20
Maart 2009
‘Hoe gaat het met dat meisje?’ vroeg Daniel met duidelijk gespeelde nonchalance.
‘Met Emily, bedoel je? Ja, die is wel leuk.’ Paul zou willen dat hij nooit over Emily was begonnen, maar dat viel niet mee, want zij was zo’n beetje het enige waar hij aan dacht. Ze zat een klas lager dan hij en deed voorexamen, terwijl hij in de hoogste klas zat en op zijn eindexamens afstevende. Ze had een rond, kinderlijk gezicht en zacht, fijn haar, en haar adem rook naar zoete melk, als die van een kind, maar vanaf de hals naar beneden was ze op-en-top vrouw; wanneer hij haar mocht aanraken zwabberden zijn handen als slippende auto’s alle kanten op. Ze had makkelijk strakke kleren kunnen dragen, net als de meisjes in zijn wijk, maar ze droeg jurken die om haar heen golfden; net als Pauls handen mochten ze langs haar huid strijken, maar nooit blijven plakken.
Emily las voor haar plezier het soort boeken dat Paul alleen voor school had gelezen. Ze had hem haar exemplaar van Great Expectations geleend, een tweedehands paperback met een gekreukte oranje rug. Na een paar hoofdstukken werd hij echt door het verhaal meegesleept, maar hij ontdekte ook dat genieten van een boek en er op indrukwekkende wijze over praten twee verschillende dingen waren. Hij las het boek van Dickens met een verklarend boekje van York Notes ernaast, om hem te helpen met de stukken die hij niet begreep. Tot nu toe was ze onder de indruk van zijn visie op het boek, maar hij was als de dood dat ze op een dag zou merken dat hij er secundaire literatuur bij las.
Het had drie maanden geduurd voordat Paul haar durfde aan te spreken, en nog eens drie maanden voordat hun – zijn – eerste kus ervan was gekomen. Die eerste keer had ze van haar moeder toestemming gekregen om met de auto naar school te gaan, en hij was met haar meegereden naar de steengroeve. Ze droeg een bloemetjesjurk, een spijkerjack en een paar hoge gymschoenen. Die ochtend had ze haar haar gewassen, waardoor het nog luchtiger en kleinemeisjesachtiger was dan gewoonlijk. Ze streek het om de haverklap glad, en op een gegeven moment streek Paul een lok achter haar oor. Ze had fel gebloosd, een diep koraalrood dat haar wangen en de huid boven haar borsten kleurde, maar ze had zijn hand niet weggeduwd, en hij wist meteen dat ze wilde dat hij haar zou kussen. Maar meer dan dat deden ze nog steeds niet. Afgezien van het schouderbandje had hij haar beha nog niet eens gezien. Het patroon was niet veranderd of gevorderd in de drie maanden dat ze nu hadden wat ze met elkaar hadden – wekelijkse gesprekken met daarna handje vasthouden of gekietel, afhankelijk van wat het snelst op een potje volledig gekleed zoenen zou uitdraaien. Alles aan hem voelde pijnlijk en gezwollen aan, zo erg verlangde hij naar haar. Hij wou dat hij dit stadium kon overslaan, dat hij met zijn toverstokje kon zwaaien en dat ze dan samen in een schone slaapkamer terecht zouden komen, alvast zonder kleren, en bij voorkeur nadat Emily al had gedaan wat meisjes moesten doen om zich op de daad voor te bereiden. Hij zou zo voorzichtig met haar zijn als hij maar kon. Maar eigenlijk had hij te veel haast om het rustig aan te kunnen doen.
Emily was de reden dat Paul zich nog niet had aangemeld voor de universiteit, al had hij dat tegen niemand gezegd, zelfs niet – vooral niet – tegen Emily zelf.
Hij zei tegen zijn moeder dat hij eerst minimaal een jaartje wilde gaan werken, zodat hij wat geld opzij kon leggen en niet de rest van zijn leven in de schulden hoefde te zitten. Ze was opgetogen; haar trots bij de gedachte aan een zoon op de universiteit was altijd getemperd door haar geldzorgen. Als Paul in de buurt een baan kon vinden en thuis bleef wonen, kon hij in twee jaar tijd genoeg geld sparen voor kamerhuur, collegegeld en boodschappen. Hij voelde zich schuldig omdat hij haar voorloog over zijn bedoelingen; zodra Emily volgend jaar ging studeren, zou hij achter haar aan gaan.
