30

 

'Je bent dus gekomen,' begon Hermann. 'Voor de laatste keer,' antwoordde zijn bezoeker. 'Beslist' - toen: 'Wat is dat?' vroeg Hermann. King Kerry had een krant op tafel gelegd die hij onderweg gekocht had. Hij was achterdochtig wat Hermanns plannen betreft en hij had de krant gekocht om in de scheepsberichten te kijken of er inderdaad de volgende dag een boot naar Zuid Amerika zou vertrekken.

Toevallig bleek Zeberlieff de waarheid gesproken te hebben. Hermann pakte het blad op en ineens stond zijn gezicht grauw en vervallen.

Over zijn schouder heen las de miljonair de grote kop schietpartij in whitechapel bekende anarchist gearresteerd

Gearresteerde legt volledige bekentenis af.

Hermann las het bericht vlug door.

De gearresteerde was Michelov... en die zou... alles opbiechten? Nu zou alles uitkomen, de kleine Rus zou geen seconde aarzelen iedereen te beschuldigen om daardoor zijn eigen huid te redden of althans zijn schuld te verkleinen. En hij had dus een volledige bekentenis afgelegd! Van wat? De krant had zich slechts zeer voorzichtig uitgedrukt: 'De gevangene heeft een lange verklaring afgelegd, waarvan de waarheid zal worden nagegaan,' en verder vertelde het nieuwsblad dat de politie op zoek was naar de eigenaar van een grote som geld die op de man gevonden was. En dus zou alles bekend worden. Hij smeet de krant op tafel. Het spel was uit.

Nu nog zijn laatste wanhoopsdaad en dan: 'Vaarwel, Hermann Zeberlieff!'

'Het heeft je, geloof ik, nogal aangepakt,' zei King Kerry. Op weg naar Park Lane had hij het bewuste artikel al vluchtig gelezen.

'Ach wat, niet zo bijzonder,' was het antwoord. 'Het heeft mijn plannen alleen een ietsje gewijzigd... en het kan ook heel goed mogelijk zijn dat daardoor ook de jouwe gewijzigd worden. Ik heb weinig tijd.' Hij keek op zijn horloge. King Kerry zag een gepakte koffer staan, een overjas lag op een stoel en hij begreep dat Zeberlieff klaar was met zijn voorbereidingen voor een spoedig vertrek.

'Maar dat beetje tijd moet zo nuttig mogelijk besteed worden,' vervolgde Hermann. 'En nu voor de laatste maal, King Kerry, wil je me helpen?'

'Met geld? Nee! Hoe dikwijls heb ik je al geholpen en telkens heb je de hulp die ik je gaf, gebruikt om me tegen te werken.'

'Ik heb precies een miljoen nodig,' zei de ander. 'Ik ga naar Zuid Amerika, waar voor een ondernemend man de kansen voor het grijpen liggen.'

'Van mij krijg je niets!'

'Herroep die beslissing... nu!'

Kerry keerde zich naar de spreker. Die hield een revolver op hem gericht.

'Herroep die beslissing of het is met je gedaan!' verklaarde Zeberlieff bedaard. 'Ik zeg je toch dat ik aan het eind van mijn latijn ben. Ik moet vandaag nog het land uit - tenzij je me helpt... niet alleen met geld, maar ook nog op een andere manier...'

Beneden werd er hard op de deur gebonsd. Zeberlieffs grauwe gezicht werd nu spierwit, toch liep hij nog naar het raam en keek naar buiten. Drie mannen, onmiskenbaar politieagenten in burger, stonden voor de deur. 'Dit is het einde,' zei Hermann Zeberlieff en vuurde. Terwijl hij dat deed, sprong Kerry naar voren en gaf hem een slag tegen zijn arm. De beide mannen pakten elkaar vast, de witte handen tastten naar de keel van zijn tegenstander, maar Kerry kende de kracht van de ander... en diens zwakte. Er volgde een kort handgemeen, maar Zeberlieff was weerloos in de armen van de miljonair. Kerry draaide hem rond toen de deur openvloog en twee mannen binnentraden. Voor ze de man die ze moesten hebben, beet konden pakken, had die zich al gebukt en de revolver opgeraapt die in de worsteling gevallen was. Een korte knal en met het lachje dat kenmerkend was voor Hermann Zeberlieff, viel hij zijdelings op de vloer.

Kerry knielde naast hem neer en tilde het hoofd op. 'Nou ben je waar je zijn wil,' rochelde de stervende Hermann. 'Wat een geluk voor jou... voor jou en je lieve Elsie!' Een waas kwam voor de glazige ogen en met een grijns op het knappe gezicht verscheen Hermann Zeberlieff voor de rechter die alles weet.

Een van de agenten boog zich over de dode heen. 'Hij is dood!' zei hij en maakte het overhemd los.

Hij slaakte een kreet van verbazing. 'Mijn hemel!' hijgde hij. "t Is een vrouw!'

King Kerry knikte.

'Mijn vrouw,' zei hij en keek neer op de dode vrouw aan zijn voeten.

