•29•
‘Dus jij gelooft me ook niet?’
Het was vroeg op de ochtend en Michelle en King reden terug naar Wrightsburg.
‘Wát geloof ik niet?’ vroeg King.
‘Dat het Simmons was! De man die ik in de auto heb zien zitten.’
‘Ik geloof je wel. Je hebt gezien wat je hebt gezien.’
Ze keek hem verrast aan. ‘Maar Parks geloofde me duidelijk niet. Waarom jij dan wel?’
‘Omdat een agent van de Secret Service nooit een gezicht vergeet.’
Ze glimlachte. ‘Ik wist wel dat ik je prettig gezelschap vond. En er is nog iets. Het schijnt dat er helemaal geen beveiligingsfirma is die het Fairmount bewaakt. Dus de kerel over wie ik je heb verteld, die beveiligingsman die me heeft aangehouden, was helemaal geen beveiligingsman.’
King leek dat erg verontrustend te vinden. ‘Michelle, dat kan wel eens degene zijn geweest die Loretta heeft vermoord.’
‘Dat weet ik. Ik ben daar echt op het nippertje aan de dood ontsnapt.’
‘Hoe zag hij eruit?’
Michelle gaf zijn signalement.
‘Er zijn miljoenen mannen die er zo uitzien. Geen bijzondere kenmerken.’
‘Dat was waarschijnlijk opzettelijk. Dus weer een doodlopend spoor. Dat lijkt in deze zaak telkens weer het geval.’
Toen ze over de oprijlaan naar Kings huis reden, betrok Kings gezicht ineens.
‘O, verdomme!’ riep hij uit terwijl hij voor zich uit keek. Joan Dillinger ijsbeerde heen en weer voor zijn huis en zo te zien was ze erg boos.
Michelle had haar ook gezien. ‘De hooggeachte mevrouw Dillinger kijkt niet erg vrolijk.’
‘Ik weet dat je haar niet vertrouwt, maar hou je een beetje in. Ze kan heel venijnig zijn.’
Michelle knikte.
King stapte uit en liep naar Joan toe.
‘Ik heb je gebeld,’ zei ze.
‘Ik was de stad uit.’
Ze keek heel verbaasd toen Michelle uitstapte.
Na een snelle, achterdochtige blik op King richtte ze haar aandacht weer op Michelle en zei: ‘U bent toch agent Maxwell?’
‘Ja. We hebben elkaar een paar jaar geleden wel eens ontmoet, toen u nog bij de Secret Service werkte.’
‘Natuurlijk. En kortgeleden bent u veel in het nieuws geweest.’
‘Inderdaad,’ zei Michelle. ‘Maar dat had ik kunnen missen als kiespijn.’
‘Dat geloof ik graag. Wat een verrassing om u hier te zien,’ zei Joan, en ze keek King aandachtig aan. ‘Ik wist niet dat Sean en u elkaar zelfs maar kenden.’
‘We kennen elkaar ook nog maar kort,’ zei King.
‘Dat neem ik aan.’ Joan pakte Michelle even bij de elleboog. ‘Michelle – ik mag toch wel Michelle zeggen? – als je ons even wilt excuseren, ik moet Sean even spreken en het is erg belangrijk.’
‘O, best hoor. Ik ben toch doodmoe.’
‘Je bent niet de enige vrouw op wie Sean zo’n uitwerking heeft. Je zou hem zelfs als een gezondheidsrisico kunnen beschouwen.’
De twee vrouwen keken elkaar strak aan en bleven wachten wie als eerste haar ogen zou neerslaan. ‘Bedankt voor de tip, maar ik kan heel goed op mezelf passen,’ zei Michelle.
‘O, dat denk ik ook wel, maar sommige partners kunnen gewoon te sterk voor je zijn.’
‘Dat is me nog nooit overkomen.’
‘Mij ook niet, maar ze zeggen dat de eerste keer echt onvergetelijk is.’
‘Dat zal ik onthouden. Misschien moet u dat ook maar doen.’
‘Dag, Michelle,’ zei Joan. ‘En bedankt dat je een tijdje voor me op Sean hebt gepast.’ Haar stem klonk ijzig.
‘Ja, dank je wel, Mick,’ mompelde King binnensmonds.
Terwijl Michelle wegreed, liep King op de voet gevolgd door Joan de trap op. Hij voelde haar withete woede gewoon in zijn nek branden. De veroordeelde loopt naar het schavot, was het enige wat hij zo snel kon bedenken dat ook maar in de verste verte met deze gewaarwording overeenkwam.
Toen ze binnen waren, ging Joan aan de keukentafel zitten terwijl King wat theewater opzette. De blik in Joans ogen was er een van razernij. ‘Zou je me misschien willen vertellen wat jij met Michelle Maxwell hebt?’
‘Dat heb ik je al gezegd. Het is nog pril.’
‘Ik geloof niet in dat soort prilheid. Ze raakt Bruno kwijt en dan staat ze ineens bij jou voor de deur.’
‘Wat kan jou dat nou schelen?’
