10

 

Het was volkomen onverklaarbaar, de moord op een dronken vrouw en er werden tal van theorieën opgeworpen. De lijkschouwing wees uit dat de aanvallers de vrouw ruw behandeld hadden. Ze was door wurging om het leven gekomen.

Er volgde geen arrestatie en de misdaad kwam op de lijst van onopgehelderde geheimen.

Vier dagen na de opzienbarende ontdekking zat Elsie Marion alleen achter haar bureau, een meubelstuk dat op zichzelf al een genot was om naar te kijken. Ze sorteerde King Kerry's correspondentie. Zoals zoveel grote mannen had hij een paar zwakke trekjes en een daarvan was een hartgrondige hekel brieven te beantwoorden die niet van vitaal belang waren voor zijn ondernemingen. Hij kende deze tekortkoming van zichzelf en de steeds aangroeiende stapel geopende en ongeopende brieven deden hem de wenkbrauwen fronsen telkens als hij die onder ogen kreeg.

Elsie bracht de stapel tot een minimum terug. Het grootste deel vroeg geen overleg met haar baas. Het waren bedelbrieven of brieven van zogenaamde uitvinders die ten koste van weinig geld zichzelf en hun weldoener rijk wilden maken. Ook waren er een paar brieven met religieuze inhoud: teksten dik onderstreept, vragend of eisend. Elke post bracht stapels verzoeken om steun.

In de la van haar bureau had ze een chequeboek en ze had een eigen rekening waarover ze mocht beschikken. Dat was King Kerry's aandeel in liefdadigheid en ze mocht daarmee handelen naar goeddunken. Eerst had de verantwoordelijkheid haar angst aangejaagd, maar ze had ook deze taak dapper aanvaard.

'Het vereist net zoveel moed om een cheque te ondertekenen als om van gebrek om te komen,' was een van King Kerry's eigenaardige stelregels.

Ze vocht zich schitterend door de voor haar liggende stapel brieven heen. Een paar verhuisden naar de prullenmand en op een paar krabbelde ze een cijfer na eerst met een rimpel op haar voorhoofd op haar penhouder geknabbeld te hebben. Ze kende de mensen waarmee ze nu te maken had; ze had te midden van hen geleefd, ze had aan een tafeltje met marmeren blad een karige lunch gegeten met tegenover haar briefschrijvers van professie die onbeschaamd brieven met elkaar vergeleken hadden.

Ze keek op toen de bode die dienst had, met een kaartje binnenkwam. Terwijl ze de naam las, trok ze een lelijk gezicht.

'Weet hij dat mr. Kerry de stad uit is?' vroeg ze.

'Dat heb ik hem meegedeeld, rniss, maar hij wou speciaal u spreken,' vertelde de bode. Weer keek ze nu weifelend op het kaartje. Deze situatie had toch ook wel een humoristische kant. Een week geleden zou de trotse mr. Tack er niet over gedroomd hebben ooit eens zijn kaartje naar 'onze miss

Marion' te zenden met vriendelijk verzoek om een onderhoud. 'Laat hem binnen alsjeblieft en, Carter...,' de man was al bij de deur.

'Ja, miss?'

'Blijf in de kamer zolang mr. Tack bij me is.'

De man tikte tegen zijn pet en verdween. Een paar tellen later liet hij de vroegere compagnon van de firma Tack en Brighten binnen.

De man was een en al glimlach en met een allervriendelijkst gebaar stak hij zijn gehandschoende hand uit. 'Wel, wel,' begon hij inderdaad hoogst verwonderd, 'wie zou ooit gedacht hebben u onder voor u zo fortuinlijke omstandigheden aan te treffen!'

'Ja, inderdaad,' gaf ze ten antwoord.

Ongevraagd schoof hij een stoel dichter naar het bureau.

'U zult toch moeten toegeven dat u bij mij een uitstekende leerschool gehad hebt en wat ik het liefst behoorlijke discipline zou willen noemen - nooit overdreven en altijd rechtvaardig; het heeft u voor deze betrekking zeer goed uitgerust; dat kunt u niet ontkennen!'

En speels schudde hij zijn vinger voor haar gezicht.

'In elk geval heeft het me geholpen om de verandering te waarderen,' was haar gevat antwoord.

Mr. Tack keek naar de wachtende bode en toen wierp hij het meisje een veelbetekenende blik toe.

'Ik had je graag even privé gesproken,' zei hij geheimzinnig. 'Een meer privé onderhoud als dit kan ik u niet toestaan, mr. Tack,' antwoordde het meisje glimlachend. 'Ik sta nog lang niet aan het hoofd van deze zaak en ik heb noch het recht, noch het verlangen om me met een aangelegenheid in te laten die buiten mijn werkgever omgaat.'

Mr. Tack moest iets wegslikken, maar hij boog met een elegant gebaar zijn hoofd.