'Dat heb ik nooit vermoed... nooit!' Er blonken tranen in Vera's ogen. 'Maar nu ik er nog eens goed over denk, is het toch eigenaardig dat ze me nooit in haar kamer toeliet, nooit een kamerdienaar toestond haar te helpen en nu zijn er tientallen voorvallen die mij vreemd hadden moeten voorkomen.'

'Het was de schuld van haar moeder,' zei King Kerry. 'Haar moeder kende de wetten van de Verenigde Staten niet en verkeerde in de mening dat de bezittingen van je vader automatisch aan een zoon zouden vervallen en dat een dochter niet het recht had om te erven. Ze hunkerde naar die zoon en toen Henriette geboren werd, was de arme ziel doodongelukkig. De dokter werd voor een groot bedrag overgehaald om het kind als jongen aan te geven en haar tante en haar moeder voedden haar op als een jongen. En in die falsificatie werden ze geholpen door het karakter van Henriette, want Henriette had de manieren van een man en redeneerde als een man. En ook hierin toonde ze zich een man: ze kende medelijden noch berouw. Ze liet een beeldschoon meisje op zich verliefd worden zonder haar het geheim mee te delen. Toen het uitkwam, pleegde het meisje zelfmoord; je kent waarschijnlijk de omstandigheden waaronder het gebeurde.'

'Ja,' huiverde Vera, 'maar ik dacht...'

'Dat dacht iedereen,' vervolgde King Kerry. 'Een van haar tantes werd bang en stuurde het meisje naar Denver - ze had daar een boerderij. Daar moest ze toen haar haren laten groeien en zich als een meisje kleden. Daar leerde ik haar kennen en daar trouwde ik met haar.

Maar de betovering van het oude leven raakte ze niet kwijt... ze speculeerde druk in Wall Street... en de verleiding werd te groot.

Ze wilde dat men haar voor een man zou houden, ze wilde dat men haar zakeninstinct zou prijzen en haar genie als man. Ze had een paar maal geluk met speculeren en dat werd haar noodlottig. Ze liet me in de steek en ging naar Wall Street terug. Ik smeekte haar ermee op te houden, maar een beroep op Henriette's betere gevoelens leidde tot niets. Ze lachte. Opeens keerde de beurs zich tegen mij... dat lukte haar nota-bene met mijn eigen geld,' zei hij woedend. 'Het kon me niet eens zoveel schelen, geld kun je altijd terug verdienen, maar zij ging ermee door. Ze speculeerde à la baisse in graan, ze liet de prijzen kelderen; zij en haar vrienden meenden de graanmarkt te beheersen, maar ik bracht haar een vernietigende slag toe en gaf haar daarna een miljoen om een ander leven te beginnen, maar van dat moment af haatte ze me en achtervolgde me met boosaardige...'

Hij zweeg. 'God helpe haar!' besloot hij treurig. 'God helpe alle vrouwen... goede en slechte!'

'Amen!' zei Vera Zeberlieff.

King Kerry kwam Elsie Marion twee maanden later opzoeken. Hij arriveerde onverwacht in Genève, waar zij op vakantie was en ze liep hem op de Quai des Alpes tegen het lijf en bij het zien van hem, schrok ze.

Hij was weer jong, de scherpe lijnen waren van zijn gezicht verdwenen - de lijnen van zorg en pijnlijke herinneringen - en zijn ogen straalden van gezondheid en levenslust.

'Ik kom juist van Chamonix,' zei hij. 'Ik heb daar een villa laten inrichten.'

'Ga je daar wonen?' vroeg ze.

Glimlachend schudde hij het hoofd.

Een rijtuig gleed voorbij en ze had moeite een glimlach te onderdrukken.

'Wie zit daarin?' informeerde hij.

'Herinner je je mr. Hubbard nog?' vroeg ze.

Hij knikte. Hij herinnerde zich de 'mooie man' nog heel goed.

'Hij is met een vreselijke vrouw getrouwd en ze brengen hier de wittebroodsweken door.'

Weer knikte hij.

'Zijn hospita,' wist hij te vertellen. 'Dat is poëzie uit noodzaak.'

'Maar echte poëzie is het,' lachte ze, 'dat Vera en mr. Bray op huwelijksreis in hetzelfde hotel logeren.'

'Dat is wel heel toevallig,' moest Kerry toegeven. 'Het is om te lachen,' vervolgde ze, 'als je ziet hoeveel spannetjes de wittebroodsweken in Genève doorbrengen.' Hij nam haar bij de arm en liep met haar de kade langs. 'Wij zullen dat aantal niet vergroten,' zei hij. 'Wij gaan naar Chamonix.'

'Wanneer?' vroeg Elsie flauwtjes.

'Volgende week,' beloofde King Kerry.

'Ik ben dol op Chamonix,' zei ze even later, "t Is er zo mooi.

De Mont Blanc met zijn sneeuwwitte top altijd boven je. Ik wou dat we de Mont Blanc met ons mee konden nemen naar Engeland,' liet ze er spijtig op volgen.

'Ik zal informeren hoeveel ze ervoor vragen,' beloofde 'de man die Londen had opgekocht'.

 

* * *