoofd. Als hij probeerde erover na te denken overviel hem een soort zware vermoeidheid. Er was wel iets, flarden… Hij herinnerde zich iets met een hond, maar wat precies? Als hij luisterde naar de verhalen die de anderen over hem vertelden dan was het alsof het iemand anders betrof. Maar de dooie in zijn bed, het eerste moment dat zijn vingers het rubberachtige lijk hadden betast, dat lag kersvers in zijn geheugen. Er moest een rode draad zijn die dat feit en al die andere onbegrijpelijkheden met elkaar verbond. ‘Vertel nou verder,’ drong hij aan.

Mikkie ging rechtop zitten en vervolgde op zijn afgemeten soldatentoon: ‘Na het eten zijn jullie, dat wil zeggen O’Keefe, Birch, Coca, Freddy en jij, echt gaan spelen.’

‘En Bodo dan? En die Duitser? Die Werner?’

‘Die zijn opgestapt toen jullie zaten te eten. Jullie hadden die Mof immers al vijfhonderd ballen lichter gemaakt. Toen zij weg waren zijn jullie serieus aan de slag gegaan en hebben jullie Freddy helemaal leeg gespeeld. Jij alleen hebt ‘m een kleine tien mille afgenomen. O’Keefe en Birch gingen ook met een volle beurs weg. En zelfs Coca die helemaal niet spelen kan, heeft iets gewonnen. Ik moest steeds denken aan die voorspellende droom van je.’

Jos knikte. Hij had dus inderdaad de raad van zijn grootmoeder opgevolgd. Van Josefina wist hij dat de poen voor Kareis begrafenis bestemd was. Wat was er dan gebeurd

toen hij dat geld bij elkaar had? Waarom was hij niet naar huis gegaan? Waar was hij blijven steken?

“t Is niet eens laat geworden, weetje,’ zei Mikkie. ‘Om een uur of negen gingen jullie pleite. Jij dus met Coca. Ze viel als een bom op je, man. Ik heb toen de troep opgeruimd en ben vroeg naar bed gegaan. Wat jullie zijn gaan doen weet ik natuurlijk niet.’

Jos zat even in gedachten. ‘En deze dingen?’ Hij hield het afluisterapparaatje omhoog.

‘Die moeten geplaatst zijn na dat gedoe met die pistole-ros. Tijdens de verwarring die er toen even was. Of toen ik die jongens wegbracht, samen met Bodo.’

‘Door wie?’ vroeg Jos.

‘Goeie vraag.’ Mikkie wilde nog een slok nemen maar de fles was leeg. ‘Door die Werner denk ik.’

‘Enig idee waarom?’

‘Tja…’ Mikkie haalde zijn schouders op en strekte zijn benen. ‘Ik heb twee theorieën. In de eerste gaat ‘t om mezelf. Duitse onderwereldfiguren proberen op het ogenblik een greep te krijgen op de gokbusiness. Dat komt door de vestiging van de grote hotels in de binnenstad. Dat lokt tuig uit de hele wereld aan. Die moffen willen misschien weten wat er bij mij aan boord gebeurt.’

‘En je andere theorie?’

‘Is dat een van de aanwezigen geschaduwd werd of wordt.’

‘Wie denk je?’

Mikkie stond op en begon heen en weer te lopen. ‘In principe komt iedereen daarvoor in aanmerking. Jij. Ik. Maar ik gok op…’

Het gegier van een boor door een stalen plaat maakte het gesprek even onmogelijk. En toen de beeldhouwer met het boren klaar was sloeg hij een tijdje met ijzer op ijzer, een geluid dat Jos door merg en been ging.

Toen het weer stil was, zei Mikkie: ‘Coca.’

‘Inez?’ Dat was nou wel het laatste wat Jos had verwacht.

‘Coca,’ knikte Mikkie. ‘Alles wijst erop.’

‘Wat dan?’

‘Eens in de zoveel tijd komt ze hier binnenvallen en altijd komt Bodo dan ook toevallig langs en altijd brengt hij iemand mee. Dit keer dus die Werner. En altijd maakt ze kennis met die mensen.’

‘Dus je denkt dat Bodo een contactman is.’

‘Heb ik dat gezegd? Dat denk jij dus,’ zei Mikkie, nogal fel.

‘Maar Inez zit al jaren niet meer in de business.’

‘Hoe weetje dat?’

‘Omdat ik dat mens goed gekend heb,’ antwoordde Jos. ‘Ja, vroeger heeft ze een beetje gedeald, maar ze is sinds jaren getrouwd met een vent die volkomen straight is.’