Zijn leraren vertelde hij dat hij, aangezien hij de rest van zijn leven in het onderwijssysteem wilde doorbrengen, eerst een poosje het echte leven wilde ervaren. Zij waren minder enthousiast, en niet alleen vanwege de impliciete belediging die door zijn smoesje heen schemerde. Als hij zich dit jaar nu eens aanmeldde, opperden ze, zichzelf van een plekje verzekerde en dan uitstel aanvroeg? Ze deden alsof het voor zijn eigen bestwil was, maar hij wist dat de school beter zou scoren op de ranglijsten als er meer leerlingen doorstroomden naar het hoger onderwijs. Hij hield zijn poot stijf. Hij was ervan overtuigd dat hij en Emily over een jaar het bed zouden delen en een echt stel zouden zijn. Stel dat hij werd aangenomen op de lerarenopleiding van, noem eens een dwarsstraat, Bristol of Exeter, en zij een jaar later als ze zich ging oriënteren tot de conclusie kwam dat haar ideale universiteit in Edinburgh of Glasgow stond? Zij was slimmer dan hij, dus hij verwachtte niet dat ze naar dezelfde universiteit zouden gaan, maar hij wist dat alle grote universiteitssteden ook minder elitaire universiteiten hadden, voormalige hogescholen. Misschien konden ze zelfs gaan samenwonen.
Tot op heden was hij erin geslaagd haar bij Daniel vandaan te houden, maar dat kon niet eeuwig duren. Emily zou hun vriendschap nooit begrijpen en hij wist dat ze het zou afkeuren als ze wist waar ze ’s avonds naartoe gingen; hij keurde het zelf ook af. En Daniel zou nooit begrijpen wat hij voor Emily voelde. De meisjes kwamen op Daniel af ‘als vliegen op de stront’, zoals Carl het uitdrukte. Het kwam natuurlijk door zijn uiterlijk, maar het ruwe materiaal was ook mooi verpakt. Terwijl Paul bijna elke cent van zijn aandeel in de opbrengst spaarde, gaf Daniel alles uit aan designkleren. Tenzij ze aan het werk waren droeg hij nooit sportkleding of tennisschoenen; hij koos voor een soort modieuze, formele stijl waar de meisjes geen genoeg van konden krijgen. Voor iemand die het schoolsysteem op zijn vijftiende vaarwel had gezegd, was Daniel vrij bekend op de school waar Paul op zat, vooral onder de meisjes. Toen hij Paul een keer bij de poort was komen ophalen, had een meisje hem uitgenodigd voor een of ander feestje dat ze gaf, zonder Paul ook maar een blik waardig te keuren. Niet dat zijn populariteit ooit tot een langdurige relatie had geleid. Kort nadat Daniel van school was gegaan, had hij iets gekregen met ene Nicola, en dat had een maand of twee geduurd. Paul had gehoopt dat hij haar zwanger zou maken, met haar zou trouwen en naar Australië zou emigreren, maar Nicola had hem gedumpt omdat hij zo chagrijnig en afstandelijk deed. Daaruit leidde Paul af dat het voor Daniel steeds moeilijker werd om zijn analfabetisme te verbergen naarmate de relatie zich verdiepte. Omdat hij Daniel beter kende dan wie ook, vermoedde Paul dat hij zijn paniek en schaamte had verborgen achter een masker van stuursheid en zwijgzaamheid. De nacht nadat ze het had uitgemaakt had Daniel in de cel doorgebracht, omdat hij een paaltje had uitgegraven en daarmee de etalage van Ladbroke’s in het winkelcentrum had ingeslagen. Dat was Daniels eerste arrestatie, en Paul was doodsbang geworden van die tik op de vingers, alsof hij zelf achter de tralies was gesmeten. Die angst was echter niets vergeleken bij de aanblik van Daniels tranen toen hij weer thuiskwam. Hij had zijn vader nooit zien huilen, maar hij stelde zich voor dat het ongeveer zo zou voelen: paniek en een merkwaardig gevoel van verraad, omdat zo’n sterke man zich van zijn zwakke kant liet zien.
