Hoofdstuk 14

Het eerste wat ze moest doen, was een auto kopen. Het kostte Lynsey drie kwartier om in te zien dat het openbaar vervoer geen optie was. Drie kwartier waarin ze aan de kant van een vierbaanssnelweg stond te wachten op een bus die niet kwam. Uiteindelijk, toen ze te laat dreigde te komen, ging Lynsey terug naar het motel en belde ze een taxi.

Geen goed begin van haar eerste werkdag.

Ze dacht terug aan haar eerste dag destijds in Londen. Toen was ze twee uur te vroeg geweest: door een combinatie van opwinding en lichamelijk ongemak was ze voor dag en dauw wakker geworden op de bank van een vriendin. Ze zag zichzelf nog met een cappuccino en een banaan op Soho Square zitten, waar ze probeerde de tijd te doden terwijl ze bijna niet kon wachten tot ze aan het korte wandelingetje naar haar nieuwe leven kon beginnen. Uiteindelijk had ze niet langer geduld gehad en was ze om half negen op kantoor verschenen, waar ze bij de receptie had moeten wachten tot er iemand kwam die voor Jim werkte. Tegen de tijd dat ze aan de slag was gegaan, waren haar zenuwen verdwenen.

De taxi kwam al snel en Lynsey was blij dat ze ruim de tijd had genomen om op het kantoor van CMG in Wilshire te komen. Veel te veel tijd, had ze toen nog gedacht. Het was eigenlijk niets voor haar om op deze manier het zekere voor het onzekere te nemen. Als het verkeer een beetje meezat, zou ze nog net op tijd komen.

Het volgende wat ze moest doen was kleren kopen. Lynsey had besloten dezelfde groene jurk aan te trekken die ze twee dagen eerder had gedragen tijdens haar afspraak met Melanie. Melanie had haar ermee gecomplimenteerd en Lynsey had serieus overwogen om hem tot geluksjurk uit te roepen. Maar zodra ze zag wat de andere assistenten bij CMG droegen, besloot ze hem ritueel te verbranden. In Los Angeles kleedde men zich zakelijk. Toen ze de assistenten zag die voorbijsnelden terwijl zij daar als een schoolmeisje bij de receptie zat, wist Lynsey dat ze een paar broekpakken zou moeten aanschaffen, en snel. Het liefst zwarte.

'Lynsey?'

Toen ze zich omdraaide, zag ze een strenge vrouw met bruin haar dat strak uit haar gezicht was gekamd. Haar broekpak was antraciet- grijs en zag er duur uit. De vrouw gaf haar een hand.

'Ik ben Sheridan.'

'Aangenaam,' zei Lynsey. Ze voelde een hoogst ongepast gegiechel opkomen, ergens achter in haar keel. Sheridan? Serieus?

Lynsey liep achter Sheridan aan over de rode vloerbedekking van de gang en ving door de halfopen deuren een glimp op van de vertrouwde kantoorchaos. Het knarsen en flitsen van een kopieerapparaat, rinkelende telefoons en het geluid van faxapparaten, bijna melodieus, een beetje als moderne jazz.

'Sorry, hoor,' zei Sheridan. 'Het is nogal druk op het moment. Max is er niet, hij heeft de red eye gemist en het is pilotseizoen.'

Lynsey knikte alsof ze begreep waar Sheridan het over had.

'Hier zitten wij,' zei Sheridan.

Het kantoor van Max Parker lag pal in het hart van CMG. Het was een open ruimte waar vijf assistenten hun bureaus in hoefijzervorm hadden opgesteld. De andere kantoren lagen er als een soort zonnestralen omheen. Vier van de vijf bureaus waren bezet. Alle assistenten waren aan het telefoneren.

'Dat zijn Charlie, Tom, Jerry en Kaia.'

'Tom en Jerry?' vroeg Lynsey. Ze kon het niet laten.

Sheridan keek haar niet-begrijpend aan.

'Je weet wel,' zei Lynsey. 'Tom en Jerry.'

'Aha.'

Een stemmetje in haar hoofd schreeuwde tegen Lynsey dat ze haar mond moest houden. Mond dicht! Mond dicht! Maar ze zei: 'De tekenfilm?'

'Ik snap het,' zei Sheridan. Ze keek met een nauwelijks waarneembare polsbeweging op haar horloge. 'We hebben geen bureau voor je, ga daarginds maar zitten. Neem om te beginnen de portretfoto's door. Als er van een bepaalde klant minder dan tien zijn, bestel je ze bij. De gegevens bij de foto's vind je op het dossier, naast de eerste kopie van het cv. Lees alle cv's door en als er een film op staat waarvan je wel hebt gehoord maar die je nog niet hebt gezien, bekijk hem dan alsnog. Oké? Het videoarchief is op de eerste verdieping. Als je vragen hebt, kun je bij Jerry terecht.'

'Wie van hen is Jerry?'

'Die met de grote grijze oren,' zei Sheridan met een grijns. 'Je redt het wel, Lynsey. Het is vandaag gewoon even een gekkenhuis.' Ze wees een van de assistenten aan. 'Hij daar.'

