Misschien denk je dat het einde van de darm een verrassing in petto heeft, omdat we er zelden over praten. Ik zou niet eens willen zeggen dat het alleen maar daardoor komt. Ook de ingang van ons spijsverteringsstelsel heeft het nodige te bieden, al staan we daar elke dag tijdens het tandenpoetsen naar te kijken.
Het eerste geheime plekje vind je met je tong. Eigenlijk zijn het vier puntjes. Twee ervan zitten aan de binnenkant van de wang, tegenover de bovenste rij tanden, vrijwel in het midden. Hier voel je rechts en links een kleine verhoging. Veel mensen denken dat ze zich ooit een keer in hun wang hebben gebeten, maar dat is niet zo. Deze puntjes zitten bij ieder mens precies op deze plaats. De andere twee liggen onder de tong, rechts en links van het velletje waar je tong mee vastzit. Uit deze vier puntjes komt speeksel.
Uit de wangkliertjes komt speeksel als er een actuele aanleiding voor is, zoals voedsel. Uit de twee openingen onder de tong komt altijd speeksel. Wanneer je in deze openingen zou duiken en tegen de speekselstroom in zou zwemmen, zou je uitkomen bij het Hoofd Speekselklieren. Zij produceren het meeste speeksel, driekwart tot een hele liter per dag. Als je vanuit de keel in de richting van de kaken gaat, kun je twee zachte, ronde verhogingen voelen. Mag ik u even voorstellen? Dat zijn de Hoofden.
Doordat de beide tongpuntjes van het ‘continu-speeksel’ precies op de achterkant van onze onderste snijtanden zijn gericht, ontstaat hier altijd heel snel tandsteen. In speeksel zitten namelijk kalkhoudende stoffen die eigenlijk alleen het glazuur harder willen maken, maar als je tanden continu worden belaagd, is dat misschien een beetje te veel van het goede. Kleine moleculen die onschuldig in de buurt rondzweven, worden gewoon mee versteend. Het probleem is niet het tandsteen zelf, maar dat het zo ruw is. Parodontose- of cariësbacteriën hechten zich veel gemakkelijker aan ruwe oppervlakken dan op tandglazuur, dat op zich veel gladder is.
Hoe komen deze kalkhoudende en tandsteen veroorzakende stoffen in ons speeksel terecht? Speeksel is gefilterd bloed; het bloed wordt gezeefd of gefilterd in de speekselklieren. Hierbij worden de rode bloedcellen tegengehouden, omdat we die nodig hebben in onze aderen en niet in onze mond. Maar kalk, hormonen of de afweerstoffen van ons immuunsysteem komen vanuit het bloed in het speeksel terecht. Daarom is het speeksel van ieder mens een beetje anders. Je kunt zelfs met een speekselmonster testen of iemand een bepaalde immuunziekte of bepaalde hormonen heeft. Bovendien kunnen de speekselklieren er nog bepaalde stoffen aan toevoegen, zoals kalkhoudende en tandsteen veroorzakende stoffen of zelfs pijnstillers.
In speeksel zit een pijnstiller met een veel sterkere werking dan morfine. Die wordt opiorfine genoemd en is pas in 2006 ontdekt. Natuurlijk produceren we hier maar kleine hoeveelheden van, want ons speeksel wil ons niet compleet verdoven. Maar doordat onze mond bijzonder gevoelig is, heeft ook deze kleine hoeveelheid een bepaalde werking! In de mond zitten veel meer zenuwuiteinden dan elders in het lichaam: het kleinste aardbeipitje kan ons helemaal gek maken en we merken het meteen als er een zandkorrel in de salade zit. Een klein wondje, dat ons op de elleboog niet eens zou opvallen, doet in de mond ontzettend pijn en voelt gigantisch groot.
Zonder de pijnstillers in ons speeksel zou dat nog veel erger zijn! Doordat we tijdens het kauwen een extra hoeveelheid van deze speekselstoffen uitscheiden, heb je na het eten altijd minder last van keelpijn en doen ook kleine wondjes in je mond dan minder pijn. Daar is niet per se voedsel voor nodig; ook tijdens het kauwen op kauwgum wordt deze pijnstiller in de mond aangemaakt. Inmiddels zijn er enkele onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat opiorfine antidepressieve eigenschappen heeft. Heeft eten uit frustratie voor een deel ook iets met speeksel te maken? In de komende jaren kan onderzoek naar pijn en depressies deze vraag misschien beantwoorden.
