voedselmachine.pdf

Nieuwe methoden

Een team wetenschappers uit Gent is op dit moment een volkomen nieuwe methode aan het uitproberen. Deze onderzoekers bestrijden een zweetgeur met bacteriën. Ze desinfecteren oksels, smeren ze in met reukloze bacteriën en kijken dan op de klok. Na een paar minuten mag de proefpersoon zijn hemd weer aantrekken en naar huis gaan, maar ze komen steeds terug en dan ruiken de experts aan hun lichaam. De eerste uitkomsten zijn vrij goed: bij veel proefpersonen konden de neutraal ruikende bacteriën de stinkende verjagen.

Dezelfde methode wordt tegenwoordig ook gebruikt bij stinkende openbare toiletten in de Duitse stad Düren. Een bedrijf heeft een bacteriënmix ontwikkeld waarmee je net als met een schoonmaakmiddel schoon kunt maken. De neutraal ruikende bacteriënmix kan zich vermeerderen en neemt de ruimte in van de stinkende bacteriën. Het idee om sanitair met bacteriën schoon te maken is geniaal, maar helaas zijn de producenten niet bereid de samenstelling bekend te maken. Daardoor is het moeilijk het product wetenschappelijk te beoordelen. De stad Düren schijnt veel succes te boeken met dit experiment.

Deze nieuwe bacteriënconcepten bewijzen al één ding: hygiëne betekent niet dat je alle bacteriën doodt. Hygiëne is een gezond evenwicht tussen voldoende goede bacteriën en weinig slechte. Dat betekent: een verstandige bescherming tegen echte gevaren en vaak het doelbewust vermeerderen van goede bacteriën. Als je dat voor ogen houdt, kun je het ook weer eens zijn met oude wijsheden, zoals die van de Amerikaanse schrijfster Suellen Hoy: ‘Vanuit het standpunt van een Amerikaanse vrouw uit de middenklasse (ook een doorgewinterde reizigster) die de bewijzen tegen elkaar heeft afgewogen, is het zeker beter om schoon te zijn dan vies.’

Antibiotica

Antibiotica zijn een betrouwbaar middel om gevaarlijke ziekteverwekkers te doden. En hun familie. En hun vrienden. En hun kennissen. En verre kennissen van de kennissen. Daardoor zijn ze het beste wapen tegen gevaarlijke bacteriën, en het gevaarlijkste wapen tegen de beste bacteriën. Wie produceert de meeste antibiotica? Bacteriën. Hè?

Antibiotica zijn de wapens waarmee vijandelijke schimmels en bacteriën elkaar bestrijden.

Sinds onderzoekers dat hebben ontdekt, worden in farmaceutische bedrijven massaal bacteriën gehouden. In enorme vaten met vloeistof (tot wel honderdduizend liter) groeien zo onvoorstelbaar veel bacteriën dat je dat bijna niet in cijfers kunt uitdrukken. Zij produceren antibiotica, wij maken ze schoon en persen deze stof in pilvorm. Dit product heeft een goed effect, vooral in de VS. Bij een onderzoek naar het effect van antibiotica op de darmflora waren in het hele gebied van San Francisco en de omringende steden slechts twee personen die in de voorgaande twee jaar geen antibiotica hadden gebruikt. Een op de vier Nederlanders krijgt gemiddeld één keer per jaar een antibioticum. De meest voorkomende reden hiervoor is een verkoudheid. Iedere microbioloog zou hiervan gruwen, omdat een verkoudheid meestal niet eens wordt veroorzaakt door bacteriën, maar door virussen!

Antibiotica doen drie dingen: bacteriën kapot perforeren, bacteriën vergiftigen en bacteriën onvruchtbaar maken. Deze medicijnen zijn dus helemaal niet in staat om iets tegen virussen te doen, zodat antibiotica bij de meeste verkoudheden volkomen nutteloos zijn. Als iemand zich na inname toch beter voelt, komt dat door het placebo-effect of door het werk van het eigen immuunsysteem. Maar door deze zinloze inname worden veel nuttige bacteriën gedood, en dat is slecht voor je. Om dat te voorkomen kun je je huisarts bij een onduidelijke infectie vragen om een PCT-test (procalcitoninetest). Deze test laat zien of de verkoudheid wordt veroorzaakt door bacteriën of virussen. Hij kost vijfentwintig euro en wordt door de meeste ziektekostenverzekeraars niet vergoed. Maar vooral als kleine kinderen een onduidelijke infectie hebben, is het wel de moeite waard deze test te overwegen.

