Akkas, de fotograaf

Aga Djan maakte een wandeling langs de rivier, na het ochtendgebed was hij niet meer terug naar bed gegaan. Hij ging aan de oever op een bergje zand zitten. Hoewel het water koud was, waste een vrouw haar voeten in het water.

Ze droogde haar voeten af met haar chador, deed haar schoenen aan en liep naar Aga Djan toe.

“Hebt u een paar centjes voor me, ik heb er nog geen een in mijn mond,” zei ze.

“Benjij het, Godsi?”

Godsi, ooit zo jong en levendig, leek nu oud. Je zag het aan haar grijze haar en de rimpels in haar gezicht.

“Ik heb je zo lang niet gezien, Godsi, waar was je al die tijd? Hoe is het met je moeder?”

“Ze is dood,” zei ze somber.

“Wanneer is ze overleden, waarom wist ik er niets vanaf?”

“Ze is gewoon doodgegaan,” zei ze alleen.

“Hoe is het met je zus?”

“Zij is ook dood.”

“Is zij ook doodgegaan? Waardoor? Wanneer?”

Ze gaf geen antwoord.

“Waar is je broer?”

“Hij is ook dood.”

“Wat zeg je toch allemaal?”

“Maar u gaat niet dood,” kondigde Godsi aan. “U blijft tot ze allemaal gaan en tot ze allemaal komen.”

Ze keerde zich om en wandelde weer weg.

“Waar gaje naartoe, Godsi? Je hebt me nog niet eens je nieuwtje verteld.”

“Er zijn nog zeven mannen, waarvan er drie zullen komen, één zal gaan, één zal blijven liggen, één zal doodgaan en één zal zaaien. Maar u blijft tot ze allemaal komen en tot ze allemaal gaan,” antwoordde ze zonder om te kijken.

Hij wandelde verder langs het water.

Wie zou nog gaan? Wie zou nog komen? dacht hij.

Toen schoot Nosrat hem te binnen.

Tijdens de woelige nachten van terreur had niemand toegang tot de nachten van Khomeini. Op één man na: Nosrat.

Met Nosrat zonderde Khomeini zich af van de harde alledaagse werkelijkheid buiten zijn hof. Nosrat nam hem mee naar een andere wereld waar geen plek voor Irakese straaljagers was of voor bommen en executies.

Met zijn cinema fascineerde hij Khomeini. Hij toonde hem filmfragmenten, documentaires over de natuur, over vogels, over bijen en slangen en over de rivieren van sterren. Het was een geheim tussen hen, niemand wist wat er achter de gesloten deur van Khomeini’s kamer plaatsvond.

Khomeini was de leider van de sjiitische wereld, iemand die met een toespraak miljoenen mensen in beweging kon brengen, maar hij was eenzaam. Hij zat de hele dag, soms wel de hele week, alleen in zijn studeerkamer.

Hij was een charismatische leider en iedereen deed altijd zijn best om op zijn beurt indruk op hem te maken. Maar Nosrat probeerde zichzelf te blijven, om zo dichter bij hem als persoon te komen. Khomeini wist niets over wiskunde en had geen benul van natuurkunde, maar hij had een enorme interesse voor het licht, de maan, de zon, de ruimtevaart en bovenal voor meteorieten.

Nosrat bracht Khomeini in contact met een wonderlijke wereld waar hij niets vanaf wist. Hij veranderde de eenzame nachten van Khomeini in kleurrijke, amusante nachten waarop hij alles vergat.

Als Nosrat Khomeini’s kamer binnenkwam, deed hij meteen zijnjasje uit, hing het aan de kapstok en begon over zijn films:

“Ik heb een paar korte filmpjes meegenomen. Het zijn unieke documentaires over het leven van twee diersoorten in de natuur. U zult ervan genieten, de ene gaat over mieren en de hiërarchie in hun machtsbestel, de andere gaat over apen. Het is indrukwekkend om te zien wat voor menselijk gedrag ze vertonen! Daarnaast heb ik een schitterend filmpje meegebracht over de ontelbare stenen die in het heelal bewegen, eens in de zoveel tijd valt een grote steen op de aarde, een meteoriet. Het is briljant!”