De jongen in de hoek, met een onberispelijk kapsel, stak zijn hand op naar Lynsey en ging door met wat zo te horen een zeer verhit gesprek was.

Lynsey zocht een plakje bij de dossierkast in de hoek en keek om zich heen.

Het kantoor van Max was pistachegroen geschilderd, met één volledig glazen wand die uitkeek over het drukste gedeelte van Hollywood. De andere muren hingen vol posters van kaskrakers en filmhuisfilms. Er stond een breedbeeldtelevisie met een grote bruinieren bank ervoor. Ze vroeg zich onwillekeurig af of ze daar binnenkort ook op zou slapen.

Het bureau van Max was een enorm gevaarte van massief donker hout dat de ruimte domineerde. Er stonden een telefoon, een laptop en een foto van twee kleine kinderen op, en nog een foto die ze niet kon zien. Er lagen verrassend weinig paperassen op het bureau. Als contrast gingen zijn assistenten allemaal schuil achter complete torens van papier. Sheridan had plaatsgenomen achter het lege bureau, het dichtst bij dat van Max, en zat te telefoneren terwijl ze een stapel papier doorbladerde. Ze drukte de ruggespraaktoets in en snauwde: 'Wie is hier nou eigenlijk een zenuwinzinking nabij ?'

Jerry zei in zijn telefoon: 'Ik moet u even in de wacht zetten,' en hij rende met een vel papier naar Sheridan, het snoer van zijn koptelefoon achter hem aan dansend.

Ze griste het papier uit zijn handen en zei poeslief tegen haar beller: 'Ja, die heb ik gezien. Fantastisch. Welke rol? O, die is geknipt voor haar.'

Jerry plugde zijn koptelefoon weer in zijn eigen toestel. 'Sorry, waar was ik gebleven?'

Het was twee uur geweest. Ze had haar vraag al minstens een uur lang willen stellen, maar uiteindelijk dwong het gênante gerommel in haar maag haar ertoe.

'Eh Jerry?'

'Ja?' Hij keek verwachtingsvol op van zijn computer.

'Wat doen we met de lunch?'

Hij keek op zijn horloge. 'Die kan ieder moment komen. Als ze er over twintig minuten nog niet zijn, moet je even bellen. Het is waardeloos, we moeten eigenlijk een andere cateraar nemen.'

'Hebben we een cateraar dan?'

'Heeft Sheridan je dat niet verteld? Je moet zelf je bestelling doorgeven, anders krijg je steevast kaas. Op witbrood. Hé Sheridan, je hebt Lynsey niet gevraagd wat ze wil eten.'

Sheridan keek hun kant op en zei geluidloos 'sorry' terwijl ze doorging met het 'ja, hm-hm, ja-ja' tegen degene die ze aan de lijn had. Het leek wel alsof Sheridan aan de telefoon wóónde.

Toen de lunch eindelijk was gebracht, schrokte Lynsey haar witte boterham met ham en kaas in recordtime naar binnen, waarna ze tevreden met haar lippen smakte en zuchtte, maar het ontging haar niet dat de andere assistenten hun lunch onaangeroerd lieten.

Om een uur of vier werd het plotseling rustig. De telefoons zwegen tijdelijk en de vier assistenten pakten als synchroonzwemmers hun lunch en begonnen te eten.

'En?' zei Jerry. 'Hoe gaat het?'

'Jullie hebben fantastische klanten,' zei Lynsey naar waarheid. Ze had als een groupie in de dossierkast gegraaid en zich afgevraagd welke beroemde acteurs Max mét vertegenwoordigde. Dat waren er niet veel. Oscarwinnaars stonden naast haar grote helden en heldinnen. De dossierkast was net een Hollywood-hall of Fame. Ze hield een foto van een jonge superster omhoog. 'Is het waar dat hij vijfendertig miljoen krijgt voor het vervolg op de film?'

'Niet echt, het zijn allemaal percentages, gebaseerd op de opbrengst van deel één.'

'Maar denk je dat deel twee het even goed zal doen?'

'Waarschijnlijk nog beter.'

'Dus verdient hij méér dan vijfendertig miljoen?'

'Misschien wel, uiteindelijk. Maar vergeet niet dat Max daar vijftien procent van krijgt en dat er een deel naar zijn advocaat, zijn manager en de belasting gaat. Hij houdt er misschien zeven miljoen aan over.'

'Zeven maar? Arme jongen.'

'Kom op, zeven is niet slecht. Max heeft keihard gewerkt om die deal binnen te halen. Het is een record.'

'Dat was een grapje.'

'Laat me je een tip geven,' zei Jerry. 'Geen grapjes maken.'

De telefoons begonnen weer te rinkelen en Jerry nam er een op. 'Met het kantoor van Max Parker. Hé, we hadden het net over je. Zeg het eens.'

