PLOOI VIJFTIEN

waarin een schoolvoorbeeld wordt gegeven van een liefdesverklaring die afketst op een hazenhart



Choreografie voor een ballet russe: De Wilde Wagen.



Waar het begint? Op straat. Niet bij het postkantoor maar bij de kerk.

Waar het eindigt? In een auto. Nee, het eindigt niet want in die auto wou hij niet toegeven aan een verlangen waar hij zelf op aan had gestuurd.



Als het gordijn opengaat loopt hij wat te wandelen. Dan komt zij met opgeheven hoofd uit de lucht gevallen, ongeveer zoals de Dame met het Hondje, met dezelfde weemoedige voortvarendheid.

Zijn voornaam is André en zijn achternaam kwinkeleert niet als de keel van een puttertje maar galmt als een klok, wat kennelijk ook zijn bekoring heeft: Breton.

Zij heet kortweg Nadja, althans, dat is de naam die ze voor zichzelf heeft bedacht omdat Nadja het begin van het Russische woord hoop bevat en Vooral', naar ze zelf zegt, 'omdat het er alleen maar het begin van is.' Ook haar gezicht, dat maar voor de helft is opgemaakt want ze is bij de zwart omlijnde ogen blijven steken, drukt een begin uit van hoop. Het is dat beetje hoop, mannen noemen het meestal verwachting en aan verwachtingen willen ze om de een of andere reden niet graag voldoen, dat hem ten slotte de stuipen op het lijf zal jagen. Toch is er van hoop nog nooit iemand doodgegaan. Integendeel, hoop, ook beginnende, doet leven. Wraak, dat staat buiten kijf, doet dat niet. Daarom kun je veel beter een kiem van Russische hoop in je naam dragen dan een lexicaal tot wasdom gekomen Duitse wraak.



Maar nu de auto.

Dit moet een oude Franse auto zijn uit de jaren twintig. Vraag me niet naar het merk, maar dat hij Frans is kun je zo zien. Verder is hij spierwit en heeft hij een loge voorin. Volgens mij is dit de enige auto ter wereld met een gewatteerde loge van rood fluweel. Daar moeten we zuinig op zijn, ook omdat bijna alle loges — in de schouwburg zie je er nog wel eens een, maar het circus bijvoorbeeld is al lang van onder tot boven door de tijdgeest aangevreten en uit de mond van Sarrasani zelf heb ik vernomen dat er tijdens het hondennummer al geen fanfaremuziek meer wordt gespeeld, maar Hard Rock, zodat het er voor de circusloge heel slecht uitziet — bijna alle loges dus, met uitsterven worden bedreigd. En waar, behalve misschien in een vergeten zigeunerwagen, kom je nog een vuurrode loge tegen op wielen?

In deze rijdende loge dan bevinden zich onder meer een koperen pook om te schakelen, een gouden stuur met in het hart een toeter die omkranst is door negenenzestig klinkklare edelstenen, een ingebouwde pendule die constant het uur U aanwijst vermits het in een loge constant het uur U is, en een zilveren kraantje waar naar believen rode wijn uit komt of vinho verde. Hoe volmaakt zou hierbinnen het liefdeswoord vlees kunnen worden, de jubelende boeuf Stroganoff van de liefde! Hoe rampzalig dat het daartoe niet in de gelegenheid zal worden gesteld omdat de manlijke partij op het laatste moment benauwd wordt voor zijn eigen vlees en bloed, zijn hachje. Deze fervente tegenstander van de werkelijkheid, deze overtuigde voorvechter van de Absolute Liefde: bang voor zijn eigen belazerde hachje (en wie weet voor de kachelpook van zijn vrouw).

'Ik hoef niet te zeggen dat ik aan dat verlangen niet toegaf', maar hij zegt het wél en hij schrijft het nog op bovendien en nota bene in een noot. Zo gaat dat. Ik stikte van woede toen ik het las. Akkoord, later heeft hij er vreselijk veel spijt van gekregen maar toen was het uur U voorgoed voorbij. En maar surrealistisch aan de weg timmeren, en maar theoretiseren over Alles of Niets, en maar hoge ogen gooien bij het moderne publiek, ondertussen kan zij gaan zitten fröbelen in een gekkenhuis!



O Nadja, o tenger raspaardje van de dralende hoop, o convulsiefste aller heethoofden, uitvindster van de Bloem der Minnenden, jij die er alles voor overhad om een kapper te vinden die je haar in vijf gescheiden lokken wou verdelen en wel op zo'n manier dat er boven je voorhoofd een ster ontbranden zou, zoals op een kerstboom, o Nadja, je had groot gelijk toen je met je eigen voet de zijne neerdrukte op het gaspedaal, je had groot gelijk toen je daarbij zijn ogen wou bedekken, je had groot gelijk in je onstuimige verlangen om plankgas de bomen tegemoet te vliegen, blindelings, zodat je met hem versmelten zou in de roes van een eeuwige omhelzing.



Maar de ster op je hoofd was een dwaalster.



'Ik hoef niet te zeggen dat ik aan dat verlangen niet toegaf', waarom zégt hij het dan, dat kan me razend maken. Ook zou ik heel precies willen weten wat hij tegen haar heeft gezegd. Of kon hij het met woorden alleen niet af en heeft hij haar voet weggetrapt, haar handen weggeslagen?

O Nadja, bondgenoot in de hartstocht, dierbaar zusje van papier, hebben Rachel en jij ooit handjeklap met de veiligheid gespeeld, deden jullie ooit maar het kleinste drupje water in de wijn?



Het gordijn blijft open.

Zo zal iedereen begrijpen dat deze dans voorlopig niet is uitgedanst.

Dat de wilde wagen eeuwig rond zal blijven toeren. Dat er voorlopig niets te klappen valt. En misschien wel nooit.