•26•

Een uur of twee na hun vertrek uit Wrightsburg stopten ze voor het huis van Loretta. Er was nergens een politieauto te bekennen, maar de voordeur was afgezet met een stuk gele politietape.

‘Volgens mij mogen we niet naar binnen,’ zei Michelle.

‘Lijkt mij ook niet. En haar zoon?’

Ze viste een velletje papier uit haar tasje en belde. De man nam op en ze spraken af in een coffeeshop in het centrum. Toen Michelle weg wilde rijden, hield King haar echter tegen.

‘Wacht even.’ Hij sprong uit de auto, wandelde de straat op en neer en liep toen de hoek om, zodat Michelle hem niet langer kon zien. Een paar minuten later kwam hij tevoorschijn vanachter het huis van Loretta Baldwin en ging weer bij haar in de auto zitten.

‘Wat deed je nou?’ vroeg ze.

‘Niks. Maar die Loretta had een mooi huis.’

Terwijl ze naar de binnenstad reden, zagen ze bij verschillende kruisingen politieauto’s staan. De agenten namen alle passerende auto’s aandachtig op. Boven hen vloog een helikopter heen en weer.

‘Wat zou er aan de hand zijn?’ vroeg Michelle.

King zette de radio aan en zocht een lokale zender. Daar hoorden ze al snel dat er twee mannen uit een staatsgevangenis waren ontsnapt en dat er een enorme politiemacht was ingezet om hen weer op te pakken.

Toen ze de coffeeshop hadden bereikt, zette Michelle de Land Cruiser langs de weg. Ze wilde uitstappen maar bedacht zich toen.

‘Wat is er?’ vroeg King.

Ze wees naar een zijstraatje, waar twee politieauto’s geparkeerd stonden. ‘Volgens mij zijn die niet op zoek naar de ontsnapte misdadigers. We worden in de val gelokt.’

‘Oké, bel die klootzak nog maar een keer op zijn mobieltje en zeg dat je niets met de moord op zijn moeder te maken hebt en dat hij als hij je iets te vertellen heeft, dat maar over de telefoon moet doen.’

Michelle zuchtte, zette de wagen in zijn eerste versnelling en reed weg. Ze belde het nummer en toen er werd opgenomen, zei ze wat King haar had gezegd. ‘Ik wil alleen maar weten hoe ze is vermoord.’

‘Waarom zou ik u dat vertellen?’ vroeg de zoon. ‘U komt op bezoek bij mijn moeder en even later is ze dood.’

‘Als ik van plan was haar te vermoorden, dan zou ik toch zeker mijn naam en telefoonnummer niet achterlaten?’

‘Weet ik veel. Misschien geeft zoiets u wel een kick.’

‘Ik ging bij uw moeder langs om haar te vragen wat ze wist over de moord op Ritter, acht jaar geleden. Ze heeft me verteld dat ze maar heel weinig wist.’

‘Waarom wilde u dat weten?’

‘Amerikaanse geschiedenis is een hobby van me. Zit de politie bij u thuis?’

‘Welke politie?’

‘Probeer me nou niet te belazeren. Ja of nee?’

‘Nee.’

‘Goed, dan zal ik er maar van uitgaan dat u daarover liegt. Ik zal u vertellen wat ik denk. Ik denk dat het feit dat ik met haar heb gesproken over de aanslag op Ritter ertoe kan hebben geleid dat iemand uw moeder heeft vermoord.’

‘Ritter? Dat is krankzinnig. De enige die daarbij betrokken was, is dood.’

‘Werkelijk? Weet u dat zeker?’

‘Hoe kan ik daar nou zeker van zijn?’

‘Precies. Dus nogmaals: hoe is uw moeder vermoord?’

Het bleef stil aan de andere kant van de lijn.

Michelle probeerde het over een andere boeg te gooien. ‘Ik heb uw moeder maar heel kort gekend, maar wat ik zag, beviel me wel. Ze was echt iemand die voor haar mening durfde uit te komen. Recht voor zijn raap. En voor zoiets heb ik groot respect. Een harde bolster met een heel leven vol wijsheid erin.’

‘Inderdaad,’ zei de zoon. ‘Loop naar de pomp.’ Hij hing op.

‘Verdomme,’ zei Michelle. ‘Ik dacht dat ik beet had.’

‘Je hebt ook beet. Hij belt wel terug. Je moet hem gewoon even de tijd geven. Eerst moet hij die agenten zien te lozen.’

‘Sean, hij zei net tegen me dat ik naar de pomp moest lopen.’

‘Nou, subtiel is hij dus niet. Het is een man, Michelle. Gewoon even geduld. Anders dan jullie kunnen wij mannen geen tien dingen tegelijk.’

Een halfuur later ging de telefoon.