En dat was het punt. Geen grapjes, geen kantoorhumor, geen rustige momenten om wat te kletsen of goedmoedig de spot te drijven met de baas of de klanten, of met elkaar. Ze kreeg niet eens de kans om zich voor te stellen en wist nog steeds niet wie van de twee Charlie was en wie Kaia. Zelfs niet wie van hen de man was en wie de vrouw. En ze kenden haar ook niet. Het enorme tempo en de intensiteit waren intimiderend, en naarmate de dag verstreek, ging ze zich rotter voelen. De twijfel sloeg langzaam toe. Zou ze het hier wel naar haar zin hebben? Zou ze op dit moment niet liever in Londen een biertje drinken met Fiona, de klant nadoen die haar de hele dag dwarsgezeten had en dan zonder uitnodiging binnenvallen op een filmborrel waar werd gevierd dat de opnamen erop zaten? Ze zou vandaag laat terug zijn in haar motel en ze had zeker vijf films genoteerd die ze nog moest bekijken. Waar zou ze een videorecorder kunnen kopen?

Het was al donker tegen de tijd dat de telefoons zwegen. Sheridan deed haar koptelefoon af en stond op van haar bureau. 'Hoe gaat het?' vroeg ze.

'Heel goed,' loog Lynsey. 'Hoe komt het dat sommige artiesten twee foto's hebben?' Ze hield twee foto's van dezelfde acteur omhoog; dezelfde kleding en dezelfde achtergrond, maar met een andere gezichtsuitdrukking.

'Vrolijke blik, trieste blik. Hangt van de rol af. Je weet wel, eentje voor comedy en eentje voor...'

'Tragedy?' opperde Lynsey.

'Juist.'

'Goed nummer.'

'Wat?'

'Nee, niks,' zei Lynsey, want ze herinnerde zich haar laatste poging om een praatje te maken. Toch danste het refrein van het Bee Gees-nummer al door haar hoofd.

'Heb je verder nog vragen?'

'Nee,' zei Lynsey zo opgewekt als ze kon. 'Ik geloof het niet.' Ze wilde vragen hoe laat ze weg mocht (per slot van rekening moest ze nog een auto, een paar broekpakken en een videorecorder kopen), maar ze wilde niet laten merken dat ze stond te trappelen om te vertrekken.

'Lynsey?' zei Charlie of Kaia. 'Telefoon voor je. Riley Daniels?'

Sheridans gezicht betrok. 'Riley Daniels?' Ze keek Lynsey aan alsof ze op een verklaring wachtte.

'Dat is een vriend van me.'

'Het is een lui,' zei Sheridan.

'Heb jij niet een tijdje iets met Riley gehad?' vroeg Jerry, die het gesprek geamuseerd had gevolgd.

'Fuck you, Jerry,' zei Sheridan met een opgestoken middelvinger. 'We waren gewoon vrienden.'

Lynsey lachte en leefde op. Dit was een stuk beter, een beetje roddelen en elkaar plagen. Leuk.

'Mag ik het gesprek aannemen?' Lynsey had het gevoel dat ze daar toestemming voor moest vragen.

'Laat je door mij vooral niet tegenhouden. Je mag zelfs mijn bureau gebruiken, en doe hem de groeten.' Sheridan draaide zich op haar hakken om en Lynsey en Jerry grijnsden naar elkaar, al begreep Lynsey niet precies wat er te lachen viel.

'Hé Disco,' zei Riley. 'Hoe gaat het?'

Het leek wel alsof Riley altijd goede zin had. Misschien vond ze hem daarom zo leuk.

'Je krijgt de groeten van Sheridan.'

'O ja? Nou, zeg maar tegen haar dat het me spijt.'

'Hij zegt dat het hem spijt,' riep Lynsey.

'Zeg maar dat hij een lul is!' riep Sheridan terug.

'Hoeft niet, ik heb het al gehoord. Zeg maar dat ik weet dat ik een lul ben, een ontzettende eikel, maar dat het me spijt. En als ze vanavond een borrel met me gaat drinken, zal ik zoveel martini's voor haar betalen dat ze het me wel vergeeft.'

Lynsey herhaalde het woord voor woord.

Jerry keek geamuseerd toe hoe Sheridan een nonchalant gezicht probeerde te trekken. 'Ja, oké.'

'Ze zegt oké.'

'Uitstekend. En dan nu over jou. Ben je al iets te weten gekomen over onze blonde schoonheid?'

'Ik heb het je al gezegd,' zei Lynsey. 'Ik weet niets over haar.'

'Heb je haar over je nieuwe baan verteld?'

'Weet ik niet. Ik denk het wel, ik heb er bijna iedereen over verteld.'

'Dus ze zou contact met je kunnen opnemen?'

'Dat betwijfel ik. We waren niet bepaald vriendinnen.'

'Het blad ligt morgen in de winkel. Ik durf om tien dollar te wedden dat we haar vóór het eind van de week gevonden hebben. Je hebt gezien wat ze droeg die avond, ze wilde opvallen. Het plaatsen van haar foto's is net zoiets als vragen of ze wil bellen. Hé, ik was van plan om vanavond een paar clubs langs te gaan, je weet maar nooit. Heb je zin om mee te gaan?'

