HOOFDSTUK 31

JAKE

Mijn lichaam doet pijn, mijn ogen doen pijn, mijn hart doet pijn.

Ze zal bang zijn. Ze zal om me roepen.

Ik ren terug naar mijn auto en bel ondertussen Lucinda. ‘Hallo?’

Het is niet Lucinda’s stem. ‘Heather?’

‘O…’

Ik frons. ‘Waar is Lucinda?’

‘Ehm, ze wordt net wakker.’

Alles valt nu snel op zijn plaats. Lucinda zou Cami nooit laten vertrekken uit haar appartement als ze haar fysiek tegen zou kunnen houden. Wat wil zeggen dat ze dat niet kon. ‘Wat heb je gedaan?’

‘Wat heb jíj gedaan, eikel?’ roept ze. Ik moet mijn best doen geduldig te blijven voordat ik helemaal losga. ‘Camilles vader heeft haar verteld dat je getrouwd bent!’

‘Kop dicht, Heather,’ sis ik en ik vervloek Cami’s verdomde vastberadenheid. Ze wist het niet van Charlotte. Heather heeft dat enorme punt niet aangehaald en ik kon de schok in Camilles ogen zien. Logan heeft alleen maar zo diep gegraven dat hij iets ontdekte over mijn vrouw Monica, maar verder is hij niet gegaan, tevreden met de informatie die hij had om zijn dochter tegen me op te zetten. ‘Ze hebben Cami meegenomen.’

‘Wat?’ Heather klinkt niet langer verwijtend.

‘Ze hebben haar verdomme gekidnapt! Geef me Lucinda!’ Ik spring in mijn auto en race weg, door een rood licht en luid toeterend naar overstekende voetgangers. ‘Wegwezen!’

‘Jake?’ Lucinda klinkt suf en heel even vraag ik me weer af wat Cami in godsnaam heeft gedaan, maar ik heb daar nu geen tijd voor.

‘Ze hebben Cami meegenomen.’ Ik maak een scherpe bocht naar rechts want ik weet precies waar ik heen ga. Mijn bloed kookt waardoor er bijna geen weg meer terug is voor me.

‘O, shit. Waar ben je?’ vraagt Lucinda en de bezorgdheid is duidelijk te horen in haar stem.

‘Ik ben op weg naar die gestoorde vader van haar.’

‘O, fuck. Jake, doe nou niks stoms.’

‘Te laat.’

#

Ik parkeer mijn auto ergens waar het niet mag naast Logan Tower en ren het gebouw in, de deuren openrammend. Het glas ketst van de muur af en veroorzaakt een oorverdovende knal in de lobby. Iedereen wordt stil en kijkt naar de deuren en de moordzuchtige man die naar binnen stormt.

Ik kijk recht vooruit en zie de röntgenmachines en de oude bewaker die ernaast staat. Naarmate ik dichterbij kom worden zijn ogen groter. Zijn stevige postuur glijdt van de stoel waar hij op zit. Ik geef hem niet eens de kans om me tegen te houden. Ik grijp naar mijn rug, pak mijn pistool en richt het op zijn hoofd terwijl ik verder doorloop. Het is niet eens nodig om hem verder nog een waarschuwing te geven.

Verstandige man.

Hij loopt naar achteren, zijn handen omhoog en zijn ogen groot. ‘Rustig aan maat! Niet zo snel.’

Ik grom en loop door het apparaat heen, terwijl het alarm en alle toeters en bellen afgaan. Ik druk de knop van de lift in met de loop van mijn pistool. Er gaat onmiddellijk een lift open en ik stap naar binnen. Zo kalm mogelijk, wat ingaat tegen alle chaos in mijn hoofd.

Ik heb nog nooit zo lang in een lift gestaan. Tegen de tijd dat ik boven in Logan Tower aankom ben ik in staat om de deuren van de lift open te schieten.

Ik loop langs de receptie waar een groepje vrouwen staat te roddelen en ik loop de gang in in de richting van Logans kantoor. Het geklets van de vrouwen vervalt algauw in paniekerig gefluister. Maar niemand probeert me tegen te houden. Het prettige gevoel van het pistool in mijn hand zegt me waarom.

Zodra ik bij de deur ben pak ik de deurknop beet, maar die geeft niet mee. Ik lach gemeen en stap naar achteren, breng mijn knie naar mijn borst en trap met mijn voet tegen het hout. Door mijn waas van woede heen valt het gekraak me niet eens op.