Als het echt nodig is om antibiotica te gebruiken, dan moet dat maar. De nadelen wegen dan zeker op tegen de voordelen. Bijvoorbeeld bij een zware longontsteking of als een kind een bijzonder nare infectie heeft; dan kan een klein pilletje een leven redden. Antibiotica zorgen ervoor dat de bacteriën zich niet vermeerderen en dan doodt het immuunsysteem alle overgebleven ziekteverwekkers, zodat de patiënt snel opknapt. Daar betalen we weliswaar een prijs voor, maar feitelijk is het een goede zaak.

De meest voorkomende bijwerking is diarree. Als je geen diarree krijgt, merk je de volgende ochtend misschien dat je meer ontlasting hebt dan normaal. Feitelijk is dat een grote hoeveelheid dode darmbacteriën. De antibioticapil gaat niet van de mond naar de verkouden neus, maar zakt meteen door naar de maag en van daaruit naar de darm. Voordat hij daarvandaan in het bloed en daarna – onder andere – naar de neus gaat, wordt de verzameling micro-organismen in de darm eerst geperforeerd, vergiftigd en onvruchtbaar gemaakt. Het resultaat is een indrukwekkend slagveld dat je dus tijdens het eerstvolgende toiletbezoek kunt bekijken.

Antibiotica kunnen de darmflora sterk veranderen. De hoeveelheid verschillende micro-organismen in de darm neemt hierdoor af en hun capaciteiten kunnen veranderen. Bijvoorbeeld de hoeveelheid cholesterol die kan worden opgenomen, of welke vitamine (zoals de huidvriendelijke vitamine H) wordt geproduceerd en of welke voeding wordt verteerd. Vooral de antibiotica metronidazol en gentamycine hebben in eerste studies in Harvard en New York sterke veranderingen van de darmflora laten zien.

Lastig zijn antibiotica voor kleine kinderen en oudere patiënten. Hun darmflora is toch al veel instabieler en herstelt zich na de behandeling slechter. Uit onderzoeken in Zweden is gebleken dat bij kinderen tot twee maanden na de antibioticakuur duidelijke veranderingen in hun darmflora te zien waren: hier bevonden zich meer potentieel slechte bacteriën en minder goede zoals Bifidobacteriën en Lactobacillen; de gebruikte antibiotica waren ampicilline en gentamycine. Er zijn maar negen kinderen onderzocht, wat dit alles niet bepaald veelzeggend maakt, maar toch is dit de enige studie over dit onderwerp. De uitkomst moet dus met enige terughoudendheid worden bekeken.

Een nieuwer onderzoek onder gepensioneerden in Ierland laat een duidelijke tweedeling zien: veel darmen herstelden zich na een antibioticakuur heel goed, terwijl andere permanent waren veranderd. De oorzaken daarvoor zijn nog volkomen onduidelijk. Het vermogen om na hevige gebeurtenissen weer stabiel te worden, heet bij de darm net als in de psychologie ‘resilient’.

De onderzoeken naar de gevolgen op de lange termijn zijn nog op de vingers van één hand te tellen, ook al worden antibiotica al meer dan vijftig jaar gebruikt. De reden is de techniek: de benodigde apparatuur voor dergelijke onderzoeken is nog maar een paar jaar oud. Het enige effect dat inmiddels is bewezen, is het ontstaan van resistentie. Zelfs twee jaar na inname van antibiotica bevinden zich in de darm nog slechte bacteriën die hun achterachterkleinkinderen over die oorlog tegen antibiotica verhalen vertellen.

voedselmachine.pdf

Zij hebben het antibioticum weerstaan en overleefd. En daar is een goede reden voor: indertijd hebben zij resistentietechnieken ontwikkeld, bijvoorbeeld door kleine pompjes in hun celwanden in te bouwen. Daarmee pompten ze het antibioticum uit zichzelf op, zoals de brandweer water uit een ondergelopen kelder. Veel bacteriën vermommen zich, zodat antibiotica hun wanden niet herkennen en dus niet kunnen perforeren. Weer andere maken gebruik van hun vermogen dingen te splitsen – zij bouwen gereedschap waarmee ze ook antibiotica kunnen verslaan.