'Ik dacht dat je met Sheridan op stap ging?'

'Ja, maar daarna. Sheridan wil toch niet mee, die moet morgen werken.'

'Ik ook. Bovendien leek Serena me geen clubganger.'

'Niet?'

'Nee, ze...'

Sheridan drukte een toets in en plotseling stond de telefoon op de speaker. 'Riley? Ze moet ophangen, ik hoor Max aankomen.'

'Prima. Vanavond, AD? Een uur of negen?'

'Afgesproken,' zei Sheridan. Ze drukte Riley weg voordat Lynsey de kans had gekregen om afscheid te nemen. 'En nu van mijn stoel af.'

Lynsey stond op en Sheridan ging weer op haar eigen plek zitten.

'Max!' zei Jerry, alsof ze niet allemaal op zijn komst voorbereid waren geweest.

Max Parker was in een slechte bui. Hij had zijn nachtvlucht gemist doordat hij midden op de dag in slaap gevallen was. Dat was hem nog nooit gebeurd. Hij was woedend op zichzelf. Een verloren dag in het vliegtuig betekende een dag lang gemiste telefoontjes die hij moest afhandelen. De communicatiemiddelen aan boord waren goed, een hele verbetering ten opzichte van vroeger, toen je je de hele vlucht lang geïsoleerd en machteloos voelde, maar Sheridan moest aanwezig zijn bij de belangrijkste gesprekken, waarvan hij ieder detail diende te onthouden. En hij moest nodig naar de set van Justice om te kijken hoe het Melanie Chaplin was vergaan óp haar eerste draaidag.

'Lynsey,' zei Max. 'Leuk je te zien. Lukt het hier een beetje?'

'Hallo, Max. Leuk om je te ontmoeten.'

'Sheridan? Hier komen.'

Sheridan pakte haar agenda en liep met Max mee naar zijn kantoor. Hij sloeg de deur hard achter hen dicht.

Een paar minuten later kwamen ze weer naar buiten. Sheridan begon onmiddellijk te telefoneren.

Max wees naar Lynsey. 'Jij daar,' zei hij. 'Jij komt met mij mee.'

Lynsey griste snel haar tas mee en liep achter hem aan naar buiten. 'Wacht,' zei Jerry. 'Zijn er geen videobanden die je wilt meenemen?'

Het leek Lynsey gemakkelijker om gewoon ja te zeggen in plaats van uit te leggen dat ze geen videorecorder had en dat ze waarschijnlijk toch pas tegen bedtijd in het motel zou zijn. Dus zei ze: 'Waar staan de films met Fabien Stewart? Hij werkt samen met Melanie, dus ik denk dat ik daar maar mee moet beginnen.' En hij was het ideale gezelschap rond bedtijd, maar dat was slechts een bonus.

Max en Lynsey namen de lift naar de parkeergarage. 'Sheridan vraag zich af of je dit wel serieus neemt,' zei Max. 'En? Neem je het serieus?'

Lynsey voelde zich verraden. Sheridan had het recht niet om een oordeel te vellen aan de hand van de paar woorden die ze met elkaar hadden gewisseld.

'Want als het niet zo is,' ging Max verder, 'dan moet je het nu zeggen. Dit is geen Hollywood-pretpark, het is hard werken.'

'Ik neem het wel degelijk serieus. Het zijn gewoon de zenuwen van mijn eerste dag. Het spijt me als Sheridan die indruk heeft gekregen. Ik zal wel met haar gaan praten.'

'Ben je nu kwaad op haar?'

'Een beetje,' zei Lynsey.

'Dat is niet nodig, je moet het niet persoonlijk opvatten. Ik heb het haar gevraagd en ze weet dat ze me de waarheid moet zeggen. We hebben geen geheimen voor elkaar. Zo loopt het vaak mis bij andere kantoren, doordat de mensen niet eerlijk zijn. Dus zeg eens heel eerlijk: denk je dat je dit kunt?'

'Ik kan het,' zei Lynsey.

'Mooi. Instappen.'

Max reed in een Bentley, een elegante auto met een krachtige motor die zacht snorde.

'Waar gaan we naartoe?' vroeg Lynsey na een hele tijd.

'Naar Melanie. Iedere keer als ik ergens heen ga wat met Melanie te maken heeft, ga jij mee. Als ik gesprekken voer die over Melanie gaan, luister je. Dat noemen ze een leerproces. Ik zal ervoor zorgen dat Sheridan alle afspraken inroostert in je werkschema.'

Welk werkschema? Sheridan had niets gezegd over een schema. Wat was nou eigenlijk de bedoeling? Moest ze die dingen allemaal maar raden? Maar ze hield haar mond. Ze had geen zin in een wedstrijdje wie de grootse bitch was, alleen al omdat ze aan Max' manier van praten merkte dat hij partij zou trekken voor Sheridan.

'Heb je Melanie bloemen gestuurd?'

'Nee,' zei Lynsey.

