HOOFDSTUK 7
JAKE
Je kunt niet iemand beschermen die niet beschermd wil worden. Daar heb je medewerking voor nodig en die krijg ik niet van haar. Het zorgt ervoor dat ik dat mooie nekje van haar wel om zou willen draaien.
Ze geeft haar vriendin een knuffel bij wijze van afscheid en wandelt naar haar auto. Weer leidt ze me door heel Londen heen, helemaal naar haar appartement in Mayfair.
Ik rijd de ondergrondse garage in maar er zijn geen parkeerplekken meer vrij. Ik zie de zelfgenoegzame blik in haar ogen terwijl ze een eindeloze hoeveelheid tassen uit de kofferbak van haar Mercedes haalt… dus daarom parkeer ik mijn Range Rover er gewoon achter. Als ik haar blokkeer kan ze ook nergens heen. Want ik heb zo het idee dat Camille Logan niet het type is dat gaat lopen.
Zodra ze al haar tassen en dossiers bij elkaar heeft verzameld, draait ze zich om en verdwijnt haar zelfgenoegzame grijns als sneeuw voor de zon. Want wanneer ik uitstap ziet ze dat ik ook een tas bij me heb. Ik ben goed voorbereid en beantwoord haar vraag nog voordat ze hem kan stellen. ‘Ik slaap hier, mocht je het je afvragen. Het staat in het contract en je vader stond erop.’
Haar prachtige lippen verstijven. ‘Dit is een schending van mijn mensenrechten.’
‘Bespreek het maar met je vader. Ik heb mijn bevelen.’
‘Nou, dan beveel ik je om me met rust te laten,’ zegt ze kalm.
‘Jij betaalt me niet, miss Logan.’
‘Hoeveel?’
Ik trek geïnteresseerd mijn wenkbrauwen op. ‘Dat is vertrouwelijk.’
‘Dus je doet echt letterlijk alles wat mijn vader je vraagt te doen?’
‘Binnen alle redelijkheid,’ antwoord ik.
‘Is het bad voor me laten vollopen binnen alle redelijkheid?’ Ze grijnst sarcastisch en ik moet mijn best doen om de beelden van me af te schudden die ze veroorzaakt.
‘Hangt ervan af of je wil dat ik er ook bij kom zitten.’ Ik houd mijn hoofd scheef, alsof ik sta te wachten op een serieus antwoord.
Ze snuift. Het is zo schattig dat ik bijna moet glimlachen. Ze kijkt me boos aan, draait zich verwaand om en spurt weg. ‘Je zou er niet in passen.’
Niet zo schattig.
Het lukt me amper om niet met mijn ogen te rollen en ik volg haar een stalen deur door en een hal in. Overal hangen grote gouden spiegels. Ik kijk eens goed rond en kan bevestigen dat het achtergrondonderzoek dat ik heb gedaan klopt als een bus. Binnenkomen met een pasje, drie camera’s, twee liften, een portier. Pappie is eigenaar van dit gebouw en ik durf mijn laatste cent erom te verwedden dat Camille Logan niet het volle pond hoeft te betalen. Ik knik beleefd naar de geïntrigeerde portier, die meteen terugknikt. Op een veilige anderhalve meter afstand wacht ik tot de lift naar beneden komt. Het zijn spiegeldeuren. En het valt niet mee om niet steeds naar haar weerspiegeling te kijken dus kijk ik maar naar de inrichting van het gebouw. Draaideuren, niet erg veilig, ondanks het pasjessysteem, en een portier die eruitziet alsof hij de tweelingbroer is van de oude knaap die Logan Tower moet beschermen.
Een zachte ping geeft de komst van een lift aan. Als een echte heer laat ik Camille voorgaan zodra de deuren openglijden en net wanneer ik bijna op de drempel van de lift sta, schuiven de deuren voor mijn neus dicht.
Ik vloek en het scheelt niet veel of ik was met mijn hoofd tegen het glas aan gebotst. Nog net zie ik de tevreden grijns op haar gezicht voordat ze uit het zicht verdwijnt. ‘Verdomme nog aan toe,’ vloek ik zachtjes. Ik laat mijn tas op de grond vallen en bal mijn vuisten. Ik haal diep adem en probeer geduld op te brengen. Ik kraak mijn nek, doe mijn ogen dicht en zeg een kalmerend mantra op.