‘Wat mij dat kan schelen? Ben je soms gek geworden? Ik stel een onderzoek in naar de verdwijning van John Bruno en jij komt ineens aanzetten met de detachementleider die geschorst is omdat ze hem is kwijtgeraakt!’
‘Ze heeft me opgezocht omdat we allebei een presidentskandidaat zijn kwijtgeraakt en omdat ze met me wilde overleggen. Meer niet. Bruno heeft er niets mee te maken.’
‘Neem me niet kwalijk, maar dat is echt gelul.’
‘Het is de waarheid, of je het nou gelooft of niet.’
Hij hield een leeg kopje op.
‘Een kopje thee zal je goeddoen. Ik heb Earl Gray, muntthee of gewone thee.’
‘Rot op met die thee! Waar komen jullie vandaan samen?’ vroeg ze op hoge toon.
Met rustige stem zei King: ‘O, van een jaar of acht geleden.’
‘Hè!’
‘Gewoon wat herinneringen ophalen.’
‘Acht jaar geleden?’ Ze keek hem aan alsof ze haar ogen niet kon geloven. ‘Zijn jullie naar Bowlington geweest?’
‘Jee, jij bent zo goed dat het bijna angstaanjagend is. Suiker en melk?’
‘Wat hadden jullie daar te zoeken, verdomme?’
‘Sorry, maar ik geloof niet dat jij dat hoeft te weten.’
Joan sloeg met haar vuist op tafel. ‘En nou óphouden met dat gelul, Sean!’
Hij hield op met theezetten en keek haar recht in de ogen. ‘Dat gaat je helemaal geen ene moer aan, tenzij je mij gaat vertellen dat je belang hebt bij de zaak-Ritter op een manier waar ik niets vanaf weet.’
Ze keek hem achterdochtig aan. ‘Wat moet dat nou weer betekenen?’
‘Waarom vertel jij mij dat niet?’
Joan leunde naar achteren, ademde eens diep in en haalde haar hand door haar warrige haar. ‘Weet ze dat wij naar bed zijn geweest in het hotel?’
‘Dat doet er niet toe. Dit is iets tussen jou en mij.’
‘Ik weet nog steeds niet waar je nou naartoe wilt, Sean. Waarom rakel je dit nu allemaal weer op?’
‘Misschien weet ik niet waarom, en misschien wil ik dat ook helemaal niet weten, dus laten we het er nou verder maar niet meer over hebben. Gedane zaken nemen geen keer en slapende honden moet je niet wakker maken, zo is het toch? Laat die lul van een Ritter maar rusten in vrede.’ Hij had intussen thee gezet en gaf haar een volle kop. ‘Hier, muntthee. Drink op!’
‘Sean…’
Hij pakte haar bij de arm en boog zich over haar heen. ‘Hier is je thee.’
Zijn zachte, dringende stem en intense blik leken haar te kalmeren. Ze pakte het kopje aan en nam een slok. ‘Lekker, dank je wel.’
‘Graag gedaan. En wat je aanbod in de zaak-Bruno betreft. Stel dat ik ja zeg, wat is dan de eerste stap in dat partnerschap van ons?’
Joan leek nog steeds erg overstuur, maar ze pakte nu een dossier uit haar koffertje en keek het even door. Vervolgens ademde ze diep in, ze werd daar kennelijk wat rustiger van, en zei: ‘Feiten moeten we hebben. En dus heb ik een lijstje opgesteld met mensen die je moet ondervragen.’ Ze schoof een velletje papier naar hem toe. King keek ernaar.
‘En je moet naar de plek van het misdrijf om erachter te komen hoe ze het aangepakt hebben.’
King keek nu het lijstje door. ‘Goed, dat lijkt me heel grondig. Zo te zien staat iedereen erop, van mevrouw Bruno en mevrouw Martin tot de kolonel en de butler.’ Hij zweeg even toen hij een bepaalde naam op de lijst zag staan, en zei toen: ‘Sidney Morse?’
‘Die schijnt in een inrichting in Ohio te zitten, maar we moeten maar eens natrekken of dat ook werkelijk het geval is. Als je hem ziet, herken je hem toch nog wel?’
‘Ik denk niet dat ik die man ooit zou kunnen vergeten. Zijn er nog theorieën die ik moet natrekken?’
‘Kan ik dit blijk van belangstelling opvatten als een ja?’
‘Vat het maar op als een misschien. Theorieën?’
‘Bruno had een heleboel vijanden. Hij zou ook al dood kunnen zijn.’
‘In dat geval is het onderzoek al voorbij voordat het is begonnen.’
‘Nee, ik heb met Bruno’s aanhangers afgesproken
dat ik uitzoek wat er
met hem is gebeurd. Of hij nou leeft of dood is, ik krijg mijn geld
toch wel.’
‘Goed onderhandeld. Je bent het niet verleerd, hoor ik.’
‘Als hij dood is, maakt dat het werk er heus niet gemakkelijker op. Eigenlijk wordt het dan zelfs moeilijker.’
‘Prima. Ik heb het begrepen. We hadden het over theorieën.’