Max fronste zijn voorhoofd, keek in de achteruitkijkspiegel en zwenkte toen naar de kant van de weg. Ze stopten bij een slijterij. 'Haal een fles champagne, de beste die ze hebben.' Hij pakte een briefje van honderd dollar uit zijn zak en overhandigde het haar. En toen nog een, voor de zekerheid. Hij klonk niet kwaad, alleen efficiënt. Lynsey sprong de auto uit.

De slijterij had tralies voor de ramen en alle flessen stonden achter de toonbank. Er werd ook een groot assortiment chocolade verkocht, met veel onbekende en dus twee keer zo verleidelijke repen, maar het leek haar niet goed om Max' wisselgeld te besteden aan haar zucht naar zoetigheid.

'Welke heb je genomen?' vroeg Max toen ze terugkwam.

'Melanie houdt niet zo van champagne. Ik heb een goede fles Californische wijn gekozen, om haar hier welkom te heten, zeg maar.'

'Je hebt wijn gekocht? Amerikaanse?'

'Max, ze geeft niets om champagne. Deze wijn dronk ze zaterdag bij Moonshadows en ze vond hem heerlijk.'

'O ja?'

'Ik heb expres naar het etiket gekeken, omdat ik niets van wijn weet en het me interesseerde.'

'Is hij gekoeld?'

'Natuurlijk.'

'Oké, goed zo. Dat heb je goed onthouden. Het zal heel attent overkomen.'

Melanie Chapman had haar best gedaan om op haar eerste draaidag zo nonchalant mogelijk op de set te verschijnen. Het gevolg was dat ze een erg slechte indruk maakte. Ze verborg haar natuurlijke verlegenheid achter een veel te zelfverzekerd masker. De cast en crew vonden haar verwaand. De Anglo-Amerikaanse betrekkingen ondergingen een enorme terugval, want Melanie bevestigde alle vooroordelen over ijskoude Britten.

Zelf merkte ze niets van dat alles; ze was te druk bezig om het duizelingwekkende tempo bij te benen. De hoge productiewaarden van Justice waren nieuw voor haar. Elke scène was uitgeschreven met de choreografie van een ballet, waarbij de camera en apparatuur de opstelling domineerden. Snoeren en kabels kronkelden als slangen over de grond, en de eerste paar uur had Melanie al haar aandacht nodig om simpelweg overeind te blijven. Ze was van nature onhandig en wist dat ze een goede beurt zou maken als ze struikelde over een ongetwijfeld peperdure camera.

Ze had vier regels tekst in haar eerste scène en repeteerde die de hele ochtend. Toen ze een uur moest wachten, waarin ze haar best deed om niemand voor de voeten te lopen, oefende ze ze nog een paar keer hardop. De regisseur, Randy, leek tevreden te zijn over haar werk. De acteurs, of 'het talent', zoals ze eerbiedig werden aangeduid, leken het minst te doen te hebben, en toch werden ze het beste behandeld. Melanie was die ochtend opgehaald met een limousine - niet zo'n hele lange, maar toch - en ze had haar eigen kleedkamer. Wanneer ze daar tussen de opnamen door zat te wachten, dacht ze veel aan Fabien Stewart. Het duurde nog drie dagen voordat hij ook op de set zou zijn en ze was zenuwachtig.

Het was echt een slecht idee geweest, seks met haar tegenspeler. Ze wist dat Fabien heel luchtig zou doen over hun samenzijn, maar zelf was ze nooit eerder zomaar met iemand naar bed geweest. En ze had er ontzettend van genoten. Nu al verwarde ze seks met liefde en betrapte ze zichzelf er voortdurend op dat ze over hem dagdroomde en terugdacht aan het gevoel van zijn sterke handen op haar huid. In haar op hol geslagen fantasie zette ze hun verhouding voort. Natuurlijk, hij had een reputatie, maar misschien was zij de vrouw die hem kon temmen. Ze vroeg zich af hoe hij erover dacht. Vond hij haar leuk, of was ze gewoon een lijf voor hem geweest? Hij moest haar wel leuk vinden. De seks was ongelooflijk lekker geweest. Meer dan eens ging haar hand onwillekeurig naar de telefoon om hem te bellen, zomaar even hallo te zeggen, gewoon terloops, maar wel om nog zo'n 'terloops' samenzijn voor te stellen. De seks was te lekker geweest. Dat moest toch iets betekenen?

Ze wilde net binnenlopen bij de make-up om haar gezicht te laten bijwerken toen ze haar naam hoorde noemen.

'Melanie Chapman is geen blijvertje, dat verzeker ik je.'

Twee grimeuses hadden het over haar.

'Ik heb gehoord dat ze het met Fabien Stewart doet.'

'Nou en? Ze is niet bepaald de enige. Die houdt het hier niet tot het eind vol. Dit doen ze zo vaak, nieuwe gezichten uitproberen en kijken welke bevallen. Ik heb verstand van gezichten, en dat van haar bevalt echt niet.' 'O?'

'Heb je gezien hoe ze naar Randy keek toen hij haar vroeg een stapje opzij te doen, zodat ze niet per ongeluk in beeld zou komen?'