'Heel goed gezien, inderdaad, heel goed gezien,' gaf hij toe met geveinsde hartelijkheid. 'En u hebt nog meer gelijk na de kleine moeilijkheid waarover ik heb horen praten...' Hij keek haar brutaal aan. Ze kreeg een kleur.

'Daar hoeft u niet op te zinspelen, mr. Tack,' zei ze koel. 'Mr. Kerry had me laten arresteren omdat hij wist dat mijn leven in gevaar was. Hij heeft me volledige toestemming gegeven niets te verbloemen. Als u weggaat, zult u in de voorkamer een grote brandkast zien staan, die kast heeft een combinatie slot dat bij het woord "Kingsway" opendraaide. Mr. King heeft me vier woorden genoemd en het eerste was het woord waar het bij de brandkast op aan kwam. Hij vertelde het me omdat hij het niet op papier wilde zetten. Toen begreep hij dat hij me daardoor aan een groot gevaar blootstelde. Iemand die vermoedde dat ik het woord kende, stuurde een paar mannetjes naar Smith Street met de bedoeling me aan het praten te krijgen en mr. Kerry die dat plan vermoedde, liet me arresteren in het besef dat ik op het politiebureau geen gevaar liep. Hij kwam met een speciale trein naar Londen terug om me te bevrijden.'

Ze had eraan toe kunnen voegen dat King Kerry drie uur in Londen had lopen zoeken naar de minister van binnenlandse zaken voor hij een bevel tot invrijheidsstelling kon bemachtigen, want het is makkelijker iemand de gevangenis in te krijgen dan eruit.

'Bovendien,' liet ze erop volgen, 'bood mr. King me edelmoedig elk bedrag aan dat ik maar zou willen noemen om me voor de schande schadeloos te stellen.'

'En wat heb je gevraagd?' vroeg mr. Tack nieuwsgierig en er speelde een verachtelijk lachje om zijn lippen.

'Niets,' antwoordde ze kort en wachtte tot hij met het doel van zijn bezoek voor de dag zou komen. Weer keek hij naar de forse bode, maar hij kreeg van het meisje geen enkele aanmoediging.

'Miss Marion,' begon hij en hij liet zijn stem zakken, 'u en ik zijn altijd goede vrienden geweest - ik hoop dat u me nu zult willen helpen.'

Ze ging niet op de misvatting in en hij vervolgde:

'U kent de gedachten van mr. King; u bent de vrouw waar elke man vertrouwen in heeft. Vertel me nu eens als vrienden onder elkaar: wat is de hoogste prijs die Kerry voor Goulding wil betalen?'

'Bent u daar ook al in geïnteresseerd?' vroeg ze verbaasd.

Ze had nooit gedacht dat hij intelligent genoeg zou zijn om op de hoogte te wezen van het complot, maar hij knikte.

'De hoogste prijs,' herhaalde hij overredend.

'Een half miljoen,' zei het meisje. Het was wonderlijk hoe glad deze grote som over haar lippen gleed.

'In ernst?'

'Een half miljoen en het aanbod blijft open tot zaterdag,' zei ze. 'Ik heb juist in die geest aan Goulding geschreven.'

'Ontzettend, ontzettend, ontzettend!' antwoordde nu mr. Tack, vlug maar vermoeid. 'Waarom probeert u de oude man niet wat redelijker te stemmen?'

Er kwam een glans als van staal in haar ogen. Hij herinnerde zich haar bedreiging met de inktpot en hij raakte op zijn hoede.

'Welke "oude man" bedoelt u?' informeerde ze ijzig.

Tack haastte zich zijn fout te herstellen en stotterde zijn verontschuldigingen.

'Ik had natuurlijk zo niet over mr. Kerry mogen spreken.'

'O, mr. Kerry!'

Ze keek de ander meelijdend glimlachend aan. 'Ik denk dat mr. Kerry minstens tien jaar jonger is dan u,' zei ze brutaal. 'Een man die altijd hard gewerkt heeft, kan vroegtijdig grijs worden, net zoals een zittend leven een man van middelbare leeftijd een buikje kan bezorgen.'

Mr. Tack liet zijn tanden zien in een lachje dat niet van vrolijkheid getuigde.

'Toegegeven,' zei hij en hij stak zijn hand uit. 'We zullen geen ruzie maken; wend alsjeblieft je invloed op mr. Kerry ten goede aan.'

'Ik hoop dat dit me zal lukken,' zei ze, 'maar ik zie niet in hoe dat u zal kunnen helpen.'

Hij stond al op straat voor hij daar een passend antwoord op had kunnen bedenken.

Oxford Street en vooral de textielzaken in die straat verbaasden zich over de situatie die ontstaan was tussen Goulding's UniversaI Stores en Tack en Brighten. Het was bekend dat Tack - zo werd de firma algemeen genoemd - niet kon optornen tegen de machtige buurman. King Kerry deed niets bijzonders om de zaak weer te laten opleven. Hij had een paar van de oude winkelchefs ontslagen, had een nieuwe directeur aangesteld, maar niets wees erop dat hij de strijd ging aanbinden met zijn concurrent die hem zowel letterlijk als figuurlijk insloot.