Vlak na de breuk met Nicola had Daniel een of ander programma gezien over de geschiedenis van vriendschap tussen mannen en ontdekt dat in het oude Griekenland niet de seksuele verbintenis tussen mannen en vrouwen, maar de platonische vriendschap tussen twee mannen als het summum werd beschouwd, datgene waar alle hogere kunsten om draaide. Halverwege had hij op de opnameknop gedrukt, en hij had Paul ernaar laten kijken. Terwijl hij zat te kijken naar de slechte acteurs die Achilles en Patroklos speelden, drong tot Paul door wat Daniel hem duidelijk probeerde te maken: dat hun vriendschap het fundament was waar zijn leven op was gebouwd en dat er geen ruimte was voor vrouwen. Het bezorgde Paul een gevoel van claustrofobie en riep al bij voorbaat een hartstochtelijke woede bij hem op, alsof Daniel nu al tussen hem en Emily in was gekomen.
‘Is Troy niet thuis?’ vroeg Paul, terwijl hij zijn tas in de keuken op de grond liet vallen.
‘Hij is naar de Warrant Officer,’ zei zijn moeder. ‘Het leek hem een goed idee om ons wat tijd met z’n tweetjes te gunnen.’ Het huis rook naar de Chinese kruiden die ze gebruikte in combinatie met haar acupunctuur. Het zakje omgekrulde blaadjes en gedroogde wortels had een indringende, verstikkende geur zolang het droog was; ze moest het een halfuur koken voordat ze het aftreksel kon drinken, en als de pan op het vuur stond, stonk het verschrikkelijk. Zijn moeder gebruikte honing om het spul naar binnen te krijgen. Ze lepelde bijna een half potje in haar beker, nam er een grote slok uit, rilde van afschuw en tuurde in de beker, duidelijk ontzet dat er nog zoveel over was.
‘Ga eens even zitten, schatje, ik wil met je praten,’ zei ze toen ze een beetje was bijgekomen. Paul was meteen op zijn hoede. Wist ze wat Daniel en hij hadden uitgespookt, en zo ja, hoeveel wist ze dan? Was ze alleen op de hoogte van hun legale activiteiten of ook van de diefstallen? Hij probeerde een onschuldig, niet-begrijpend gezicht te trekken.
‘Troy en ik hebben eens een goed gesprek gehad,’ zei ze. ‘Je weet toch dat mijn laatste ivf-poging niets is geworden omdat Troy nog werkte?’
Paul knikte. Natalie had die arme Troy gedwongen zijn bedrijf op te heffen, omdat ze bang was dat de chemicaliën waar hij mee werkte de kwaliteit van zijn zaad negatief beïnvloedden. Hij had hen er ’s nachts over horen ruziën; zijn moeder had gedreigd Troy te verlaten als hij geen ander werk ging zoeken, en uiteindelijk had hij ingestemd. Voorheen zou Paul dat niet hebben begrepen, maar sinds hij Emily had leren kennen was hij gaan begrijpen waarom mannen zulke stomme dingen deden, alleen omdat vrouwen dat wilden.
‘Nou, daarmee was het geld op. Ik mocht maar één keer op kosten van de verzekering en we kunnen het zelf niet meer betalen nu Troy geen werk meer heeft.’
Wilde ze hem soms om geld vragen? Opeens was hij zich bewust van de rol geld in zijn broekzak, die in zijn ogen minstens zo opvallend en beschamend was als een erectie.
‘In verschillende delen van het land gelden verschillende regels. In sommige districten mag je voor je veertigste drie ivf-pogingen ondergaan van de verzekering. Het is net een postcodeloterij.’
‘Ja, en?’
‘Je weet toch dat Troy aan de zuidkust is opgegroeid? Nou, ik heb eens rondgebeld, en nu blijkt dat we op kosten van de verzekering nog twee pogingen mogen ondergaan als we daar bij zijn moeder intrekken. Om een lang verhaal kort te maken: we gaan verhuizen.’
