HOOFDSTUK 6

CAMI

Ik tril nog steeds wanneer ik buiten in de frisse lucht ben. Ik kan me niet meer herinneren hoe ik hier gekomen ben. Ik sta ontzettend te hijgen. Hij staat achter me, op afstand, maar toch veel te dichtbij wat mij betreft.

Ik kijk over mijn schouder en zie dat hij stil achter me staat, zijn handen op zijn rug gevouwen. Hij ziet eruit als een typische bodyguard en ik vind het vernederend dat hij míj moet bewaken. Heather zal niet weten wat ze meemaakt. Misschien is ze wel jaloers. Misschien ook niet.

Ik frons en doe twee stappen naar voren, stop weer, en kijk nog een keer over mijn schouder. Sharp doet twee stappen zodat de afstand tussen ons weer is zoals hij het graag wil. Als ik honderd kilometer van deze man verwijderd was zou ik me nog niet op mijn gemak voelen. Zolang hij op dezelfde planeet is als ik, zal ik me nooit meer ontspannen kunnen voelen. Ik voel me geschonden. Mijn vrijheid, mijn leven, mijn geluk… mijn zintuigen. Alles is onder vuur komen te liggen.

Ik neem nog twee stappen en zie hoe Sharp precies hetzelfde doet. ‘Dit is belachelijk!’ mompel ik en ik loop door en bel Heather.

‘Dacht wel dat je meteen zou bellen,’ zegt ze en ik hoor oprechte zorg in haar stem. ‘Wat had je vader te melden?’ O, zij mag zich ook wel zorgen maken want als Jake Sharp mij in de gaten houdt, dan houdt hij tegelijkertijd ook mijn beste vriendin in de gaten omdat we zo’n beetje aan elkaar vastgelijmd zitten. Sebastian is terug. Een dreigende boodschap. Mijn nieuwe bodyguard. In het afgelopen half uur heb ik meer te verwerken gekregen dan eerlijk is.

‘Hij heeft een bodyguard voor me ingehuurd want blijkbaar is er een bedreiging tegen me geweest.’

Ze kucht. ‘Serieus?’

‘Helaas wel ja.’ Ik word boos. ‘Tenminste, dat is me verteld. Maar nu je me hebt verteld dat Seb weer terug is van rehab, ben ik achterdochtig geworden.’

‘Hmmm.’

Ik doe mijn auto open en zet mijn tas op de passagiersstoel voordat ik achter het stuur kruip. Ik steek de sleutel in het contact en start de auto. Ik wacht even totdat mijn bluetooth werkt en gooi dan mijn mobiel en mijn tas op de stoel naast me terwijl ik wacht om verder nog iets te horen van mijn beste vriendin.

‘Hallo?’ roep ik.

‘Ik ben er nog.’

‘Zeg dan wat!’

‘Nou, het is denk ik allebei mogelijk. Seb én de bedreiging. Dus hoe zit het dan met die bodyguard?’ vraagt ze verward.

‘Het komt erop neer dat hij me de hele tijd in de gaten houdt.’

‘Nou, daar gaat je seksleven dan.’ Ze lacht en ik kijk fronsend naar buiten. Daar had ik nog niet eens aan gedacht. Ik maakte me veel meer zorgen om mijn vrijheid. Niet dat er nu iets speelt, maar als de gelegenheid zich voordoet, wil ik niet dat Sharp aan het voeteneind staat toe te kijken. Ik huiver.

‘Kappige grut,’ mompel ik verontwaardigd.

‘Weet je, als je het wilt zeggen, zeg het dan gewoon,’ zegt ze zoals ze altijd doet als ik mijn voorkeursbelediging uit. ‘Grappige kut,’ zegt Heather zonder omhaal.

‘Ik kan dat woord niet uitspreken.’

‘Kut.’

‘Stop!’ Ik trek een lelijk gezicht terwijl zij aan de andere kant van de lijn in een deuk ligt. ‘Ik moet je zien.’

‘Ik zit buiten bij Picasso. Glaasje bubbels?’

‘Ja,’ zeg ik en ik kan nog voorkomen dat ik haar vraag maar meteen een hele fles te bestellen, hoewel er niet veel te vieren valt.

‘Ik rijd net weg bij Logan Tower.’

‘Zie je zo.’ Ze hangt op en ik zet mijn Mercedes in de versnelling, maar net als ik weg wil spurten vliegt de deur open en zie ik Sharp instappen.

‘Deze moet op slot zitten,’ zegt hij kortaf en hij wijst op het portier aan de passagierskant. Ik was hem bijna al vergeten.

