•67•
King werd wakker in het donker. Het was ook koud. Hij wist niet waar hij zich bevond, maar hij had wel een steeds sterker wordend vermoeden. Hij ademde diep in en probeerde rechtop te gaan zitten. Net wat hij had gedacht. Hij kon niet overeind komen. Hij was vastgebonden. Met leren banden, zo te voelen. Hij draaide zijn hoofd opzij en liet zijn ogen wennen aan het donker, maar er was geen sprankje licht en hij kon niets zien. Hij zou zelfs ergens midden op de oceaan kunnen ronddrijven. Hij voelde hoe zijn spieren zich spanden toen hij ergens gemompel hoorde. Het geluid klonk zo zacht dat hij niet kon uitmaken of het nou menselijke stemmen waren of niet. Toen hoorde hij naderende voetstappen en een paar seconden later voelde hij iemand naast zich staan. Er werd een hand op zijn schouder gelegd, heel licht en zonder enige dreiging. Toen klemde de hand zich om zijn schouder en begon te knijpen, steeds harder en harder, tot King op zijn lippen moest bijten om het niet uit te schreeuwen van de pijn. Uiteindelijk wist hij, heel rustig, te zeggen: ‘Hoor eens, als je me niet wilt doodknijpen, laat me dan los.’
De hand liet hem onmiddellijk los en de voetstappen verwijderden zich weer. King voelde hoe het zweet hem op het voorhoofd parelde. Daarna kreeg hij het ineens ijskoud en werd hij misselijk. Kennelijk hadden ze hem iets ingespoten. Hij draaide zijn hoofd opzij en begon te braken.
In elk geval gaf het overgeven hem het gevoel dat hij nog leefde. ‘Het spijt me van de vloerbedekking,’ mompelde hij. Toen deed hij zijn ogen dicht en zakte langzaam weg.
Eerst ging Michelle naar Kings huis kijken. Terwijl ze door de geblakerde puinhopen liep, waren brandweerlieden, politiemensen en anderen druk in de weer met het opnemen van de schade en het blussen van de laatste brandjes. Ze sprak er enkelen aan en kreeg te horen dat er inderdaad geen lijken waren gevonden. Terwijl ze haar blik over de droeve restanten van Kings ‘droomhuis’ liet gaan, voelde Michelle zich steeds mismoediger worden. Hier werd ze niets wijzer van. Ze liep naar de aanlegsteiger, stapte in Kings zeilboot en zat daar een tijdje naar het rustige meer te kijken. Ze was nu in elk geval dicht in de nabijheid van iets waar Sean erg van had gehouden en ze deed haar best om aan dat besef wat kracht en inspiratie te ontlenen.
Er waren twee dingen die haar dwarszaten: het aanhoudingsbevel voor Bob Scott en de huidige verblijfplaats van Doug Denby. Ze besloot aan beide iets te doen, en terwijl ze terugreed naar het hotel, belde ze met haar vader. Teddy Maxwell was een zeer vooraanstaande hoofdcommissaris van politie in Tennessee en hij kende iedereen die daar ook maar iets voorstelde. Ze vertelde haar vader wat ze weten wilde.
‘Is alles in orde? Je klinkt niet al te best.’
‘Je hebt het zeker nog niet gehoord. Vannacht hebben ze het huis van Sean King opgeblazen. Sean zelf wordt vermist.’
‘Mijn god! Gaat het echt wel goed met je?’
‘Prima.’ Ze zei maar niets over de aanslag op haar eigen leven. Al jaren geleden had ze besloten haar vader maar niet te veel over haar werk te vertellen. Als zijn zoons gevaar liepen, beschouwde haar vader dat gewoon als horend bij hun werk, maar hij zou het niet goed opnemen als hij te horen kreeg dat zijn enige dochter bijna dood was geweest. ‘Pa, ik moet die informatie echt zo snel mogelijk hebben.’
‘Dat snap ik. Het zal niet lang duren.’ Hij hing op.
Ze liep haar hotelkamer binnen, griste Joans aantekeningen van tafel en voerde een reeks telefoongesprekken over Doug Denby. Voor het laatste daarvan draaide ze het nummer van Denby’s huis in Jackson, Mississippi. De vrouw die opnam, wilde haar echter geen informatie over Denby verschaffen en weigerde zelfs te bevestigen dat de man daar woonde. Zo merkwaardig was dat nou ook weer niet, want Michelle was een onbekende, maar toch, als Denby geld had, en dus niet elke dag op zijn werk hoefde te verschijnen, kon hij overal uithangen. En niemand die ze had gesproken, kon Denby een alibi verschaffen voor de tijdstippen die ze had genoemd. Dat hij lid van Ritters campagneteam was geweest, maakte hem tot verdachte, maar wat zou zijn motivatie kunnen zijn geweest?
Ze schrok op toen de telefoon ging. Het was haar vader. Terwijl zij aantekeningen maakte, voorzag hij haar snel en beknopt van de gevraagde informatie.
‘Geweldig, pa. Ik hou van je.’
‘Nou, het zou leuk zijn als je eens wat vaker langskwam,’ zei hij. En hij voegde daar toen haastig aan toe: ‘Dat zegt je móéder de hele tijd.’
‘Afgesproken. Als dit allemaal is opgelost, kom ik jullie kant uit.’