Het probleem is dat antibiotica zelden alle bacteriën doden. Ze doden bepaalde gemeenschappen, afhankelijk van het gif dat ze gebruiken. Er zijn ook altijd bacteriën die overleven of die ervaren vechtersbazen worden. Als je heel ziek wordt, kunnen juist deze vechtersbazen problemen veroorzaken: hoe resistenter ze zijn, hoe moeilijker het wordt ze nog met antibiotica te bestrijden.

Elk jaar overlijden in Europa duizenden mensen door bacteriën die zo resistent zijn dat geen enkel medicijn nog werkt. Als het immuunsysteem na een operatie verzwakt is of de resistente ziektekiemen na lange antibioticakuren in de meerderheid zijn, dan wordt het gevaarlijk. Nieuwe medicijnen worden bijna niet meer ontwikkeld, doordat dit domweg niet genoeg geld oplevert voor farmaceutische bedrijven.

Als je niet betrokken wilt worden bij een onnodige antibiotica-darmoorlog heb je misschien iets aan deze vier adviezen:

1. Neem niet onnodig antibiotica. En als je ze al een keer moet nemen, doe het dan alsjeblieft lang genoeg. Lang genoeg, omdat niet erg handige resistentie-strijders het op een bepaald moment opgeven en onder de voet kunnen worden gelopen. Daardoor blijven ten slotte alleen die bacteriën over die sowieso zouden zijn overgebleven. De rest is in elk geval naar de andere wereld geholpen.

2. Eet biologisch vlees. De resistente bacteriën verschillen van land tot land. Verbazingwekkend vaak staat dit in nauw verband met de antibiotica uit de veehouderij. In landen als India of Spanje wordt vrijwel niet gecontroleerd hoeveel antibiotica de dieren krijgen toegediend, waardoor enorme hoeveelheden resistente bacteriën in de darmen ontstaan. Daar komen dan ook bij mensen duidelijk meer onbehandelbare infecties voor dan in andere gebieden. Bij ons zijn hiervoor wel regels, maar zelfs die zijn belachelijk onduidelijk. Veel veeartsen verdienen dan ook hun geld met de semi-illegale ‘antibioticahandel’.

Pas sinds 2006 geldt binnen de EU het verbod om ‘prestatieverhogende middelen’ aan veevoer toe te voegen. Prestatieverhogend betekent hier onder andere: de prestatie van een dier om niet in een smerige, overvolle stal dood te gaan. Deze prestatie is heel goed te bevorderen met antibiotica. Dieren uit biostallen mogen alleen bepaalde hoeveelheden antibiotica krijgen, en als de veehouder deze overschrijdt moet het vlees worden verkocht als ‘normaal’ vlees, zonder biologisch keurmerk. Als het even kan, zou je dus een paar euro meer moeten uitgeven – tegen resistente veestapels en voor de vrede in de darm. Je merkt het niet meteen, maar zo investeer je wel in een veiliger toekomst.

3. Was groente en fruit goed. Ook dat heeft met het houden van dieren te maken, want de poep van ons vee wordt gebruikt als mest op de akker. Fruit en groenten worden in Nederland niet onderzocht op antibiotica, en al helemaal niet op resistente darmbacteriën – in melk, eieren en vlees worden in elk geval nog bepaalde grenswaarden gecontroleerd. Je kunt dus beter een keer te vaak wassen dan een keer te weinig. Kleine hoeveelheden antibiotica kunnen bij bacteriën al resistentie veroorzaken.

4. Houd tijdens je vakantie je ogen open. Eén op de vier vakantiegangers brengt uiterst resistente ziektekiemen mee terug. De meeste zijn na een paar maanden verdwenen, maar sommige blijven heel lang bij ons. Pas vooral op in landen als India. In Azië en het Midden-Oosten moet je je handen heel vaak wassen, en groente en fruit grondig schoonmaken, desnoods met gekookt water. In Zuid-Europa is het ook opletten geblazen. ‘Kook het, pel het of laat het staan’ is niet alleen een verstandig advies om diarree te voorkomen, maar ook als bescherming tegen ongewenste resistentiesouvenirs voor jezelf en je gezinsleden.

Zijn er alternatieven voor antibiotica?