Paul bleef roerloos zitten terwijl zijn gedachten over elkaar heen buitelden. Eerlijk gezegd wist hij niet eens precies waar Sussex lag, maar hij vermoedde dat het een uitdaging zou worden om heen en weer te reizen naar zijn school in Tilbury, en als ze dacht dat ze hem bij Emily vandaan kon halen voordat hij zelfs maar seks met haar had gehad, had ze het goed mis.
‘En wanneer gaat dat allemaal gebeuren?’
‘Nou, dat is het punt. Troy en ik gaan volgende maand al.’
Niet ‘wij’, maar ‘Troy en ik’.
‘En waar moet ik dan naartoe?’ vroeg Paul.
‘Ik heb Carl Scatlock gisteren gesproken. Hij en Daniel zouden het prima vinden als je een paar maanden bij hen zou logeren.’
Nu was Pauls stilzwijgen ingegeven door verbijstering. Bevriend zijn met Daniel en met hem samenwerken was één ding, maar bij hem wonen? Als ze in hetzelfde huis woonden, kon hij Emily met geen mogelijkheid bij hem vandaan houden. Hij legde zijn hoofd in zijn handen.
‘Ik dacht dat je blij zou zijn,’ zei ze. ‘Je woont er toch al zowat.’
‘Waarom kunnen jullie niet gewoon wachten tot het eind van het trimester? Over een paar maanden ben ik klaar.’
‘Ik heb geen paar maanden meer, schat,’ zei zijn moeder, alsof ze een terminale kankerpatiënt was. ‘Ik word eenenveertig. Dat is de leeftijdsgrens. We blijven niet lang in het huis van Troys moeder, want zodra ik zwanger ben, krijgen we van de woningstichting een huis toegewezen, en daar hebben we wel weer ruimte voor je. Paul, toe. Je weet hoe belangrijk dit voor me is.’
Natuurlijk wist hij dat, maar hij zou het nooit begrijpen. Ook al was hij enig kind, hij begon behoorlijk genoeg te krijgen van al die broertjes en zusjes die tussen hem en zijn moeder in stonden. Als ze al zo opdringerig waren terwijl ze nog niet eens waren geboren, hoe zou het dan worden als ze er daadwerkelijk kwamen? Ze legde haar hand op de zijne. Ze droeg haar trouwring nog steeds. Paul smolt.
‘Je weet dat je het maar hoeft te zeggen als je het er niet mee eens bent.’
Maar hoe kon hij haar iets ontzeggen waar ze zo naar verlangde? Nog voordat hij haar hand losliet, wist hij al dat hij zou doen wat ze vroeg.
‘Heb je ook tegen Carl gezegd waar je naartoe ging?’ vroeg Paul. Sinds Daniels achteloze dreigement jegens zijn moeder was hij vastbesloten haar te beschermen.
‘Volgens mij niet,’ zei ze. ‘Ik heb geloof ik alleen gezegd dat we aan de zuidkust gingen wonen.’
‘Ik zou het ook niet zeggen als ik jou was,’ zei Paul. ‘Hou het maar voor je.’
‘Hoezo?’ vroeg zijn moeder.
‘Je weet hoe de mensen hier zijn,’ zei Paul. ‘Stel dat iemand je verklikt? Net als wanneer er iemand fraudeert met zijn uitkering? Misschien krijg je die extra pogingen dan wel niet.’
‘Carl Scatlock is wel de laatste die iemand zou verklikken vanwege uitkeringsfraude.’
‘Het gaat me niet om Carl,’ zei Paul. ‘Maar om mensen in het algemeen. Als niemand het weet, kan ook niemand het verklappen.’
Ze vrolijkte meteen op. ‘Bedoel je dat je hier wilt blijven? Ik zal je missen, maar het is allemaal de moeite waard als je hierdoor een broertje of zusje krijgt.’
Ze leek er stellig van overtuigd dat het deze keer wél zou lukken. Hij durfde er niet aan te denken wat er zou gebeuren als dat niet zo was.