'Nee.'

'Twee dagen in de stad en ze gedraagt zich al als een diva.'

Melanie wist niet wat ze anders kon doen dan naar binnen lopen en uitzonderlijk aardig doen. Het zou niet bij haar opgekomen zijn om de twee vrouwen aan te spreken op het gesprek dat ze had opgevangen en te protesteren dat ze helemaal geen diva was; dat ze zich een beetje overrompeld voelde door alles wat er met haar gebeurde.

'Hallo, dames,' zei ze zo aardig als ze gezien de omstandigheden kon opbrengen. Ze had meteen spijt van het woord 'dames', het klonk neerbuigend. 'Ik zag er vanmorgen prachtig uit. Bedankt.' Maar ook dat kwam er verkeerd uit, alsof ze heel ijdel was. 'Ik bedoel, jullie hebben ervoor gezorgd dat ik er goed uitzag.'

'Ga maar zitten.'

De rest van de make-upsessie verliep in stilte.

Hoe wisten ze het in vredesnaam? Ze had het niemand verteld, en dat betekende dat óf Fabien had lopen pochen over zijn verovering óf dat iemand anders op het feestje een gerucht had verspreid. Of misschien had het meisje van de make-up (grimeuse, dat moest ze niet vergeten, ze moest grimeuse zeggen) het gewoon ter plekke verzonnen om iets gemeens over haar te kunnen zeggen. Als iemand ernaar vroeg, wat moest ze dan zeggen? Moest ze het ontkennen of hem een cijfer geven? Dat zou een negenenhalf worden; een half punt eraf voor zijn bepaald niet romantische versiertechniek. Ze was ervan overtuigd dat Fabien diep in zijn hart net zo romantisch was als zij. Als ze die kant van hem kon blootleggen, zou hij de ideale man zijn.

In haar volgende pauze belde ze hem. Ze wilde het graag. Ze had geen bezwaar tegen nog meer vrijblijvende seks. Fabien zou het op prijs stellen dat ze geen spelletjes speelde.

'Hallo?'

Het was Davey Black.

Ze had bijna opgehangen, maar nu ze zo ver gekomen was zette ze door. Hopelijk zou hij haar stem niet herkennen. 'Hallo, is Fabien er ook?'

'Met wie spreek ik?'

'Eh... met Melanie.' Shit!

'Hé Melanie. Ik ben het, Davey. Hoe is het met je?'

'O, goed hoor. En met jou?' Heel fijn, gebabbel over koetjes en kalfjes.

Davey vertelde nog wat over de film en hoe ver ze gevorderd waren. Melanie probeerde zich op zijn verhaal te concentreren, vooral tijdens de gedeelten die over haar gingen, maar toen ze niets meer te zeggen had, vroeg ze snel: 'Is hij er?'

'Fabien? Nee, die is vanmorgen naar Catalina vertrokken met Honey. Zijn laatste vrije avond voordat hij met de opnamen begint, weet je wel?'

'Ja.' Honey, met haar eersteklas drugs en haar schitterende borsten. Iets zei Melanie dat die twee niet samen naar Catalina waren om Fabiens teksten door te nemen.

'Kan ik soms iets voor je doen?'

Wat een vraag. Ze zou erom gelachen hebben als ze niet stiekem vreselijk teleurgesteld was geweest in Fabien. Had hun ontmoeting dan zo weinig voor hem betekend dat hij nu al met de volgende vrouw in de weer was? Ze wist het antwoord al, maar het beviel haar allerminst.

'Nee, laat maar.'

Davey hoorde iets aan haar stem. Dezelfde verslagen toon die ze in het oerwoud had gehad toen ze dacht dat ze ontslagen zou worden. 'Melanie,' zei hij. 'Je weet hoe Fabien is. Alles wat je over hem leest is waar.'

'Hoe bedoel je?'

'Ik weet niet wat er laatst op het feest tussen jullie is gebeurd, maar waarschijnlijk heeft hij geprobeerd je het bed in te praten. Je moet hem niet te serieus nemen.'

'Davey, ik wilde hem alleen spreken over...' Ja, waarover?'... over het werk.' Ha!

'Oké. Sorry, ik bedoel er niks mee. Ik heb hier zijn mobiele nummer, heb je daar iets aan?'

En zo noteerde Melanie braaf het nummer van Fabiens mobiele telefoon, terwijl ze wist dat het onzinnig zou zijn om hem te bellen en daarmee het beeld te verstoren dat ze uit haar hoofd probeerde te zetten, het beeld van Fabien en Honey samen in bed. Maar ze wist dat de verleiding groot zou zijn nu ze het nummer eenmaal had.