Je mag haar niet wurgen. Je mag haar niet wurgen. Je mag haar verdomme niet wurgen.
Ik zou mezelf wel een kogel door de kop willen schieten zodat ik uit mijn lijden verlost ben. Waar heb ik in godsnaam voor getekend? De andere lift komt eraan en ik pak mijn tas en stap in en duw op het knopje voor de bovenste verdieping. Het gaat me allemaal veel te langzaam want ze is nu uit zicht en dat mag nooit gebeuren.
‘Verdomde lastpak,’ mompel ik. Maar ze is een lastpak om heel andere redenen dan ik me had voorgesteld: irritante, ergerlijke, pijnlijke redenen.
Wanneer ik eindelijk op de bovenste verdieping aankom, stap ik uit en zie datgene wat ik al verwachtte toen ik de hoek van de gang omliep. De deur van appartement 30 zit potdicht. Ik durf te wedden dat alle sloten er ook op zitten. Twee minuten en ik ben binnen, maar ik besluit deze vaardigheden niet te gebruiken en gewoon aan te kloppen. Geen reactie en daar kijk ik niet van op. Dus klop ik nog een keer en probeer rustig te blijven. Dat valt niet mee want het allerliefst zou ik de deur in willen trappen en mijn handen om haar prachtige slanke nekje leggen.
Het blijft stil aan de andere kant. ‘Verdomme nog aan toe.’ Ik haal mijn pistool tevoorschijn en richt op het slot, want dat zou een stuk sneller gaan dan met dat gekke mens te praten. Gelukkig wordt mijn toenemende frustratie overstemd door dat kleine beetje verstand dat ik nog in me heb en dat zegt me het niet te doen.
Ik zucht en stop mijn pistool weer in mijn broek. ‘Camille, dit is een erg mooie deur,’ zeg ik zachtjes, wetende dat ze aan de andere kant staat, waarschijnlijk met haar kont tegen het hout gedrukt. ‘Zou jammer zijn als ik hem moest beschadigen.’ Ik zie een kijkgaatje en moet stiekem lachen. Dan leun ik langzaam voorover met mijn oog tegen de kleine lens van het vergrootglas. Dan hoor ik geschuifel achter de deur. Ik grinnik. Dat mens is echt onmogelijk. ‘We kunnen dit op de moeilijke of de makkelijke manier doen.’
‘Fuck you!’
Ik laat mijn hoofd voorovervallen en weeg de mogelijkheden tegen elkaar af. Ik kan de deur intrappen en net zo kinderachtig doen als zij, of ik kan haar laten zien dat deze situatie niet gaat veranderen, hoe moeilijk ze ook doet. En dan bedoel ik die toestand met de anonieme bedreigingen en niet die sterke chemie die ik voel. Vrouwen hebben de afgelopen jaren maar één nut voor mij gehad. En frustratie of woede horen daar niet bij. Het is zelfs zo dat juist die twee emoties de reden zijn waarom vrouwen en ik maar beter zo min mogelijk tijd met elkaar kunnen doorbrengen. En Camille Logan is nu al veel te lang in mijn leven aanwezig.
Ik kijk naar de vloer en besluit vanavond geen verdere actie te ondernemen en ga op mijn vermoeide kont zitten, klaar voor een verdomd lange nacht. Ik leun achterover tegen de muur, haal mijn telefoon tevoorschijn en stuur snel even een update naar Logan. Ik kan mezelf nog net tegenhouden om te zeggen dat zijn dochter een koppig klein kreng is. Ik vertel hem echter wel dat het ex-vriendje weer terug is.
Dan haal ik mijn lijst met contactpersonen tevoorschijn. Abbies naam staart me aan en mijn vinger zweeft enige tijd boven het bel-icoontje. Contact heeft maar één doel. Nare herinneringen. En die kan ik niet gebruiken. Ik lach hardop. Een koude, huiveringwekkende lach. De herinneringen zijn altijd aanwezig en kwellen me dagelijks, maar ik hoef ze niet te voeden. Ik hoef niet terug te gaan naar plekken die alleen maar het leed en de haat versterken jegens een vrouw die me kapot heeft gemaakt en mijn leven in een neerwaartse spiraal heeft gestuurd.