Bijna.

Niet helemaal.

‘Ik wil je niet in mijn auto hebben.’ Ik kijk snel weg voordat ik de kans krijg om me te verlekkeren aan zijn prachtige mannelijkheid. In mijn auto? Dat is veel te dichtbij.

‘Niet vandaag, nee. Maar zodra we alles hebben geregeld, zul je met mij in mijn auto gaan reizen.’

Ik moet er niet aan denken. ‘We zullen wel eens zien,’ zeg ik tegen mezelf, donders goed wetend dat hij het wel heeft gehoord. Misschien geeft hij het wel op als ik zo lastig mogelijk ben. Het is het proberen waard.

‘Ja, dat zullen we zeker.’ Hij wijst op een Range Rover die voor me staat geparkeerd. ‘Dat is de mijne. Ik volg je naar huis.’

‘Ik ga niet…’ Ik laat mijn woorden wegsterven terwijl mijn achterbakse geest snel een plannetje bedenkt. ‘Prima.’

Hij knikt en slaat het portier dicht. Met samengeknepen ogen kijk ik hoe hij met zijn lange benen de korte afstand naar zijn enorme auto overbrugt. Al lopend trekt hij zijn colbertje uit. Ik sluit mijn ogen om maar niet te hoeven kijken naar dat prachtige beeld van zijn strakke kontje in die broek en dat verdomd mooie uitzicht op zijn brede rug onder het witte katoen van zijn spierwitte overhemd. ‘Klootzak,’ mompel ik en ik doe voorzichtig mijn ogen weer helemaal open. Hij steekt zijn arm uit het raam en gebaart me dat ik op moet trekken en hem voor moet gaan. Shit, ik had eigenlijk gehoopt dat hij voorop zou rijden en dat ik zou volgen.

Ik zucht en kijk in mijn spiegels voordat ik mijn knipperlicht aandoe en wegrijd met een verstandige dertig kilometer per uur. Ik kijk constant in mijn achteruitrijspiegel. Hij rijdt vlak achter me. Het lijkt wel alsof de grote motorkap van zijn Range Rover aan de kont van mijn auto snuffelt. Ook al is het een verleidelijke gedachte, ik besluit toch maar niet plotseling op de rem te trappen zodat hij me van achteren zal rammen en ik hem kan aanklagen.

Me van achteren zal rammen…

Ik druk mijn voet naar beneden en mijn bekroonde Mercedes stuift weg, maar het lukt hem toch om dicht op me te blijven zitten. Ik sla rechts af, dan weer links, dan weer rechts, en haal zelfs een paar auto’s in om wat afstand tussen ons te krijgen. Maar ik raak hem niet kwijt en mijn frustratie wordt alleen maar groter terwijl ik steeds harder ga rijden. ‘Krijg de klere maar, Sharp.’

Ik neem plotseling een scherpe bocht naar links, haal een zwarte taxi in waarvan de chauffeur naar me toetert en vloekt. Ik kijk in mijn spiegel en moet lachen wanneer ik zie dat de taxi plotseling tot stilstand is gekomen op de kruising en ervoor zorgt dat de weg geblokkeerd is en niemand meer achter me aan kan rijden.

‘Krijg de klere!’ gil ik en ik ben zeer tevreden met mezelf. De beste bodyguard die mijn vader kon betalen? Ja, vast! Ik zet de muziek aan en zit te dansen in mijn stoel, helemaal tevreden met mezelf en onderweg naar Heather.

#

Ik rijd een zijstraat in en zie Heather zitten op het terras van Picasso onder een parasol, met twee glazen champagne voor haar neus. Ze rekt haar nek uit wanneer ze me in het oog krijgt en zwaait dringend naar me. Ze kan natuurlijk niet wachten om het hele verhaal te horen. Misschien laat ik mijn auto wel de hele nacht staan waar hij staat en bestel ik die fles waar ik zo ontzettend naar verlang.

Ik haast me naar haar toe, maar rem plotseling af wanneer ik verderop het geluid van piepende banden hoor.

‘O…’ Ik haal diep adem en voel mijn zelfvoldaanheid verdwijnen als sneeuw voor de zon. Zijn Range Rover snelt met grommende motor naar me toe, alsof-ie boos is. Of zou dat misschien de bestuurder van de auto zijn? Hij blijft abrupt stilstaan en ik kijk naar Heather. Ze staat als aan de grond genageld.

Het dichtslaan van een deur doet me opschrikken en ik zweer dat ik de grond onder mijn voeten voel trillen terwijl hij naar me toe loopt. Ik verzamel alle moed bijeen en ga de confrontatie met hem aan.

