PLOOI VIERENTWINTIG

waarin niet de kat maar de muis de krullen van de trap krabt en worstelend boven komt



- Kaatje, Kaatje, ben je boven?

- Ja, mevrouw.

- Wil je me wat beloven?

- Goed, mevrouw.

- Tien pond suiker, zes flessen wijn. O, wat zal dat heerlijk zijn!



Ha! Als het leven eens een liedje was. Ja! En de liefde een recept. En dan een kok inhuren en elkaar zingend verslinden terwijl de tijd zich koest houdt.

Maar zo'n vaart liep het niet, want boven was in dit geval beneden, Kaatje een kind, mevrouw een meneer en een recept was nergens voorhanden, al moet gezegd worden dat Rachel zich grondig had voorbereid.

Toen ze de klimpartij zo goed als achter de rug had - een daglichtloze tocht die niet onder had gedaan voor een rondrit in een spookhuis maar dan zitje tenminste nog in een autootje, en die haar via splinterende treden gevoerd had langs allerlei valkuilen, spelonken, stoffige nisjes, een opgehangen Raleigh- fiets zonder trappers, een zwevend katrolmandje vol lege flessen en natte briefjes, twee strijkplanken in een streepjeshansop, een vuilnisemmer met 172 op het deksel, een kattenbak met het woord kattenbak erop (men mocht zich eens vergissen met de sla), een petieterig Alpenstilleven, en een reus van een bezemsteel die zijn heil had gezocht bij een zwabber — raakten haar trillende lippen op een haar na twee goed gepoetste schoenen aan. Die lippen zouden daar geen bezwaar tegen hebben gehad maar de schoenen, daartoe ongetwijfeld aangezet door de eigenaar, deinsden ijlings achteruit en met een vreemd geschakeerd zangerig geluid dat Rachel moeilijk thuis kon brengen en dat haar zowel opwond als van haar stuk bracht, klonk het uit de hoogte: 'Rachel?! Dat is nu wel de laatste die ik hier verwachten zou. Maar kom boven, kind.' Daarop pakte hij haar uitgestoken hand, die ze hem toevertrouwde met een overgave die je alleen maar tegenkomt bij doortrapten en argelozen, hees haar op uit het trapgat en zei: 'Dag, Rachel.' En zij, onthutst doordat ze dacht dat er eigenlijk al een soort begroeting had plaatsgevonden en verward doordat haar hand zo volledig in de zijne verdween, hoorde zichzelf stamelen: 'Dag, meneer.' Hem viel dat ene woord niet speciaal op, maar in haar oren daverde het na als de hamerslag van een levensgroot fiasco, want hersens, ook hele jonge, weten krachtens allerlei ingeslepen vooroordelen maar al te goed dat een liefdesverklaring en het woord meneer heel moeilijk samengaan. Onmogelijk! Fout! Vloekt even hard als een fles bourgogne bij een nasi rames. Terug naar de onderste tree.

Maar wat dan! Had ze haar leraar soms met eigentijdse gemeenzaamheid bij de voornaam moeten noemen? Zijn we daar erg veel mee opgeschoten met dat Alles En Iedereen Eerlijk Bij De Naam Noemen? Is de wereld niet evengoed, nee juist daardoor naar de Filistijnen gegaan? Is er ook maar iemand wijzer van geworden? Ja de tandarts, die misschien. O, wat is hij tegenwoordig open met zijn rekeningen geworden de tandarts, wat komt hij er rond voor uit dat iedereen daar recht op heeft, wat specificeert hij alles goed vergeleken met de smoelsmid van vroeger:

C 45 Bespreking behandelplan 

C 60 Sensibiliteitstest

C 83 Nachtbehandeling

G 20 Beetregistratie intra-oraal

P 28 Naregistratie en remounten

Als tegenprestatie weet je niet hoe vlug je je rekening moet voldoen. Tot het op een dag begint te dagen dat de lijst met verrichtingen wel erg lang wordt en de rekening wel erg hoog, dat er in al die ongevraagde verantwoording, al die bij-de-naam-noemerij geen jota meer oprechtheid schuilt dan in een bedrag waarboven kortweg nota staat. Dan lachje pas werkelijk als een boer die kiespijn heeft. En noem het vooral geen malversaties, deze praktijken, want dan krijg je nog een andere rekening gepresenteerd en kun je je kiespijn voortaan houden.

En is het met de seksuele voorlichting anders gesteld? Prikkelzone, plateaufase, penis captiva, bedankt voor de termen, witjas, en de verrijking van het persoonlijk lexicon. Maar wat hebben we er eigenlijk voor neer moeten tellen en wiens organen worden er dronken van?

Of een pakje soep. Moeten we de fabrikant om de hals vallen omdat hij eerlijk alle e-nummers achterop heeft gezet? Is dat gezonder?

Of brood met broodverbeteraar. Ja, ook de bakkers zijn goudeerlijk. Maar weten jullie wat dat is, broodverbeteraar? Gemalen varkenshaar. En weten jullie waarmee ze zijn gevoed die varkens? Met brood met broodverbeteraar. En weten jullie waar dat brood van is gemaakt? Van koren dat stijf staat van de varkensmest. Wees maar niet bevreesd dat je ooit nog klonters in je meel krijgt. Als je een paar jaar geen zin in bakken hebt, laat het dan gerust in zijn keukenkastje staan. Dat meel loopt niet weg, het is zo dood als een pier. Net als wij straks, als Rokriem, als Rachel, als Distelvink, als jullie allemaal. We lopen op onze laatste benen, niemand uitgezonderd.

Maar ik hoor gestommel. Misschien heeft Rachel intussen de bovenste tree weer bereikt en trappelt ze om bij hem binnen te gaan.

Wie houdt haar tegen. Ik niet.