Ze belde het nummer dat haar vader haar had gegeven. Het was de advocatenpraktijk die de verkoop van het perceel in Tennessee aan Bob Scott had afgehandeld. Haar vader had de betrokken advocaat al gebeld om te vertellen dat Michelle straks zou bellen.
‘Ik ken uw vader niet,’ zei de man, ‘maar van wederzijdse kennissen heb ik niets dan goeds over hem gehoord. ‘Ik heb gehoord dat dit iets te maken heeft met de verkoop van een perceel?’
‘Inderdaad. U hebt namens de executeur-testamentair van de overleden eigenaar de verkoop en overdracht van dat perceel geregeld. Naar ik meen, was de koper een zekere Robert Scott.’
‘Ja, dat heeft uw vader ook al gezegd. Ik heb het dossier er even bij gepakt. Robert Scott was inderdaad de koper. Hij heeft contant betaald. Veel was het trouwens niet. Het was niet meer dan een oude blokhut, en hoewel het om een flink stuk land gaat, bestaat het alleen maar uit bos en bergkammen, en bovendien ligt het een heel eind van de bewoonde wereld.’
‘De voormalige eigenaar wist niet dat er zich een grote bunker onder het terrein bevond, hè?’
‘Dat heeft uw vader ook al gezegd en ik moet toegeven dat ik daar geen weet van had. In het kadaster stond er niets over en ik had geen enkele reden om te vermoeden dat zich daar zoiets bevond, anders had ik waarschijnlijk wel navraag gedaan bij het leger. Al weet ik dat laatste niet eens zeker. Wat moet iemand nou met een bunker?’
‘Bent u er wel eens geweest?’
‘Nee.’
‘Ik wel. Je kunt de bunker binnen via een deur in de kelder.’
‘Dat kan helemaal niet!’
‘Hoezo?’
‘Er was geen kelder. Ik heb de plattegrond van de blokhut hier voor me.’
‘Nou, misschien was er nog geen kelder toen uw cliënt eigenaar was, maar nu is er wel een. Misschien heeft Bob Scott geweten dat er een bunker was en zelf die kelder aangelegd om de bunker in en uit te kunnen gaan.’
‘Dat lijkt me niet onmogelijk. Ik heb net even de lijst van eigenaren doorgekeken en nadat het leger dat terrein heeft verkocht, is het regelmatig in andere handen overgegaan. Toen het leger het terrein in eigendom had, was er zelfs helemaal geen blokhut. Die is door een van de volgende eigenaren gebouwd.’
‘U hebt toch niet toevallig een foto van Bob Scott in huis?’ vroeg ze. En voor alle zekerheid voegde ze daar nog aan toe: ‘Het is echt heel belangrijk.’
‘Nou, over het algemeen maken we bij onroerendgoedtransacties een kopie van het rijbewijs van de koper… u weet wel, om diens identiteit vast te stellen. Het gaat hier per slot van rekening om een rechtsgeldige overeenkomst die in het kadaster zal worden opgenomen.’
Michelle was nu zo opgewonden dat ze bijna van haar stoel sprong. ‘Kunt u me die kopie faxen? Nu meteen als het kan?’
‘Nee, dat zal helaas niet gaan.’
‘Maar dat is toch geen vertrouwelijke informatie?’
‘Daar gaat het niet om.’ Hij slaakte een diepe zucht. ‘Toen ik vanochtend het dossier opensloeg, was dat de eerste keer dat ik het heb ingekeken nadat die transactie is afgerond, en… tja, ik heb er geen kopie van meneer Scotts rijbewijs in aangetroffen.’
‘Misschien bent u vergeten een kopie te maken?’
‘Mijn secretaresse werkt hier nu al dertig jaar en ze is zoiets nog nooit eerder vergeten.’
‘Misschien heeft iemand die kopie uit het dossier weggenomen?’
‘Ik weet niet wat ik ervan moet denken. In elk geval zit hij er niet bij.’
‘Kunt u zich nog herinneren hoe Bob Scott eruitzag?’
‘Ik heb de man vermoedelijk maar één keer gezien, jaren geleden, toen de akte werd gepasseerd. En ik doe er elk jaar honderden.’
‘Zou u toch even een minuutje de tijd willen nemen om te kijken of u zich nog iets van hem weet te herinneren, en dan willen proberen of u een signalement kunt geven?’
Nadat de advocaat had gedaan wat ze hem had gevraagd, bedankte Michelle hem en ze beëindigde daarna het gesprek.
Het signalement dat de man haar had gegeven, was te vaag om eruit te kunnen opmaken of het hier om Bob Scott ging of niet. Bovendien konden mensen in acht jaar sterk veranderen, vooral mensen als Bob Scott, die buiten de maatschappij waren komen te staan. En ze had geen idee hoe Denby eruitzag. God, ze liep echt in een kringetje rond! Ze ademde een paar keer diep in om weer wat rustiger te worden. Als ze Sean wilde helpen, dan moest ze nu niet in paniek raken.
Omdat ze niet in staat was om verder te gaan met een van de onderzoekslijnen die ze al had uitgezet, begon ze na te denken over het onderzoek dat King had ingesteld. Hij had per slot van rekening gezegd dat hij ergens mee bezig was, iets waarvoor hij extra onderzoek moest doen. Wat had hij ook weer gezegd? Dat hij ergens naartoe was gegaan. Ze piekerde zich suf om zich te herinneren wat hij ook weer had gezegd.
En toen wist ze het. Ze griste haar autosleutels van tafel en holde naar de auto.