Logan springt op uit zijn stoel, zijn telefoon aan zijn oor. Een van zijn slaafjes schrikt terug en stapt naar achteren. ‘Het is in orde,’ zegt Logan in de telefoon. Het is duidelijk dat hij iemand geruststelt die hem zojuist heeft verteld dat er een gek rondloopt in het gebouw. ‘Alles is in orde.’ Hij hangt op, zijn ogen groot en waakzaam.

In orde? Het is helemaal niet in orde. Ik til mijn arm op en richt op Logans hoofd. ‘Je hebt tien seconden om me te vertellen wat je precies verborgen houdt voordat ik je kop eraf knal.’ En hij kan maar beter niet twijfelen aan mijn bedoelingen. Ik trek de hamer terug en klik hem vast.

‘Hoe ben je hier verdomme binnengekomen?’ vraagt hij en hij loopt naar achteren, als de lafaard die hij is.

‘Je bent tijd aan het verspillen, Logan.’ Ik klem mijn kaken op elkaar en ik voel mijn bloed door mijn hoofd pompen. ‘Zeven seconden.’

‘Waar is Cami? Wat heb je met haar gedaan?’

‘Ze hebben haar verdomme meegenomen!’ Ik storm naar voren en zet een elleboog tegen Petes hoofd wanneer hij me tegen probeert te houden. Kreunend valt hij op de vloer. Ik zet de loop van mijn pistool tegen Logans slaap en duw zo hard als ik kan. Hij jammert en trilt zo hard dat de trillingen door het metaal van mijn wapen heen gaan en ik ze in mijn hand kan voelen. God sta hem bij, mijn vinger trilt toch al genoeg. ‘Praat verdomme!’

‘Oké, oké!’ Hij krimpt ineen en knijpt zijn ogen dicht. ‘Ze chanteren me al weken! Ze hebben om geld gevraagd. Zeiden dat ze me zouden ontmaskeren als ik niet zou betalen!’

Dat is het dan. Hem ontmaskeren. Dat wat hij te verbergen heeft. ‘Hoe willen ze je ontmaskeren?’

Zijn angstige ogen schieten van mij naar Pete, die bezig is om overeind te komen en over zijn hoofd wrijft. ‘Laat ons alleen,’ zegt Logan serieus.

Pete stelt geen vragen. Hij reageert niet eens op het feit dat ik een pistool tegen het hoofd van zijn baas houd. Hij loopt snel weg, zonder nog om te kijken.

De deur sluit en ik beweeg mijn pistool, ten teken dat hij maar beter op kan schieten met zijn verklaring voordat ik zijn kop eraf knal. ‘Ze hebben foto’s,’ mompelt hij, zwaar hijgend en zo zenuwachtig als de pest.

‘Van?’ dring ik aan.

‘Mij.’

Ik pak de kraag van zijn blouse beet en geef er een ruk aan. ‘En?’

‘Een vrouw.’ Hij slikt waardoor zijn keel opzwelt en tegen mijn knokkels aan schuurt. ‘Of een meisje.’

Vol walging adem ik uit, maar ik ben vooral opgelucht dat ik vooruitgang lijk te boeken. ‘Hoe oud?’

Hij sluit zijn ogen en geeft het op. ‘Vijftien.’

Ik laat het stuk ellende vallen en haal mijn pistool van zijn hoofd af. Dan stap ik vol afkeer naar achteren.

‘Ik wist het niet!’ Logan weigert me aan te kijken. ‘Ze leek minstens twintig. Groot. Blond. Goed gevormd.’

‘Gore klootzak.’

‘Dit mag niet naar buiten komen!’ Zijn ogen schieten heen en weer, vol paniek. ‘Ik ben de ambassadeur van een liefdadigheidsinstelling voor kinderen, verdomme nog aan toe! Mijn reputatie.’ Hij kijkt me aan met een blik van pure ellende in zijn kruiperige ogen. ‘Mijn vrouw.’

Ik trek mijn lip op en geniet ten volle van wat ik nu ga zeggen. ‘Je vrouw gaat bij je weg Logan. Ze heeft gisteren een scheiding aangevraagd.’

‘Wat? Waar heb je het over?’

‘Ze heeft een affaire met je echtscheidingsadvocaat.’ Ik lach zachtjes, een lach van ongeloof. ‘Ze is in verwachting van zijn kind.’

‘Je weet niet wat je zegt! Ze zou me nooit verlaten!’