Ik schuif mijn telefoon opzij en leg mijn hoofd tegen het hout achter me en staar omhoog naar het plafond. Ik probeer mijn gedachten op een rijtje te zetten. Maar dan gaat mijn telefoon, een welkome afleiding tegen de innerlijke gevechten die ik regelmatig voer. Ik zie Logans naam op het schermpje staan. Daar kijk ik niet raar van op. Maar voordat ik opneem, doe ik eerst mijn oortje in, want ik hoor beweging in de verte. Ze staat niet te luisteren.
‘Dacht dat je meteen zou bellen,’ zeg ik ter begroeting.
‘Sebastian Peters.’ Er klinkt een giftige toon door in Logans stem die ik wel kan waarderen. Ik heb al die ellende gelezen op internet. ‘Hij heeft haar bijna kapotgemaakt.’
‘Is dit waarom u me heeft ingehuurd?’ vraag ik ronduit, denkend dat Camille misschien wat op het spoor was.
‘Nee, je weet waarom ik je heb ingehuurd. Je hebt de boodschap gezien, maar het zou geen kwaad kunnen om Sebastian Peters in de gaten te houden.’ Ik hoor afkeer in zijn stem. Ja, ik heb de boodschap gezien, maar waarom heb ik het gevoel dat ik niet alles heb gehoord? ‘Hij heeft nogal een voorkeur voor cocaïne. Ik wil die troep nooit meer in de buurt van mijn dochter hebben.’
‘Juist.’ Ik adem diep in en bedenk me dat bescherming tegen ex-vriendjes niet tot mijn takenpakket hoort. Ik ben een bodyguard. Geen hulpverlener of relatietherapeut. Het is niet mijn taak om te voorkomen dat Camille Logan cocaïne in haar neus stopt als ze dat wil. Maar ik zal het verdomme wel doen. ‘Ik bel u als ik iets te melden heb. En ik zou graag willen dat u hetzelfde doet.’ Ik hang op nog voordat hij het kan bevestigen. Ik schuif de ene kant op en dan weer de andere en probeer een prettige houding te vinden, mijn benen languit gestrekt voor me.
Na tien minuten in die positie te hebben gezeten trek ik mijn knieën op en laat ik mijn onderarmen erop rusten. Weer tien minuten later voel ik mijn pistool in mijn onderrug steken en begint mijn kont gevoelloos te worden. Ik word ervoor betaald, herinner ik mezelf. Heel veel. Ik kan deze ellende wel verdragen. Ik ben op ergere plekken geweest en onder slechtere omstandigheden.
Ik doe mijn ogen dicht en denk aan struiken waaraan ik mijn wangen openhaal terwijl ik op mijn ellebogen door het wilde gebied kruip. En voordat ik het kan voorkomen, zie ik het beeld voor me van mijn kameraden, Danny en Mike, die dood in de modder liggen. Ik voel de scherpe pijn van een kogel die diep in mijn schouder zit. De geur des doods trekt mijn neus binnen en het gegil van onschuldige burgers vult mijn oren. Dan is er een helder beeld van háár gezicht, dat me eraan herinnert hoe ik terechtkwam in deze ellende. De ellende die ik heb veroorzaakt.
Ik sla mijn ogen weer open en veeg een zweetdruppel van mijn voorhoofd. ‘Verdomme.’ Nou, dat was dus mijn afleiding. Ik vervloek Camille Logan omdat ze me niet toestaat om mijn werk te doen. Ik haal mijn pistool uit mijn broek en leg het naast me neer. Dan leg ik mijn hoofd weer tegen de muur en probeer mezelf wat afleiding te bezorgen door alle informatie die ik heb na te lopen. Maar dat is niet veel.
Een hele lading zakenlui is financieel te gronde gegaan na vijandige overnames door Logan. Een van hen zou uit kunnen zijn op wraak. Heel simpel gezegd heeft Trevor Logan verdomd veel vijanden. Ik heb het gevoel dat ik in een bad met mogelijkheden stap zonder dat ik ook maar een idee heb waar ik naartoe moet duiken. Voeg daaraan nog eens toe dat ik het gevoel heb dat Logan informatie achterhoudt en ik weet niet meer wat ik moet denken van de situatie. En dan is er ook nog eens het ex-vriendje. Technisch gezien geen verdachte maar wel degelijk een bedreiging. Bedreiging? Ja, een bedreiging. Hij vormt een bedreiging voor Camilles gezondheid en mogelijk zelfs haar leven als hij weer grip op haar krijgt. Wat hem dus net zo bedreigend maakt als de potentiële dreiging. En dus zal ik hem ook zo behandelen. Het bericht dat Logan me liet zien. Dat papier zag er veel te mooi uit. Met die gedachte in mijn hoofd, pak ik mijn telefoon en stuur Lucinda een kort berichtje.
