Wij kennen bacteriën als kleine levende wezens die slechts uit één cel bestaan. Veel bacteriën leven in kokende waterbronnen op IJsland, andere op de koude neus van een hond. Sommige hebben zuurstof nodig om energie te produceren en ‘ademen’ net als mensen. Weer andere sterven in de frisse lucht en halen hun energie niet uit zuurstof, maar uit metaalatomen of zuren – en dat kan heel bijzonder ruiken. Bijna alles wat je aan een mens kunt ruiken, zijn bacteriën. Van de lekkere geur van de huid van iemand van wie je houdt tot de stinkende bek van de hond van de buren – dat alles ontstaat door de nijvere wereld van de micro-organismen in en op het lichaam.
We kijken graag naar sportieve surfers, maar staan er als we niezen geen seconde bij stil dat er in onze neusflora op dat moment ook een spectaculaire surfactie plaatsvindt. We zweten heel erg als we sporten, maar niemand merkt dat de bacteriën dolblij zijn met de zomerse klimaatverandering in onze sportschoenen. We eten stiekem een klein stukje taart en denken dat niemand dat heeft gezien, maar in onze buik wordt luidkeels TAART! geroepen. Om alle nieuwe informatie uit het micro-organismerijk van één enkel mens adequaat weer te geven, zou er een grote internationale nieuwsdienst nodig zijn. Dus terwijl we ons overdag vervelen, gebeuren er in en op ons lichaam de spannendste dingen.
Langzaam groeit het besef dat de meeste bacteriën onschadelijk en zelfs nuttig zijn. Een paar feiten zijn wetenschappelijk al bekend. De micro-organismen in onze darm wegen tot twee kilo en bevatten ongeveer honderd biljoen bacteriën. In 1 gram poep zitten meer bacteriën dan er mensen op aarde leven. Ook bekend is dat micro-organismen onverteerbaar eten voor ons openbreken, onze darm voorzien van energie, vitamines produceren, giften en medicijnen afbreken en ons immuunsysteem trainen. Verschillende bacteriën produceren verschillende stoffen: zuren, gassen, vetten – bacteriën zijn dus kleine producenten. We weten dat onze bloedgroepen door darmbacteriën tot stand komen en dat je van slechte bacteriën diarree kunt krijgen.
Niet bekend is wat dat alles voor ieder wezen op zich betekent! We merken vrij snel of we diarreebacteriën hebben opgelopen, maar merken we ook iets van het dagelijkse werk van de vele miljoenen, biljoenen andere minuscule wezentjes in ons lichaam? Speelt het misschien ook een rol door wie we worden bewoond? Bij overgewicht, ondervoeding, psychische aandoeningen, depressies of chronische darmproblemen blijkt altijd sprake van veranderde bacteriënverhoudingen in de darm. Met andere woorden: als er iets misgaat met onze micro-organismen, gaat het met ons misschien ook mis.
Misschien heeft iemand sterkere zenuwen doordat hij een grote hoeveelheid vitamine B-producerende bacteriën heeft. Een ander kan misschien een per ongeluk opgegeten stukje beschimmeld brood beter verwerken of wordt eerder dik door iets te veel ‘dikmaker’-bacteriën. De wetenschap begint de mens nu te beschouwen als een ecosysteem, maar het microbiotaonderzoek staat nog maar in de kinderschoenen.
Toen er nog niet zoveel bekend was over bacteriën, werden ze tot de planten gerekend. Vandaar het begrip ‘darmflora’. Eigenlijk is het woord ‘flora’ dus niet juist, maar wel heel duidelijk. Net als planten hebben bacteriën verschillende eigenschappen met betrekking tot hun woonplaats, hun voeding en de mate van giftigheid. De wetenschappelijke naam voor alle micro-organismen samen is microbiota (= klein leven) en al onze micro-organismen en hun genen worden microbioom genoemd.