Planten (schimmels zoals de penicillineschimmel zijn geen planten, maar worden wel tot de levende wezens gerekend) maken antibiotica die al eeuwen hun werk doen zonder resistentie te veroorzaken. Als planten knakken of als er gaten in vallen, moeten ze op die plek micro-organismen-vijandelijke stoffen produceren, anders zou de plant binnen korte tijd een feestmaal zijn voor de bacteriën uit zijn omgeving. Voor een beginnende verkoudheid, een urineweginfectie of een ontsteking in de mond- of keelholte kun je bij de apotheek plantaardige antibiotica in geconcentreerde vorm kopen. Er zijn bijvoorbeeld producten te koop met mosterd- of rammenasolie en kamille- of salie-extracten. Zij kunnen soms niet alleen bacteriën, maar ook virussen reduceren. Op die manier heeft ons immuunsysteem minder te doen en dus een grotere kans de boosdoeners te verdrijven.

Bij een ernstige ziekte of een ziekte die niet zichtbaar verbetert, zijn dergelijke plantaardige middelen geen oplossing. Ze kunnen dan zelfs schade aanrichten, doordat er te lang met het gebruik van echte antibiotica wordt gewacht. De afgelopen jaren komt door een infectie veroorzaakte hart- en oorschade bij kinderen duidelijk vaker voor, bijvoorbeeld als ouders eigenlijk willen voorkomen dat hun kind te veel antibiotica binnenkrijgt. Dit besluit kan echter ook fatale gevolgen hebben. Een goed opgeleide dokter schrijft niet altijd meteen antibiotica voor, maar zegt ook duidelijk wanneer dat wel noodzakelijk is.

Als je antibiotica gebruikt, speel je eigenlijk een machtsspelletje: je trekt daarbij met een grote legermacht ten strijde tegen gevaarlijke bacteriën, en zij vechten met nog gevaarlijker resistenties terug. Ieder van ons sluit een deal als hij deze medicijnen inneemt: wij offeren onze goede bacteriën op in de hoop het slechte te bestrijden. Bij een kleine verkoudheid is dat tegenwoordig een slechte, maar bij een ernstige ziekte een lonende deal.

Er bestaat nog geen soortenbescherming voor darmbacteriën. We kunnen met zekerheid zeggen dat we sinds de ontdekking van antibiotica veel erfstukken van de familie hebben vernietigd. De ruimte die hierdoor in de darm is vrijgekomen, zou zo goed mogelijk moeten worden bezet, en daarvoor zijn er de probiotica. Ze helpen de darm om na het afweren van echte gevaren een gezond evenwicht terug te vinden.

Probiotica

Elke dag krijgen we vele miljarden levende bacteriën binnen. Ze zitten op rauw voedsel, enkele overleven het zelfs als ze worden gekookt, we likken onbewust aan onze vingers, slikken onze mondbacteriën door of kussen het bacterielandschap van een ander mens. Een deel van deze bacteriën overleeft zelfs de sterke maagzuren en de aanvallende verteringsprocedure, en komt dan levend en wel aan in de dikke darm.

Het grootste deel van deze bacteriën kent niemand – waarschijnlijk doen ze ons niets, of ze doen iets goeds wat we nog niet hebben ontdekt. Een paar zijn ziekteverwekkers, maar kunnen ons over het algemeen geen kwaad doen, omdat er te weinig van zijn. Slechts een fractie van deze bacteriën hebben we helemaal gecontroleerd en is door officiële instanties ‘goed’ verklaard. Deze bacteriën mogen zichzelf probiotica noemen.

In de supermarkt sta je voor het koelschap en zie je het woord ‘probiotisch’ op een pak yoghurt staan. Je hebt echt geen idee wat hiermee wordt bedoeld of hoe het werkt, maar velen van ons zijn de reclamespotjes daarvoor nog niet vergeten. Het immuunsysteem wordt versterkt en een eventuele verstopping opgeheven; ook daarom wordt er mond-tot-mondreclame voor dat product gemaakt. Dat is mooi. Daar geef ik ook graag een euro meer voor uit. En hup, dan heb je opeens probiotica in je karretje, daarna in je koelkast en vervolgens in je mond.