Hij steekt zijn vinger op en wijst beschuldigend naar me terwijl hij dichterbij komt. Zijn gezicht vertrekt. ‘Als je me ooit nog een keer zoiets flikt, dan zal ik… ik… ik…’

‘Dan zul je wat?’ vraag ik en ik trek een Elvis-grimas. Tegen wie denkt hij verdomme wel niet dat hij het heeft?

We staan nu neus aan neus. De veilige afstand lijkt even niet van toepassing. Ik kan de aderen in zijn kaak zien kloppen en kijk hem boos aan. ‘Want je gaat over de knie,’ fluistert hij dreigend. ‘En ik zal je net zo lang slaan tot je kont rood is.’

De spieren in mijn kont verstijven en weer weet ik niet wat ik aan moet met deze bizarre mix van afschuw en lust. ‘Pardon?’ hijg ik en ik doe een stap naar achteren om afstand te creëren.

Hij maakt zich lang en rolt met zijn schouders, alsof hij probeert een gewicht van zich af te schudden. ‘Gewoon niet meer proberen om aan me te ontsnappen.’

‘Want anders krijg ik billenkoek?’

‘Bij wijze van spreken.’

‘Nogal ongepast, niet?’ Zeg alsjeblieft nee. Zeg alsjeblieft nee. Zeg alsjeblieft nee. Ik weet niet wat ik denk.

‘Ja,’ mompelt hij en hij kijkt met een fronsende blik om ons heen, elke hoekje en gaatje inspecterend. ‘Waarom ben je hier?’ vraagt hij.

Ik kijk naar Heather. Haar mond is opengevallen en ze houdt haar glas aan haar lippen. ‘Ik heb met een vriendin afgesproken.’

Sharp volgt mijn blik en zucht. ‘Heather Porter.’

‘Hoe kun jij weten…’ Ik maak mijn zin niet af. Natuurlijk weet hij dat. Ik trek mijn vlecht over mijn schouder en kijk hem minachtend aan. Ik laat hem achter op de stoep en loop naar de verbijsterde Heather.

‘Geef me dat glas maar,’ zeg ik en ik laat mezelf in een stoel vallen. Maar ze hoort me eenvoudigweg niet of ze negeert me gewoon en dus loop ik naar de tafel en pak het glas zelf maar. Slok en weg! ‘Hallo!’

Ze kijkt me aan met een blik van ‘wat de fuck?’.

‘Doe maar niet,’ zeg ik hoofdschuddend. Nog een slok!

‘Is dat hem?’ mompelt ze en ze wijst met haar glas naar hem. ‘De bodyguard?’

‘Ja.’ Nog een slok!

‘O, fuck zeg.’

‘Ik weet het.’ En nog een!

‘Waar is het billboard?’

Ik slik. ‘Wat?’

‘Het billboard.’ Ze kijkt in het rond.

‘Welk billboard?’

‘Het billboard waar hij zojuist vanaf is gevallen?’

Ik bries van walging en neem nog een slok. ‘Het is een klojo.’

‘Maar wel een lekkere klojo.’

‘Heather, zo spreek je niet over mijn bodyguard.’

‘Doe me een lol zeg!’ lacht ze oprecht geamuseerd. ‘Je gaat me toch niet vertellen dat je niet hebt nagedacht over hem in je bed. Hij is sterk. Groot. Oogverblindend.’

Ik kijk over mijn schouder en zie dat Heathers blik verschuift. Het is duidelijk dat ze Sharp aan het volgen is. Als hij maar niet hierheen komt! Maar dat doet hij niet want hij gaat een paar tafeltjes verderop zitten. Hij lijkt wel een reus in het kleine stoeltje. Hij ziet er dan wel ontspannen uit, maar ik zie dat elke spier in zijn lichaam strakgespannen staat. Hij lijkt een enorme tijger, klaar om aan te vallen. ‘Absoluut niet,’ mompel ik zachtjes, meer tegen mezelf dan tegen Heather. ‘Hoe dan ook, hij begint al grijs te worden bij zijn slapen.’

‘O!’ giechelt Heather en ik richt mijn aandacht weer op haar en neem nog een slok champagne. ‘En nu is ze druk aan het zoeken naar redenen om hem onaantrekkelijk te vinden.’

‘Ik hoef helemaal niet te zoeken. Want er valt genoeg te kiezen.’

‘Zoals?’