‘Hoe weetje dat?’ vroeg Mikkie, terwijl hij door een patrijspoort naar de wolken boven de daken van de Oude Schans tuurde.

‘Dat ze getrouwd is?’

‘Dat die kerel volkomen straight is.’

‘Tja…’ En hij hoorde zelf dat de stilte die na dat woordje viel eigenlijk zijn antwoord was.

Ze zwegen een tijdje. Mikkie stond met zijn handen in zijn zakken naar buiten te kijken. Ten slotte draaide hij zich om en keek Jos peinzend aan: ‘Ik zal je nog ‘s wat anders vertellen, Jos. Ik vermoed al een hele tijd dat Freddy een undercoveragent is van de dea in Den Haag.’

‘Freddy?’ vroeg Jos ongelovig.

Mikkie knikte.

‘Maar Freddy is de grootste cokesnuiver van allemaal!’

‘Right. Dus hij wordt gechanteerd door de dea. Ze gebruiken hem. Hij moet voor ze werken, anders draait hij in de States de bak in.’

‘Sodemieter…’ zei Jos geschokt.

‘Al die poen die hij in de stad aan speeltafels verliest krijgt

hij van de Amerikaanse ambassade in Den Haag,’ zei Mik-kie.

‘Waarom in godsnaam?’

‘Daarmee koopt hij zich in, man. Hij zit met het neusje van de zalm in de dopebusiness te gokken en coke te snor-ten, begrijp je.’

Jos begreep het.

‘Dat zou dus betekenen dat Freddy en die Werner samenwerken. ‘

‘Nou word je wakker.’ Mikkie ging weer tegenover hem zitten en begon te fluisteren, misschien omdat de beeldhouwer hem niet mocht horen, misschien omdat hij onder de indruk was van zijn eigen woorden.

‘Ik heb ‘t geanalyseerd,’ zei hij. ‘Ik ben er nog wel niet helemaal uit, maar ik denk dat die hele nepoverval een schijnmanoeuvre was. Die spuitertjes werken ook voor Freddy.’

‘Een schijnmanoeuvre? Maar waarom in Godsnaam?’

‘In ieder geval oxn die geluidsapparatuur op mijn boot te plaatsen. Maar er was meer aan de hand. Ze hadden alleen niet op die hond van Coca gerekend. Dus wat ze ook van plan waren is niet door gegaan.’

‘Dus Freddy en die twee spuiters… en Werner… dat was allemaal komedie.’

‘En Bodo. Die werkt ook voor Werner.’

‘Fuck him,’ zei Jos.

‘Bedankt, maar ik heb liever Coca. Hoe was ze?’

‘Hou op, man. Ik heb toch gezegd dat ik niks meer weet?’ Plotseling was Jos nijdig, hij begreep zelf niet goed waarom. Hij wilde opstaan en zich aan zijn krukken omhoog trekken, maar om de een of andere reden had hij zijn gewicht verkeerd verdeeld en hij viel terug op de bank. Mikkie keek schijnbaar onbewogen toe.

Jos probeerde het opnieuw. Terwijl hij bezig was vroeg Mikkie: ‘Hoe is ‘t met je revalidatie?’

‘Gaat steeds beter. Twee keer per week naar de fysiotherapeut. Ik moet morgen weer.’

‘Kyn je je benen al gebruiken?’

‘Een paar stappen.’ Hij hing nu tussen zijn krukken en dacht even na. Zou hij Mikkie toch vertellen over het lijk in zijn bed?

Buiten sloeg de klok van de Montelbaanstoren. Zes galmende slagen verspreidden zich over het kruispunt van grachten waaraan de toren stond. Het schoot hem te binnen dat hij om zes uur met Josefina in De Piraat had afgesproken.

‘Ik moet weg,’ zei hij.

‘Ik zal je even naar boven helpen,’ bood Mikkie aan.

‘Dat lukt wel,’Jos begon naar de trap te lopen. Mikkie begeleidde hem.

‘Ik ben ergens mee bezig,’ zei Jos. ‘Als ik meer weet breng ik je op de hoogte. Maar watje zegt over Freddy… dat heeft er mee te maken.’

Ze stonden bij de trap en keken elkaar aan.

‘Als je hulp nodig hebt,’ zei Mikkie. ‘Je weet me te vinden.’

‘Bedankt maatje.’Jos gaf hem een por tussen zijn ribben. ‘Hé ouwe reus!’ riep hij naar de kunstenaar aan de andere kant van het ruim. ‘Bedankt voor je gastvrijheid!’

Maar de kunstenaar, die aan zijn werktafel bezig was, keek niet op.

‘Die hoort je niet,’ zei Mikkie. ‘Hij is stokdoof.’