Khomeini keek hem verbaasd aan, zelfs zijn eigen zoon voelde zich niet zo op zijn gemak bij hem. Hij had vaak gehoord dat kunstenaars anders waren, maar hij had er voor Nosrat nooit een ontmoet.

Wat Nosrat deed, hoorde bij het leven van de oude Perzische koningen. De koning had altijd een malidjak in huis, een grappenmaker, die de koning vermaakte. De malidjak was de enige die toegang had tot de privé-vertrekken van de koning en hij had alle vrijheid om alles te zeggen en alles te doen, zolang hij de koning maar bezighield.

“Hoe heet die zender ook alweer?” vroeg Khomeini.

“Welke zender?”

“Die van de Amerikanen, zij hebben mij een aantal maal geïnterviewd.”

“U bedoelt CNN?”

“Ja, die,” zei hij.

“Wat wilt u erover weten?”

“Niets, ik weet alleen dat alle presidenten van belangrijke landen een televisietoestel in hun werkkamer hebben dat altijd op CNN staat.”

“Dat is waar, het verbaast me dat er geen televisietoestel in uw kamer staat.”

“Ze spreken Engels, neem ik aan.”

Khomeini had geen televisie of radio op zijn kamer, al het nieuws werd hem schriftelijk doorgegeven.

“Er is ook een Arabische zender, net als CNN, alleen worden de berichten dan in het Arabisch uitgezonden,” zei Nosrat, “ik zal voor u regelen dat u er hier naar kunt kijken.”

De dag daarop bracht Nosrat een klein televisietoestel voor hem mee en plaatste het in zijn kledingkast zodat niemand het kon zien. Hij leerde Khomeini hoe hij de televisie aan en uit moest zetten en hoe hij van zender kon wisselen.

“Als hij op die Arabische zender staat is het al goed,” zei Khomeini zachtjes, alsof hij iets stiekems deed.

Een aantal weken later werd Nosrat onverwachts gebeld door een verslaggever van CNN. Hij was op de hoogte van Nosrats nauwe contacten met Khomeini. Ze spraken afin een theehuis bij het stationsplein en Nosrat vertelde hem over zijn werk. Na het gesprek vroeg de verslaggever hem voorzichtig of hij interesse had om een documentaire over Khomeini te maken.

“Wat voor iets precies?” vroeg Nosrat verbaasd.

“Een reportage over Khomeini en zijn dagelijkse leven.”

Nosrat werd verrast door het verzoek, hij dacht al een tijdje over zoiets, maar het leek hem onmogelijk om het uit te voeren.

“CNN wil een unieke documentaire van ongeveer een half-uur over zijn privé-leven,” zei de verslaggever, “we zullen je er uiteraard een aanzienlijk honorarium voor betalen in dollars.”

Nosrat was niet uit op een flink honorarium. Het ging hem om de mogelijkheid voor een bijzondere reportage. Het was misschien wel de kans van zijn leven, maar het was onuitvoerbaar.

“Het kan niet,” zei hij, “waarom zou hij mij toestemming geven om hem te filmen?”

“Je kunt het altijd proberen,” antwoordde de verslaggever, “denk erover na, neem contact met me op als er nog iets anders isdat je wilt.”

“Akkoord,” antwoordde Nosrat.

In zijn hoofd speelden al de scènes die hij zou willen opnemen. Van opwinding kon hij die nacht niet slapen.

Hij wilde er met iemand over praten, maar hij durfde zijn mond nergens te openen, was bang dat het geluk uit zijn handen zou vallen.

Toen Nosrat op een avond met Khomeini langs het meer achter Khomeini’s woning wandelde, vertelde hij hem een boeiend verhaal over satellieten en de manier waarop ze werkten.

Hij zei dat het een revolutie in de technologie was dat men de Amerikaanse president live op televisie kon zien, terwijl hij in zijn werkkamer in het Witte Huis koffie zat te drinken.

“De mens is nieuwsgierig,” ging hij verder, “en om zijn nieuwsgierigheid te bevredigen bedenkt hij zulke apparatuur en zendt die de lucht in. De mensen willen alles weten, ze zijn bijvoorbeeld erg benieuwd naar hoe u woont, waar u woont en wat u eet. En er is niets mis met die nieuwsgierigheid.”

