PLOOI ZEVEN
waar in een open brief wordt geschreven en
duidelijk wordt dat lauriertakken zich op geen
stukken na zo makkelijk laten kappen als apenstaarten
O Benjamin Franklin met je optimistische vliegernatuur, stijg voor
één keer op uitje graf, kom naast haar staan, leg een arm om haar
schouders en luister, want ze verkeert in doodsgevaar, staat van
kop tot voet in brand. En wat daar allemaal bij komt kijken.
Er zijn twee soorten bliksems, eentje voor binnen en eentje voor buiten. Daarom was het logisch geweest als er ook twee soorten bliksemafleiders hadden bestaan. Ik ga je niks verwijten. De vraag komt slechts op: Waarom heb je in 's hemelsnaam geen bliksemafleider bedacht voor de kwetsbare holen en gaten van onze ziel. Wat dat zou, vraag je? Wat dat zóu? Zie je dan niet op wat voor wijze sommige bliksems tekeergaan? Hoe ze hun brutale en gewiekste kuren vrolijk uitleven onder de rokken van kleine meisjes die daar niet op zijn gebouwd?
Wat dat zou. Dat zou dit: door zo'n vreemde maar onweerstaanbare indringer kan een enkeling - kijk naar Rachel - volledig de kluts kwijtraken en zijn erotische draai niet meer vinden. De heftigheid van die eerste orgastische inslag, het is natuurlijk niemands schuld, maar het lijkt net of volwassen hartstocht daarbij in het niet verzinkt. Toch wil iedereen zich weleens dronken drinken aan de sappen van het leven, uit zijn voegen raken, kennis maken met het volle pond of hoe het allemaal heten mag. Maar als je als kind doormidden bent gekliefd? Als de verbeelding een atoombom is en de werkelijkheid een handgranaat?
Wat Rachel overkomen is is zo hels, Franklin, en er was geen kruid tegen gewassen. Een verlichtingsfilosoof als jij had er misschien nog iets op kunnen verzinnen, tenslotte heb je een complete brandweer in het leven geroepen. In dat geval had Rachel misschien nog Kind van het Paradijs kunnen worden net als Arletty, o nee, die werd met blindheid geslagen omdat ze met een Duitse officier in bed gelegen had.
Wat of er dan precies is gebeurd? Niets. Dat wil zeggen, dit is er
gebeurd: dertig jaar geleden vloog ergens een verveloze deur van
een klaslokaal open en toen vond er in een flits van een seconde
een ontlading plaats die maakte dat een meisje dat eigenlijk als de
dood voor openvliegende deuren was redeloze trouw aan iemand zwoer.
Vervolgens, het laat zich raden, gebeurde er niets, nul komma nul.
Dat is het juist, dat er niets tot stand kwam van iets dat alles in
zich droeg om in volle hevigheid en glorie uit te botten. En
niemand had haar daartegen voorbehoed. Niet eens gewaarschuwd.
Aldus werd de lauriertak gedwongen naar binnen te groeien. Zoals bekend bevonden zich daar al een dennenboompje, een distel en een vijgenblad. Levensgevaarlijk, want de hersens zijn geen hortus en als er te veel plantaardigs groeit kunnen de gedachten niet goed meer uit de voeten, wat veel narigheid met zich meebrengt. Maar passie heeft zo haar eigen manier van doen.
De tijd heelt alle wonden. Klinkt redelijk. Alleen, aan wat voor wondjes denkt men dan. En wat de tijd betreft: wat niet gebeurt duurt eeuwig en heft die tijd dus op. Rachel bleef groen.
De liefde verklaren, Franklin, dat is geen peulenschil. Wie even nadenkt zal beseffen dat zo'n verklaring niet anders kan dan het met zichzelf oneens zijn. Hoe dan ook, Rachel kon het niet. Vond er de woorden niet voor. Stelde het uit en uit. Totdat zij verdween. Met dat uitstel begint ons verhaal. Met die verdwijning houdt het niet op. Hoe zou een nachtkaars die nooit gebrand heeft immers uit kunnen gaan.
Lichtenberg heeft ooit voorgesteld om op jouw sterfdag alle
bliksemafleiders te omfloersen. Mijn voorstel: omfloers de
schicht.