Hoe poep je eigenlijk? En waarom zou je dat willen weten?

Mijn huisgenootje kwam de keuken binnen en vroeg: ‘Giulia, jij studeert toch medicijnen? Hoe poep je eigenlijk?’ Die vraag was natuurlijk geen geniale openingszin voor mijn proefschrift, maar voor mij wel een eyeopener. Ik liep naar mijn kamer, ging op de grond zitten en verdiepte me in drie verschillende boeken. Toen ik het antwoord wist, was ik stomverbaasd. Iets doodgewoons als poepen was veel ingewikkelder en indrukwekkender geregeld dan ik ooit had gedacht. Onze stoelgang is een topprestatie, want twee zenuwstelsels werken nauwgezet samen om ons afval zo discreet en hygiënisch mogelijk af te voeren. Vrijwel geen enkel dier doet dat even goed en netjes als wij. Ons lichaam heeft hiervoor een hele serie trucs en een complete installatie ontwikkeld. Dat begint al bij de ingenieuze manier waarop ons sluitmechanisme in elkaar zit: vrijwel iedereen kent alleen de buitenste sluitspier, die je bewust kunt openen en sluiten. Maar een paar centimeter verderop zit de vrijwel identieke binnenste sluitspier, die we niet kunnen aansturen.

Samen verdedigen deze twee sluitspieren de belangen van een ander zenuwstelsel. De buitenste sluitspier gehoorzaamt aan ons bewustzijn: wanneer onze hersenen vinden dat dit geen geschikt moment is om naar de wc te gaan, sluit hij alles hermetisch af. De binnenste sluitspier gehoorzaamt aan ons binnenste: het maakt hem niets uit of tante Truus het wel of niet prettig vindt als ze een wind ruikt. Deze sluitspier houdt zich uitsluitend bezig met het welzijn van ons binnenste. Zit er te veel gas in onze darm? Dan zal onze binnenste sluitspier er alles aan doen om het ons lijf naar de zin te maken. Wat hem betreft mag tante Truus rustig wat vaker een wind laten. Zolang het maar goed gaat met onze darm en er nergens iets in de weg zit.

De twee sluitspieren moeten wel samenwerken. Zodra de restanten van ons verteerde voedsel bij de binnenste sluitspier aankomen, gaat hij vanzelf open. Maar hij laat niet alles in één keer door naar zijn collega aan de buitenkant en begint met een testhapje. De ruimte tussen de beide sluitspieren zit vol sensorcellen die het aangeleverde testhapje analyseren. Ze bepalen of het vast of gasvormig is, en sturen deze informatie door naar de hersenen. De hersenen concluderen dan of je naar de wc moet of alleen een wind hoeft te laten. Vervolgens doen ze wat ze ‘bewust’ zo goed kunnen: ze stellen zich af op onze omgeving. Ze nemen informatie in zich op via onze ogen en oren, en voegen daar hun ervaring aan toe. In een fractie van een seconde schatten ze de situatie in en seinen hun conclusie door naar de buitenste sluitspier: ‘Ik heb even rondgekeken en we zijn nu in de woonkamer van tante Truus. Een wind kan nog net, maar alleen als je hem heel zachtjes laat ontsnappen. Poepen kan nu echt niet.’

De buitenste sluitspier begrijpt de bedoeling en sluit de uitgang nog beter af dan hij al deed. De binnenste sluitspier merkt dat en respecteert voorlopig de beslissing van zijn collega. Vervolgens werken ze samen en zetten ze het testhapje in de wachtkamer. Dat testhapje moet er natuurlijk wel een keer uit, maar niet hier en niet nu. Wat later zal de binnenste sluitspier het gewoon weer proberen met een testhapje. Als we op dat moment gezellig thuis op de bank zitten, is er geen enkel probleem meer: eruit!

Onze binnenste sluitspier is een stoere kerel en zijn stelregel is: Wat eruit moet, moet eruit! Dat laat dus niet veel ruimte voor discussie. Maar de buitenste sluitspier heeft voortdurend met de veel gecompliceerdere buitenwereld te maken. Ja, misschien kan ik wel naar dat onbekende toilet, maar zal ik dat wel doen? Ken ik hem of haar nu zo goed dat ik me niet meer hoef te schamen als ik een wind laat, zal ik de eerste zijn die het aandurft? Als ik nu niet naar de wc ga, kan ik pas vanavond weer, en daar kan ik in de loop van de dag behoorlijk last van krijgen!

