15

 

'Ik kon gisteravond niet meer terug naar kantoor,' zei Elsie, 'ik heb nog geprobeerd om u op te bellen, maar u was nergens waar u had kunnen zijn.' Haar stem klonk een beetje verwijtend, want ze had er inderdaad naar gesnakt om hem een wonderbaarlijk nieuwtje mee te delen.

'Ja, daar kon je wel eens gelijk in hebben,' moest King Kerry toegeven en hij streek over zijn glad geborstelde haren. Als hij in een berouwvolle stemming verkeerde, kon de miljonair iets kinderlijks over zich hebben en op zulke momenten was Elsie helemaal vertederd.

'Een jonge kennis van me heeft met een stok een van mijn etalageruiten in Regent Street ingeslagen,' zei hij om zijn onbereikbaarheid te verklaren. 'Ik moet verdraaid nog aan toe telkens weer opnieuw naar die politiebureaus,' liet hij er spijtig op volgen.

'Een suffragette?'

'Vermoedelijk wel,' knikte King Kerry en hij beet het puntje van zijn sigaar. 'Ze zit in elk geval opgesloten.'

'Jakkes!' protesteerde het meisje. 'U hebt haar toch niet in de gevangenis laten stoppen?'

'Natuurlijk wel,' bekende King Kerry met zijn opgeruimdste lachje, 'ik heb er wel degelijk een rechtszaak van gemaakt.' Hij zag de bezorgde uitdrukking op het gezicht van Elsie en hij wachtte.

'Dat is eigenlijk niets voor u,' meende ze met een verwijtende klank in haar stem. 'U bent altijd zo begrijpend en vergoelijkend voor mensen die in moeilijkheden zitten... en ik vind het afschuwelijk als ik moet zien dat u anders bent dan ik dacht.'

'Niemand is precies zoals een ander meent,' zei hij spijtig. 'Je hebt zeker nooit gelezen wat sommige New-Yorkse kranten schrijven over mijn groot spoorwegsyndicaat. Dat dacht ik wel,' toen ze haar hoofd schudde. 'Ik zal de krantenknipsels vandaag of morgen wel eens voor je opzoeken en dan zul je zien hoe slecht een man kan zijn... en toch nog aan de gevangenis ontsnapt.'

'U kunt me niet overtuigen,' verklaarde ze beslist. 'Ik ben er zelfs niet eens zeker van dat u echt gedaan hebt wat u zojuist vertelde.' Hij knikte heftig.

'Toch wel,' verzekerde hij. 'Maar ik kan je er net zo goed bij vertellen dat die jongedame een vriendin van me is en ze had als enig doel de gevangenis in te komen... en ik moest haar helpen.'

'Is ze echt een suffragette?'

King Kerry dacht na alvorens te antwoorden en hij trok peinzend aan zijn sigaar.

'Nee, dat is ze niet,' gaf hij ten antwoord. 'Maar ze heeft redenen genoeg om er wel een te zijn. Als ik haar was, stak ik heel Regent Street in brand. In elk geval zul je het wel in de kranten kunnen lezen,' besloot hij.

Ze trok een la open en haalde er een Evening Herald uit.

'Lees het in uw eigen krant,' zei ze trots en gaf hem een vroege editie. Hij floot tussen zijn tanden. 'Dat was ik bijna vergeten,' mompelde hij. 'Je hebt de krant dus gekocht.'

Ze knikte. Ze maakte een leuke indruk zoals ze daar stond met haar handen op haar rug, met een blos op de wangen en met vrolijke ogen die straalden van opwinding. Ze stond daar als een kind dat een pluimpje verdiend heeft en nu op beloning wacht. 'Wat heb je betaald?' vroeg hij. 'Raden!' lachte ze. 'Zestigduizend,' veronderstelde hij. Ze schudde haar hoofd. 'Vijftig?' Met opgetrokken wenkbrauwen. Weer schudde ze haar hoofd.

'Ik zal u het hele verhaal vertellen,' begon ze. 'Toen ik op het kantoor van de Evening Herald kwam, merkte ik dat het personeel al naar huis was, maar de redacteur, de directeur en de eigenaar waren in de directiekamer en later ontdekte ik dat er een geweldige ruzie geweest was.'

'Die is er altijd als die drie mannen bij elkaar zijn,' zei King Kerry met kennis van zaken. 'Als de uitgever er ook nog bij geweest was, had je de ziekenwagen wel kunnen bestellen.'

'Ik zei dat ik namens u kwam,' vervolgde ze met een lachje, 'en ik werd onmiddellijk binnengelaten.'

'De toverkracht van een naam,' meesmuilde hij. Hij wist wat miljonair-zijn betekende.

'Ze waren heel verwonderd mij binnen te zien stappen,' zo ging ze verder. 'En mr. Bolscombe, de eigenaar, begon met "lieve kind" en zo, maar daar hield hij gauw mee op toen ik hem op de man af vertelde dat ik gekomen was om zijn krant te kopen.'

'En, viel hij flauw?' vroeg Kerry gespannen. Ze glimlachte.

'Dat niet precies, maar hij vroeg zestigduizend pond, waarop ik net deed of ik geweldig schrok. De krant bestaat nog niet lang... dat weet u toch?' Kerry knikte - 'en begint nu pas rendabel te worden...'

'Dat is het standpunt van de redacteur,' veronderstelde Kerry en Elsie knikte.