‘Zoals het feit dat hij een bullebak is. Hardhandig en dwingend.’ Ik weet diep vanbinnen wel dat hij nooit van plan was om me pijn te doen of om me te laten schrikken, en dat deed hij dan ook niet. Wat me echter wel bang heeft gemaakt, is mijn reactie telkens wanneer hij te dichtbij kwam, tegen me sprak of me aanraakte. De inwendige strijd die ik voer terwijl ik mijn best moet doen om sterk te blijven, put me nu al uit.

En hij is nog maar minder dan een uur bij me.

Vierentwintig uur per dag? En voor hoe lang?

Ik zak ineen in mijn stoel en neem nog maar een slok bubbels. ‘Ander onderwerp,’ smeek ik en ik heb er meteen spijt van want ik zie hoe Heather haar lippen op elkaar perst. Er is maar één ander onderwerp dat op dit moment besproken moet worden en ik weet niet of dat een nog groter probleem is dan de man die achter me zit en de reden waarom hij achter me zit.

‘Saffron heeft hem gezien. Ze zei dat hij er goed uitzag,’ zegt Heather voorzichtig, en verstandig ook. Of misschien had ze het beter helemaal niet kunnen zeggen. Ik hoef dat niet te horen. Saffron kent de nare details niet.

Zover zij en de rest van de wereld weten, heeft Sebastian me meegesleurd op dit donkere met cocaïne bezaaide pad. Dat is allemaal al erg genoeg en meer hoeven ze niet te weten. Sebastian is ook model en dat is duidelijk aan hem te zien. Hij laat de meisjes kwijlen…maar hij heeft problemen. Grote problemen. En hij heeft mij ook in de problemen gebracht. Hij heeft niet alleen een verslavende persoonlijkheid, maar ook een verslavend karakter. Maar hij is een hopeloos geval. Zelfs zijn ouders hebben hem opgegeven.

‘Is hij clean?’ vraag ik.

Heather haalt haar schouders op. ‘Saffron zei dat zijn ogen helder stonden en dat zijn lichaam niet zo gespannen leek als voorheen. Maar wie weet?’

‘Hmmm.’ Ik kijk weg in de verte en denk terug aan de duistere tijd.

‘Waar slaapt hij eigenlijk?’ Heather onderbreekt mijn gedachten voordat ze me meesleuren en ik ben haar er dankbaar om. Maar haar vraag brengt me in verwarring… tot het moment dat ze langs me heen kijkt en knikt.

Ik kijk weer over mijn schouder. Hij houdt me als een havik in de gaten. Mijn trillerige ademhaling is amper merkbaar en toch zegt iets me dat hij het evengoed heeft opgemerkt. Dan ontmoeten onze ogen elkaar. Hij verschuift in zijn stoel. Ik kijk hem boos aan, een stom afweermechanisme, richt en vuur.

‘Goede vraag,’ mompel ik en ik kijk hoe zijn ogen zich op mijn mond richten. Het is niet mijn bedoeling maar mijn verraderlijke tong steekt naar buiten en glijdt over mijn onderlip. Weer verschuift hij in zijn stoel en zijn neusvleugels trillen terwijl hij wegkijkt.

‘Dat mag je dan wel eens gaan regelen, want als meneertje Lekker-Kontje daar bij jou blijft slapen, dan doe ik dat misschien ook wel.’

‘Hij blijft niet bij mij slapen,’ zeg ik op duidelijke en resolute toon terwijl ik me weer op mijn vriendin richt. Ze is nou niet bepaald behulpzaam. ‘Vertel me eens wat over Saffrons verjaardagfeestje,’ zeg ik en ik vraag me af waarom we het nu alweer over Sharp hebben.

‘Nou, het wordt gevierd in de Picturedrome.’ Ze grijnst. ‘Protserige trut heeft de hele tent afgehuurd. Durf te wedden dat pappie het allemaal heeft betaald.’

Ik rol met mijn ogen. In tegenstelling tot Heather en ik heeft onze vriendin Saffron er absoluut geen moeite mee om het geld van haar vader uit te geven. ‘En zij wil beweren dat ze onafhankelijk is?’ Ik moet lachen.

‘Ik weet het,’ zegt ze instemmend. ‘Maar jij bent nu ook niet meer zo onafhankelijk, of wel?’ Ze knikt naar mijn bodyguard, maar dit keer weiger ik om te kijken. Ik doe gewoon alsof hij er niet is.

Hij is er niet. Hij is er niet.

Ik doe mijn best om me niet om te draaien en zijn prachtige gezicht te bekijken en vraag me af waarom we het nu weer over Sharp hebben.

Een domme vraag.

Want hij is nou niet bepaald het type dat je kunt negeren.