Hoofdstuk 3
'Jim is momenteel niet op kantoor, Bob, maar als je even aan de lijn blijft dan verbind ik je door met zijn mobiel.'
Lynsey belde Jim op de andere lijn. Het zat er dik in dat hij haar de huid vol zou schelden omdat ze hem stoorde, dus ze zette zich schrap. Ze kreeg zijn voicemail en wist eigenlijk niet of ze opgelucht moest zijn. Na een korte boodschap te hebben ingesproken keerde ze terug naar Bob.
'Ik kreeg zijn voicemail, maar ik heb hem gevraagd je terug te bellen.'
Lynseys andere toestel rinkelde. Ze deed alsof ze het niet hoorde.
'Dat is hem geraden,' zei Bob. 'We hebben hier grote problemen en tenzij Chaplin onmiddellijk haar contract tekent, en dan bedoel ik echt onmiddellijk, komt er geen film. Althans, niet met haar.' En hij hing op.
Lynsey belde naar Groucho, maar het restaurant was in gesprek.
Haar andere toestel rinkelde nog steeds. Ze nam op.
'Met het kantoor van Jim Taylor.'
'Hallo Lynsey, met Melanie. Mag ik Jim even?'
'Hij is er niet, Melanie, en op zijn mobiele nummer krijg ik de voicemail. Is er iets aan de hand?'
De verbinding was vreselijk slecht. Lynsey had moeite om Melanie te verstaan: een of andere idioot van een Amerikaanse producent, van wie Lynsey al snel begreep dat het Bob moest zijn, zwaaide met een contract zo dik als een telefoonboek voor haar neus en eiste dat ze het tekende, anders zou ze ontslagen worden. Melanies stem klonk eigenaardig hoog en het leek wel alsof ze ieder moment in tranen kon uitbarsten.
'Melanie, wacht even. Zit je bij de telefoon? Ik ren even de hoek om en ga Jim halen, dan belt hij je zo terug. Vijf minuten, oké? Maak je maar geen zorgen, het komt wel goed.'
Melanie was doodsbenauwd. Stel je voor dat Jim het niet kon oplossen. Misschien zat ze dan vanavond wel in het vliegtuig terug naar huis. Per slot van rekening was ze maar ingehuurd, en het zou niet de eerste keer zijn dat een actrice werd ontslagen. Ze werd beroerd bij de gedachte dat Bob gelijk had. Er was geen contract getekend.
Lynsey rende langs de receptie.
'Ik moet Jim gaan halen. Als hij belt: ik heb mijn mobiel bij me, en laat hem anders contact opnemen met Melanie Chaplin.'
Ze rende Wardour Street door en de kinderkopjes van Meard Street over tot ze buiten adem voor de rookglazen deuren stond, met het subtiele koperen naambordje dat de toeristen zo gemakkelijk over het hoofd zagen. Ze had hier geen zin in. Helemaal geen zin.
De tot in de puntjes verzorgde receptioniste liet haar weten dat het gezelschap van CMG twintig minuten geleden was vertrokken. Nee, ze wist niet waarheen.
Op de terugweg naar kantoor probeerde Lynsey Jim nog een keer te bereiken, en daarna belde ze de receptioniste van CMG en vroeg of ze wilde proberen iedereen die met Jim op stap was te bereiken, om door te geven dat Jim naar kantoor moest bellen.
Ze begreep er niks van. Lynsey herinnerde zich genoeg gevallen van cliënten die al in een film hadden gespeeld zonder dat het contract was getekend. Ze wist zeker dat helemaal onderaan op de stapel van Jims nog af te handelen zaken het contract lag van een acteur voor een van de grote studio's dat ook nog niet getekend was. En waarschijnlijk zou het ook nooit getekend worden, aangezien de film al was opgenomen, in de bioscoop had gedraaid en binnenkort op video zou verschijnen. Zolang er maar overeenstemming was over de belangrijkste punten en het geld binnenstroomde, was een contract alleen maar een ontzettend lastige klus die zelden voorrang kreeg. Dat van Melanie was die ochtend pas binnengekomen en Lynsey had Jim er nog niet eens op gewezen, omdat hij vanwege de bedrijfslunch al zijn telefoontjes van die dag in één uur had moeten proppen. Ze had het hem misschien moeten vertellen, ze zou vast problemen krijgen vanwege die inschattingsfout.
Terug op kantoor pakte Lynsey het contract erbij. Melanie had overdreven, het was niet zo dik als een telefoonboek. Net niet. Ze begreep het niet helemaal, maar het was prettig om het voor zich te hebben liggen. Niemand van CMG nam zijn mobiel op; waarschijnlijk hadden ze allemaal hun telefoon moeten uitzetten om de feestvreugde te verhogen. Ze moest Melanie terugbellen en haar iets laten weten. Ze kon haar niet laten wachten, misschien zou het allemaal wel meevallen. Ze haalde diep adem.