'Vooral als het beleid wat omgebogen wordt...' Kerry lachte voor zijn doen ongewoon luidruchtig. 'Dat is de eigenaar,' zei hij. 'Ik wist van tevoren dat hij dat zou zeggen omdat ik hem een paar maal gesproken heb.'

'We zijn aan het praten gegaan en nog eens aan het redeneren en het slot is dat ik de krant voor veertigduizend pond gekocht heb,' besloot ze triomfantelijk. Hij stond op en klopte haar op de schouder. 'Kind, dat is prachtig,' bewonderde hij.

'Dat noteer ik in mijn rode boekje.'

Hij had een boek met een slot waarin hij van tijd tot tijd aantekeningen maakte, die hij echter voor iedereen geheim hield. 'Ik moet u nog wat vertellen,' vervolgde Elsie. 'Nadat ik de cheque gegeven had en een kwitantie had teruggekregen, ging ik naar huis en mr. Bolscombe ging eten met... u raadt nooit met wie?' daagde ze uit.

'Met Hermann Zeberlieff... heb ik gelijk?' antwoordde Kerry. 'Ga door!'

Ze was een beetje teleurgesteld dat haar bom niet tot explosie gekomen was, alleen maar even gesist had. 'Ik ging naar mijn flatje. Drie uur later belde mr. Bolscombe aan, maar ik begrijp niet hoe hij aan mijn adres gekomen is...'

'Door Zeberlieff.'

'Ja, natuurlijk... dom van me daar niet zelf aan gedacht te hebben. Hij belde dus aan en bood aan de krant terug te kopen voor zeventigduizend pond.'

'Schitterend!' lachte King Kerry.

'Hij probeerde me wijs te maken dat de verkoop niet eerlijk in zijn werk gegaan was, maar ik las hem alle voorwaarden voor... had ik gelijk?'

'Kind,' verklaarde Kerry plechtig, 'vandaag of morgen maak ik je nog compagnon. Hoe liep het af?'

Ze gaf hem de kwitantie.

Maar ze had nog meer te vertellen.

'De redacteur lijkt me een tamelijk pientere jongeman,' zei ze aarzelend 'en de directeur lijkt me ook heel geschikt voor zijn taak. Ik heb hun gezegd dat u nog geen onmiddellijke veranderingen zou aanbrengen.'

'Weer gelijk,' verklaarde King Kerry uit de grond van zijn hart. 'Een nieuwe man is niet altijd de beste en de oude hoeft niet altijd een dwaas te zijn. Gooi nooit om wille van de verandering iets ouds weg... behalve je jurk.

'Dit verdient een meer dan gewone aandacht,' verklaarde hij quasi plechtig. 'Alleen een dinertje kan onze eerste gezamenlijke overwinning op de vijand vieren.'

Ze keek hem aan met lachende ogen waarin toch tranen pijnlijk prikten. Dat zij 'de grijze eminentie' zoals ze hem heimelijk noemde, een pleziertje gedaan had, was haar al voldoening genoeg.

De afgelopen vierentwintig uur had ze twee knappe mannen ontmoet en ze piekerde zich suf om zich te herinneren wie die andere was.

Maar die tweede was niet van hetzelfde type als haar werkgever met zijn gezonde huidskleur en zijn lachende ogen en die krachtige kin... en die andere was beslist niet de eigenaar geweest van het meest grijze haar dat ze ooit op het hoofd van een nog betrekkelijk jonge man gezien had. Ze vroeg zich af hoe het kwam dat hij zo grijs was. Ze had het hem dikwijls willen vragen, maar iets dat niets met brutaliteit te maken had, want daarvoor gingen ze te vertrouwelijk met elkaar om, had haar tot dusverre weerhouden.

'Om acht uur in Schweizerhof,' zei hij, 'en als je het beter vindt om een chaperonne mee te brengen, doe het dan gerust, maar het moet wel een aardig iemand zijn.'

'Ik ken niemand die aardig genoeg is,' glimlachte ze, 'dus moet u het met mij alleen doen.'

Ze had nog een dag werk voor zich en ze begon er vol energie aan, het vooruitzicht op een prettige avond vuurde haar nog meer aan.

'Nou weet ik het!' riep ze plotseling.

Hij keek op.

'Wat weet je?' vroeg hij.

'De naam van die andere man... ik bedoel,' liet ze er haastig op volgen, 'de man die mr. Bolscombe naar de flat vergezelde. Dat was mr. Martin Hubbard!'

'O,' zei hij, wat weifelend, 'de Schone?'

'Wordt hij zo genoemd? Dat kan ik me voorstellen. Hij is knap, in sommige opzichten, maar...' Ze aarzelde. 'D'r zijn een heel aantal "maren" als het om Martin gaat,' vertelde Kerry rustig. 'Ik heb hem in New York ontmoet. Hij is een geldjager.'

Nadenkend staarde hij voor zich uit.

'Een man die om geld trouwt,' zei hij, 'is als een hond die een toren beklimt om een bot. Hij krijgt zijn maal, maar hij heeft geen huiselijk plekje om het te laten verteren.'

Hij sprak niet verder over Martin, maar bleef het verdere deel van de dag druk aan het werk. Want hij was de advertentie aan het opstellen die de wereld van de manufacturenhandel op zijn grondvesten zou doen schudden.