‘Denk je dat het me ene reet kan schelen?’ Ik ram het pistool tegen zijn voorhoofd aan, trillend van woede. ‘Jij hebt mijn bescherming afgezegd wetende dat Cami niet veilig was! Wat bezielde je verdomme?’

‘Je was aan het graven!’ Hij gaat weer in zijn stoel zitten, zijn ogen zijn groot. ‘Toen ik de eerste bedreiging kreeg eisten ze geld en gaven me een bankrekeningnummer. Ze zeiden dat ze foto’s naar de krant zouden sturen als ik niet zou betalen. Ik zei ze dat ze de klere konden krijgen. Ik wilde niet voor ze buigen. Ik heb trouwens goede contacten met de redacteuren van alle kranten. Ik help hen, zij helpen mij. Zij zouden zeker niet profiteren van mijn ondergang, geloof me.’

Wat een immorele egoïstische eikel. Hij ontwijkt mijn blik. ‘De foto’s kwamen terecht op het bureau van de redacteur van de Mirror,’ zegt hij zachtjes. ‘Hij belde me en ik zorgde ervoor dat hij ervan zou profiteren als de foto’s uit de krant bleven.’

‘Hoeveel?’

‘Een miljoen en een zeer interessant verhaal over een parlementslid.’

Ik snuif. De man is nog meedogenlozer dan ik had gedacht.

‘Hoeveel was het losgeld?’

‘Twee miljoen.’ Logan kijkt me behoedzaam aan want mijn woede wordt steeds groter.

‘En de dreiging tegen Camille?’

‘Die kwam toen ze beseften dat de foto’s hun geen geld zouden opleveren. Ik dacht dat ik het wel kon regelen. Ik kon je echter de bedreiging van Camille niet laten zien. Want die ging over de foto’s. De brief die ik je liet zien was door mij opgesteld. Ik moest Camille gewoon beschermen en jij bent de beste. Ik wist dat ze bij jou veilig zou zijn! Toen begon je te graven. Het zou slechts een kwestie van tijd zijn voordat je iets had gevonden. Je bemoeide je er te veel mee!’

‘Omdat ik van je dochter houd, verdomme! Jij en je reputatie kunnen me geen ene fuck schelen. Ik maakte me alleen maar zorgen om haar veiligheid en dat kan ik van jou niet zeggen. Haar eigen fucking vader!’

‘Je mag het haar niet vertellen!’ Smekend schiet hij naar voren in zijn stoel, nog steeds alleen maar bezorgd om zichzelf. ‘Ik maak me niet alleen zorgen over mijn zaak en mijn reputatie. Ik wil niet dat mijn dochter me haat!’

Ik kijk spottend en ben werkelijk geamuseerd door de stomme idioot. ‘Daar is het te laat voor, Logan.’ Ik druk mijn pistool weer tegen zijn slaap en zet er nog wat extra kracht achter, waardoor ik hem zijn stoel weer in dwing. Het zweet staat op zijn voorhoofd, zijn handen voor zich, alsof zijn trieste dikke pootjes hem zouden kunnen beschermen. Niets kan hem nu tegen mij beschermen.

‘Je hebt een vrouw,’ jammert hij.

‘Ze is verdomme dood!’

‘Toch heb je tegen mijn dochter gelogen! Je hebt je als iemand anders voorgedaan!’

‘Zorg ervoor dat ik je niet ga vermoorden voordat ik verdomme alle informatie heb die ik nodig heb om haar te vinden!’ Ik leun voorover en prik het pistool zo hard tegen zijn hoofd dat ik hem straks doorboor in plaats van dat ik hem neerknal. ‘Je bezorgdheid over mij en je dochter is nu volkomen irrelevant.’

Hij doet een oog dicht en probeert achterover te leunen en aan mijn pistool te ontsnappen. Het is een vruchteloze poging. ‘Help me alsjeblieft haar te vinden,’ smeekt hij. Ik haal mijn Heckler van zijn hoofd af en loop om zijn bureau heen en wil tegenover hem gaan zitten. Hij volgt elke stap die ik doe totdat ik stil blijf staan. Ik richt, zie zijn ogen groter worden en zijn armen omhooggaan, en ik vuur.

Het gerinkel van uit elkaar spattend glas klinkt door het kantoor en hij kruipt als een bal in elkaar en maakt zichzelf zo klein mogelijk. ‘Ik was al van plan om je beide benen te breken omdat je haar dit allemaal hebt aangedaan. Maar ik zweer je, Logan.’ Ik adem diep in en laat de lucht dan weer uit mijn mond stromen, samen met mijn dodelijke belofte. ‘Als er ook maar een krasje op haar zit wanneer ik haar terugkrijg van wie haar dan ook vasthoudt, dan schiet ik de volgende keer wel raak.’

