14

 

Vier heren waren voor het diner op Park Lane geïnviteerd, maar tot dusverre waren er nog slechts drie gearriveerd. Maar wat veel vervelender was, Vera had het gemakkelijk excuus van hoofdpijn voorgewend; ze had beslist geweigerd beneden te komen, hoewel Hermann haar dringend gevraagd had de tafel met haar aanwezigheid te vereren.

'Je zet me anders bij al die mannen voor gek,' had hij woedend uitgeroepen. Hij had dit gesprek met haar in haar boudoirtje en ze had zich blijkbaar niet op sociale verplichtingen voorbereid, want ze had haar peignoir aan.

'Hermann-lief,' antwoordde ze, 'wind je niet zo op! Ik heb heus hoofdpijn... dat is het voorrecht van de vrouw.'

'Je hebt altijd hoofdpijn als ik je nodig heb,' mopperde hij. Ze zag er echter niet goed uit. Hij vroeg zich af...

'Nee,' beantwoordde ze zijn onuitgesproken vraag. 'Ik merkte dat de gaskraan openstond en die heb ik dus weer dichtgedraaid.'

'Wat bedoel je?' snauwde hij. Ze glimlachte.

'Ik heb destijds dat cadeau van je bijzonder gewaardeerd. Een kachel van Sèvres porselein moet een schat van geld gekost hebben. Toen ik vanmiddag wat ging rusten, was de hoofdtoevoer afgesloten, daar durf ik een eed op te doen. Toen ik wakker werd, stond die open. Maar ik begrijp niet hoe iemand die op een warme julidag kan openzetten.'

'Martin...' begon hij.

'Martin is er niet aan geweest,' viel ze hem in de rede. 'Ik heb het hem gevraagd. Gelukkig is er niets gebeurd, want voor ik ging slapen heb ik nog heel goed gekeken of het kleine kraantje wel goed gesloten was. Hermann, ik begin bang te worden.'

Zijn gezicht was asgrauw, maar hij dwong zich tot een lachje. 'Bang? Maar, Vera, waarom?'

Ze schudde haar hoofd, haar blik week niet van zijn gezicht. 'Het loopt naar het eind van de door vader voorgeschreven termijn,' zei ze. 'En ik kan er niet meer tegen om doorlopend voor mijn leven te moeten vechten.'

'Onzin!' verklaarde hij gewild luchtig. 'Kom mee naar beneden, naar mijn gasten. Leete is er en Hubbard, een van de directeuren van de vennootschap, is er ook. Bolscombe is niet komen opdagen. Waarom maak je je niet los van die zorg om je geld?' vervolgde hij schijnbaar bezorgd. 'Voeg je kapitaal bij dat van mij zoals ik je al maanden geleden heb voorgesteld. Als je het niet doet, word je nog stapelgek.'

Hij hield plotseling op en keek haar nieuwsgierig aan. 'Je bent nu al een beetje gek,' vervolgde hij langzaam. Maar zij schudde haar bezorgdheid van zich af en lachte. 'Hermann, je bent de wispelturigste man die ik ooit ontmoet heb,' zei ze, 'maar zo akelig weinig origineel.'

'Ga je vanavond uit?'

Hij was bij de deur blijven staan om die vraag te stellen en ze knikte.

'Met je hoofdpijn?' spotte hij.

'Om daarvan af te komen,' gaf ze ten antwoord.

Hij liep naar beneden naar zijn gasten.

'Mijn zuster voelt zich niet erg lekker,' verklaarde hij. 'Ze is de laatste tijd nogal neerslachtig.'

Toen kwam het duivelse plan bij hem op: de plotselinge inspiratie om een schurkenstreek te begaan die mannen naar de galg heeft gebracht en die de gevangenissen bevolkt met afgrijselijke wezens die vroeger nog iets menselijks gehad hebben. Tien dagen! flitste het door het brein van Hermann Zeberlieff. Doe het nu!

En met nauwelijks een adempauze vervolgde hij: 'We zijn nu met vrienden onder elkaar en ik kan jullie gerust vertellen dat ik me bezorgd over haar maak... ze heeft zelfmoordneigingen.'