Nosrat probeerde hem op zijn vraag voor te bereiden, maar hij wist dat als hij CNN zou noemen, tegelijk de naam ‘Amerika’ zou vallen. Nosrat was bang dat hij, als hij de vraag stelde, niet meer welkom was, dat hij onmiddellijk zijn apparatuur kon pakken.

Maar hij was zo gegrepen door het idee dat hij zich niet meer kon inhouden. Nosrat had zijn camera overal bij zich, dus toen hij die avond met Khomeini in zijn kamer zat en de televisie voor hem aanzette, drukte hij stiekem op het rode knopje van zijn camera. Hij filmde hoe Khomeini met blote voeten op de grond zat en hoe hij stiekem achter de deur van de kast naar zijn televisie keek.

Gedurende een aantal maanden maakte Nosrat tientallen korte shots van Khomeini. Hoe hij langs het meer wandelde en naar de eenden keek. Hoe er enkele musjes verschenen en piepend boven zijn hoofd vlogen. Dat hij plots struikelde over een boomstam en zijn tulband op de grond viel en in het meer rolde. Dat de eenden ernaartoe renden en aan de tulband begonnen te plukken. In een van de scènes ligt Khomeini ziek op bed. Hij ligt op zijn zij met zijn gezicht richting Mekka, precies op de wijze waarop islamitische doden in het graf worden gelegd. Even komt zijn vrouw in beeld, ze voelt zachtjes zijn voorhoofd en gaat weer weg zonder iets te zeggen.

In een ander shot ziet je dat hij in zijn woonkamer ijsbeert. Hij loopt naar de wastafel, wast zijn handen, pakt zijn koran en staat aandachtig een pagina lezen. Als hij klaar is met lezen, pakt hij zijnvulpen, noteertiets, stopt het papiertje in een envelop, plakt het dicht en roept zijn vrouw: “Batoel!”

Ze verschijnt, hij overhandigt haar de envelop en zegt: “Geef dit aan het leger!”

Ze neemt het envelopje aan, verstopt het onder haar chador en gaat er snel vandoor.

Khomeini merkte al snel dat Nosrat hem stiekem filmde. En Nosrat was ervan overtuigd dat Khomeini in stilte met hem meewerkte.

Op een dag nam de verslaggever van CNN contact op met Nosrat.

“Je hebt me niet gebeld. Ik neem aandat je niet op ons verzoek in wilt gaan.”

“Ik heb iets prachtigs gemaakt,” liet Nosrat zich ontvallen.

Een kwartier later stond de man voor zijn deur.

Nosrat was te enthousiast om te weten dat de nieuwe islamitische geheime dienst hem in de gaten hield. Hij had niet door dat die op de hoogte was van zijn contacten met CNN.

De verslaggever kwam binnen, Nosrat zette thee, stopte een van de videobanden in de videorecorder en ging zitten. De verslaggever kon zijn ogen niet geloven.

“Fantastisch!” zei hij.

Ze hadden de helft van de opnamen nog niet bekeken toen vijf gewapende mannen vanaf het dak op het balkon sprongen. Ze trapten de deur in, stormden naar binnen en arresteerden Nosrat en de verslaggever. Twee soldaten bleven achter en doorzochten het huis. Ze namen alle verdachte spullen in dozen mee.

De verslaggever van CNN werd de volgende dag meteen het land uitgezet, maar Nosrat belandde in de cel voor verder verhoor. Pas in de gevangenis kwam hij erachter dat de kwestie veel serieuzer genomen werd dan hij had gedacht. Hij realiseerde zich dat hij een groot risico genomen had. Hij wist dat hij een zware straf voor de opnamen zou krijgen, maar hij hoopte dat Khomeini hem zou helpen.

Nosrat probeerde zijn ondervrager ervan te overtuigen dat hij Khomeini erg respecteerde en dat hij met oprechte sympathie voor Khomeini gehandeld had.

Hij legde uit dat zijn opnamen een sterk historisch karakter hadden en van belang waren voor het vaderlandse culturele erfgoed.

Hij benadrukte dat hij nooit de bedoeling had gehad om de opnamen aan de Amerikanen te verkopen, maar dat hij ze slechts uit liefde voor de camera genomen had.

Hij zwoer dat hij zowel trouw aan Khomeini als aan zijn camera was gebleven.