Hij komt weer omhoog uit zijn stoel, trillend en zwetend, met grote ogen van angst.

‘Knik!’ gil ik. ‘Geef me iets wat me zegt dat je begrijpt wat ik tegen je zeg!’

Hij begint verwoed te knikken, snuivend als de angsthaas die hij is.

Ik zoek naar de kalmte die ik nodig heb om goed te kunnen functioneren, neem plaats in de stoel tegenover hem en leg mijn pistool rustig op tafel. ‘Bel de beveiliging en zeg ze dat alles in orde is. Ik veronderstel dat ze wel versterking hebben opgeroepen.’

Hij graait naar zijn telefoon en tikt met zijn dikke vinger het nummer in. ‘Alles goed hierboven. Gewoon een boze medewerker. Alles is nu geregeld.’ Hij hangt op en laat weifelend zijn telefoon los, wachtend tot ik ga spreken.

Hij mag wachten terwijl ik mezelf tot rust probeer te manen. Hij is een wanhopig man. Een domme man, denkend dat hij dit allemaal alleen wel afkon. Het enige goede wat hij heeft gedaan is mij erbij halen om Camille te beschermen. Toen heeft hij dat verkloot en mij ontslagen.

Ik herinner mezelf eraan dat kidnappers hun slachtoffer zelden ontvoeren met de bedoeling hun pijn te doen. Het enige doel is om iemand geld af te persen.

‘Wie zou die foto’s van jou en het minderjarige meisje hebben kunnen nemen?’ vraag ik en ik kijk hem nauwlettend aan.

‘Ik weet het niet!’ schreeuwt hij en hij zwaait uitzinnig in de lucht. ‘Ik heb elke mogelijkheid bekeken en ik kan niets vinden! Ik kan mijn IT-afdeling niet vragen om mijn e-mails te checken! Ik kan het aan niemand laten zien!’

‘Laat het aan míj zien,’ eis ik kortaf.

‘Ik heb ze weggegooid.’

Ik vlieg naar voren en leg mijn hand op mijn pistool. ‘Je moet niet te ver gaan, Logan.’

Hij steekt meteen zijn hand in zijn zak, haalt zijn sleutels eruit en wijst naar de kluis aan de andere kant van het kantoor. ‘Ze liggen in de kluis.’

‘Pak ze.’

Hij staat op uit zijn stoel als een oude man en loopt achteruit, zijn ogen heen en weer schietend tussen mij en mijn pistool. Met trillende handen draait hij aan de schijf, links en rechts en dan weer links, en stopt dan de sleutel in het slot en rommelt er even mee.

Zijn hele lichaam vouwt zich dubbel wanneer hij zijn arm naar binnen steekt en er een blauw dossier uit haalt. Hij pakt het met trillende vingers vast en brengt het naar me toe. Ik trek het uit zijn handen en zwaai het open, en ben daar niet zo zachtzinnig mee als Logan. Ik word geconfronteerd met een levendig beeld van zijn harige kont en het euforische gezicht van een jong meisje. Huiverend draai ik de bladzijde om want ik hoef het bewijs dat mijn wereld heeft laten instorten niet te zien. Ik dwing mezelf diep adem te halen alvorens ik mijn pistool oppak en mijn gespannen vinger loslaat.

Logan blijft zenuwachtig en stil naast me staan terwijl ik de e-mails bekijk en er eentje vind van twee dagen geleden. ‘Een miljoen,’ zeg ik zachtjes en ik bekijk het papier. ‘Hoeveel heb je ze die keer daarvoor betaald?’

‘Vijfhonderdduizend. Ik heb geprobeerd de bankgegevens te bekijken,’ mompelt Logan maar hij hoeft niet verder te gaan. Ik zie ze ook. Het is een Zwitserse bank. Met het doorzoeken van de gewone zoekmachines kom je nergens.

Ik pak mijn telefoon en typ de getallen in een berichtje in, maar nog voordat ik het kan versturen gaat hij over. ‘Luce?’

‘Ga online. Ga naar de website van London by Night.’

De naam komt me bekend voor. ‘Het blad?’ Ik heb het glossy weekblad een paar keer doorgelezen sinds ik Cami schaduw.

‘Ja. Doe het.’ Ze klinkt urgent dus ga ik niet in discussie.

