Amy Elliott Dunne
De avond van de terugkeer
Hij draait zich om. Als hij me ziet staan, zie ik hem schrikken. Dat komt me goed van pas. Omdat ik hem niet laat gaan. Hij mag dan denken dat hij al die vleiende woorden waarmee hij me terug naar huis wilde lokken niet meende, maar ik weet wel beter. Ik weet dat Nick niet op die manier kan liegen. Ik weet dat de waarheid pas tot hem doordrong toen hij al die aardige dingen zei. Ping! Als je zo van elkaar hebt gehouden als wij in die eerste jaren dan gaat dat in je botten zitten. Onze liefde kan tijdelijk in remissie gaan, maar kan altijd weer terugkomen. Zoals de zoetste kanker.
Onwaarschijnlijk? Stel dat het woord voor woord gelogen was? Dan kan ik alleen maar zeggen dat hij het verrekte slim heeft aangepakt. Juist als hij zo is vind ik hem aantrekkelijk. Vrouwen houden van het type man dat hij veinsde te zijn. En ík dus ook. Dat is de man die ik wil als echtgenoot. Dat is de man voor wie ik heb getekend. Dat is de man die ik verdien.
Dus hij kan kiezen: of hij houdt van me zoals hij ooit van me hield of ik ga hem temmen en verander hem terug in de man met wie ik ben getrouwd. Ik ben dat gedoe van hem meer dan zat.
‘Speel het spelletje nou mee, Nick’ zeg ik.
‘Nee, Amy.’
‘Ik kan je kapotmaken, Nick.’
‘Dat heb je al gedaan, Amy.’ Ik zie hem trillen van woede. ‘Waarom wil je in godsnaam bij me blijven? Ik ben saai, doorsnee, ik ben niet interessant, niet inspirerend. Ik ben niet tegen je opgewassen. Hoe vaak heb je dat de afgelopen jaren niet tegen me gezegd?’
‘Alleen omdat je je best niet meer deed,’ zeg ik. ‘Je was volmaakt als je bij mij was. Wij als stel waren volmaakt, in het begin. Maar je deed je best niet meer. Waarom niet?’
‘Ik hou niet meer van je.’
‘Maar waaróm niet?’
‘Omdat jij niet meer van mij houdt. We vormen een zieke möbiusband, Amy, we vergiftigen elkaar. We waren onszelf niet toen we verliefd op elkaar werden en toen we eindelijk onszelf werden – o, verrassing! – werden we giftig. We vullen elkaar op een akelige, foute manier aan. Je houdt niet van míj, Amy. Je mag me niet eens. Laten we gaan scheiden. Laten we uit elkaar gaan en proberen gelukkig te worden.’
‘Ik wil niet scheiden, Nick. Vergeet het maar. Als jij bij mij probeert weg te gaan, offer ik míjn leven op om jóúw leven tot een hel te maken. Dat zweer ik je. En je weet dat ik dat kan.’
Hij loopt als een gekooide tijger heen en weer. ‘Zie je dan niet dat we een slechte invloed op elkaar hebben, Amy? Twee van de meest behoeftige mensen op aarde die met elkaar opgescheept zitten. Als jij niet van mij wilt scheiden, ga ik van jou scheiden.’
‘O ja?’
‘Ja, ik ga van je scheiden. Maar eigenlijk zou jij van mij moeten scheiden. Ik weet al wat je denkt, Amy. Je bent bang dat het geen goed verhaal wordt: Amazing Amy doodt haar krankzinnige ontvoerder en keert terug naar haar man… om te scheiden. Je vindt het geen triomf.’
‘Het ís ook geen triomf.’
‘Bekijk het eens van een andere kant. Jouw verhaal is geen saai, serieus jaren negentig-overwinnaarsverhaal. Absoluut niet. Jij bent een sterke, levenslustige, onafhankelijke vrouw, Amy. Je hebt eerst je ontvoerder gedood en vervolgens de bezem door je huwelijk gehaald en die sukkel van een overspelige echtgenoot eruit gegooid. Vrouwen zullen je op handen dragen. Je bent geen bang slachtoffer. Je bent een macho-vrouw die recht op haar doel afgaat. Zo moet je het zien. Je weet dat ik gelijk heb. Het tijdperk van vergeving is voorbij. Passé. Denk aan al die vrouwen – vrouwen van politici, filmsterren – die bedrogen zijn. Niemand blijft nog bij een man die vreemdgaat. Het is niet meer steun je man in voor- en tegenspoed maar ga scheiden van die klootzak.’