En hij liet doorschemeren dat Khomeini op de hoogte was van de opnamen en dat hij het bewijzen kon als het nodig was.

Nosrats verdediging klonk aannemelijk. En ze zouden hem hebben geloofd, als ze bij hem thuis niet een verdacht bandje gevonden hadden. De opnamen op die tape waren zo beangstigend mooi dat Nosrat toen niet had geweten wat hij ermee moest. Dus had hij het bandje tussen de balken van zijn plafond in zijn atelier verstopt, in de hoop dat niemand het ooit zou vinden. En uit pure angst had hij het uit zijn geheugen gewist. Maar nu hadden de agenten van de geheime dienst de tape gevonden.

“Je moet oppassendat je doorje verlangen naar vrouwen niet in een val terechtkomt,” had Aga Djan vaak tegen Nosrat gezegd. Hij was altijd op zoek naar een bijzondere vrouw van wie hij een prachtig portret kon maken. Nooit had hij er echter bij stilgestaan dat die vrouw de echtgenote van Khomeini zou kunnen zijn.

De ondervrager van de geheime dienst legde onverwachts het bandje voor hem neer op tafel. Nosrat verbleekte toen hij het herkende, hij wist dat het afgelopen was met hem. Ter plekke versteende hij van angst.

Wat had hij in die oude vrouw gezien, dat hij onverwachts, ongewild zijn camera had laten lopen?

Batoel was de vrouw van de machtigste man van de sjiitische wereld, maar zij was machteloos.

Nosrat kon het niet uitleggen, het was die machteloze vrouw die hem zwijgend gedwongen had om haar te filmen, haar op te nemen, haar te bewaren en om haar misschien ooit te tonen.

Batoel liep gedurende haar hele leven gesluierd, geen vreemde man had ooit haar haar, haar gezicht, haar handen of haar voeten gezien. En daarom had zij soms de behoefte om zichzelf te tonen.

Nosrat had het eerst niet door. Als hij op de deur van hun woonkamer klopte, opende Batoel de deur voor hem en ontving hem altijd met een glimlach. Ze was ongeveer twintigjaar jonger dan Khomeini, dat was duidelijk aan haar gezicht te zien.

Ze ontving Nosrat altijd gastvrij, iets wat niet paste bij religieuze vrouwen. Maar Nosrat wist dat het niet om hem ging, maar om zijn camera.

Batoel was mooi en ze wilde die schoonheid laten zien, ze wilde bekeken worden door de lens.

Haar wens was de wil van alle vrouwen van het vaderland, die door de eeuwen heen onderdrukt waren door de mannen en nooit de kans hadden gekregen om hun schoonheid te tonen.

Ze had een stille afspraak met Nosrat gemaakt. Hij filmde haar zwijgend.

Er waren duizenden foto’s van Khomeini in de kranten gepubliceerd, maar niemand had ooit ook maar één kleine foto van Batoel in de krant gezet. Men behandelde haar alsof ze niet bestond.

Batoel stond voor het raam en keek naar het meer. Ze had haar zwarte chador ingeruild voor een melkachtig gekleurde chador met blauwe bloemetjes. Nosrat zoomde in op haar gezicht, en op haar zilvergrijze haar dat een beetje zichtbaar was. Ze liet haar chador langzaam op haar schouders glijden. Het was een openbaring.

Maar er was één scène die Nosrat de das om deed. Hij had gefilmd in de kamer van Batoel, de deur stond half open. Hij filmde de kamer, waar een eenpersoonsbed in de hoek stond en een nachtkastje waarop een kleine spiegel stond en een ouderwets blauw potje Nivea.

Toen pakte de agent van de geheime dienst de videorecorder en sloeg hem met alle kracht tegen het hoofd van Nosrat.

De recorder brak in stukken en Nosrat viel bewusteloos op de grond.

Daarna werd het stil.

En overal in het land won de stilte terrein.

Saddam Hussein bombardeerde de steden niet meer en Kho-meini vroeg geen raad meer aan de Koran of hij de Irakese grond verder moest binnenvallen of niet.

Er heerste een grote stilte. De executies stopten en er werd geen ayatollah meer neergeschoten. Iedereen was moe, iedereen had rust nodig.