Michelle keek hem aan. ‘Hoe wist je dat nou?’

‘Mannen vallen op een mooie telefoonstem. En wat je over zijn moeder zei, was precies goed. We zijn ook allemaal dol op onze moeder.’

‘Oké,’ zei de zoon over de telefoon. ‘Ze hebben haar gevonden in het bad. Ze was verdronken.’

‘Verdronken? Hoe weten ze dan dat het geen ongeluk is? Ze kan toch een hartaanval hebben gehad?’

‘Er zat geld in haar mond gepropt en het huis was doorzocht. Dat lijkt me geen ongeluk.’

‘Het huis was doorzocht en er was geld in haar mond gepropt?’ herhaalde Michelle, en King trok zijn wenkbrauwen op.

‘Ik vind het heel erg voor u. En ook mijn excuses omdat ik u nog niet eens heb gevraagd hoe u heet.’

‘Tony. Tony Baldwin.’

‘Meneer Baldwin, ik vind het echt heel erg. Ik ben bij uw moeder langsgegaan om met haar te praten over de aanslag op Ritter. Ik wilde weten wat er allemaal gebeurd was. Ik ontdekte dat uw moeder die dag dienst had gehad en dat ze nog steeds in Bowlington woonde, en daarom ben ik bij haar op bezoek gegaan. Ik heb ook met twee andere dames gepraat die daar vroeger als kamermeisje hebben gewerkt. Ik kan u hun naam geven als u dat wilt. Meer heb ik niet gedaan. Echt niet.’

‘Goed, dat geloof ik wel, denk ik. Hebt u enig idee wie dit gedaan kan hebben?’

‘Nee, maar ik ga wel mijn best doen om erachter te komen. Dat heeft voor mij nu echt de hoogste prioriteit.’

Ze bedankt hem voor de informatie, hing op en keek King eens aan.

‘Geld in haar mond gepropt,’ zei die peinzend.

‘Mijn geld,’ zei Michelle somber. ‘Ik heb haar honderd dollar gegeven. Vijf biljetten van twintig, omdat ze me had verteld wat ik wilde weten.’

King wreef over zijn kin. ‘Dus het was geen roofmoord, want dan was het geld niet achtergelaten. Maar iemand heeft wel het huis doorzocht. De dader zocht dus ergens naar en heeft het waarschijnlijk niet gevonden.’

‘Maar die bankbiljetten in haar mond. God, wat is dat gruwelijk.’

‘Misschien is het niet zozeer gruwelijk als wel een verklaring.’

Ze keek hem verwonderd aan. ‘Wat voor een verklaring dan?’

‘Misschien wel een die hun allebei fataal zal worden. Wie had dat nou gedacht?’

‘Waar héb je het over?’

‘Dat kan ik je niet zeggen.’

‘Waarom niet, verdomme?’

‘Omdat ik er nog over zit te denken. Zo werkt het gewoon bij mij.’

Michelle stak alleen maar vol machteloze woede haar handen op. ‘God, wat kun jij soms toch erg zijn.’

‘Bedankt. Ik doe mijn best.’ King zat een tijdje naar buiten te kijken en ging toen rechtop zitten. ‘Oké, dit is maar een klein plaatsje en als we hier lang blijven zitten, wekken we argwaan, zeker met zoveel politie op de been. We kunnen maar beter de stad uit rijden en ergens een hotel zoeken. We wachten tot vanavond laat voor we op pad gaan.’

‘Waar naartoe dan?’

Hij keek haar eens aan. ‘Ik kan net zo nostalgisch zijn als wie dan ook.’

Michelles gezicht betrok. ‘Vinden advocaten het altijd zo moeilijk om rechtstreeks antwoord op een vraag te geven?’

‘Goed. Ik denk dat het tijd is dat ik eens een kijkje ga nemen in het Fairmount Hotel. Is dat rechtstreeks genoeg?’

Onbewaakt ogenblik / druk 1
titlepage.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_0.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_1.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_2.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_3.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_4.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_5.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_6.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_7.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_8.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_9.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_10.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_11.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_12.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_13.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_14.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_15.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_16.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_17.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_18.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_19.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_20.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_21.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_22.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_23.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_24.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_25.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_26.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_27.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_28.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_29.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_30.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_31.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_32.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_33.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_34.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_35.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_36.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_37.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_38.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_39.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_40.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_41.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_42.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_43.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_44.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_45.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_46.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_47.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_48.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_49.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_50.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_51.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_52.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_53.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_54.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_55.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_56.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_57.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_58.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_59.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_60.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_61.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_62.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_63.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_64.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_65.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_66.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_67.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_68.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_69.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_70.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_71.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_72.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_73.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_74.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_75.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_76.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_77.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_78.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_79.xhtml
awb_-_onbewaakt_ogenblik_split_80.xhtml