Mensen eten al eeuwen probiotische bacteriën; als dat niet zo was, waren we er niet. Dat hebben ook een paar Zuid-Amerikanen moeten constateren: Zij brachten zwangere vrouwen naar de Noordpool die daar hun kind moesten krijgen. De achterliggende gedachte was de oliereserves daar later legitiem te kunnen oppompen, nadat ze daarvoor toestemming hadden gekregen van degenen die er waren geboren. Het resultaat: de baby’s stierven, sommige pas op de terugweg. De Noordpool is zo koud en steriel dat de baby’s domweg niet genoeg bacteriën kregen. Alleen al de normaal warme omstandigheden en de ziektekiemen op de terugweg betekenden de dood voor deze zuigelingen.

Nuttige bacteriën zijn belangrijke bestanddelen van ons leven en zijn altijd om en op ons te vinden. Onze voorouders wisten dat niet, maar deden intuïtief heel veel goed: zij beschermden hun eten tegen slechte afvalbacteriën, maar vertrouwden op de goede bacteriën, bijvoorbeeld door met behulp daarvan hun eten houdbaar te maken. In elke cultuur bestaan traditionele gerechten die door nuttige micro-organismen ontstaan. In Duitsland zijn dat bijvoorbeeld zuurkool, zoetzure augurken en zuurdesembrood. Crème fraîche uit Frankrijk, gatenkaas uit Zwitserland, salami en olijven uit Italië, ayran (gegiste geitenmelk) uit Turkije: dat zou er allemaal niet zijn zonder micro-organismen.

Uit Azië komen ongelofelijk veel van dergelijke levensmiddelen: sojasaus, kombuchadrankjes, misosoep, het Koreaanse kimchi, lassi uit India en fufu uit Afrika... De lijst is eindeloos lang. Deze voedingsmiddelen worden bewerkt door bacteriën (gefermenteerd). Daarbij worden ze vaak aangevallen door zuren die de yoghurt of de groente een zure smaak geven. Door de zuren en de vele goede bacteriën wordt het eten beschermd tegen gevaarlijke bacteriën. Fermentatie is de oudste en gezondste manier om eten te conserveren.

Even verschillend als de vele gerechten waren vroeger ook de daarvoor verantwoordelijke bacterieculturen. In de karnemelk van een gezin uit Duitsland zitten andere bacteriën dan in de ayran van een Turks gezin. In zuidelijke landen werden bacteriën gebruikt die graag bij hoge temperaturen werken, terwijl in meer noordelijk gelegen gebieden bacteriën werden gebruikt met een voorkeur voor kamertemperatuur.

Yoghurt, karnemelk en andere gefermenteerde producten zijn toevallig ontdekt. Iemand heeft een keer de melk buiten laten staan, daarna kwamen er bacteriën in de emmer terecht (rechtstreeks van de koe of tijdens het melken uit de lucht), de melk werd dikker en klaar was het nieuwe levensmiddel. Wanneer er een erg lekkere yoghurtkiem in de melk was terechtgekomen, deed men een lepel van de yoghurt die daardoor was ontstaan in de volgende portie melk en liet deze bacteriën daardoor nog meer yoghurt maken. In tegenstelling tot de huidige yoghurtproducten was er vroeger een groot team bestaande uit allerlei verschillende bacteriën aan het werk, en niet alleen een team van geselecteerde soorten.

De verscheidenheid aan bacteriën in gefermenteerde levensmiddelen is sterk verminderd. Door de industrialisatie werden ook de productieprocessen genormeerd, met speciaal geselecteerde bacteriën uit laboratoria. Melk wordt tegenwoordig na het melken kort verhit om eventuele ziekteverwekkers te doden, maar daarbij sterven ook potentiële yoghurtbacteriën. Daarom kun je de melk uit de supermarkt ook niet gewoon laten staan in de hoop dat die op een bepaald moment in yoghurt verandert.

Veel levensmiddelen die vroeger veel bacteriën bevatten worden tegenwoordig niet meer met bacteriën, maar met azijn houdbaar gemaakt, zoals zure augurken. Vaak worden ze gefermenteerd met bacteriën, maar daarna weer kiemvrij verhit, zoals veel zuurkool uit de supermarkt. Verse zuurkool is vrijwel alleen nog maar in biologische winkels te krijgen.