Ik geloof niet dat Logan ons alle relevante informatie geeft. De dreiging was geprint op papier dat net van de fabriek kwam. Hij zei dat de brief gisteren per koerier was gekomen. Controleer de camera’s van Logan Tower.
Ik klik op verzenden en zoals verwacht krijg ik binnen enkele seconden antwoord.
Interessant. Ik ga erachteraan. En nog iets, ik ben heel grondig door Logans e-mails gegaan, maar heb niets gevonden. Niemand verdacht. Alles brandschoon. Hoe gaat het?
Ik lach.
Vraag maar niet. Jullie vrouwen zijn moeilijk. Als je toch bezig bent, stuur me dan alles wat je hebt over Sebastian Peters.
Haar antwoord komt wederom snel.
De ex? Mag ik vragen waarom?
Mijn antwoord is kort maar krachtig.
Nee.
Ik laat mijn telefoon zakken en neem mijn positie weer in, onderarmen rustend op opgetrokken knieën, mijn hoofd naar achteren en nadenkend over de hele gang van zaken. Het zit me allemaal niet lekker. En over zitten gesproken…
Ik ga nogmaals verzitten, starend naar de harde vloer, maar mijn stille verwensing van de vloer wordt onderbroken wanneer ik het klikken van een slot hoor. Ik verstijf.
En dan val ik plotseling achterover. Mijn buikspieren reageren te laat om me nog overeind te houden. Ik lig op mijn rug en staar omhoog naar de meest geweldige benen die ik ooit heb gezien. Ze lijken eindeloos lang en beginnen bij mooie roze gelakte tenen en perfect smalle enkels die uitlopen in slanke kuiten. Het zijn zo’n beetje perfecte kuiten. En haar dijbenen. Ik voel mijn handen trillen langs mijn lichaam, smekend om ze te mogen strelen. Haar roze kanten slipje piept onder het witte oversized T-shirt uit. De slogan op de voorkant van haar shirt doet mijn lippen trillen.
NEGEER ME NIET.
Doet ze dat nou expres? Nee, miss Logan, dat zal ik zeker niet doen. Vooral nu niet. Wat probeert ze me verdomme te flikken?
Shit, ik moet mezelf vermannen anders leggen we straks allebei nog het loodje. Afleiding. Het is nog steeds de beste tactiek om een doelwit te pakken te krijgen en wie Camille Logan dan ook te pakken wil nemen is momenteel dik in het voordeel. Want ik ben hopeloos afgeleid. Haar blonde haar valt over haar schouders en over de perfecte borsten onder haar T-shirt. Wanneer ik bij haar gezicht kom zie ik dat ze haar make-up heeft verwijderd. Mijn pik springt omhoog achter mijn gulp. Jezus christus, ze is een waar meesterwerk. Ik voel me genoodzaakt om haar te vertellen dat ze voortaan geen moeite meer hoeft te doen om make-up op te doen. Ze heeft het niet nodig.
Haar omgekeerde gezicht komt dichterbij en zweeft boven het mijne. Ze vouwt haar armen over elkaar en duwt de stof van haar T-shirt tegen haar rondingen aan. Mijn pik is meteen keihard.
‘Waarom heb je een pistool?’ Ze gebaart met haar kin naar mijn Heckler en herinnert me eraan waar hij ligt. Haar vraag herinnert me ook aan de reden waarom ik hier ben.
Ik schiet overeind, pak mijn pistool en stop het achter in mijn broek. ‘Om jou mee neer te schieten als je me weer eens pissig maakt.’
Ze fronst en haar neus krult op van afschuw. Goed. Haat me maar. Dat zou deze situatie een stuk gemakkelijker maken. ‘Je bent een echte charmeur, hè?’ zegt ze snuivend en ze draait zich om op haar bloten voeten en straft me met de aanblik van de achterkant van die blote benen. ‘Je kunt maar beter naar binnen komen.’