Onze sluitspieren hebben dus niet bepaald hoogdravende gedachten, maar ze stellen wel fundamentele vragen over ons mens-zijn. Hoe belangrijk vinden we wat er in ons lichaam gebeurt? Welke compromissen vinden we acceptabel voor de buitenwereld? De een probeert koste wat het kost te voorkomen dat hij een wind laat en gaat met buikpijn naar huis. De ander voert op het familiefeestje van oma een hele show op rond zijn luidruchtige scheten. Voor de lange termijn is de gulden middenweg tussen deze beide extreme voorbeelden waarschijnlijk de beste oplossing.

Wanneer we onszelf vaak verbieden om naar de wc te gaan terwijl we wel aandrang voelen, maken we de binnenste sluitspier bang. Op die manier voeden we hem zelfs opnieuw op: hij en de spieren eromheen zijn dan zo vaak door de buitenste sluitspier tot de orde geroepen dat ze de moed verliezen. Dat heeft een negatieve uitwerking op de communicatie tussen de beide sluitspieren en dat kan uiteindelijk tot verstopping leiden. Datzelfde kan gebeuren bij een vrouw die een kind baart, zelfs zonder dat ze haar stoelgang bewust heeft onderdrukt. Dat komt doordat tijdens een bevalling zenuwen beschadigd kunnen raken die de beide sluitspieren normaal gesproken voor hun onderlinge communicatie gebruiken.

Het goede nieuws is dat zenuwen ook weer aan elkaar kunnen groeien. Of deze zenuwen nu zijn beschadigd door een bevalling of door een andere oorzaak: voor dergelijke gevallen is er gelukkig de biofeedback-therapie, waarbij sluitspieren die ruzie met elkaar hebben leren om weer met elkaar samen te werken. Deze behandeling wordt uitgevoerd in klinieken die in het maag-darmkanaal zijn gespecialiseerd. Een apparaat meet hoe de samenwerking tussen de buitenste en de binnenste sluitspier verloopt. Gaat dat goed, dan word je beloond met een bepaald geluid of een groen lichtje. Het heeft wel wat weg van een tv-quiz, waarbij zodra iemand het goede antwoord geeft alle lampen in de studio beginnen te knipperen en het publiek begint te juichen. Alleen zit je hier niet in een tv-studio, maar lig je op de behandeltafel van een arts met sensoren in je achterste. Toch is het wel de moeite waard: als de binnenste en de buitenste sluitspier weer goed met elkaar kunnen opschieten, ga je toch meteen een stuk vrolijker naar het toilet.

Sluitspieren, sensorcellen, bewustzijn en sensoren in je achterste – een antwoord met zoveel interessante details had mijn huisgenootje natuurlijk niet verwacht. En al helemaal die keurige studentes bedrijfskunde niet, die inmiddels in onze keuken stonden omdat er iemand jarig was. Toch werd het nog een gezellige avond, en ik kwam tot de ontdekking dat vrij veel mensen belangstelling hebben voor het onderwerp ‘darm’. Er werden ook een paar goede, nieuwe vragen gesteld. Klopt het dat we allemaal verkeerd op de wc zitten? Hoe kun je gemakkelijker boeren? Hoe is het mogelijk dat wij energie halen uit vlees, appels of gebakken aardappelen, terwijl een auto alleen uit de voeten kan met een bepaalde soort brandstof? Waarom heb je een blindedarm? Waarom heeft poep altijd dezelfde kleur?

Ondertussen weten mijn huisgenoten precies hoe ik kijk als ik de keuken binnenstorm om hun de nieuwste darmwetenswaardigheden te vertellen. Zoals over piepkleine hurktoiletten of over lichtgevende poep...

voedselmachine.pdf

Zit ik wel goed op de wc?

Het is verstandig om je af en toe af te vragen of bepaalde gewoontes wel slim zijn. Loop ik echt via de mooiste en kortste weg naar de bushalte? Is het wel handig en modern om mijn laatste restje haar over mijn kalende schedel te kammen? Of: zit ik op de juiste manier op de wc?