De wetenschappelijke wereld vermoedde al sinds het begin van de twintigste eeuw hoe belangrijk goede bacteriën voor ons zijn. Toen kwam Ilja Metchnikoff op het idee yoghurt te onderzoeken. Hij was Nobelprijswinnaar en deed onderzoek naar Bulgaarse bergboeren, want zij werden vaak ouder dan honderd en dat in een opvallend goed humeur. Metchnikoff vermoedde dat dit kwam door de leren zak waarmee ze de melk van hun koeien vervoerden. De boeren moesten na het melken een lange weg afleggen, zodat de melk als ze thuiskwamen in karnemelk of yoghurt was veranderd. Hij was ervan overtuigd dat het regelmatige eten van dit bacteriële product daar verantwoordelijk voor was. In zijn boek The Prolongation of Life (De verlenging van het leven) verkondigde hij de mening dat wij dankzij goede bacteriën langer en beter konden leven. Vanaf dat moment waren bacteriën niet langer anonieme bestanddelen van yoghurt, maar ook belangrijke veroorzakers voor een goede gezondheid. Zijn inzicht kwam echter op een slecht moment, want vlak daarvoor waren bacteriën ontdekt als ziekteverwekkers. Microbioloog Stamen Grigorov ontdekte weliswaar in 1905 de door Metchnikoff beschreven yoghurtbacterie, Lactobacillus bulgaricus, maar hield zich korte tijd later bezig met de bestrijding van tuberculose. Dankzij het sinds ongeveer 1940 bekende nuttige effect van antibiotica wisten de meeste mensen zeker: hoe minder bacteriën, hoe beter.

Dat Ilja Metchnikoffs idee en Grigorovs bacterie uiteindelijk toch onze supermarkten bereikten, hebben we te danken aan baby’s. Moeders die hun baby niet de borst konden geven, hadden vaak een probleem met melkpoeder: hun kind kreeg last van diarree. De melkpoederindustrie verbaasde zich hierover, omdat de ingrediënten op die in echte moedermelk leken. Wat kon er dan nog ontbreken? Bacteriën! Bacteriën die graag op tepels zitten en bacteriën die veel voorkomen in de darm van kinderen die gezoogd worden: Bifidobacteriën en Lactobacillen. Zij splitsen melksuiker (lactose) en produceren melkzuur (lactaat), en horen daarom bij de melkzuurbacteriën. Een Japanse onderzoeker maakte met Lactobacillus casei Shirota-bacteriën een yoghurt die de moeders eerst alleen in de apotheek konden verkrijgen. Als ze hun baby daar elke dag iets van gaven, had hij minder vaak last van diarree. Tijdens industrieel onderzoek vond men weer iets terug van Metchnikoffs visie: met baby-bacteriën en meer bescheiden claims.

Normale yoghurt bevat meestal Lactobacillus bulgaricus, maar toch is dat niet altijd precies dezelfde soort als die van de Bulgaarse bergboeren. De soort die Stamen Grigorov heeft ontdekt, wordt tegenwoordig Lactobacillus helveticus spp. bulgaricus genoemd. Deze bacteriën kunnen niet goed worden verteerd, zodat een klein deel levend in de darm aankomt. Voor bepaalde effecten op het immuunsysteem is dat niet erg belangrijk; de immuuncellen hoeven vaak maar een lege bacteriehuls te zien om fanatiek aan het werk te gaan.

Probiotische yoghurt bevat bacteriën die voortkomen uit het onderzoek van de baby-diarree: als het even kan moeten ze levend in de dikke darm arriveren. Bacteriën die de spijsvertering kunnen overleven zijn bijvoorbeeld Lactobacillus rhamnosus, Lactobacillus acidophilus en de al genoemde Lactobacillus casei Shirota. Een dergelijke levende bacterie kan in theorie meer doen in de darm. Er zijn ook onderzoeken die hun werking bewijzen, maar dat is niet voldoende voor de Europese autoriteiten op het gebied van levensmiddelenveiligheid. Tadaa-achtige slogans zoals bij Yakult en Actimel en dergelijke zijn sindsdien verboden.

Bovendien is niet voor honderd procent zeker dat er ook genoeg probiotische bacteriën in de darm aankomen. Door een hiaat in de koelketen of iemand die langzaam verteert zien de bacteriën er misschien al heel vroeg oud uit. Op zich is dat natuurlijk niet erg, maar dan is een probiotische yoghurt waarschijnlijk niet langer beter dan een normale yoghurt. Om in het enorme darm-ecosysteem iets te bereiken, moeten ongeveer een miljard (10 9) bacteriën worden ingezet.