Speeksel beschermt de gevoelige mondholte niet alleen tegen te veel pijn, maar ook tegen veel foute bacteriën. Daarvoor zit er bijvoorbeeld mucine in, slijmstoffen waarmee kinderen zichzelf soms urenlang vermaken als ze hebben ontdekt dat je met speeksel bellen kunt blazen. Mucine bedekt ons gebit en ons tandvlees met een soort beschermend net. Wij spuiten dat mucinenet ongeveer op dezelfde manier uit onze speekselpuntjes als Spiderman zijn net uit zijn pols schiet. In dit net blijven bacteriën hangen voordat ze ons kunnen aanvallen en terwijl ze daar gevangenzitten, kunnen andere antibacteriële stoffen uit het speeksel slechte bacteriën doden.
Net als bij de pijnstiller in het speeksel geldt ook hier dat de concentratie bacteriëndodende stoffen niet overdreven hoog is. Ons spuug wil ons niet te veel ontsmetten. Wij hebben zelfs een goede hoeveelheid kleine wezentjes in onze mond nodig. Onschadelijke mondbacteriën worden door ons speeksel niet volkomen uitgeroeid. Zij kunnen immers de ruimte innemen die anders door gevaarlijke kiemen ingenomen zou kunnen worden.
Als we slapen, produceren we bijna geen speeksel. Dat is prettig voor mensen die op hun hoofdkussen sabbelen, want als zij de totale één tot anderhalve liter speeksel van overdag ook ’s nachts zouden produceren, zou dat een onplezierige gewoonte zijn. Doordat er ’s nachts zo weinig speeksel wordt geproduceerd, stinken veel mensen ’s ochtends uit hun mond of hebben ze last van keelpijn. Acht uur weinig speeksel betekent dat de micro-organismen in de mond het rijk alleen hebben: brutale bacteriën worden niet meer zo goed onder de duim gehouden doordat het slijmvlies in de mond en de keelholte z’n sprinklerinstallatie missen.
Tandenpoetsen voor het naar bed gaan en na het opstaan is daarom een slimme gewoonte. ’s Avonds verminder je daardoor het aantal bacteriën in je mond, zodat je de nacht dus begint met een kleinere hoeveelheid micro-organismen. ’s Ochtends ruim je de restanten van het nachtelijke drinkgelag op. Gelukkig worden onze speekselklieren ’s ochtends tegelijk met ons wakker en gaan dan meteen aan het werk! Het eerste broodje of onze tandenborstel activeert de speekselproductie en doodt de micro-organismen of transporteert ze naar de maag. Hier rekent het maagzuur af met de rest.
Als je overdag ook uit je mond ruikt, heb je waarschijnlijk niet genoeg sterk ruikende bacteriën kunnen verwijderen. Bepaalde bacteriën verstoppen zich graag onder het pas uitgespreide mucinenet en zijn daardoor niet goed bereikbaar voor de antibacteriële speekselstoffen. Dan kan een tongschraper zijn diensten bewijzen, maar ook op kauwgum kauwen zorgt ervoor dat er voldoende speeksel wordt geproduceerd en dat de mucine deze bacteriën wegspoelt. Als dit ook niet helpt, is er nog een andere plek waar de bron gezocht kan worden. Daar komen we zo op, nadat ik het tweede geheime plekje in de mond heb geïntroduceerd.
Deze locatie is een openbaring; soms denk je dat je iemand kent en kom je opeens tot de ontdekking dat die persoon een uiterst onverwachte, gekke kant heeft. De secretaresse uit Laren met haar keurige kapsel blijkt bijvoorbeeld ’s avonds wilde fretten te fokken. De gitarist van een heavymetalband kom je tegen bij een wolkraam, omdat hij breien zo ontspannend vindt en als een goede training voor zijn vingers beschouwt. De grootste verrassingen komen na de eerste indruk, en dat geldt ook voor de eigen tong. Als je voor de spiegel staat en je tong uitsteekt, zie je hem niet meteen helemaal en vraag je je misschien af wat je niet ziet. En daar begint dus het gekke deel van de tong: de tongwortel.
Daar zie je een totaal ander landschap, vol roze bobbeltjes. Als je niet snel hoeft over te geven, kun je met je vinger heel voorzichtig helemaal achter op de tong voelen. Zodra je bij het laatste stukje komt, merk je dat het daar heel bobbelig is. Deze bobbeltjes moeten alles wat wij doorslikken testen. Dat doen ze door minuscule stukjes uit je eten, je drinken of de lucht die je inademt te halen en naar binnen te zuigen. Daar wacht een grote hoeveelheid immuuncellen, die met bepaalde vreemde stoffen uit de buitenwereld kunnen afrekenen. Stukjes appel moeten ze met rust laten, maar veroorzakers van keelpijn moeten ze juist aanvallen. Dus wie wie onderzoekt als je je vinger achter op je tong legt, is niet duidelijk, want dit is een van de nieuwsgierigste weefsels van je lichaam: het lymfeweefsel.