Melanie vloog op de rinkelende telefoon af. Ze wist dat Lynsey er ook niets aan kon doen dat Jim er niet was, maar het frustreerde haar dat er niet iemand anders op kantoor was die haar zou kunnen helpen. Alice misschien, of Stuart. De afstand van duizenden kilometers was duidelijk voelbaar.
'Ik snap er niks van,' zei Lynsey. 'We hebben al zoveel klanten gehad die volledig verzekerd aan een film werkten terwijl we nog met de contractbesprekingen bezig waren. Je bent pas een week geleden aangenomen. Ik heb je contract hier voor me liggen en ik zie meteen dat het niet bijster goed is. Je plaats op de aftiteling, de uitbetaling. Er zijn beslist dingen die Jim zal willen veranderen. Ik zou het echt nog niet tekenen als ik jou was.'
'Wat moet ik dan?'
Lynsey had geen flauw idee. 'Maak je nu maar geen zorgen,' zei ze. 'Het komt allemaal wel goed.'
Lynsey had sterk het gevoel dat ze toch al problemen zou krijgen, dat het op tranen zou uitlopen wanneer ze dit allemaal aan Jim moest uitleggen, dus kon ze net zo goed nog een stapje verder gaan. Melanie klonk echt bang. Normaalgesproken was ze heel kalm en beheerst, maar haar koele buitenkant vertoonde duidelijk scheurtjes. Lynsey belde het productiekantoor.
'Mag ik Bob Rosenburg, alstublieft?'
Misschien kon ze tijd rekken.
Davey was al op zoek naar Melanie sinds ze uit haar caravan was verdwenen. Hij trof haar aan bij de derde telefoon waar hij ging kijken.
'Ik weet niet wat ik moet zeggen, Mel. Ze hebben me in een hoek gedreven.'
Nu wist Melanie dat het niet zomaar een misverstand was. Davey zag er verslagen uit, met zijn handpalmen naar haar toe gekeerd in een gebaar van berusting. Ze had gehoopt dat hij aan haar kant zou staan.
'Ik sta aan jouw kant, Mei, echt waar, maar als we de boel nu stilleggen, wordt deze film misschien wel nooit meer gemaakt. Dat risico kan ik niet nemen.'Kom op, neem het risico. Alsjeblieft, neem het risico. Ik kan nu niet teruggaan. Dat kan gewoon niet. Je kunt me dit niet afnemen. Maar dat zei ze niet, ze glimlachte alleen maar. Davey was onder de indruk van haar houding. Iedere andere actrice zou huilen en jammeren, of op z'n minst kwaad op hem worden. Misschien zat ze er niet zo mee. Ze zag er zelfs koel uit; haar linnen korte broek en lichte blouse oogden fris en schoon. Er was geen druppeltje zweet te bekennen op haar gezicht, en dat in deze zinderende hitte. Maar toen hij wat beter keek, zag Davey een aarzeling in haar glimlach en een vleugje angst in haar blik waardoor ze plotseling iets kwetsbaars kreeg, iets wat haar natuurlijk nog aantrekkelijker maakte. Was hij maar niet getrouwd.
'Ik heb Jim Taylor voor hem aan de lijn,' loog Lynsey glashard tegen de assistente van Bob. Toen hij aan de telefoon kwam, zei ze: 'Meneer Rosenburg, het spijt me, maar ik moet u echt vragen onze cliënt niet langer lastig te vallen op de set.' Ze haalde nog een keer diep adem. 'Ik weet niet wat het probleem met de verzekering is, maar ik heb het nog nooit meegemaakt. Als u dat wilt, neem ik met alle plezier contact op met de maatschappij. Misschien moet u eens overwegen een andere verzekeraar te nemen.'
Ze wachtte duimend af.
Het was even stil en toen zei Bob zacht: 'Ik weet niet wie jij denkt dat je bent, lieverd, maar als juffrouw Chaplin dat contract niet onmiddellijk tekent, speelt ze niet in deze film. Mijn tijd is kostbaar, dus hang alsjeblieft op en probeer me niet te naaien.'
En hij verbrak de verbinding.
Lynsey overwoog serieus om haar bureau maar vast leeg te ruimen. Dat zou haar later tijd besparen. Jim zou woedend zijn. Oké, dit was niet direct haar fout, maar hij zou zeker zeggen dat ze Bob Rosenburg nooit had mogen bellen. Ze had moeten wachten, zo lang zouden ze niet meer weggebleven zijn, maar ze had zich helemaal laten meeslepen. Ze kon ook nooit weerstand bieden aan een beetje avontuur. Nu had ze Jims grote held tegen zich in het harnas gejaagd, en Melanie, en waarschijnlijk ook nog Davey Black. Lynsey was er tamelijk zeker van dat ze voor zonsondergang ontslagen zou worden. Denk na. Nadenken. Ze probeerde het niet al te erg te vinden. Dan maar geen nieuwtjes uit Hollywood meer. Wat gaf het? In gedachten zag ze de letters HOLLYWOOD voor zich, wit glanzend als een heilig icoon, en toen kwam ze alsnog in actie. Er was iemand die haar hier misschien uit zou kunnen redden.