Een gemompel van medelijden steeg op.

'Ik ga nog even kijken hoe het met haar is,' vervolgde hij, 'en dan zullen we aan tafel gaan.'

Ik meende dat ik je zuster voor haar raam zag staan,' vertelde Leete en met een grijnslach liet hij erop volgen: 'Ik vleide mezelf dat ze naar me zwaaide.'

Hermann keek hem doodverbaasd aan. Hij wist dat Vera zijn vriend Leete haatte met zo'n intense haat als alleen een vrouw met fijnbesnaard gemoed een slecht mens kan haten. Het zou een onverwachte zwakheid van karakter geweest zijn als ze geprobeerd zou hebben vriendschap te sluiten met zijn kennissen; ze was bang, klemde zich aan elke strohalm vast, misschien was ze nu zo weinig zeker van zichzelf dat ze zich vastklemde aan een zo onverkwikkelijke strohalm als Leete, zo piekerde Hermann in zichzelf. Quasi onverschillig liep hij de kamer uit en ging naar boven. In zijn hart was geen plaats voor angst of spijt om de afschuwelijke daad die hij in de zin had. Hij ging niet regelrecht naar waar zij was, maar sloop haar slaapkamer in, die een verbindingsdeur had met haar zitkamer.

Hij sloop stiekem, geruisloos naar binnen.

Naast het raam hing een lang zijden gordijnkoord. Hij trok een stoel dichterbij, stapte erop zonder enig geluid te maken en sneed het koord af. Even geruisloos stapte hij ook weer op de grond. Hij had drie minuten om het karwei op te knappen. Over drie minuten zou hij weer bij zijn gasten terug zijn om de afwezigheid van zijn zuster te verontschuldigen en in die tijd zou het mooie schepseltje dat 'zelfmoordneigingen' vertoonde, slap neerhangen...

Hij keek rond op zoek naar een haak die voor het doel geschikt was en vond een klerenhaak achter de deur die haar gewicht kon dragen.

Dat was de plek. Hij maakte vlug een lus aan een eind van het koord en hield zijn hand met het koord erin achter zijn rug. Hij draaide de deurknop om en liep de zitkamer in. Ze zat bij het raam en keek geschrokken op. 'Wat voer je in mijn kamer uit?' vroeg ze.

'Ik heb je juwelen gestolen,' spotte hij. Maar ze liet zich door die zogenaamde goedmoedige grap niet om de tuin leiden.

'Hoe durf je in mijn kamer te komen!' riep ze verontwaardigd. Doodsangst overviel haar, koortsachtig zocht ze haar geest af naar een plan om te kunnen vluchten. 'Ik wil de zaak nog eens met je bepraten,' zei hij en hij stak zijn hand uit om haar beet te pakken.

'Wat heb je op je rug?' vroeg ze en haar stem klonk gesmoord van angst.

Hij sprong op haar af, sloeg zijn ene arm om haar heen waardoor haar beide armen stijf tegen haar lichaam gedrukt werden.

Het touw gleed langs zijn arm af en hij bracht zijn linker hand naar haar mond om haar het roepen te beletten. 'Niet doen!' hijgde ze.

Hij lachte haar in haar gezicht uit. Hij vond de lus en liet die over haar hoofd glijden.

'Kerry weet 't... Kerry weet 't!' zei ze met half verstikte stem. 'Ik heb hem geschreven. Het huis wordt dag en nacht bewaakt door een detective... o!' De lus lag om haar hals. 'Heb je geschreven?'

'Ik heb hem verteld... mij... vermoorden... ik geef., elk half uur signaal over vijf minuten...'

Heel voorzichtig bevrijdde hij haar uit de lus en lachte daarbij. Hij had haar meegenomen tot aan het raam. Een man stond met de rug tegen het hek van het park geleund, hij rookte een sigaar. Hij keek naar het huis en wachtte op het half uur signaal.

'Je hebt zeker nooit gedacht dat ik zo'n goed toneelspeler was,' zei Hermann met een geforceerd lachje.