Ik pak Logans iMac van tafel, ga naar Google en houd mijn telefoon aan mijn oor terwijl ik intyp wat zij me vertelt. ‘Klaar,’ zeg ik tegen haar en ik zie niets anders dan advertenties en een paar foto’s van beroemdheden.

‘De zoekbalk bovenaan. Typ Camilles naam in.’

Ik doe wat ze zegt en krijg meteen ontelbaar veel foto’s van Cami te zien, de meest recente van mij en haar gisteren buiten bij een café na haar shoot. Ik houd haar hand vast boven de tafel.

‘Die eerste foto. Van jou en Cami,’ zegt Lucinda.

‘Wat is daarmee?’

‘Kijk achter jezelf. Linkerbovenhoek.’

Mijn ogen schieten omhoog en zien precies wat Lucinda bedoelt. ‘Klootzak,’ hijg ik. Achter me op de foto is een winkelruit en zo helder als maar kan zie ik het spiegelbeeld van een man in een wit bestelbusje dat verborgen staat in een steegje aan de overkant. Het is een beetje vaag, maar dat valt met de juiste techniek wel te fixen. ‘Laat zijn gezicht scannen.’

‘Al gedaan. Ik heb de foto naar je telefoon gestuurd. Zijn naam is Michael Scott, zesendertig jaar. Heeft gezeten voor drugs dealen, gewapende overvallen en…’ Ze pauzeert en ik zweer dat ik haar hoor slikken.

‘En wat, Luce?’ Mijn telefoon geeft een ping en ik open het bericht en zie een duidelijk beeld van de man die ik op ga sporen en aan stukken ga snijden. Ik adem diep in en houd mijn telefoon weer tegen mijn oor.

‘Jake, het is…’ Lucinda’s stem valt weg en ik verstijf van top tot teen.

‘Wat?’

‘Verkrachting.’

Mijn bloed lijkt te bevriezen in mijn aderen en ik kijk over het bureau naar Logan, zijn gezicht een grote zee van vragen. De kans is groot dat mijn hart uit mijn borst springt en op Logans bureau neerkomt. Zo hard gaat het tekeer.

‘Jake?’

Ik kan niets zeggen. Kan niet denken.

‘Jake, het busje is vorige week gestolen. Ze hebben de nummerplaten vervangen.’ Ze noemt het valse nummerbord op. ‘Ik heb Scotts adres gecontroleerd. Hij woont onder begeleiding in Bethnal Green na eerst in rehab te zijn geweest.’ Ze geeft het adres en ik sla het meteen op in mijn hoofd. ‘Iemand moet hem betalen om haar vast te houden maar ik kan geen telefoon op zijn naam vinden. Gebruikt waarschijnlijk een prepaid. Meer dan dit heb ik niet. Het spijt me.’

Ik ga rechtop staan en haal diep adem en leg mijn hand op het bureau om me overeind te houden. ‘Bankgegevens. Zwitsers.’ Ik doorzoek het dossier dat Logan me heeft gegeven en schuif het papier opzij totdat ik heb gevonden wat ik zoek.

Dan noem ik het bankrekeningnummer op en geef haar alle informatie die ik zojuist van Logan heb gekregen: het meisje, de foto van zijn harige kont, alles. Ik hoor Lucinda constant geschrokken ademhalen en zie Logan aan de andere kant van het bureau kronkelen. ‘Bestudeer die rekening.’

‘Ik ga aan de slag,’ zegt ze met een mededogen dat ik nu niet kan verdragen.

Ik wil ophangen maar ze roept mijn naam en ik houd de telefoon weer tegen mijn oor, verloren in een waas van troosteloosheid. Ik laat niet eens horen dat ik nog aan de lijn ben. ‘Wees voorzichtig,’ zegt ze zachtjes en bezorgd. En dat is heel zeldzaam. ‘Alsjeblieft.’

Ik hang op en laat langzaam mijn pistool over de tafel glijden en stop hem dan weer in mijn broekriem.

‘Wat is er?’ vraagt Logan. ‘Wie was dat?’

Ik kijk hem aan, immuun voor de angst en onrust op zijn gezicht. ‘Ken je deze man?’ vraag ik en ik houd mijn telefoon voor zijn neus.

Hij kijkt en fronst. ‘Nee, nog nooit gezien. Wie is hij?’

‘Hij is de man die iemand heeft ingehuurd om je dochter mee te nemen. Bid maar dat ze niets mankeert, Logan. Bid maar heel hard.’

Ik draai me om en loop zwetend zijn kantoor uit.