Op al dit soort vragen zal niet altijd een duidelijk antwoord mogelijk zijn, maar een beetje uitproberen kan een frisse wind over de oude akkers blazen. Dat dacht Dov Sikirov waarschijnlijk ook. Voor een onderzoek vroeg de Israëlische arts achtentwintig proefpersonen om de dagelijkse stoelgang in drie verschillende houdingen uit te voeren: op een gewoon toilet zitten, op een extreem klein toilet moeizaam op de hurken zitten, of door de knieën zakken zoals ze buiten zouden doen. Hij hield de tijd bij en liet hen na afloop een vragenformulier invullen. De uitkomst was ondubbelzinnig: hurken duurde gemiddeld ongeveer vijftig seconden en werd door de deelnemers als een volledige lediging ervaren. Zitten duurde gemiddeld honderddertig seconden en voelde lang niet zo bevredigend. (Bovendien zien heel kleine wc’s er altijd schattig uit, wat je er ook op doet.)

Hoe komt dat? Doordat ons darmafsluitingsapparaat niet zo is ontworpen dat het luik tijdens het zitten helemaal opengaat. Het is een spier die als je zit en zelfs ook als je staat, de darm als een soort lasso dichtsnoert en opzij trekt zodat er een knik ontstaat. Dit mechanisme is feitelijk een extra service van de andere sluitspieren. Een dergelijke kniksluiting ontstaat ook wel eens in een tuinslang: dan vraag je je af waarom er geen water meer uit komt, maar nadat je de knik er snel uit hebt gehaald is het weer voor elkaar.

Terug naar de knikafsluiting van de darm: de poep komt daardoor dus eerst bij een bocht en die heeft, net als een afslag van de snelweg, een remmende werking. Daardoor hoeven de sluitspieren, als we zitten of staan, minder kracht op te brengen om alles binnen te houden. Maar zodra de spier ontspant, verdwijnt de knik, is de rijbaan weer recht en kun je probleemloos het gaspedaal weer intrappen.

De hurkzit is al sinds onheuglijke tijden de natuurlijke houding om te poepen. Het moderne zittoilet bestaat pas sinds eind achttiende eeuw, toen het toilet van buiten naar binnen werd verplaatst. Een ‘holenmens altijd al...’-verklaring heeft bij artsen vaak een twijfelachtig imago. Wie zegt dat de hurkzit de spieren zoveel beter ontspant en dat de poepsnelweg daardoor eindelijk rechtdoor loopt? Om dat te weten te komen, hebben Japanse onderzoekers proefpersonen lichtgevende stoffen laten innemen en toen ze gingen poepen in verschillende houdingen een röntgenfoto gemaakt. Uitkomst één: het klopt, in hurkzit wordt het darmkanaal prachtig recht en kan alles er supersnel uit. Uitkomst twee: er zijn aardige mensen die zich voor de wetenschap lichtgevende stoffen laten toedienen en tijdens het poepen röntgenfoto’s van zichzelf laten maken. Allebei behoorlijk indrukwekkend, vind ik.

Aambeien, darmziekten zoals diverticulitis, maar ook verstopping komen bijna alleen voor in landen waar men op dezelfde manier poept. Een van de redenen daarvoor, vooral ook bij jonge mensen, is niet een slap weefsel, maar het feit dat de druk op de darm te groot is. Sommige mensen spannen ook overdag hun buik aan als ze erg geconcentreerd bezig zijn. Vaak merken ze dat niet eens. De aambeien ontwijken de druk vanuit het lichaam liever en gaan dan lekker buiten de anus bungelen. Bij de uitstulpingen drukt het weefsel in de darm zichzelf naar buiten en dan ontstaan er minuscule peervormige uitstulpingen in de darmwand.

Onze houding op de wc is zeker niet de enige reden voor aambeien en uitstulpingen. Gezegd moet worden dat de 1,2 miljard mensen op de wereld die in hurkzit poepen zelden uitstulpingen en veel minder aambeien hebben. Maar wij persen ons weefsel uit onze anus en moeten dat door een arts laten oplossen, en dat alleen maar omdat adellijk hurken cooler is dan onnozel hurken? Artsen gaan ervan uit dat geregeld persen op het toilet het risico op spataderen, beroertes en verstopping veel groter maakt.