Zodra Lynsey Melanie hoorde praten, wist ze dat ze niet de enige was die behoefte had aan begrip en een luisterend oor. Helaas verloor ze al snel haar hoop op een koel glas Californische wijn en een typisch vrouwen-onder-elkaargesprek vol wederzijdse bewondering om de ego's op te krikken. Melanie pakte de wijn aan zonder naar het etiket te kijken en deed krampachtig alsof ze in een goed humeur was. Ze gaf hun een snelle rondleiding door de studio en Lynsey werd zich er pijnlijk van bewust dat Melanie zichzelf niet was. Althans, dat hoopte ze maar. Misschien was deze vrouw die zo snel praatte en zich niet kon concentreren de ware Melanie en was de aardige, open versie van voorheen een sluwe façade geweest. Het leek erop dat Melanie daar zo snel mogelijk weg wilde.

'Wijzigingen in het script,' zei ze. 'Ik moet de herschreven teksten nog leren voor morgen.'

Maar Lynsey vermoedde dat er helemaal geen herschreven teksten waren en dat Melanie net zo'n last had van de cultuurschok als zijzelf. Al was ze nog zo moe, ze had dolgraag de fles dure Amerikaanse wijn opengetrokken en de rotdag goedgemaakt met een leuke avond.

Max en Melanie gingen op zoek naar een van de uitvoerende producenten en Lynsey wachtte bij een waterkoeler, met een papieren bekertje koude vloeistof waarvan trots werd verkondigd dat het een mineraalgehalte van 1000 ppm had, wat dat ook mocht betekenen. Een meisje in een zilverkleurige combatbroek kwam vragen of ze soms iets voor haar kon doen, en misschien verbeeldde Lynsey het zich, maar het leek wel alsof het meisje minachtend reageerde toen ze zei dat ze bij Melanie Chaplin hoorde. Daarna kwam er niemand meer een praatje maken, en Lynsey voelde zich opgelaten. Er kropen tien minuten voorbij en ze was zich bewust van iedere centimeter van haar lichaam die daar de ruimte in beslag namen. De paranoia sloeg toe, en ze veranderde haar gezichtsuitdrukking en houding. Ze wist niet waar ze moest kijken en zou willen dat ze kon gaan zitten, het liefst met een boek of tijdschrift. Vlak bij haar was een leeg bureau, zonder mensen of papieren. Er stond alleen een tv'tje met ingebouwde videorecorder op. Ze dacht aan de banden van Fabien in haar tas.

'Hallo?' zei ze tegen de dichtstbijzijnde persoon met een headset. 'Mag ik hier een band bekijken?'

'Hé JD!' brulde de headset, waardoor iedereen keek. Lynsey kromp in elkaar. 'Mag ze jouw tv gebruiken?'

JD vond het goed en Lynsey stopte een band in de gleuf en zette de bijbehorende koptelefoon op.

Fabien Stewart was Leuk. Leuk met een hoofdletter L en een langgerekte 'eu'.

Het zat 'm niet in zijn broeierige, knappe uiterlijk, al was dat ook niet verkeerd. Het kwam door de twinkeling in zijn ogen wanneer hij zachtaardig moest zijn en de hartstocht in zijn stem wanneer hij hard moest overkomen. En in de manier waarop zijn personages verachtelijk en toch aantrekkelijk konden zijn, of grappig en toch gevaarlijk. Televisiewerk was een verspilling van zijn talent, maar Lynsey besefte dat ze dat in haar huidige omgeving beter voor zich kon houden.

Ze ging zo op in een liefdesscène uit een van Fabiens kleinere films dat ze Melanie pas zag toen die haar hard tegen de schouder porde.

'Wat ben jij nou aan het doen?'

'Een band bekijken. Ik heb thuis nog geen videorecorder en ik wilde gebruikmaken van de tijd dat jullie...'

'Waarom?'

'Hoezo "waarom"?' vroeg Lynsey oprecht verbaasd.

'Waarom bekijk je banden van Fabien Stewart?'

'Omdat hij een klant van ons is.'

Melanie keek alsof ze haar niet geloofde. Toen Lynsey zich omdraaide, zag ze dat er een paar mensen stonden te kijken, al deden ze alsof dat niet zo was. Er hing een rare sfeer. Lynsey probeerde die te verdrijven door te zeggen: 'Wat een lekker ding.'

'Het is een lul.'

'Melanie, gaat het wel goed met je? Heb je een rotdag gehad? Max zal zo wel weg willen, maar we zouden samen iets kunnen gaan drinken of zo.'

'Niks aan de hand,' zei Melanie. Samen iets drinken klonk heel goed, maar ze was te trots om een meisje dat ze amper kende te gaan vertellen dat het niet al te best met haar ging en dat ze het gevoel had dat ze een grote fout had gemaakt.

Lynsey nam een taxi terug naar haar motel. Twee taxi's op één dag, een duur grapje. Net als roken. Haar zenuwachtige vingers snakten naar een sigaret, ook al had ze jaren niet meer gerookt.

Haar kamerdeur klemde op de tegelvloer toen ze hem openduwde, en het schrapende geluid echode over de lege binnenplaats. Ze zei berispend 'ssst' alsof ze het tegen een luidruchtige huisgenoot had en ze voelde zich eenzaam.