Kortom: elke yoghurt kan goed zijn, maar niet iedereen kan elk melkeiwit of veel dierlijk vet verdragen. Het goede nieuws is dat probiotica niet alleen in yoghurt voorkomen. Hiermee experimenteren onderzoekers in laboratoria met geselecteerde bacteriën. Zij zetten bacteriën meteen op darmcellen in petrischaaltjes, voeren muizen met micro-organismecocktails of laten mensen capsules vol levende bacteriën innemen. In het probiotica-onderzoek hebben we inmiddels grofweg drie werkgebieden onderzocht waarin onze goede bacteriën indrukwekkende vaardigheden laten zien.

1. Massage en balsem

Veel probiotische bacteriën zorgen goed voor onze darm. Zij hebben genen, waardoor ze kleine vetzuren als butyraat produceren. Daarmee kunnen ze de darmvlokken balsemen en verzorgen. Verzorgde darmvlokken zijn veel stabieler en worden groter dan onverzorgde. Hoe groter ze zijn, hoe beter we voeding, mineralen en vitamines kunnen opnemen. Hoe stabieler ze zijn, hoe minder afval ze doorlaten. Het resultaat: ons lichaam krijgt meer voedingsstoffen en minder schadelijke stoffen voorgeschoteld.

2. Veiligheidsdienst

Goede bacteriën verdedigen onze darm; dat is immers hun woonplaats en ze geven hun terrein niet vrijwillig af aan slechte bacteriën. Daarom zitten ze precies daar waar ziekteverwekkers ons graag infecteren. Als er dan een slechte bacterie aankomt, zitten ze al met een brede grijns op hun favoriete plekje, leggen hun handtas op de passagiersstoel en laten zo weinig mogelijk ruimte vrij. Als dit signaal niet duidelijk genoeg is, dan is dat ook geen probleem: veiligheidsdienst-bacteriën kennen nog meer trucjes. Ze produceren bijvoorbeeld kleine hoeveelheden antibiotica en afweerstoffen, waarmee ze de vreemde bacteriën in hun nabije omgeving verjagen. Of ze gebruiken verschillende zuren: dankzij hen belanden niet alleen yoghurt en zuurkool op de vuilnisbelt, maar wordt onze darm door zuren een onaangename plek voor slechte ziektekiemen. Een andere mogelijkheid is eten pikken (als je broers of zussen hebt, ken je dat misschien). Veel probiotische bacteriën schijnen graag het eten voor de neus van de slechte bacteriën weg te kapen. En op een bepaald moment hebben de booswichten er dan geen zin meer in en geven ze het op.

3. Goede adviseurs en trainers

Last but not least zijn bacteriën de beste deskundigen op het gebied van bacteriën. Als zij samenwerken met onze darm en zijn immuuncellen, krijgen wij duidelijke inside-information en een goed advies: hoe zien de verschillende bacteriënhulzen eruit? Hoeveel beschermend slijm moet er worden gevormd? Hoeveel bacteriële afweerstoffen moeten de darmcellen produceren? Moet het immuunsysteem actiever op vreemde stoffen reageren of ontspannen?

Een gezonde darm bezit veel probiotische bacteriën en wij profiteren elke seconde van hun vaardigheden. Maar het is mogelijk dat onze bacteriëngemeenschappen worden aangevallen, bijvoorbeeld door antibiotica, slechte voeding, ziekten, perioden van stress enzovoorts. Onze darmen zijn dan minder goed verzorgd, waardoor zij ook minder goed voor ons zorgen en van advies dienen. In dergelijke situaties is het goed dat veel resultaten van laboratoriumonderzoeken ook hun weg naar de apotheek hebben gevonden. Daar kun je namelijk levende bacteriën kopen en op die manier aan tijdelijk bacterieel personeel voor zware tijden komen:

Goed tegen diarree – de nummer 1 onder de werkingsgebieden van probiotica. Bij buikgriep of diarree door het gebruik van antibiotica helpen verschillende bacteriën uit de apotheek bij het verminderen van de diarree en verkorten deze gemiddeld met één dag. Ze hebben, in tegenstelling tot de meeste andere middeltjes tegen diarree, amper bijwerkingen en zijn daardoor bijzonder nuttig voor kleine kinderen en oudere mensen. Bij darmziekten zoals colitis ulcerosa en het geprikkelde-darmsyndroom kunnen probiotica aanvallen van diarree en ontstekingen vertragen.