‘Er is een groepje mensen dat denkt dat iemand hem heeft laten ontvoeren om de verkiezingen te winnen. Uit wat ik hier en daar heb gehoord, maak ik op dat Bruno’s achterban groot genoeg was om hem bij de verkiezingen op de wip te laten zitten. Door zijn steun in de laatste ronde aan een van de twee grote partijen te geven zou hij de einduitslag beslissend kunnen beïnvloeden.’
‘Hoor eens, ik kan niet echt geloven dat een grote politieke partij Bruno heeft laten vermoorden. In een ander land gebeuren zulke dingen misschien wel, maar hier niet.’
‘Het is behoorlijk vergezocht, dat ben ik met je eens.’
King nam een slokje thee en zei: ‘Laten we ons dan maar eens op de wat conventionelere misdrijven richten.’
‘Ze hebben hem ontvoerd voor het geld en er wordt binnenkort losgeld geëist.’
‘Of hij is ontvoerd door een van de misdaadsyndicaten die hij als openbare aanklager te grazen heeft genomen.’
‘Als dat zo is, vinden we hem waarschijnlijk nooit meer terug.’
‘Zijn er aannemelijke verdachten?’
Joan schudde het hoofd. ‘Ik had gedacht van wel, maar dat blijkt niet zo te zijn. De drie ergste criminele organisaties die met zijn hulp zijn vernietigd, hadden geen actieve leden buiten de organisatie zelf. Hij heeft ook nog een paar plaatselijke bendes in Philadelphia opgerold, maar die waagden zich over het algemeen niet meer dan twee straten buiten hun eigen wijk en veel verder dan messen, pistolen en mobieltjes zijn die nooit gekomen. Ze beschikken niet over het geld en de deskundigheid om Bruno onder de ogen van de Secret Service te ontvoeren.’
‘Goed, dan sluiten we uit dat Bruno is ontvoerd door vijanden uit zijn tijd als openbare aanklager, en ook dat hij om politieke redenen is ontvoerd. Wat er dan nog overblijft, is een financiële reden. Had hij genoeg geld om zo’n groot risico te nemen?’
‘Hijzelf niet, nee. Zoals ik al eerder heb gezegd, de familie van zijn vrouw heeft geld, maar Rockefellers zijn ze niet. Ze kunnen misschien een miljoen dollar op tafel leggen, maar daar blijft het dan ook bij.’
‘Nou, dat klinkt als veel geld, maar met een miljoen kom je tegenwoordig niet ver.’
‘O, wat zou ik graag zelf eens kijken of dat waar is,’ zei Joan. Ze keek even in haar dossier. ‘Bruno’s politieke partij heeft geld, maar er zijn een hoop andere mogelijke doelwitten die veel meer winst zouden kunnen opleveren.’
‘En die niet door de Secret Service worden bewaakt.’
‘Precies. Wie Bruno dan ook ontvoerd mag hebben, ze moeten het hebben gedaan omwille van de…’
‘… de uitdaging?’ viel King haar in de rede. ‘Om eens te laten zien dat ze de Secret Service te slim af konden zijn?’
‘Ja.’
‘Ze moeten over informatie van binnenuit hebben beschikt. Iemand van Bruno’s staf.’
‘Er zijn wel een paar mogelijkheden. We zullen ze moeten natrekken.’
‘Mooi. Maar eerst wil ik even douchen.’
‘Jouw verleden napluizen zal wel smerig werk zijn,’ zei ze droogjes.
‘Reken maar,’ zei hij terwijl hij de trap op liep.
‘Weet je zeker dat je me alleen wilt laten? Misschien verstop ik wel een kernbom tussen je sokken. Dan krijg je pas echt moeilijkheden.’
King liep naar zijn slaapkamer, drukte op de lichtknop, zette de douche alvast aan en begon zijn tanden te poetsen. Toen besloot hij de deur dicht te doen om te voorkomen dat Joan zich weer iets in het hoofd zou halen. Hij draaide zich om en legde zijn hand op de rand van de houten deur.
Toen hij eraan trok, voelde hij dat die zwaarder was dan anders. Veel zwaarder, alsof er een gewicht aan hing. Terwijl er een scheut adrenaline in zijn bloed werd gespoten, trok hij de deur voorzichtig open en toen die een eindje van de muur was gezwaaid, keek hij er voorzichtig omheen. De deur had inmiddels zoveel vaart gekregen, en er hing zo’n groot gewicht aan, dat hij doorzwaaide en meteen in het slot viel. De klap waarmee de deur tegen de deurpost sloeg, hoorde King echter niet meer, want zijn aandacht was nu uitsluitend gericht op datgene wat de badkamerdeur zo onverwacht zwaar had gemaakt.
Hij had in zijn leven een hoop schokkende dingen gezien, maar de aanblik van een voormalige cliënte en gezien lid van de gegoede burgerij van Wrightsburg die aan zijn deur hing, deed hem bijna van zijn stokje gaan. Met dode ogen staarde Susan Whitehead hem aan. Er was een groot mes dwars door haar borstkas heen gestoken.