Gouldings vraagprijs was uitgelekt en insiders vonden het drieëndertig procent boven de eigenlijke waarde; maar wat zou King Kerry doen?

Blijkbaar stelde Kerry er zich mee tevreden door van de ene handelszaak naar de andere te lopen. Hij kocht in een week Tabards op, de beroemde confiseur, de Regent Treweller Company en Fransom, de bekende Fransom, wiens kunstvoorwerpen de bewondering van heel de wereld opwekten. 'Welk spelletje speelt hij?' vroeg West End zich af en daar ze in hun eigen gedachten een dergelijk spel niet thuis konden brengen, was West End er vast van overtuigd dat King Kerry aan zijn eigen ondergang bezig was. Sommigen beweerden dat grote grondeigenaren in het vertrouwen van de grote koper waren opgenomen; maar dit valt te betwijfelen. In zijn pas gepubliceerde autobiografie wijdt de hertog van Pallan daar een passage aan; maar veel wijzer wordt men daar niet van. De edelman zegt: 'De vraag of ik mijn grond in de buurt van Regency, Colemarker en Tollerton Streets wilde verkopen, werd naar volle tevredenheid opgelost door mijn vriend mr. King Kerry. Ik vind het in deze tijd een plicht om roofzuchtige en schadelijke stemmenwerving...'

-

De rest is zuiver politiek, maar wel wijst de paragraaf erop dat of King Kerry de grond gekocht heeft of dat hij met de grondeigenaar tot bepaalde afspraken gekomen was, hij zeer zeker in onderhandeling geweest is. Belangstellenden hebben beslist geen kans voorbij laten gaan om te proberen precies de plannen van de Trust te achterhalen.

Toen Elsie op zekere avond naar haar flat in Chelsea terugkeerde, zag ze daar een goedgeklede vreemdeling, die haar zonder voorafgaande inleiding vijfduizend pond bood voor informatie betreffende de voorgenomen aankopen van de Trust. Haar eerste opwelling was gewoon door te lopen, haar tweede kwaad te worden. Haar derde en laatste was een resoluut antwoord.

'U kunt uw opdrachtgever meedelen dat het volkomen nutteloos is om me geld aan te bieden, want ik ben totaal niet op de hoogte van mr. King Kerry's plannen.'

En ze liep kwaad door, daarbij gehoorzamend aan alle drie impulsen tegelijk. De volgende ochtend vertelde ze de miljonair van de poging tot omkoperij en hij knikte opgewekt. 'Die vent heet Gelber; hij is particulier detective en is in dienst van Hermann Zeberlieff. Hij zal je geen tweede keer meer lastig vallen.'

'Hoe weet u dat?' vroeg ze verbaasd.

Hij wist haar altijd in verlegenheid te brengen door alles wat hij wist of te weten was gekomen. Het was een vaste grap van hem om te zeggen dat hij wist wat zijn vijanden die dag gegeten hadden, maar hij kon zich nooit herinneren waar hij zijn handschoenen neergelegd had.

'Je gaat nooit zonder geleide naar huis,' zei hij. 'Voortaan gaat altijd een van mijn mensen achter je aan.' Ze zei even niets, toen vroeg ze: 'Heeft Zeberlieff een hekel aan u?'

Hij knikte met een langzaam gebaar. Ineens stond zijn gezicht onuitsprekelijk moe.

'Hij haat me,' bekende hij op zachte toon, 'en ik haat hem als de pest.'

Ze keek hem lang aan en hun ogen ontmoetten elkaar. Hadden ze misschien om een zakelijke aangelegenheid ruzie gehad? Het was net of hij haar onuitgesproken gedachten geraden had, want weer schudde hij zijn hoofd.

'Ik haat hem'... hij aarzelde... 'omdat hij schandelijk gehandeld heeft... tegenover een vrouw.'

Het was net of een ijskoude hand zich sloot om het hart van Elsie en een paar seconden achter elkaar kon ze nauwelijks ademhalen. Ze voelde de kleur uit haar gezicht wegtrekken en alles werd wazig voor haar ogen.

Ze keek naar beneden en speelde met de brieven op haar bureau.

'O ja?' informeerde ze beleefd. 'Dat was... dat was gemeen van hem!'

Ze hoorde de telefoon overgaan en hij nam de horen van de haak. Hij wisselde een paar woorden, toen:

'Ik ben dadelijk terug,' zei hij. 'Mr. Grant heeft me nodig.'

Ze knikte.

Even later ging de deur met een klik achter hem dicht en zij legde haar hoofd op tafel en barstte in hartstochtelijk snikken uit.

Liefde was het leven van Elsie Marion binnengedrongen. Het had haar overvallen en met het licht was ook de schaduw van verdriet gekomen.