Ze strompelde tot dicht bij het raam en viel in een stoel neer. 'Ik heb je toch niet bang gemaakt?' vroeg hij en hij wist zelfs een bezorgde klank in zijn stem te leggen.

Ze rilde van haar hoofd tot haar voeten. 'Ga weg!' zei ze. 'Ga alsjeblieft weg! Nou ken ik je geheim!' Met een licht schouderophalen verliet hij het vertrek, hij nam het zijden koord met zich mee, want dat was een veel te gevaarlijk bewijs om achter te laten.

Ze wachtte tot ze zijn stem beneden in de hal hoorde, toen vluchtte ze naar haar slaapkamer en deed de deur op slot. Met trillende handen trof ze haar voorbereidingen. Ze kleedde zich aan zo vlug als ze nog nooit in haar leven gedaan had en daalde toen de trap af.

In de hal zag ze Martin en ze bleef staan. 'Geef me alsjeblieft een wandelstok... het kan me niet schelen welke... vlug!'

De man liep weg en toen hij met een stok met ivoren knop van haar broer terugkwam, stond ze al bij de open deur. Ze keek op haar horloge. Het was tien over half negen. Een taxi bracht haar naar Vigo Street en hoe dichter ze kwam bij de man die haar liefhad en bij de vrijheid die voor haar opdoemde, des te hoger steeg haar stemming.

Gordon Bray stond al te wachten. Ze betaalde de chauffeur en liet de taxi gaan.

'Ik wist wel dat je hier al zou zijn!' begon ze impulsief en ze pakte zijn arm.

'Gordon,' vervolgde ze buiten adem... eigenaardig hoe twee mensen op een en dezelfde dag geëmotioneerd werden door het uitspreken van een voornaam... 'je kent me nu al drie jaar.'

'En vijfentwintig dagen, miss Zeberlieff,' lachte de jongeman. 'Ik tel de dagen.'

De ogen die naar hem werden opgeslagen, glansden met een licht dat hij daarin nog nooit eerder gezien had.

'Noem me Vera,' verzocht ze zachtjes. 'Denk alsjeblieft niet dat ik te voortvarend wil zijn of onvrouwelijk, maar ik wil alleen dat je... je houdt toch van me, is het niet?'

Het was net of de straatlantarens voor de ogen van de man heen en weer dansten.

'Ik aanbid je,' fluisterde hij hees.

'Heb dan nog een beetje geduld,' vroeg ze teder, 'en als ik dingen doe die jij niet kunt goedkeuren...'

'Dat kun je niet,' verzekerde hij.

En daar in de drukke Regent Street, te midden van een voort-jachtende menigte, die afhankelijk van hun temperament, geschokt, geamuseerd of geïnteresseerd toekeken, stak ze hem haar lippen toe en hij kuste haar.

'En nu,' zei ze en haar ogen glansden van pret terwijl ze hem een eindje van zich afduwde, 'nu moet je me de nieuwe zaak laten zien die King Kerry gekocht heeft.'

'Hier is 't,' wees hij. 'Het heeft in alle kranten gestaan.'

Ze rende het trottoir langs tot ze voor de donkere etalage ramen van de winkel stond.

Toen zonder enige waarschuwing hief ze haar stok op en stootte de ivoren knop door de glazen ruit. Een agent greep haar vast.

'M'n hemel,' steunde Gordon Bray, 'waarom heb je dat gedaan?'

'Kiesrecht voor vrouwen!' riep Vera en ze lachte. Ze lachte nog toen men haar in een auto naar Marlborough Street bracht en de volgende ochtend lachte ze nog toen men haar veroordeelde tot drie weken gevangenisstraf. King Kerry die met Bray in het gerechtsgebouw zat, had ook stiekem pret. Over drie weken zou Vera vrij kunnen beschikken over haar vaders erfdeel en alle machinaties van haar broer zouden geen enkel effect meer hebben. Ze zou uit de gevangenis komen als een vrije vrouw in de ruimste betekenis van het woord.

En hoewel Bray bezorgd het tere wezentje gadesloeg, begreep hij ook. De volgende drie weken zouden een hel voor hem zijn en slechts de herinnering aan de zachte lippen zouden hem helpen de scheiding te doorstaan.