Amy Elliott Dunne
Veertig dagen vermist
Ik heb een oud touw en een lege wijnfles gevonden die ik heb gebruikt voor mijn project. En wat vermout, natuurlijk. Ik ben er klaar voor.
Discipline. Dit zal discipline en concentratie vergen. Ik weet dat ik het kan.
Ik dos me uit in Desi’s favoriete look, oftewel de tere bloem. Mijn haar los, golvend en geparfumeerd. Mijn huid is bleek na een maand binnen zitten. Ik heb me nauwelijks opgemaakt: een veegje mascara, roze-roze wangen en transparante lipgloss. Ik draag een nauwsluitend roze jurkje dat hij voor me heeft gekocht. Geen beha. Geen panty. Geen schoenen, ondanks het frisse aircoklimaat in huis. De open haard brandt en ik heb een lekker luchtje in de kamers gespoten. Als hij na de lunch ongevraagd op bezoek komt, begroet ik hem hartelijk. Ik sla mijn armen om hem heen en verberg mijn gezicht in zijn hals. Ik wrijf mijn wang tegen de zijne. Ik ben in de afgelopen weken steeds liever tegen hem gaan doen, maar deze omhelzing is nieuw.
‘Wat doe je nou, lieverd?’ zegt hij verbaasd. Hij is zo blij dat ik me bijna schaam.
‘Ik heb vannacht een vreselijke nachtmerrie gehad,’ fluister ik. ‘Over Nick. Ik werd wakker en het enige wat ik wilde was dat jij bij me was. En vanochtend… Ik kijk al de hele ochtend naar je uit.’
‘Ik kan hier altijd zijn, als je wilt.’
‘Dat wil ik,’ zeg ik, en ik hef mijn gezicht naar hem op en laat me kussen. Ik walg van zijn kus; het is een aarzelende knabbelkus, als van een vis. Het is Desi’s manier om respectvol met zijn verkrachte, mishandelde vriendin om te gaan. Hij knabbelt weer, met natte, koude lippen. Zijn handen raken me nauwelijks aan en ik kan alleen maar hopen dat het snel voorbij is. Ik heb haast. Ik trek hem tegen me aan en duw zijn lippen uiteen met mijn tong. Ik wil hem bijten.
Hij trekt zich terug. ‘Amy,’ zegt hij. ‘Je hebt een zware tijd achter de rug. Dit gaat misschien te snel. Ik wil niet dat je dit doet als je het nog te vroeg vindt. Als je het niet zeker weet.’
Ik weet dat hij mijn borsten zal moeten aanraken, ik weet dat ik hem in me zal moeten dulden, en ik wil dat het voorbij is. Ik kan me nauwelijks bedwingen hem te krabben als ik eraan denk dat het langzaam moet.
‘Ik weet het zeker,’ zeg ik. ‘Ik denk dat ik het al zeker weet vanaf dat we zestien waren. Ik was alleen bang.’
Dit betekent niks maar ik weet dat het hem diep zal raken.
Ik kus hem weer, en dan vraag ik hem of hij me naar ónze slaapkamer wil brengen.
In de slaapkamer begint hij me langzaam uit te kleden en mijn lichaam te kussen op plaatsen die niets met seks te maken hebben – mijn schouder, mijn oor – terwijl ik hem subtiel wegleid van mijn polsen en enkels. Neuk me nou gewoon, verdomme. Na tien minuten pak ik zijn hand en duw hem tussen mijn benen.
‘Weet je het zeker?’ zegt hij, en hij maakt zich van me los. Hij heeft een opgewonden blos op zijn wangen en een lok haar valt over zijn voorhoofd, net als op de middelbare school. Het lijkt wel of we nog op mijn studentenkamer zijn, zo weinig vorderingen heeft Desi gemaakt.
‘Ja, schat,’ zeg ik, en ik reik bescheiden naar zijn pik.
Na nog eens tien minuten is hij eindelijk in me en gaat hij langzaam, heel langzaam op en neer. Desi bedrijft de liefde. Hij pauzeert voor kussen en strelingen totdat ik hem bij zijn billen grijp en hem begin te duwen. ‘Neuk me,’ fluister ik, ‘neuk me hard.’
Hij stopt. ‘Het hoeft niet op die manier, Amy. Ik ben Nick niet.’
Maar al te waar. ‘Dat weet ik, lieverd, maar ik wil dat je… me vult. Ik voel me leeg vanbinnen.’
Dat komt aan. Ik trek grimassen boven zijn schouder terwijl hij nog een paar keer stoot en klaarkomt. Ik heb het bijna te laat door – o, dit is zijn klaarkomkreuntje! – en veins snel een paar o’s en ah’s en zachte miauwgeluidjes. Ik probeer wat tranen in mijn ogen te persen omdat ik weet dat hij zich voorstelt dat ik de eerste keer met hem zal huilen.
‘Lieverd, je huilt,’ zegt hij als hij uit me glijdt. Hij kust een traan weg.
‘Van geluk,’ zeg ik. Dat is wat dat soort vrouwen zegt.
‘Ik heb een paar martini’s gemixt,’ kondig ik aan – Desi houdt van een decadent middagdrankje – maar wanneer hij aanstalten maakt om zich aan te kleden en de drankjes te halen, probeer ik hem zover te krijgen dat hij in bed blijft.
‘Ik wil voor de afwisseling eens iets voor jóú doen,’ zeg ik.
Ik haast me naar de keuken waar ik twee grote martiniglazen pak. In mijn eigen glas doe ik gin en een olijf, in het zijne drie olijven, gin, olijvensap, vermout en mijn laatste slaappillen, die ik alle drie fijnstamp.
Ik loop met de martini’s terug naar de slaapkamer. We nestelen ons knuffelend tegen elkaar aan. Ik neem zo nu en dan een flinke slok van mijn gin. Mijn gespannen zenuwen moeten worden verdoofd.
‘Vind je je martini niet lekker?’ vraag ik. Hij heeft pas één slok genomen. ‘Ik stel me altijd voor dat ik je vrouw ben en martini’s voor je mix. Raar, hè?’
Ik begin te pruilen.
‘O, schatje, dat is toch niet raar? Ik wou er alleen lang van genieten. Maar…’ hij slaat het glas in één keer achterover, ‘als jij je nu beter voelt!’
Hij is uitgelaten, triomfantelijk. Zijn pik is glibberig van zijn veroveringstocht. Hij is, in wezen, net als alle mannen. Al snel wordt hij slaperig en het duurt niet lang of hij ligt te snurken.
Ik kan beginnen.