Haar kamer, die er eerst zo gezellig en uitnodigend uitgezien had, kwam haar nu kil en onpersoonlijk voor. De paar persoonlijke noten die ze had aangebracht, leken haar nu gewoon uit te lachen; de opgewekte vertrouwdheid ervan stak scherp af tegen deze vreemde plek.

Dit was niet anders dan Londen, redeneerde ze. Ze kon haar vrienden en familie zó bellen en ze had een hele stad om afleiding te zoeken als ze er even uit wilde. Ze kon ergens gaan eten, dansen of naar de film. Wat ze maar wilde.

Nadat ze een paar minuten op het bed had gezeten en had geprobeerd de energie te verzamelen om de televisie aan te zetten, móést ze weg. Ze hapte naar adem en de muren kwamen langzaam op haar af, als in een scène uit Brazil. Ze zwaaide de deur open en keek naar beneden, naar het verlaten zwembad dat zilverkleurig glinsterde in het schijnsel van de maan. Ze dacht aan wat iemand ooit tegen haar had gezegd: als je je down voelt, moet je omhoogkijken om jezelf op te beuren. Daarom nam ze de brandtrap naar het dak.

Ze voelde zich meteen anders. Er was zoveel ruimte, en de belofte van een niet-zichtbare oceaan hing in de lucht. Het neonlicht deed de lucht rondom de flamingo roze opflikkeren en ze voelde haar energie opborrelen als water in een fonteintje.

'Oké,' zei ze hardop. 'Het komt allemaal goed.' Maar haar stem klonk zwakjes in die grote ruimte, onvast, en ze kon zichzelf niet overtuigen.

'Het wordt allemaal fantastisch,' zei ze een beetje harder. Ze deed haar armen boven haar hoofd en voelde dat haar spieren lekker opgerekt werden. De spanning van de dag verloor zijn greep op haar schouders.

'Pardon, juffrouw?'

Lynsey draaide zich met een ruk om en zag een oude man in een geblokt overhemd met een blikje bier in zijn hand. Waarschijnlijk had ze bang naar hem gekeken, want hij zei: 'Het spijt me, het was niet mijn bedoeling om u te laten schrikken. We vroegen ons alleen af of u misschien trek hebt in een biertje.'

Hij gebaarde over het dak naar twee ligstoelen, waarvan er één werd ingenomen door een man van ongeveer dezelfde leeftijd die bij wijze van groet tegen de klep van zijn honkbalpetje tikte. Bij de stoelen stonden een koelbox en een kaarttafeltje.

'Ik ben Jack Bishop van vijf-nul-twee en dat is Lou van drie-een- zes. U bent gisteren aangekomen. Ik geloof dat we buren zijn.'

Lynsey stak instinctief haar hand uit. De ongewone omstandigheden betekenden nog niet dat ze niet beleefd hoefde te zijn. 'Lynsey Dixon.'

'Lynsey, je zag eruit alsof je wel een biertje kon gebruiken.'

'Nou, heel graag.'

'Rotdag gehad?' vroeg Lou toen ze dichterbij kwamen, en hij haalde als bij toverslag een kampeerstoeltje onder zijn ligstoel vandaan.

'Gewoon anders,' zei Lynsey.

Ze trok het lipje van haar bierblikje en ze dronken zwijgend.

'Aan het kaarten?' vroeg ze toen ze de speelkaarten zag liggen.

Jack stak zijn wijsvinger op en schudde zijn hoofd. 'Er staat nu te veel wind, maar die kan altijd nog gaan liggen.'

En zo dronk ze een paar biertjes met Jack en Lou, op het roze dak van het motel.

Ze zaten er bijna iedere avond, vertelden ze. 's Winters, wanneer het te koud werd om buiten te zitten, trokken ze met de camper van Jack naar het zuiden. Er werd weinig gepraat, en de korte gesprekken werden afgewisseld met lange, aangename stiltes. Als ze haar accent al opmerkten, zeiden ze er niets van. Ze accepteerden haar gewoon.

Het zou niet meevallen om in deze stad te wonen en te werken. Dit was niet bepaald het Californië van haar dromen. Het was een uitdaging, een andere uitdaging. Ze had altijd gedacht dat ze van gezonde concurrentie hield, maar de sfeer bij CMG was zo gespannen dat ze snakte naar iets vertrouwds. Voor het eerst sinds lange tijd wenste ze dat ze iemand had die thuis op haar wachtte. Geen huisgenoot of vreemde mannen op een dak, maar een geliefde die haar zorgen zou wegnemen zonder dat ze erom hoefde te vragen en die samen met haar in hun warme bed zou kruipen om haar gedachten tijdelijk af te leiden. Ze moest er niet aan denken om terug naar boven te gaan, naar haar lege kamer. Ze zou hier op het dak blijven zitten en naar de sterren kijken tot ze het weer aankon, of tot ze Superman zag vliegen. Want Lynsey stelde hoge eisen, en met minder dan Superman nam ze geen genoegen.

Toen ze een paar uur later naar bed ging, bedacht ze hoe aardig de buren waren, en dat ze morgen zou proberen het allemaal wat serieuzer aan te pakken.