Goed voor het immuunsysteem. Als je vaak ziek bent, kan het verstandig zijn verschillende probiotica uit te proberen, vooral in de tijd waarin veel mensen verkouden zijn. Als dat te duur is, kun je ook elke dag een beker yoghurt eten, want voor een paar milde effecten hoeven de bacteriën niet per se te leven. Bij enkele onderzoeken is vooral bij oudere mensen en intensieve sporters bewezen dat ze minder erg of minder vaak verkouden zijn als ze regelmatig probiotica innemen.

Een mogelijke bescherming tegen allergieën. Dit effect is minder goed bewezen dan de werking van probiotica bij diarree of een verminderde immuniteit. Voor kinderen die een verhoogd risico op allergieën en neurodermitis hebben, zijn probiotica toch een goede optie. Uit veel onderzoeken blijkt namelijk dat deze een duidelijke bescherming bieden. Soms kon dit effect niet worden bewezen, maar voor deze onderzoeken werden vaak ook verschillende bacteriën gebruikt. Hier zou ik persoonlijk liever gaan voor het ‘liever een keer te vaak’-principe. Probiotica zijn in geen geval schadelijk voor kinderen die gevoelig zijn voor allergieën. Als er al sprake is van allergieën of neurodermitis werden de symptomen in veel onderzoeken minder.

De mooie voedselmachine
titlepage.xhtml
Demooievoedselmachine_split_000.html
Demooievoedselmachine_split_001.html
Demooievoedselmachine_split_002.html
Demooievoedselmachine_split_003.html
Demooievoedselmachine_split_004.html
Demooievoedselmachine_split_005.html
Demooievoedselmachine_split_006.html
Demooievoedselmachine_split_007.html
Demooievoedselmachine_split_008.html
Demooievoedselmachine_split_009.html
Demooievoedselmachine_split_010.html
Demooievoedselmachine_split_011.html
Demooievoedselmachine_split_012.html
Demooievoedselmachine_split_013.html
Demooievoedselmachine_split_014.html
Demooievoedselmachine_split_015.html
Demooievoedselmachine_split_016.html
Demooievoedselmachine_split_017.html
Demooievoedselmachine_split_018.html
Demooievoedselmachine_split_019.html
Demooievoedselmachine_split_020.html
Demooievoedselmachine_split_021.html
Demooievoedselmachine_split_022.html
Demooievoedselmachine_split_023.html
Demooievoedselmachine_split_024.html
Demooievoedselmachine_split_025.html
Demooievoedselmachine_split_026.html
Demooievoedselmachine_split_027.html
Demooievoedselmachine_split_028.html
Demooievoedselmachine_split_029.html
Demooievoedselmachine_split_030.html
Demooievoedselmachine_split_031.html
Demooievoedselmachine_split_032.html
Demooievoedselmachine_split_033.html
Demooievoedselmachine_split_034.html
Demooievoedselmachine_split_035.html
Demooievoedselmachine_split_036.html
Demooievoedselmachine_split_037.html
Demooievoedselmachine_split_038.html
Demooievoedselmachine_split_039.html
Demooievoedselmachine_split_040.html
Demooievoedselmachine_split_041.html
Demooievoedselmachine_split_042.html
Demooievoedselmachine_split_043.html
Demooievoedselmachine_split_044.html
Demooievoedselmachine_split_045.html
Demooievoedselmachine_split_046.html
Demooievoedselmachine_split_047.html
Demooievoedselmachine_split_048.html
Demooievoedselmachine_split_049.html
Demooievoedselmachine_split_050.html
Demooievoedselmachine_split_051.html
Demooievoedselmachine_split_052.html
Demooievoedselmachine_split_053.html
Demooievoedselmachine_split_054.html
Demooievoedselmachine_split_055.html
Demooievoedselmachine_split_056.html
Demooievoedselmachine_split_057.html
Demooievoedselmachine_split_058.html
Demooievoedselmachine_split_059.html
Demooievoedselmachine_split_060.html
Demooievoedselmachine_split_061.html
Demooievoedselmachine_split_062.html
Demooievoedselmachine_split_063.html
Demooievoedselmachine_split_064.html
Demooievoedselmachine_split_065.html
Demooievoedselmachine_split_066.html
Demooievoedselmachine_split_067.html
Demooievoedselmachine_split_068.html
Demooievoedselmachine_split_069.html
Demooievoedselmachine_split_070.html
3b5f465fd471.html