Tijdens een vakantie in Frankrijk sms’te een vriendin me: ‘De Fransen zijn gek geworden: iemand heeft hier bij drie benzinestations langs de snelweg de toiletpotten gejat!’ Ik schoot in de lach, omdat ik eerst dacht dat ze dit echt meende. Pas daarna herinnerde ik me de eerste keer dat ik voor een Frans hurktoilet stond. Waarom moet ik in vredesnaam hurken als jullie hier net zo goed een wc-pot hadden kunnen plaatsen, dacht ik een beetje huilerig en geschokt over de grote leegte voor me. In grote delen van Azië, Afrika en Zuid-Europa staat men kort in de vecht- of skipositie op het toilet. Wij doden de tijd tot we klaar zijn met poepen door het lezen van de krant, het van tevoren dubbelvouwen van het toiletpapier of het staren naar vieze hoekjes van de badkamer of de muur tegenover ons.

Nadat ik deze sms in de woonkamer aan mijn familieleden heb voorgelezen, zie ik verstoorde blikken. Moeten we nu allemaal van onze porseleinen troon klauteren en in een ongebruikelijke, wankele hurkpositie in een gat poepen? Het antwoord is: nee. Ondanks de aambeien! Hoewel het waarschijnlijk heel leuk zou zijn om op de toiletbril te klimmen om van daaruit alles in de pot te lozen. Maar dat is niet nodig, want je kunt ook zittend hurken. Dat is vooral nuttig als het niet zo gemakkelijk gaat. Buig dan je bovenlichaam iets naar voren en zet je voeten op een kruk, en voilà: alles zit in de juiste hoek, zodat je met een gerust hart kunt lezen, dubbelvouwen en staren.

De mooie voedselmachine
titlepage.xhtml
Demooievoedselmachine_split_000.html
Demooievoedselmachine_split_001.html
Demooievoedselmachine_split_002.html
Demooievoedselmachine_split_003.html
Demooievoedselmachine_split_004.html
Demooievoedselmachine_split_005.html
Demooievoedselmachine_split_006.html
Demooievoedselmachine_split_007.html
Demooievoedselmachine_split_008.html
Demooievoedselmachine_split_009.html
Demooievoedselmachine_split_010.html
Demooievoedselmachine_split_011.html
Demooievoedselmachine_split_012.html
Demooievoedselmachine_split_013.html
Demooievoedselmachine_split_014.html
Demooievoedselmachine_split_015.html
Demooievoedselmachine_split_016.html
Demooievoedselmachine_split_017.html
Demooievoedselmachine_split_018.html
Demooievoedselmachine_split_019.html
Demooievoedselmachine_split_020.html
Demooievoedselmachine_split_021.html
Demooievoedselmachine_split_022.html
Demooievoedselmachine_split_023.html
Demooievoedselmachine_split_024.html
Demooievoedselmachine_split_025.html
Demooievoedselmachine_split_026.html
Demooievoedselmachine_split_027.html
Demooievoedselmachine_split_028.html
Demooievoedselmachine_split_029.html
Demooievoedselmachine_split_030.html
Demooievoedselmachine_split_031.html
Demooievoedselmachine_split_032.html
Demooievoedselmachine_split_033.html
Demooievoedselmachine_split_034.html
Demooievoedselmachine_split_035.html
Demooievoedselmachine_split_036.html
Demooievoedselmachine_split_037.html
Demooievoedselmachine_split_038.html
Demooievoedselmachine_split_039.html
Demooievoedselmachine_split_040.html
Demooievoedselmachine_split_041.html
Demooievoedselmachine_split_042.html
Demooievoedselmachine_split_043.html
Demooievoedselmachine_split_044.html
Demooievoedselmachine_split_045.html
Demooievoedselmachine_split_046.html
Demooievoedselmachine_split_047.html
Demooievoedselmachine_split_048.html
Demooievoedselmachine_split_049.html
Demooievoedselmachine_split_050.html
Demooievoedselmachine_split_051.html
Demooievoedselmachine_split_052.html
Demooievoedselmachine_split_053.html
Demooievoedselmachine_split_054.html
Demooievoedselmachine_split_055.html
Demooievoedselmachine_split_056.html
Demooievoedselmachine_split_057.html
Demooievoedselmachine_split_058.html
Demooievoedselmachine_split_059.html
Demooievoedselmachine_split_060.html
Demooievoedselmachine_split_061.html
Demooievoedselmachine_split_062.html
Demooievoedselmachine_split_063.html
Demooievoedselmachine_split_064.html
Demooievoedselmachine_split_065.html
Demooievoedselmachine_split_066.html
Demooievoedselmachine_split_067.html
Demooievoedselmachine_split_068.html
Demooievoedselmachine_split_069.html
Demooievoedselmachine_split_070.html
3b5f465fd471.html