Verrast trek ik mijn wenkbrauwen omhoog. Wat is er veranderd? Ik weet het niet, maar ik ga er niet over in discussie. Mijn kont is nog gevoelloos. Ik pak mijn tas op en loop langzaam… de hel in.
Geschrokken kijk ik rond maar laat dit niet merken. Voor een vrouw die er zo onberispelijk uitziet is ze een rommelige troela. Schoenen, handtassen, kleren, make-up, elk denkbaar meidendingetje, liggend en hangend over stoelen en de bank. En dan al die tekeningen en stapels papier. Zelfs op de vloer. Hoe kan ze zo leven? Ze heeft toch wel een schoonmaakster? Ik kan niet echt zeggen wat voor stijl ze heeft gekozen in dit appartement, behalve een grote klerebende, maar aan de lege muren te zien, de enige plekken waar geen modetroep te vinden is, zou ik zeggen minimalistisch. Minimalistisch? Ik snuif. Camille Logan heeft daar al snel korte metten mee gemaakt. Ik huiver en mijn militaire verleden komt naar de oppervlakte. Ik baan mezelf een weg door een zee van kleding en zet mijn tas neer op een tafel die vol staat met elke kleur nagellak die er bestaat. Ik zie meteen de kleur die ze nu op haar teennagels heeft zitten. Zachtroze. Subtiel en meisjesachtig.
‘Je kunt hier slapen.’
Ik kijk op en zie hoe ze over de bank gebogen staat om nog meer rotzooi weg te halen. Ik word bijna gek. Verdomme nog aan toe, dat mens is gek! ‘Ik ruim het wel op,’ bied ik aan. Ik doe alles om er maar voor te zorgen dat ze niet zo voorovergebogen gaat staan. ‘Laat mij maar.’ Ik duw haar met mijn heup letterlijk opzij om uitgebreid contact te vermijden.
‘Prima,’ zegt ze met een klein stemmetje en ze loopt naar haar slaapkamer. ‘Wat een heer, zeg.’
Ik negeer haar onbeschaamdheid en haal het geweer uit mijn broek en leg het op de leuning van de bank. Dan schop ik mijn schoenen uit en maak mijn broek los. Ik merk ondertussen dat Camille de deur naar haar slaapkamer niet helemaal dicht heeft gedaan. Haar onschuldige zet, het op een kiertje zetten van de deur, zorgt ervoor dat ik me iets beter voel over het feit dat ik in een andere ruimte ben.
Ik ruk mijn stropdas af en knoop mijn overhemd los en ben dan vijf minuten op zoek naar een leeg plekje om ze neer te leggen. Ik geef het op en leg mijn netjes opgevouwen stapeltje boven op een stapel met neergekwakte kleren op een stoel. Dan loop ik weer terug naar de bank, val neer en wrijf zuchtend met mijn handen over mijn gezicht. Het gaat toch een lange nacht worden.
‘Het mens heeft een doodswens,’ mompel ik. Ze ziet me kijken door de opening in de deur terwijl ze rondloopt in haar kamer. Ik moet wegkijken. Ik moet mijn ogen dichtdoen en net doen alsof ze er niet is. Verdomme, ze verknalt dat plannetje wanneer ze precies voor de deur stil blijft staan, met haar rug naar me toe. Ik zie slechts een klein stukje van haar huid door de opening, maar het is genoeg om mijn aandacht vast te houden. Langzaam, te langzaam om onschuldig te zijn, trekt ze haar T-shirt over haar hoofd en gooit het aan de kant. Mijn adem stokt in mijn keel. Die aanblik van haar roomkleurige huid is een beeld dat voor altijd bij me zal blijven. Ik ga weer verzitten, maar nu om een heel andere reden. Mijn hand ligt op mijn pik, die inmiddels zijn eigen hartslag heeft gekregen. Ik onderschat deze vrouw. Er was niets onschuldigs aan het feit dat ze die deur open heeft laten staan. Helemaal niets.
Ze bespeelt me als een fucking viool. Misschien ben ik wel degene met een doodswens.
Ze verdwijnt uit het zicht en alle lucht die ik had opgeslagen in mijn brandende longen stroomt naar buiten terwijl mijn hart als een bezetene tekeergaat. Ik haal de pillen uit mijn tas en neem er een paar van in, hopend dat ze niet alleen de nachtmerries op afstand zullen houden maar ook wat weerstand bieden tegen mijn nieuwe cliënte.