Even haat ik hem omdat hij nog altijd onder ons huwelijk probeert uit te komen terwijl ik hem duidelijk heb gezegd dat daar geen sprake van kan zijn. Hij denkt nog altijd dat hij me in zijn macht heeft.
‘Dus als ik niet van jou wil scheiden, ga jij van mij scheiden?’ vraag ik.
‘Ik wil niet getrouwd zijn met een vrouw als jij. Ik wil een normale vrouw.’
De smeerlap.
‘Ach zo. Je wilt dus terug naar die lamlendige loser die je was? Je wilt je uit de voeten maken? Vergeet het maar. Je kunt geen doodsaaie Amerikaan in Missouri worden die met zijn doodsaaie buurvrouw trouwt. Dat heb je al eens geprobeerd, weet je nog wel, lieve schat? Ook al zou je het willen, dan nog kan dat niet meer. Je zult gezien worden als de behaagzieke klootzak die zijn ontvoerde vrouw in de steek heeft gelaten. Denk je nu echt dat je nog een leuke vrouw kunt krijgen? Jij krijgt alleen nog…’
‘Psychopaten? Krankzinnige psycho-trutten?’ Hij wijst woest met een vinger in mijn richting.
‘Noem me niet zo.’
‘Psycho-trut?’
Het zou zo simpel zijn om me op die manier te kunnen afschrijven. Hij zou niets liever willen dan dat.
‘Alles wat ik doe, doe ik met een reden, Nick,’ zeg ik. ‘Alles wat ik doe vergt planning, precisie en discipline.’
‘Je bent een zielige, egoïstische, manipulatieve, gedisciplineerde psycho-trut…’
‘Jij bent een man,’ zeg ik. ‘Je bent een luie, saaie, laffe doorsneeman die bang is voor vrouwen. Zonder mij zou je dat nog altijd zijn, ad nauseam. Maar ik heb iemand van je gemaakt. Ik heb het beste in je naar boven gehaald. Dat weet je zelf maar al te goed. Je hield alleen van jezelf toen je je voordeed als iemand die ik leuk zou kunnen vinden. Zonder mij ben je net je vader.’
‘Zeg dat niet, Amy.’ Hij balt zijn vuisten.
‘Denk je niet dat je vader net als jij gekwetst is door een vrouw?’ Ik zeg het bevoogdend, alsof ik tegen een puppy praat. ‘Denk je niet dat hij net als jij vond dat hij beter verdiende? Denk je nu echt dat jouw moeder zijn eerste keus was? Waarom denk je dat hij zo’n hekel had aan jullie?’
Hij doet een stap in mijn richting. ‘Hou op, Amy.’
‘Denk toch na, Nick. Al vond je een lieve, gewone vrouw, dan nog zou je elke dag aan mij denken. Zeg eens dat het niet zo is.’
‘Dat is niet zo.’
‘Hoe snel vergat je die kleine Andie toen je dacht dat ik weer van je hield?’ Ik zeg het op een ach-arme-schattoon. Ik trek zelfs een pruilmondje. ‘Eén liefdesbriefje, lieverd? Was er maar één liefdesbriefje voor nodig? Twee? Twee briefjes waarin ik zweer dat ik van je hou en je terug wil, waarin ik zeg dat ik je geweldig vind – was dat genoeg voor jou? Je bent GEESTIG, je bent WARM, je bent BRILJANT. Stumper dat je bent. Denk je echt dat je ooit weer een normaal leven kunt leiden? Ook al vind je een leuke vrouw, dan denk je toch aan mij. Je zult ontevreden zijn en je gevangen voelen in je saaie, normale leventje met je doorsneevrouw en je twee doorsneekinderen. Je zult aan mij denken, en als je dan naar je vrouw kijkt, denk je: Stomme trut.’
‘Hou je kop, Amy. Ik meen het.’
‘Net als je vader. Wij vrouwen zijn toch eigenlijk allemaal trutten, Nick? Stomme trut, psycho-trut.’
Hij grijpt me bij mijn armen en schudt me door elkaar.
‘Ik ben de trut die jou tot een betere persoon maakt, Nick.’
Hij zegt niets meer. Hij probeert uit alle macht zijn handen naast zijn lichaam te houden. Zijn ogen zijn nat van de tranen. Hij beeft.
‘Ik ben de trut die een man van je maakt.’
Dan voel ik zijn handen om mijn nek.